Gazette van Beveren-Waas en van het kanton, bestaande uit de gemeenten Burcht, Calloo, Doel, Kieldrecht, Melsele, Verrebroek en Zwijndrecht: nieuws- en annoncenblad

1265 0
20 september 1914
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1914, 20 September. Gazette van Beveren-Waas en van het kanton, bestaande uit de gemeenten Burcht, Calloo, Doel, Kieldrecht, Melsele, Verrebroek en Zwijndrecht: nieuws- en annoncenblad. Geraadpleegd op 29 maart 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/6m3319t93d/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

ZOJNDAti 20 SEPTEMBER 1914 — Mr 6. 32e JAARGANG GAZETTE VAN BEVEREN-WAAS en van het kanton bestaande uit de Gemeenten Ca.lloo. Dofil. Kieldrecht. Melsele. Verrebroeck & Zwiindrech L, octiiuu, uuci, n.iciurcuui, iucidcic, v ci i ciji ucua tx. -uvvjyi NIEUWS- EN ANNONCENBLAD. Dit blad verschijnt geregeld'aile Zaterdagen. Aboanementen kunnen het heelejaar do genomen worden bij den drukker-uitgever. —■ Abonnementsprij vooraf betaalbaar per jaa voor de Gemeente 2,60 fr. Franco per post voor geheei België fr. 3,25 ; voor net buitenla fr. 5,50. Het recht, annoncen of artikeien te weigeren, is voorbehouden. Enkele nummers 2» centiemen. DRUKKER-UITGEVER STRYBOL-VAN H0EYLAN3 VR AGENESTR A AT, N° 6. AANKONDIGINGEN : 20 centiemen per drukregel. RECHTERLIJKE EERHEB'STEL-LING 50 centiemen per regel. RECLAMEN, enz. 1 fr. per regel. Aankondigingen brieven en correspondentien, moeten voor den Vrijdag middag ter drukkery besteld worden. Alla ingezondene stukken moeten geteekend zijn door den sclirii»«r. — D6 strengste geheim-houding wordt gewaarborgd. BEVEREN-WAA.S, 19 SEPTEMBER 1914. Wekelijksche Almanak. Maand September. 20 Zondag 0. L. Vr. van VII Weeën, 21 Maandag s. Mattheus, ap. 22 Dinsdag s. Thomas v. Villanova, 23 Woensdag s. Linus, 24 Donderdag 0. L. V. ter Slaven, 25 Vrijdag s. Firminus, 26 Zaterdag s. Gyprianus en Justina. Maan : 26" Sept. E. K. om 12 u. 03 m De Oorlog. Nog eens : Hoog de Harten ! De algemecne oorlogstoestaud i op het oogenhlik dat wij dit schrij ven — Donderdag — bijzonde gunstig. Langs aile kanten wordt he leger van den overweldiger terug geslagen en wij gelooven niet be zijden de werkelijkheid te zijn indien wij zeggen : de Duitsche loopt zijn ondergang te gemoet. InFrankrijk zijn het de Fransch Engelsche legers ; in Duitschlan dat der Russen en in ons land, he eigen kranig leger dat hem gena deslag op genadeslag toebrengt. De koiossale achteruitgang weik hij in Frankrijk gemaakt heeft staat gelijk met eene nederlaag Het is daar dat de barbaar ver wacht had een reuzenslagte slaa: en het is juist omgekeerd. De legers der verbondene Me gendheden hebben hem daar geleer dat Duitsche brutaliteit en vlege] achtigheid niet voldoende zijn or veldslagen te winnen. Hier in dit klein landje hebbe de Duitschers de beest kunne: spelen. Hier hebben zij met hunne over macht kunnen rooven, stelen e moorden. Hier hebben zij de walgelijkst aanslagenop onze priesters kunne doen. Hier hebben zij hulpelooze lie den, grijsaards, vrouwen en kir deren kunnen mishandelen, De legers van den brutale woordbreker lijden verliezen o verliezen. Herhaaldelijk heeft hij, wiens volk op hooger bevel, de kerker onteert Welnu die ijdele verwaand( " spotter ziet thans wat er van zijne woorden in huis kornt. Al laathij ook nog zulkeschooiK artikelen en teleprammen de we-reld inzenden, de werkelijkheic kan hij toch niet tegenhouden. "Zijn eigen volk kan hij met be-i drieglijke berichten bezighouden min of meer tevreden zien te stel-3 len, maar daarom blijft Voor ons - toch evengoed de waarheid,.. de r waarheid. Wij zijn overtuigd dat hij al zij ne t bedreven euveldaden duur te beta - len zal hebben ; dat het eenmaa - zoo machtig Duitsche rijk op hei , punt staat om ontbonden te wor-r den en dat hij dit enkel te danker heeft aan de door hem bedreven - onmenschelijke misdaden. i De rechten van een klein, dappei t volk heeft hij miskend, vertrapt - Hij meende dat men ook hier, dooi beloften op de toekomst ofwel uii e eigenbeiang, even eerloos zoudt , handelen als hij zelf gedaan heeft . Hij heeft zich vergist ! De Belger - zijn geen trouwelooze woord bre i kers, voor hen bestaat het spreek woord : woord is woord! Hoog de harten ! i De uren der beproeving zijn bij - na doorworsteld. i De zaak die het toch zoo dappei Belgenland verdedigt is rechtvaar n dig, geen enkel weldenkend menscl i zal er aan twijfelen. De einduitslag zal geluk aan ■- brengen en het Volk — klein il ti aantal doch groot in moed en dap perheid — zal op de puinhoopen e die den Duitschen misdadiger ge a maakt heeft, met het geld van dei overweldiger een hernieuwd lever - beginnen. De oude verwoeste ste den zullen herbouwd, nieuwe bij gebouwd worden ; economisch za het land, na eenigen tijd, sterke komen te staan als het ooit gestaar heeft en den ouden roem der Bel gen, van klein maar dapper ei n moedig volk, zal het zijne er toi p bijbrengen om het volksbestaan to in der eeuwen en eeuwen vrii ri onafhankelijk te bewaren. De toekomst is en bliift aan B gië. ! Hoog de harten ! ! i CH.-A. B. Onze dapp're mannen Wie onzer ontroert niet, indi hij onze flinke, dapp're soldat ■ voorbij ziet trekken ? Ze komen er soms aangesukke vermoeid van de voetmarschen toch altijd vol goeden moed en ^ hoop. Een dezer dagen sprak ik n een der hoogstgeplaatste mann uit ons land over onze troepen hij was er enthoesiast over. Dat had ik nooit gedacht, zei hij mij. Welk vuur en welk e moed. Er zijn er bij die reeds v: of vijf malen in den slag gewei zijn ; wier vrouwen en kinder ■ door de Duitsche bandieten ve i jaagd zijn ; die als huisvadf i ongerust zijn over het lot hunr dierbaren, doch als soldaat zijn 1 ■ vaderlanders, Belgen, die tôt h laatsten druppel bloed voor de c ■ afhankelijk van hun land zull ; geven. ; En, zoo vervoigoê mijn zegsm? het zijn niet enkel de soldaten * i zoo moedig zijn. Van den hoog ■ tôt den laagste in rang, van gei ■ raal tôt soldaat, allen zijn moed Ieder geeft wat hij geven kf maar allen bewijzen, en hebl ■ bewezen, dat zij de belangen t ons dierbaar vaderland naar < - en geweten verdedigen. Van zelf loopt er hier en d; i wei eens een onder die min< bekwaam is, maar ik zeg r - eens : onze soldaten, van hoog i laag, zijn mannen van eer die z . allen voor ons volksbestaan wil opo fferen. Zij worden geleid door mensch i van groote bekwaamheid oui i leiding van onzen geliefden Vor . van Koning Albert. Een woord van hulde aan 1 dapperen is hier wel op zi r plaats. i Leve de Koning ! ! Leve de Bevelhebbers ! i Leve onze soldaten ! 3 Hoera voor ons dapper Belgh t leger! ! ! NERO ! Monstrum Horrenduir ZERO ! / Aan Attila de schande Aan België roem en e< IDat Nero overmande • En klopte keer op keer en Gij zijt een NERO, Attila ! en Nog wreeder dan Caligula ! En mocht ik u naar weerde roemen : Ik zou u KAISER ZERO noemen ! Id, En mits het toch zoo wezen zal en Ik wensch uw hoogmoed diepen val. r0l Al wie voor andren putten maken, Verdi enen eerst er in te geraken ! , Dat God eens wijze na 't gevecht, Aan u den put, de zege aan 't recht ! en o monster, door geen mensch te groet en Die als een jakhals ligt te wroeten, Te zwemmen in een zee van bloed. Trajan met gansch uw troongebroed. Waauzinnig onmensch, van wiens lip en Slechts slangengift en modder glippen er Gij Domitien, barbaarsch en laf, îst Vervloekt voor eeuwig tôt uw straf, en Gij zult door uwen hoogmoed stikken, r_ Gij, roover, die ons bloed komt likkei U past die spotnaam, aartsbandiet, îrs Een Nero zijt gij en anders niet ! ter Een Vespasien uit Roomsche tijden ! iet Gij zoudt de duivels zelf benijden, Indien ze in 't kwaad u bovengaan. n_ Doch wacht ! het uur der wraak gaat sla En wee u dan ! o hertelooze ! en Septime sévère ! Nero ! Booze ! Al ware uw hert van staal of brons ! in, Wij vreezén niet : God is met ons ! Gij boet eens voor uw Judasstreken, ,^e Voor 't bloed der Belgen, reeds bezwek 5 Van land en troon en kroon beroofd, ie~ Verliest gij bij uwe eer ook 't hoofd ! ig- CultuurvolK zijt gij ! 't is bewezen !!! in, Ik wensch op uwe puin te lezen, ,en Dit oordeel in uw bloed en slijk. Als gansch Europa juicht op 't lijk : « Gi-gît Guillaume, ce terrible foudre ier « Crachez dessus et passez outre ! » Hier ligt Willem : Nero drij ! iar Bespuwt zijn graf en gaat voorbij ! 1er 1914. " A 10g tl Antwerpsch Brieven. en •i 1er Antwerpen, 16 September 191' st, Wat moet ik deze week van het sti leven schrijven. Er is zooveel om iets Jje te zeggen en toch heschik ik over ri : weinig ruimte, veel te weinig. om allt ' kunnen weergeven. Ik zal over en' der voornaamste zaken en voorva spreken De bevolking is hier sedert een act dagen meer en meer opgeruimd. Se onze troepen in de laatste week den D scher de tanden nog eens goed het laten zien, is de oude Sinjorenmoed te eekomen. Ik vind het wel plezant onder de Ant-werpenaren te verkeeren en vooral nu dat zij de toekomst wat helderder kunnen in-zien.De menschen zijn hier anders wel ze-I f nuwachtig geweest. Die Zeppelin-misda-* den hadden hun wel wat te veel schrik op het lijf gejaagd, maar dat ailes is nu voorbij. \ * * * ir ! Er loopen in deze tijden toch heel wat, hoe zeggen ze dat in Beveren, oude wij-! ven of zeeveraars rond. Bah ! Wat kerels ! Dat soort weet nu letterlijk ailes te vertellen. Als ik moest vertellen wat voor praatjes ik in de laatste tien dagen ge-hoord heb, dan ben ik overtuigd dat al de lezers, beurt om beurt, zeeziek zouden worden. Waar halen die soort toch het recht vandaan om hooggeplaatste mannen te belasteren en te beschuldigen van allerlei onzinnige zaken. Ze lijken waarachtig wel zat of zot. Woensdag middag stond ik met drie andere menschen op de tram van lijn 8. Daar was ook zoo'n wauwelaar bij. Die ^ had ook zoo iets als het zegel — veroor-loof a. u. b de uitdrukking — in zijn hetnd. Die was dit en de ander was dat ; de eene was een verrader, de andere omge-' kocht, ik weet al niet meer wat die grap-penmaker stond te kletsen. Naast dien held stond een heer, met de Leopoldsorde in het knoopsgat. Weet ge wat die deed ? an Die zei : kerel. zwijgt met uw laster, als ge zoo durft spreken, dan zeg ik dat ge nog gemeener zijt als de Duitscher. Jan Papegaai wilde echter nogopnieuw herbeginnen en toen maakte die heer zich toch zoo geweldig boos — het was juist en. bij een stilstand — dat hij dien flauwen ' lasteraar een paar flinke oorvegen gaf en hem toen van de tram afzette. Hij riep hem nog toe : wees maar kontent dat ge er zoo afkomt, want als ik u bij de politie aanbracht zoudt ge nog wel eens een ander lied je moeten zingen. Ik kon niet nalaten dien flinken vader-lander mijne oprechte gelukwenschen aan te bieden. Volgens mij moesten ze al die lasteraars g die den roem van ons land ondermijnen, maar naar de Congo zenden en dan tevens wat van die benauwe zielen medegeven, eze zouden dan daar te zamen kunnen zee- veren. Daar zouden ze niemandhinderen. * * * Zijne Eminentie Kardinaal Mercier is van zijne verhevene reis teruggekeerd. Eene droevige reis heeft Hij gemaakt. t. Zijne plichten riepen hem te Rome en tij-ids- dens hij daar was om, onder ingeving van van den H. Geest, mede te werken aan de laar keuze van den nieuwen Opperpriester, ■s te werd zijn vaderlijk hart gepijnigd. Zijn iele arm volk werd wreedaardig mishandeld lien en Hij kon niet bij hen zijn. Ik ken Zijne Eminencie min of meer ttal persoonlijk en als zoodanig weet ik ook jert dat zijn hart bloedde toen hij van de uit- vreeselijke gruwelen hoorde die zijn volk iben onrechtvaardig door een despoot werden rug- aangedaan. De Kardinaal is teruggekeerd en zijn 32. De Wapensmid en zijn zoon. DOOR H. J. C. VAN NOUHUIJS Wat zijn de schatten dezer aard, Waarvoor dedwazen nederknielen ?.... Ze zijn geen traan, geen zuchten waard ! Maar 't hoogst geluk van 't stoflijk land — 0, 't is de harmonie der zielen, Door éen gelooven saamverwand ! Neen 't waar geluk den mensch verleend — 0, 't is de harmonie der zielen, Door de eigen hoop tôt één vereend ! Zoekt ge in vermaak of vreugdgenot, Die toch zoo vaak uw rust vernielen, Een ideaal van 't levenslot ?... Neen, wat ons hooger leven schenkt. 0, 't is de harmonie der zielen, Door de eeuwige liefde op aard vermengd — Zij toch zijn de rijkste schatten, Die oneindig heil bevatten, Duurzaam aan de ziel gesnoerd ! En hoe ooit ons lot moog' keeren, Zij toch zullen 't heil vermeêren, Dat ons steeds naar hooger voert !... Daar klapte iemand in de handen.. Reinout en Machteld zagen te gelijk om en lachend trad de Domproost hen te ge moet, die in den tuin gekomen en bij bei zang stil tusschen het geboomte wa blijven luisteren. « Datis wel, lief kind dat was een recht schoon gezang, en d M zin beviel mij ongemeen, veel meer dan die laffe liedekens zonder samenhang of denkbeeld, een reeks van ijdele en zoet-klinkende woorden, die de kunst oneer doen. » Ook Reinout dankte Machteld. en onder een aangenaam en onderhoudend ge-sprek wandelde de eerwaardige man met zijne lieve kinderen, zooals hij ze teeder-lijk noemde, door de lanen van den hof. Zij wandelden lang, want de Proost had immer zoo veel te vertellen en zijne ge-sprekken waren zoo beleerend, dat men hem slechts met leedwezen zag scheiden. De vrouw des burgemeesters was ook in ■ den hof gekomeu, en de burgemeester had zijne bezigheden een oogenblik laten rus-ten, om zich aan 't gezelschap te scharen. Zoo togen een paar uren genoeglijk voorbij. Maar toen Reinout te huis was gekeerd vond hij zijn vader reeds te bed gegaan en in diepe rust. Martha zeide hem, dat het tengevolge van zware hoofdpijnen was geschied en stelde den beangsten zoon een weinig gerust. Zij had het hem aangeraden. opdat hij toch op morgen de gewone jaardienst zijner vrouw-zaliger zou kunnen bijwonen, en ook daarom had de oude man, die anders nog al hard-vochtig was, er tegereederin toegestemd. l HOOFDSTUK XII. ^ » le vare ten heilighen palayse ! » 5 Mettien ontfingen die inghelen vro I Die siele ; Leven van Sinte Amand, v. 5ço5. 3 Oj> deze wereld is ailes vergankelijk en wat ons heden boeide is morgen vaak niet meer. Wie is er, die op een schoonen zomerdag, wanneer de natuur in haren rijken tooi en 't onbewolkt blauw aan 't firmament ons tegenlacht — wie is er, die dan met eenige zekerheid kan zeggen, dat niet aan d'avond de wind zal opzetten, zwarte wolken aan 't zwerk zullen saampakken, of een onweder den blijden dag besluit?.. Heeft niet regen, hagelslag of nachtvorst in een oogenblik de schoonste verwachtingen van menigen landman te leur gesteld ?... Zag men niet den jongeling of man in 't bloeien hunner dagen, trotsch op kracht en gezondheid, lang voor den uitgeleefden grijzaart ten grave dragen : zij, die zooveel plannen voor de toekomst beraamden, van zooveel grootsche ondernemingen of geluk-kige jaren droomden ?... Moest niet me-nigeen, in 't bezit van groote goederen en rijkdommen, opgevoed bij weelde en vermaak, aan den rand van 't graf zijn bete broods gaan afsmeeken ?... Wie is van dien droevigen ommekeer geen getuige geweest ? wie heeft niet geleerd dat al het aardsche onbestendig en vergankelijk is ? Maar de deugd alleen is boven aile le-vensstormen en afwisseling verheven : zij volgt haren beoefenaar in elken toestand, zij staat hem als een troostende engel ter zijde. Zelfs bij den dood verlaat zij hem niet. maar volgt hem naar dien blijden hemel, waar /ij voor eeuwig beloond wordt. Reinout had de morgenzon van zijn leven heerlijk zien opgaan en zich eenen schoonen dag voorspeld. Maar aan den gezichteinder rees een wolk op, die zich allengs over zijn helde-ren hemel uitbreidde en 't bezielend licht der zonne henevelde... Twaalf uur, middernacht, was afgekon-digd door de holle toonen van Augsburgs domklok .. Wie ijlt daar langs de eenzame en don-kere straten der stad met hijgenden adem en beklemd gemoed : — wie klopt daar zoo driftig aan't huis van den Proost? « Om Godswil, doeopen ! » Hij, die geen twee minuten in 't huis des eerwaardigen priesters getoefd had om zijn boodschap te verrichten, snelde weder de deur uit, naar de plaats der el-lende, van waar hij kwam. Zoo waren de zaken veranderd ! .. Weinige oogenblikken later zag men langs den zelfden weg twee mannen zwij-gend voorlgaau, waarvan de eerste een lantaarn droeg. Hij was de sakristijn van den Dom. en die biddend volgde, de eerwaarde Proost, biechtvadef van meester Tilo, den smeder. Er was niemand die hen onderweg in de straat tegen kwam en daar beiden snel voortliepen, hadden zij 't huis van Tilo spoedig bereikt. De sakristijn klopte aan, en Martha berichtteden Proost onder he-vig snikken en geklaag. dat haar broedet een beroerte had gekregen, en ach ! zonder spraak of bewustzijn nederlag. De Proost schudde bedenkelijk hel hoofd en volgde haar in de binnenkamer I In dat vertrek, door eene kleine lamj verlicht, zag men overal de teekenen van verwarring en ontsteltenis. Op een daar in haast gemaakt bed lag de oude man reeds met een doodsbleek en ingevallen gelaat ter neder : zijne oogen waren ge-sloten, en men zou gemeend hebben dat zijne ziel reeds uit het lichaam ten hemel was gevaren, zoo niet nu en dan een zwaarmoedige ademhaling, den laatsten kamp van de menschelijke natuur tegen den grimmigen dood verried. Reinout lag geknield voor 't bed des vaders en hield diens hand in de zijne, waarop warme tranen, de getuigen van zijn diepe smart, in ruime mate neêrvloei-den.Aan 't voeteneinde stond de genees-heer, een klein, in 't zwart gekleed man, het oog naar de zieke gewend met de uitdrukking der onverschilligheid, veelal aan menschen eigen, die immer bij 't leed hunner medebroeders geroepen, of aan 't gozicht van een sterfbed gewoon zijn geworden. Op de vraag v&n den Proost of de zieke in hopeloozen toestand verkeerde knikte hij toestemmend ; hij betwijfelde zeer of de meester zelfs voor een oogenblik spraak en bewustzijn zou herkrijgen en verklaarde tevens ailes aangewend te hebben. wat de grootste meester in 't vak bij die gevallen zou kunnen verrichteu. De Proost zag hem aan, en zweeg,.. « Miju vader, mijn dierbare vader ! » snikte Reinout, » Ach, laat mij nog eens , uw stem hooren om mij voor 't laatst te zegenen ! » i I Ook Martha zat in een hoek van 't ver-

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes