Gazette van Beveren-Waas en van het kanton, bestaande uit de gemeenten Burcht, Calloo, Doel, Kieldrecht, Melsele, Verrebroek en Zwijndrecht: nieuws- en annoncenblad

1215 0
04 oktober 1914
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1914, 04 Oktober. Gazette van Beveren-Waas en van het kanton, bestaande uit de gemeenten Burcht, Calloo, Doel, Kieldrecht, Melsele, Verrebroek en Zwijndrecht: nieuws- en annoncenblad. Geraadpleegd op 28 maart 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/pn8x922v44/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

ZOWDAli 4 OGTOBER 1914. - JV 8. - 32e J AARGAM G. GAZETTE VAN BEVEREN-WAAS en van het kanton bestaande uit de G-emeenten Rurght, Galloo, Doel, Kieldrecht, Melsele, Verrebroeck & Zwijndrecht. NIEUWS- EN ANNONCENBLAD. Dit blad verschi.jnt geregeld aile Zaterdagen. Abonnementen kunnen het heelejaar door genomen worden bij den drukker-uitgever. — Abonnementsprijs. vooraf betaalbaar perjaar : voor de Geraeente 2,60 fr. Franco per post voor geheel Belgifi fr. 3,25 ; voor het buitenland fr. 5,50. Het recht, annoncen of artikeien te weigeren, is voorbehouden. Enkele nummers 2» centiemen. DRUKKER-UITGEVER STRYBOL-VAN HOEYLANDT VRAGENESTR ' AT, N° 6. AANKONDIGINGEN : 20 centiemen per drukregel. RECHTERLIJKE EERHEBSTEL-LING50 centiemen per regel. RECLAMEN, enz. 1 fr. per regel. Aankondigingen brieren e'i correspondentien, moeten voor den Vrijdag middag ter drukkerij besteld worden. — Alla ingenondene stukken moeten geteekend zijn door den scliriWGr. — De strengste geheim-houding wordt gewaarborgd. Beveren-Waas, 3 ûctober 1914. Wekelijksche Almanak. Maand Oetober. 4 Zondag s. Franciscus van Assisië, H. Rozenkrans' Zondag 5 Maandag s. Plaeidus en Gezellen, 6 Dinsdag s. Arthur, s Bruno, 7 Woensdag s. Marcus, paus, 8 Donderdag s. Brigitta, 9 Vrijdag s. Dionysius, s. Ghislenus, 10 Zaterdag s. Franciscus de Borgia, Maan : 4n Octob. V. M. om 5 u. 59 m. ~ KALMTE gevraagd en gewenscht ! Ei' loopen van die onruststokers rond, die beter zouden doen van te z wij g en. Een dezer dagen hoorde ik een dwazerik die het Vaderland in ge-vaar achtte. Voigens liera was ailes verloren, want hij had zelf, als burger, (!) op het fort van Wael-hem medegevochten ! En er waren menschen, dwaas genoeg om die leugens te gelooven. Het hoeft geen betoog dat zulke taal door geen verstandige raensch gesproken wordt. Brengers van onware Jobstij-^dingen hebben wij niet noodig. Zulke lieden verdienen den naam van Belgniet. Zij brengen de massa in onredelijke ongerustheid. Onze Overheden staari voor moeilijke tijden. FI et is onze plicht hen in en met ailes te ondersteunen en dat kunnen wij do'en door met vërtrouwen de toekomst af te wach-ten en door hunne taak niet te verzwaren met het verspreiden van geruchten waarvan wij zelf de waarheid niet kennen. Kalmte is gevraagd ! Kalmte is gewenscht ! Het belang van ons dierbaar Vaderland vraagt en eischt dit ! Kalmte ! Kalmte en vertrou wen in de toekomst, dàt moeten wij hebben, en laten wij die dwaze onruststokers raaar links liggen. Antwerpsche Brieven. Antwerpen, 30 September i914. Het is mé deze week weêr een weekje geweest. Als ik nu moest vertellen wat ik zoo hier eu daar heb gehoord, dan weet ik zeker dat al de menschen uit het kanton Beveren zouden gaan loopen, met uitzondering natuurlijk onzer dap-pere soldaten. Dinsdag ochtend, werd ik, op een der Boulevards, door iemand aangesproken. De man scheen tnij te kennen, ik hem niet. — Mijnheer, mijnheer, u is toch van de gazet ? — Ja, wat zou dat ? — Ach, Mijnheer, daar hebben die Duitschebandieten het fort van Kathelijne-Waver en het fort van Waelhem plat geschoten. Het stadje Lier staat in brand en over een paar uren zijn ze in Antwerpen... en de man liep bij mij weg om twee metersj verder een ander aan te klarnperl en hem hetzelfde te vertellen. Ik was ererg gerustover, even-wel nam ik toch voorzorgen. Op gewone dagen ben ikgewend tegen twaalf uur te eten, maar daar zou vermoedelijk niets van komen als de bandieten-bende van Wilhelm II over eenige uren in de stad zou komen. 't Was ongeveer tien uur toen dat ongeluk mij zij ne geheimen kwam vertellen. Ik wachtte îiog een half uur en ging toen in een eethuiseen flir.ko biefstuk bestelle-n en van zelf, eten. De bediende vroeg mij al : of ik mij niet in den tijd bedroog ofwel of ik bang was voor de Duitschers, want ze waren op komst. — Bang voor die kerels niet, zeide ik hem, maar wel minofmeer voor mijne maag. Ik zou niet geern hebben dat zij ailes hadden en ik niets, bovendien wilde ik hen met goed gevulde maag de stad zien binnentrekken. Rond twaalf uur stond ik, voor-aan, bij de statie. Duizenden menschen stonden er. 't Werd half een, een uur, half twee, geen Duitschers. Ik moest weg, mijn werk wachtte. 't Speet mij buitengewoon. Ik zou dus van den intocht geen ge-tuige zijn. Ik was nog geen dertig meters van mijn plaatsje waar ik bijna een uur en half had gestaan ofik kwam een kennis van mij uit Borgerhout tegen. » Hebt ge 't gehoord ? « Wat? » Het fort van Kathelijne Waver I ; I en dat van Waelhein ook al, zijn platgeschoten. Lier staat in brand en over een paar tu "... « Kerel, zwijg al je belieft met die zeeverderij. Ho< kom je toch aan dien oude-wijve î-klap ? Voor dat de Duit schers binnen Antwerpen komen zal er nog heel wat water do >r de Schelde loopen. Met al hun >luf en al hun lawaai, zullenzij nooit geenkans hebben om de stellLog Antwerpen te nemen. Nu niet en nimmer niet !! * ! p • * * Wat zijn er deze veek wederom een groot aantal vlu htelingen ge-komen. Zal die mei.schen-ellende dan nooit ophouden ! Ik heb er al zooveîe malen over gesproken, maar telkens is het toch weer nieuw voor mij. Wat een leven voor zulke menschen.Er waren er die nu voor de der-de maal gevlucht wa en, bewoners van Heyst-op-den-ber,r. Heyst-Goor Heyst-Waterplas, B jisschot, doch nu zouden ze toch txaar naar En-geland gaan. Natuurlijk valt het zeer te prij-zen dat het Engelsche volk onze vluchtelingen zoo !;efderijk ont,-vangt en verzorgd m; 4"r het vertrek dezer beproefde lied i is toch een -groot gev'aar en vc.l&ooùeujk.een verlies voor ons vaderland. Hoevelen zijn er niet onder hen, wier goederen totaal verwoest, vernietigd zijn ? Die mens<-hen zullen in Engeland beginnen hunnen stiel uit te oefenen en na verloop van eeuigen tijd, als zij de moei-lijkste dagen doorgemaakt hebben, daar een goed stuk brood verdienen. Deze zullen niet meer terug-keeren, zullen aan de overzijde van het Kanaal blijven en dat zal, on-herroepelijk, met velen gebeuren. We zullen hier dus een groot aantal bekwame stielmannen ver-liezen, iets wat zeer te betreuren valt. In den strijd, dat spreekt van zelf, verliezen we trouwe vaderlan-ders en nu ook nog verliezen we die, doordat die rooversbende hier een mo,ord- en brandsysteem toe-past.* * * Het vervoer onzer dapp're, op hetslagveld gevallen soldaten heeft de laatste dagen veel verandering ondergaan. Men heeft er thans automobielen practisch en eenvou-dig voor ingericht waardoor er zes per keer kunnen vervoerd worden. Dinsdag zijn er nogal wat ge- * wonden binnen Antwerpen ge- ] bracht doordat er een ongeluk aan het fort van Kathelijne Waver had plaats gevonden. Eene kleine ont-ploffing in eene der kruitkamers. Zoo iets is men in e'en oorlog altijd te wachten. Deze ontploffing-was de oorzaak van al die dwaze geruchten alsof die forten plat geschoten waren. Menschen, menschen, wees toch verslandig !! Blijft rustig aan uw werk. Laat de militaire overheden voor den oorlog zorgen en weest gij niet on-gertist. Onze belangen zitten in goede handen. c g Non prc&valebunt ! | Zij winnen nooit! ; IJzingwekkend zijn hun daden ! Juist daarom zou 'k wedden, raden, ^ Dat zij 't îand te lijve gaan ^ Omdat 't recht zal blijven staan ! 1 Zij zien hunnen buit ontsnappen, Daarom kerven zij en kappen ; s Wanhoop, drijfveer hunner hand z Blijft een waarborg voor ons land ! j, Schatten, die zijn klauw ontvielen, Zoekt een roover te vernielen. ^ Moed dan, Belgen ! trouw op wacnt ! Naar de zege, diep betracht ! Sursum corda / hert en oogen, Tôt den God daar in den Hoogen ! 't Is de God van vrede en recht, Die met de Belgen medevecht ! 't Is de God der legerscharen, Die Zijn duurbaar volk zal sparen : Die ons leidt in zegestoet Als al 't kwaad is uitgeboet ! Al dreigden kampen. legerdrommen, Mijn hert, oh neen ! zou nimmer schromen ! Toch bleef ik hopen, vroom en vrij : Zoolang Gij, Heere, staat mij bij. Sept. 1914. A. B. Tante Mie over den oorlog. Tante Mie. Dag Trientje, dag Sophie, hoe gaat het nog met zulke menschen ? Trien. Wel, op geheel de wereld, 't is Tante Mie die verrezen is. Sophie. Hemelsche deugd, ons goede oude Tante van vôôr den oorlog ! ~ \ Trien. Wij meenden dat ge op 't slag- ?eld waart om de gekwetsten te verple-;en...Sophie. Of krijgsgevangene van den 3ruis. Tante Mie. Ja, ja, kinders, lacht maar sens goed : het doet deugd in deze droeve ijden van eens hartelijk te kunnen la-ihen. Stelt u dan gerust : de gekwetste oldaten gaan verzorgen, dat zou ik wel villen, mijn hert is goed, maar mijne leenen zijn te stram geworden, ik zou dtde voeten niet meer kunnen ; en krijgs-jevangene van den Pruis, dat ben ik ivenmin. Sophie. Waar zijt gij dan zoo lang ge-deven, Tante : gij hebt ons ongerust ge-naakt.Tante Mie. Wel, mijn schaapken, ik leb in mijn huis gevangen gezeten met :en zware valling en mijn eeuwigdurend humatis. Trien. En wat schrik daarbij van dien Iroeven oorlog ? Tante Mie. Ik ben juist van de bang-ten niet ; moest het er op aankomen, ik ou nog 'nen Pruis zijn zaligheid durven eggen ; maar men zou moeten een stee-ten hert hebben om niet te schrikken en e beven als ge hoort en leest wat die vreede Duitschers in ons land durven litsteken. Trien. 't Is toch waar : 't is schandalig n wraakroepend. Sophie. En is er dan toch in geheel de vereld niemand die aan dat barbaarsch olk iets te zeggen heeft, of daar kan landen aan steken ? Tante Mie. Wie zou er in onze be-chaafde tijden, waafrvan de Duitschers oo geerne spreken, zulke onmenschelij-.e barbaarschheid verwacht hebben ? Trien. Hoelang gaan die wreede moor-erijen eu verwoestingeu nog dur,en ? fy'aarom luistert Onze Lieve Heer niet iaar al die gebeden die Hem toegestuurd vorden? Tante Mie. Hij luistert er naar, Trient-e, en Hij zal ze te goeden tijde verhoo-en. Maar waarom Hij zoolang wacht, vilt gij zeggen : Wel kind, omdat Hij neester is ; het is immers aan ons niet. ■an Hem te zeggen : « Zôôlang mag de iorlog duren en niet langer. » Wij zouden iu wenschen dat God deed wat wij wil-en ; maar waarom willen de menschen det altijd doen wat God wil ? Trien. Maar al die onschuldige slacht-iffers die gevallen zijn : priesters, vrou-ven en kinderen ! Tante Mie. God vraagt gebeden en offe-■anden ; kan men wel eene grootere offe-■ande uitdenken dan deze van zijn leven ? let bloed dat de plichtige zondaar vergiet 'oor eene rechtveerdige zaak als deze zal îem vrij wasschen van zijne misdaden ; m het bloed van den onschuldige zal ge->ade vinden bij God en zijue welverdiende vraak over de Duitsche booswichten leerroepen. Hi>eft er wel ooit een on-ichuldiger en heiliger wezen bestaan als )nze Lieve Heer zelf ? En heeft ooit een >nschuldige meer geleden dan Hij ? Sophie. Wat ge daar zegt is klaar en .roostelijk ; Tante Mie, wat kunt ge dat ,oeh schoon zeggen ! Trien. Ik zal dat weten te pas te brengen als er mij nog eens van den oorlog gesproken wordt. De Wapensmid en zijn zoon. DOOR H. J. C, VAN NOUHUIJS. HOOFDSTUK XIV. Hi sprac: « here Godt ! wat mach dit wesen, nu ben ic quite van aire sake. » Roman van Ferguut, v. 3074. Wat Martha in een vroeger hoofdstuk met meester Tilo-zaliger besproken had, herhaalde zij andêrmaal voor Reinout. Zij toch wilde geen inbreuk maken op de toekomstige beschikkingen van diens ge-malin, en voor haar zou het vreemd en onaangenaam zijn, wanneer de huishou-ding niet op die wijze geregeld werd, als zij haar van kindsbeen af, met onderhou-ding van aile ouderwetsche vormen en gebruiken, gezien of zelve bestierd had. Met een langwijligen omhaal van woor-den betoogde zij de gegrondheid van haar Yoornemen, zoodat Reinout haar ten laatste, schoon tegen zijn wil, moest toege-ven.Ook wetea wij dat meester Tilo, van zijne rekeningen, boekeu of geldelijke bezèttingen nooit iets verhaald, zelfs niet met een enkel woord gesproken had. Reinout wist van anderen dat zijn vader vermogen bezat, maar van hem zelf had hij daarvan nooit iets gehoord of gezien. Dat was zoo eene manier van den goeden ouden man, en Reinout had er nooit aan-merking over gemaakt of eenige open-baarheid van hem gevorderd. Wanneer echter de vader sprak van zijn weinigjen geld, dan had hij vaak bij zich zelf ge-dacht ; « mijn vader zal er niet om liegen : maar de menschen houden hem zeker voor rijker dan hij inderdaad is. » Daar was het bij gebleven, en ieder had zijn dagelijksch werk vervolgd. Nu was de dood den ouden man onver-wacht komen opeischen ; hij had den zoon niets van zijn toestand of geldelijk vermogen kunnen mededeelen, geen hem nog onbekende zaak openbaren : neen ! hij had hem niet eens eene laatste zegening, een wenk of raad meer gegeven. 't Was dan de plicht van Reinout te onderzoeken, wat hem steeds verborgen was gehouden, want hij zou eerstdaags geld behoeven om de begrafenis-kosten, de nog onbetaalde vorderingen van den jongsten tijd te voldoen... Hij dacht echter wel, dat het schrijn, in 't nieuwe huis onder de Madona geplaatst, ailes zou be-vatten, wat hij begeerde, of ten minste de aanwijzing daarvan. In de lade van den dressoor in 't binnenvertrek lag eenig geld, dat hij Martha aan wees om de huis-houding verder waar te nemen ; toen be-gaf hij zich naar 't nieuwe huis om kennis van de zaken te nemen, die nu door 't recht van versterf de zijne waren geworden.Een half uur later kwam Reinout in al ler ijl en met de grootste verslagenheid tôt Martha in de keuken geloopen. " Ik heb het schrijn geheel doorzocht, « riep hij : « maar niets gevonden ! zelfs de boeken zie ik nergens... Weet gij niet, moeie, waar mijn vader-zaliger dat ailes verborgen hield ? » " Vraag mij daarover niets, beste jon-gen ; » antwoordde Martha koel : « want ik weet er niets van,.. Toen ik uw vader-zaliger eens over 't een en ander vroeg, zei hij : « Vrouwen hebben met geld niet noodig. » Ik zou wel dwaas geweest zijn wanneer ik er ooit weder over gesproken had. » « 't Is wel mogelijk ! « hernam Reinout : « maar wat moeten wij inmiddels beginnen-, als ik niets kan vinden ? » « Dat weet ik niet ; » antwoordde Martha, terwijl zij hem vragend aanzag. Maar stel u gerust : het zal wel te recht komen ; gij hebt nu in haast gezocht... straks, wanneer ik het vuur heb gezet, zal ik mee komen zoeken. » « Gij zijt zeer bedaard, lieve moeie ; » hervatte Reinout op eeni'gzins verwonder-den toon : « mij dunkt, dat het nog al een erg geval is.. en als ik eens niets vond. » " Ileêre beware ons!... maar dat is niet mogelijk ! « viel Martha hem in de rede : « wel sprak mijn broeder vaak van van 't weinigjen, dat hij had saamgegaard Maar hij heeft toch vrij wat verdiead en goede jaren gehad... Ik ga terstond mede en wij zullen ailes doorzoeken. » Zij gingen, en onderzochten ailes, — — maar te vergeefs. Het schrijn was vol met oude schuldvorderingen en lijsten van bestellingen, reeds jaren volvoerd. Wel vond Reinout het passionaal, een paar gebeden boeken en in een doosjen een zilveren rozenkrans met gouden kruis ; ook entiekte hij in eene lade een klein hoopjen geld, — maar 't had weinig te beteekenen... Reinout en Martha zagen elkander beurtelings verbaasd en in de grootste spanning aan. « Nu dan moge Onze Lieve Heer het weten ! » riep zij eindelijk, en sloeg de handen in een... » Dat gaat mijn verstand te boven !... Uw vader zaliger zat hier altijd te cijferen en te knoeien op zijn manier. want hij wist er niet veel meer van dan ik. Ook was ik er altijd wrevelig om, want dan bleef hij hier uren lang alleen. en ik mocht 'nooit iets weten. Nu heeft hij mooi gecijfert, en blijft er niets over. — God beware ons voor zoo'n ramp ! wat zouden wij beginnen !... Ik kan wel een heenkomen zoeken, — dat is minder : maar voor u, Reinout, zie ik er, bij mijn heilige Patronesse, geen uitkomst in ! » " En echter geloof ik, lieve moeie, dat er een geheirn achter steekt, T geen wij niet kunnen ontraden ; maar... » « Dan is het toch erg onvoorzichtig, » viel.Martha hem driftig in de rede, om er op die wijze een gehaim van te maken, en althans niet aan u of mij er iets van te openbaren. » « Laten wij den ouden man, mijn dier- j baren vader, niet veroordeelen ! » zei Reinout ernstig ; " hij stierf onverwacht, zonder in staat te zijn, een enkel woord te spreken of zijne gedachten te uiten. Licht had hij ons ailes geopenbaard. « " 't Kan ook wat helpen of wij er boos om zijn, » prevelde Martha. « De zaak ligt er immers toe : en 't is een ongehoord iets.., Maar nu geloof ik voor het naast, dat mijn broeder altijd de waarheid sprak 't blijkt, dat hij geen vermogend man was,.. En heeft hij niet van zijn verdiend geld dit huis gékocht en onbekrompen geleefd ; 't is al wel in den tegenwoordi-gen tijd, als men 't zoo ver kan brengen. Wij zullen niet meer behoeven te zoeken, want er is niet meer, geloof mij. >» « In Gods naam ! » zei Reinout ; dan zal ik met den handel in onze noodzakelijkste behoeften pogen te voorzien. Maar wat het ergste is, — ik weet niet al de betrek-kingen mijns vaders. De personen. door mij bezocht, heb ik in 't geheugen : maar de overigen, — die weet ik niet. ». <• Is 't mogelijk om zoo fee doen ! » riep Martha ouwillig. « Maar voor mij behoeft ge geen zorg te hebben, beste jongen ! ik ga tôt zuster Perpetua : zij wil mij gaarne bij zich ont-vangen. Straks zal ik haar spreken... Maar't is erger voor u !... Hoc zult gij voor u en Machteld liet brood hebben : dit kornt mij daar in de gedachte. Hoe zult gij dat maken ? « (Wordt voortgezet.)

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes