Gazette van Gent

1996 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1914, 31 Juli. Gazette van Gent. Geraadpleegd op 25 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/gf0ms3p898/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

247e JAAR. - Nr 176. B. 5 OENTIEMEN VRIJDA&, 31 JULI 1914 GAZETTE VAN GENT IIîSCHRlJVIirGSPRIJS : VOOR GENT : VQOR GEHEEL BELGIE : . , fr. {2-00 Een jaar fr. 15-00 Eeu jsftr • . ^ 6-50 6 maanden » 7«75 3 maanden' » ®"50 8 maanden. .... » 4»00 ' Voor Hôlland : 5 frank per 3 maanden. Voor de andere îanden : fr. 7-50 per 3 maanden. NIEUWS-, HANDELS- EN ANNONCENBLAD Gesticht in 1667 (BEURZEN«COURANT). BUSTUUR El BEDAC1I1 VELDSTRAAT, 60, GENT De lurêélcn eyn open van 7 ure 's morgends toi 5 ure 's GVOnds, TELEFOON nr 710 De mschrijvers buiten de stad Gent moeten hun abonnement nemen ten Postkantoore hunner woonplaats. De wlog tussehen Oosteerijk su Sentit Het oorlogsplan van Oostenrijk Belgrado ingenomen. — Nadere bijzonderheden de eerste groote veldslag Os houding der groote mogendheden De kansen op vrede? -- Onderhandelingen te Weenen ; Engeland wendi nog steeds pogingen aan Het manifest ran keizer Frans=Jozef. Ziehier den tekst van ihet m an if est, tloor den keizer gericht aan het Ooatea-ïijk-Hongaarsche volk : "Aan mijne volkeren, "Het was mijn vurigste wensch, de jaren die mij nog door Gods genade voor-bestemd zijn> te wijden aan werken des vredes en aan mijne volkeren de opoffe-ringen van den oorlog te sparen. "De Voorzienigheid heeft er anders over bescliikt. De handelingen van een door haat beaielden tegenstrever dwin-gen mij, na lange jaren vrede, den degen te trekken om de eer van mijn rijk te vrijwaren, voor de bescherming van zijn gezag, zijne stelling en zijne macht en voor cîe veiligheid zijner bezittingen. "Door ondank gedreven en het verle-den vergetend, heeft het koninkrijk Servie, dat van de eerste dagen van zijn on-afhankelijk Staatsbestaan tôt in de jong-ste tijden door mij en door mijne voor-gangers werd geateund en beschermd, fan over jaren den weg der openlijke vijandschap tegen Oostenrijk-IIongarie betreden. "Wanneer ik, na 30 jaren voorspoedig en vredelievend werk in Bosnie en Her-Kcgowina mijne souvereine rechten tôt die streek uitstrekte, heeft deze maatre-gel in Servie, wiens rechten geenszins geschonden werden, eene uitbarsting van greazeloozen haat en wilden hartstocht voor gevo.lg gehad, "Mijne regeering maakte toen gebruik ran het schoone voorrecht van den sterk-ste en, bezield door eene uiterste toege-Tendheid en door mededoogen, bepaalde feet zieh bij de vrijwaring der voornaam-ste levensbelangen van de monarchie, wanneer over twee jaar Servie in oorlog *an tegen Turkije. " Dank aan die houding kon Servie het doel van den krijg bereiken. De hoop dat Servie het geduld en de vredelievend-h-eid mijner regeering zou inzien en •woord zou houden, is niet verwezenlijkt. Overal ontwaart men den haat tegen mij en tegen mijn huis en het streven om met geweld onafscheidbare stukken van de monarchie los te seheuren. "Misdadige handelingen overschrijden de grens om in het Zuid-Oosten der monarchie de Staatsinstellingen te onder-mijnen, om mijne eigene volkeren afkee-rig te maken van vorstenhuis en vader-laad< ont de lopkomende jeugd op een dwaalspoor te jbrengen en haar aan te zetten tôt onzinnige schelmstukken en feoogverraad. "Eene reeks aanslagen, eene metho-disch aangelegde en uitgevoerde samen-pwering, wier gruwelijk welslagen mij en mijne getrouwe volkeren in voile hart getroffen hebben, vormen het bloedige *n zichtbare spoor dezer geheime kuipe-l'ijen die door Servie in het werk werden gesteld en geleid. "Er moet een einde komen aan deze onduldbare handelingen ; er moet een einde gesteld worden aan die voortdu-rende uitdagingen van Servie, willen de eer en de waardigheid mijner monarchie ongeschonden blijven. Y.ruchteloos' h/eeft mijne regeering eene laatste poging gewaagd om door vreedzame middelen dit doel te bereiken en Servie te bewegen door eene ernstige vermaning tôt betere gevoelens te komen. Servie heeft de gematigde en ge-rechtigde eischen mijner regeering ver-worpen en weigerde plichten te vervullen wier vervulling de grondsteen van het le-ven is in het bestaan van Staten en volkeren."Ik moet dus met wapengeweld de iwaar'borgen zoeken, die onontbeerlijk zijn om aan mijn land binnenlandsche rust en duurzamen vrede in het buiten-land te verzekeren. "Op dit emstig uur heb ik het voile fcesef van de ganache draagwijdte en van mijne verantwoordelijkheid tegenover den Allerhoogste. "Ik heb ailes gewogen, ailes onder-zocht ; met een gerust geweten betreed ik den weg door mijn plicht aangeduid ; ik stel vertrouwen in mijne volkeren, dio bij aile stormen in trouw en eendracht zich schaarden rond mijn troon, steeds bereid tôt aile opoffering voor de eer, de grootheid en de macht van mijn rijk. "Ik heb betrouwen in het dappere le-' ger, dat met geestdrift is gevuld en vol toewijding; ik heb betrouwen in den Almachtige die aan mijne wapens den zego zal schenken.'"' Oorlogsplan. Over het Oostenrijksche oorlogsplan, geeft een militaire medewerker enkele beschouwingen ten beste. Hij gaat daar-bij uit van de veronderstelling, dat het Servische leger in den driehoek, gevormd door de steden Kragoejewats, Kroetse-wats en Nisj, zal worden samengetrok-ken.Tegen. deze centrale stelling zullen de Oostenrijkers dan vermoedelijk met drie legers een aanval ondernemen, nadat de vijandelijke positiën door ruiterij en vooral ook door vliegtuigen zijn verkend. Het rechtsche leger zal waarschijnlijk van Serajewo en Oewats (in Bosnie) uit naar het Oosten oprukken, het centrale leger van Semlin naar het Zuid-Oosten en het linksche leger langs het dal van de Morawa. Elk dezer legers moet sterk genoeg zijn om een aanval van de Servische hoofdmacht te weerstaan ; daardoor wordt het gevaar, dat de legers van elkaar worden gescheiden, tôt een minimum teruggebracht en bij een concentri-schen opmarsch wordt dat gevaar nog kleiner naarmate men de stellingen van den vijand nadert. Voor den opmarsch 3a?rnfgÊ¥rBssmBaaBsmmÊÊummmoÊmmmÊKmmÊmÊÊiimmmmHmasmmK ran het centrum is het noodig eerst d« brug bij Semlin te herstellen of een nieu we te slaan. De legeroversten. • De iOostenrijksche legermacht is in twee legers verdeeld, geplaatet onder hel opperbevel van generaal Konraad var Hoetzendorf. De generaal Potiorek staal aan het hoofd van het eerste leger, ge last met tegen de Servische troepen op te rukken. Het tweede leger, bestemd om Monténégro, den bondgenoot van Servie aan te vallen, staat onder de bevelèn van generaal,. von Boehm-Esmelli. Voor den aanval. Men verzekert dat het Oostenrijksch-Hongaarsch leger gebeurlijk als volgt zal verdieeld worden : Op de zestien legesr-korpsen, welke het rijk telt, zijn er acht bestemd om in Servie en Monténégro te vallen ; een legerkorps blijft de wacht houden aan de Italiaansche grens, en een )aan de Hiuneensche grens; drie leger-korpsen blijven nabij de Russische grens en een blijft voorloopig in den omtrek van Weenen. Daar deze verdeeling de algefaeele verspreiding van het Oostenrijksch-Hon-gaarsch leger is, meenen sommigen daar-in het bewijs te zien, dat Oostenrijk op de hulp van Duitschland rekent. DE VIJANDELIJKHEDEN. De beschieting van Belgrado (Nadere bijzonderheden). Om 3 1/2 urie 's morgends begonnen de monitors of kanonneerbooten van. den Donau, "Themès", "Bodrag" en " Zsa-mos" Belgrado te beschieten. Te Semliri liep men naar den oever van waar men Belgrado in den morgendmist ontwaar-de. In het Westen hoorde men een gewel-dig geweervuur, terwijl de drie monitors in slaglijn, den Servischen oever nader den .De '"Themès" had d(e eerste het vuur geopend. Men zag :e(en houwitser op de vesting, die op een hoogte geleger is, ontploffen. Van net dak der kazerne der vesting steeg eene rookwolk op ; he1 gebouw brandde ten gronde af.Eene andere plaats der citadel, nabij de electrici teitfabriek, stond evenftens in brand.Hei vuur w/erd geblusoht, maar de kalzerno herhaaldelijk door bouwitsers geraakt, vatte opnieuw vuur. Van op den Oosten-rijkschen oever werden ook granaten op de Servische hoofdstad geschoten. Langs Servische zijde werd er slechts door geweervuur geantwoord. De zon kwam op toen de beschieting het hevigst was. Om. 4 1/2 ure 's morgends hield het ge-schut op ;de Oostenrijksche oorlogsche pen verlieten den Servischen oever er de rust keerde terug. BELGRADO BEZET. In dlen nforg-end wierd vernlomen dat de Oostenrijksche troepen Belgrade bezet hadden. Dit nieuws is bevestigd De stad heeft zich overgegeven aan de bevelhebber van het 44e en het 68 Oostem-ijksch regiment voetvolk. De be velhebber heeft de verbintenis aange gaan van het lerven en de eigendommer der inwoners te eerbiedigen. (Zjie ook de "Laatste Tijdingen".) Het eerste groot gevecht 3900 dooden en gekwetsten. — 900 krijgs gevangenen. Donderdag zou het eierste groot ge vecht tussehen Oostenrijkers en Servien gelîwerd zijn. Langs Servische zijde zou den er ongeveer 300Q dooden en gekwet sten zijn. Zes honderd Serviers zoudei i door de Oostenrijkers krijgsgevangejn ge-nomen zijn ; deze laatsten zouden drie honderd soldaten als krijgsgevangen in de handen der Serviers gelaten hebben. Er wordt geen melding gemaakt van de Oostenrijksche verliezen aan dooden en > gekwetsten. Monténégro aangevallen? Men heeft woensdag te Durazzo kanon-gebulder gejhoord. Men denkt dat de Oostenrijkers in gevecht /iijn met de Montenegrijnen ,en dat zij begonnen zijn met de beschieting van den berg Lœwen. bij middel van het grof geschut hunner oorlogschepen. Onderhandelingen. Andermaal heeft te Weenen eene conferencie plaats gehad, tussehen de ge-zanten der vijf groote mogendheden : Rusland, Italie, Duitschland, Engeland en Frankrijk. Deze diplomaten hebben vastgesteld, dat de vrede voortaan on-mogelijk kon behouden blijven. Zij be-sloten dus hunne pogingen aan te wen-den om den oorlog zoo beperkt mogelijk te houden. Daarom zouden zij willen be-werken, dat Rusland in onderhandeling trede met Oostenrijk. De regeering van B^-Petersiburg, wil wel daarin toesitem-men, doch dit is het geval niet met Oos-t'nrijk. De regeering te Weenen blijft beslist bij hare meening, dat het geschil hoeft opgelost te worden alleenlijk tussehen Oostenrijk en Servie en dat nie-mand er zich hoeft mede te bemoeien. De diplomaten waren dan van zin bij Duitschland aan te dringen, dat het al z|jnen invloed op Oostenrijk zou gebrui-ken, om door dit land ten minste het .feroni^begin icener /bemiddeding te doen aanvaarden. De keizer en de kroonprins te Weenen. Donderdag morgend is keizer Fians-Jozef, om 8 ure, uit Ischl, waar hij sedert eenige weken op zijn kasteel verbleef, naar Weenen vertrokken. De kroonprins, aartshertog Karel-Fran s-Jozef, vergezel-de den ouden keizer naar de hoofdstad. De vorst en de prins werden bij hun ver-trek uit Ischl, door eene groote menig-11-, getstdriftig toôgejuicht. Keizer Frans-Jozef is donderdag mid-dag, vergezeld van den aartshertog Kar rel-Frans-Jozef, te Weenen aangekomen. Op gansch den doortocht, van de statie naar het kasteel van Schônbrun, ver-i drong zich eene overgroote menigte. De geestdrift der bevolking was onbe-i schrijflijk. -De betoogingen duurden ver-scheidene uren lang. Eene toespraak van keizer Frans=Jozef. De keizer, door de statie van Linz trekkend, voor zijn terugkeer naar Weenen, richtte er 't woord tôt de officieren die er verzameld waren met den aartshertog Jozef-Ferdinand aan het hoofd, , en zegde : "Ik ben zeer gelukkig, Mijnheeren, u i hier te zien. Ik zal, afscheid van u ne-i m end in dit ernstige uur, maar deze wei-nige woorden zeggen : Ik vorm de beste wensch^n voor den goeden geest, de , standvast-igheid en de wakkerheid van mijn leger." Eene leening van een hali milliard. De Hongaarsche regeering is in onderhandelingen getreden met een groep ° bankiers, waaronder de voornaamste Rothschild is, om eene groote leening aan te gaan. Evenals Oostenrijk, ver-) keert Hongarie in de grootste geldver-legenbeid ; zooals het reeds voor Oosten-- rijk gebeurd is, zal Hongarie een half i milliard kronen leenen, door eene uitgif- te van schatkistbons. De leening van Oostenrijk zal dan met die van Hongarie in één enkele versmolten worden. De onweerswolken nemen wat af. Uit Weenen meldt men dat de kansen tôt beperking van het Oostenrijk-Servi-sche geschil vermeerderd zijn en dat de pogingen tôt het behoud van den Euro-peeschen vrede ieverig doorgedreven worden door de diplomaten. Men zegt dat Sir Edward Grey nieuwe voorstellen gedaan lîeeft voor de oplos-sing der crisis. En, men schijnt er zich aan te verwachten dat deze nieuwe poging met welslagen zal bekroond worden. De beurs van Weenen zal aanstaande week heropend worden, verzekert men. Te Weenen. De prijs der koopwar&n is gisteren met 50 t. h. gestegen. De bloem kost 25 tôt 30 t. h. meer dan dinsdag en woensdag. Op verschillige markten hadden op-loopem plaats en de policie moest tussehen komen om de orde te herstellen. Men verzekert dat Weenen maar le-vensmiddelen zou hebben voor 10 dagen. IN HET GROOT=HERTOGDOM LUXEMBURG. In het Groothertogdom wordt niet anders dan over den oorlog gesproken. De compagnie Luxemburgsche vrijwil-ligers zal heden of morgen naar de grens vertrekken om de bruggen te bewaken en desnoods te doen springen. Er is ge-brek aan wagons in de statie van Lu-xemburg.IN NEDERLAND. De Nederlandsche wateren verboden. Een koninklijk besluit verbiedt voorloopig aan de vreemde oorlogsbodems, den toegang tôt de Nederlandsche wateren, ter uitzondering echter van de visscherijpoliciebooten en de vreemde oorlogschepen, in gevaar of beschadigd. Groote voorzorgen. In .Nederland ook worden dei grootste voorzorgen genomen tegen aile gebeur-lijkheden.Naar men uit verlrouwbare bron me-dedeelt, is he.t fort IJmuiden gemobili-seerd.. Aan de daar liggende militairen zal geen verlof worden verleend. Woensdag nacht is de geheele brigade der Koninklijke gendarmerie te Veenen-daal in voile uitrusting met onbekende bestemming opgeroepen en vertrokken. Woensdag tegen den avond zijn de bruggen te Raermond en Buggenum bezet.Eveneens wordt de Maastrichtsche spoorwegbrug bewaakt. De troepen, welke in de legerplaats van Harskamp schietoefeningen houden, zijn plotseling naar de garnizoenen terug gkeerd. De met verlof zijnde leerlingen van de Marine-Machinistenschool zijn per tele-gram naar Ilellevoetsluis opgeroepen. De onzijdigheid. Heib Nfederlandsch " Staatsblad" van-gistaren kondigt de volstrekte onzijdigheid van Nederland af in den Oosten-rijksch-Servischen oorlog. IN FRANKRIJK. Wat men in Frankrijk denkt. Gisteren namiddag was het aantal ter Kamer aanwezige Volksvertegenwoordi-gers aanzienlijk. In den aanvang was de stemming zeer gedrukt, daar men den toestand als zeer zwart inzag. Rond 5 ure kwam de heer Halevy, mi-nister van binnenlandsche zaken, in het Parlementsgebouw aan. Hij verklaarde dat de toestand op dit oogenblik gunsti-ger was dan men beweerde en dat het toegelaten was het oogenblik te voor-zien, dat de onderhandelingen zich naar een gumstigjfe oplossing zouden richten. Wij hebben, zoo voegde hij er aan toe, van Duitschland tijdingen ontvangen, die wij niet dierven verhopen. De heer Augagneur,minister van open-baar onderwijs, voegde er een poosje la-ter aan toe, dat men den toestand al te zwartgallig inzag. De1 heer Jaurès, bij zijne aa-nkomst uit Brussel, waar hij, naar wij meldden, eene vergadering van het internationaal so-cialistisch bureel had bijgewoond, onder-vraagd, verklaarde dat hij de beste hoop koestert. Samenspraken. Zijne reeks onderhouden met de gewe-zen ministers van buitenlandsche zaken voortzettend, sprak de heer Viviani gisteren namiddag met de heeren Léon Bourgeois en Briand. Het Fransche léger. Men bericht uit Parijs, dat al de regi-menten thans hun getalsterkte hebben en gereed staan om in veldtocht te gaan. De oorlog. Op eene socialistische meeting tegen den oorlog, te Parijs, verklaarde Jaurès, dat de Fransche regeering den vrede wil en de beste bondgenoot van Engeland is, in het streven om den vrede te Band-haven.Rusland ried hij geduld en matiging aan. De bevoorrading van Parijs. Te Parijs worden al de voorzorgen genomen in het vooruitzicht van den Euro-peeschen oorlog. In de bankhuizen is het een onafgebroken gaan en keeren van renteniers en geldbezitters, die hunne fon.dsen komen terughalen. In de spaarkassen ziet men hetzelfde gebeuren. Deze personen koopen met hun geld aanzienlijke mondbehoeften, daar zij vreezen ingeval van oorlog, aan den hongersnood blootgesteld te zijn. De handelaars in eetwaren krijgen zoo veel bestellingen, dat zij er haast niet kunnen aan voldoen. De overheid waakt ook en neemt hare voorzorgen voor de bevoorrading van de Fransche hoofdstad. Er is besloten dat er onmiddellijk te Parijs een voorraad bloem van 150,000 kwintalen zal opgesta.*-peld worden. Daarmede zal er voor een heel tijdje brood genoeg kunnen gebak-ken worden. Een dagblad vervolgd. Ten gevolge van zekere mededeelin-gen gedaan door een dagblad uit het Zui-den, heeft het parket van de Seine besloten een onderzoek te openen tegen den bestuurder van dit dagblad. Er is spraak van eene mededeeling, door dit blad afgekondigd, zeggende dat eene algemeene mobilisatie besloten was, alsook het samentrekken va.n de vloot en inlijving van de troepen van Marokko en Algerie. Dnitschers en Oostenrijkers. Het ministerie van binnenlandsche zaken en de Parijzer prefectuur houden zich ieverig bezig met de Investie der Duitsche en Oostenrijksche onderdanen. die in Frankrijk verblijven. Men telt er niet min dan 100,000. die, als de oorlog uitbreekt, onmiddellijk naar de grens moeten geleid worden. Eenigen dier vreemdelingen zijn reeds naar hun vader-land vertrokken, en 80,000 uitdrijvings-brieven zijn gereed om uitgedeeld te worden. 14 Feuilleton der Gazette van Gent. Verzegelde Lippen Roman van R. ORTMAN. Hij rleinsde terug. Zijn gelaat werd eerst donker rood, om daarna des te die-mr te verbleeken. — Dagmar! riep hij. V ergeet met tegen wien gij spreekt i — O neen! Dat vergeét ik niet! — x i , ?:roro zef ^ u nogmaals : uwe ihandelwyze was die van een schurk.Nooit nooit kunt gij weer goedmaken wat gij nui hebt aangedaan. Daarom wil ik van nu af nifits meer met u te maken hebben Ik ga neen, en gij zult mij nooit weder-zien.I ~ ^aar dat is waanzin ! — Wat is er dan voor verschrikkelijks gebeurd 1 — In elk geval kunt gij toch eerst afwachten 110B vollmar het opneemt, als hii het verneemt. gaat mij niets meer a-an. Ik heb met hem afgedaan, zooals ik met u en met al de anderen afgedaan heb. } Wat wilt gij daarmede zepreen i vioeg -hij verschrikt. Gij denkt er toch niet over, zelf de verloving af te maken? v i Slj iets anders verwacht? — a uurlijk ! Dat behoef ik niet eens te _ gen . Maar zoo diep heeft het sa-menzijn met u mij toch niet doen zinken een nn? Kri ^ n°g "iet dat ook maar ' nvl î f ' m twi'îfel zou kunnen staan over hetge,en mij hier te doen blijft. moprktoZ1r Si.i "iet in een ge- mot s^aTKl waarin ik verstandig ",ete " kan spreken. Daarom verzoek ik wat tôt kalmte te komen VVi) zullen dan later als verstandige menscheil de zaak nog eens overwegen . Dagmar lachte schamper en wendde zich naar da deur van hare slaapkamer. — Hoe weinig hebt gij mij in al dien tijd toch leeren kennen ' — Ik zou het haast bedroevend kunnen vinden, dat gij ook nu nog uzelf inbeeidingen maken kunt! Hij hoorde nauwelijks waC zij sprak. De zinnelooze angst dat zij in hare op-winding door een niet nader te herroe-pen stap hem de vruchfc van ^ijnen, genialen toeleg zou kunnen doen ont-vallen, maakte hem volslagen ong(evoe-lig voor hare woorden. — Maar ik bid u, lieve Dagmar, riep hij — dat ailes wat u zoo van uw stuk brengt, is toch louter uit de _ lucht ge-grepen. Ik ben toch waarachtig wel een m an met wien zich spreken Iaat. Wie weet of ik niet van de gansche nalaten schap afstand doe, wanneer ik daardoor uw geluk kan bevorderen. Zij hoorde duidelijk den radeloozen angst in den klank zijner stem, >en zij sehudde haar hoofd, altoos nog met die zejfde (uitdrukking van afkeer in hare ge-laatstrekken.— Doe geen moeite om nogmaals te be-driegen, zegde zij. Dat lukt niet meer. Zij was in hare slaapkamer getreden en had den brief opgenomen, dien zij op de tafel had laten liggen. Met arends-°ogen had Bendheim al hare bewegingen gadegeslagen, en nu versperde hij haar den weg. — Wat is dat voor een brief, Dagmar? Hsbt gij reeds aan Vollmar geschreven? •— Zeker. En wat staat er in 1 Er staat in, dat hij gevaar geloopen ; heeft l}et slachtoffer van een gemeenen schurken te worden. Al het overige gaat u niet aan. — En gij denkt dat ik u veroorlooven zal dien onzinnigen brief te verzenden? — Ik zou wel eens willen weten met welk recht gij het mij verbieden zoudt. —• Met het recht, dat ik als uw natuur-lijke heschermer over u heb. Zij mat hem met een blik vol onuitspre-kelijke verachting. — Mijn beschermer ! Gij! —■ Nu dan, voor mijn deel met het recht van eein mensch met gezond ver-stand. Want ik herhaal, het is kortweg waanzin, wat gij daar hebt willen doen. Morgen zult gij zelf mij er voor danken, dat ik het v,enjdeld heb. — Maar g;j zult het niet verijdelen ! Maak daar staat op ! Zij maakte eene beweging om langs hem heen de deur te bereiken ; maar wederom versperde hij haar den uit-gang.— Luister naar mij, Dagmar ! sprak Bendheim. Laten wij de dingen niet tôt een uiterste drijven. Ik zeg u, dat deze brief niet verzonden mag worden —• ten minste niet voôr ik van den inhoud ken-nis heb genoman. Geef hem mij dus, en laat mij hem lezen. Dagmar lachte vlijmend en legde hare hand met den brief, op welke zijne gre-tige blikken brandden, op haren rug. — Niets méér en niets minder 1 — Het is waarachtig om te lachen ! — Maar laat mij nu voorbij. De aderen aan zijne slapen zwollen. — Niet van de plek ! En als gij den brief mij niet goedschiks geeft, dan Met eene snelle beweging had hij haar den brief willen ontrukken. Maar zij was hem toch nog te vlug, en met een gil vluéhtte zij terug in haro kamer, tôt aan de schrijftafel in den hoek bij het ven-ster. Bliksemsnel greep zij naar het puntige, als een dolk gevormde papier-mee, waarop hare naar een verdedigins-wapen zoekende oogen gevallen waren. — Raak mij niet aan ! of ik stoot u niaidter ! j Hij was bij den aanblik van het blin-kende starjl onthutst blijven staan. De uitdrukking van Dagmar ihaar gelaat deed hem vreezen dat het met hare be-dreiging inderdaad ernst was. Daar klonk achter hem een vrouwe-stem : Heeft de juffer bij geval geroe-pen 1 Bendheim keek om en zag in het ver-blufte gezicht van het kamermeisje, dat met groote, en verwonderde oogen in de geopende deur stond, /blijkbaar ïten zeerste verbaasd bij den aanblik van de zomtei'linge toestand, in welke zij1 ..het tweetal aantrof. — Wat komt gij hier doen? snauwde hij haar toe. Niemand heeft u geroepen. Als ik u nog eens betrapt., dat gij aan de deuren luistert, dan verlaat ik onmiddellijk dit huis. Het meisje aarzelde nog met heeh te gaan. Zij verwachtte misschien dat ook Dagmar iets zou zeggen. Daar dieze echter zoo .roerloos als een standbeeld in hare afwerende houding bleef staan, oordeelde zij het geraden zich te verwij-deren.Eswald von Bendheim ging naar de deur en draaide den sleutel om. Toen keerde hij naar de schrijftafel terug. — Daar ziet ge nu wat ge> met uwe too-neelvertooning hebt aangericht, voegde hij_ Dagmar toe. Nu zal natuurlijk hier m huis het praatje rondgaan, dat wij op voet van moord en doodslag staan. Maar misschien is het u ernst geweest. Mis schien hebt ge werkelijk lust gehad om mij uit den weg te ruimen... Toe dan maar ! — Ik zal mij niet verdedigen. Want als ge bij uw zinneloos plan vol-hardt, dan ben ik toch geruïneerd, en dan verkies ik den dood boven het leven. Met een kreet van afkeer smeet Dagmar he/t papiermes weg, zoodat het in den anderen hoek der kamer rinkelend tegen den vloer vloog. Op hetzelfde oogenblik echter, toen zij weerloos tegenover hem stond, sprong haar stief-vader op haar toe en griste haar den brief, diien zij nog steeds in de linker-hand hiejd, uit de vingers. —• Geef mij den brief terug, hijgde zij. Dief ! Hij trachtte haar van zich' af te weren ; maar zij omklemde met beide handen zijn arm, en hij moest leftterlijk met haar wor-stelen, om zich te bevrijden. Zij was ster-ker dan hij had vermoed. En eensklaps, toen zij bemerkte dat zij toch aan het kortste eind zou moeten trekken, sloeg zij hem in hare wanhopige drift met de gebalde vuist in het gezicht. Bendheim slaakte een kreet van pijn en slingerde haar toen met aile kracht zoo brutaal terug, dat zij struikelde en zwaar tegen den grond sloeg, in het vallen een der stoelen met zich sleepend. — Gij zijt razend, siste Bendheim. Men moet u behandelen als een wilde kat. _ Dagmar antwoordde niets. Lnagzaam richtte zij zich op en keek met verwar-den blik rond. Toen zij zag hoe hij haren brief aan stukken scheurde, schreeuwde zij het uit en greep met beide h and eh zich in de haren. En daarna, toen hi) den voet verzette om> haar opnipuw te naderen, vluéhtte zij in de aangrenzende kamer welker deur zij achter zich op slot draaide, nog voor hij zijne hand op den knop had gelegd. Vergeefs verzocht hij haar, open toi doen, daar zij niets meer van hem te vreezen had. Hij hoorde hoe 'zij hare kleerkast open-de ; en nog voôr hij het met zichzelveu ééns ge-worden was, wat nu verder te doen. vernam hij het heftige toeslaan van de deur die naar de gang en de trap voerde. Een oogenblik dacht hij er over haar te volgen en met geweld terug ta halen. Maar hij begreep dat hij daardoor aan de bedienden en de overige bewoner» van het huis waarschijnlijk slechts hfet vermakelijke schouwspel van een publiek schandaal zou ^eboden/ hebben, dus schiktei hij zich tandenknarsend in het onveranderlijke. Uit het venster zag hij toen juist nog hoe Dagmar, met den lan-gen regenmantel over haar witte kleed, haastig door den tuin naar het hek schreed, en na weinige seconden reeds was zii in de richting naar het dorp ver-dwenen.Rudolf von Rinckleben zat in de lee«-kamer van het Strandhotel, toen de be-diende hem kwam zeggen dat een dame hem wenschte te spreken. Hij begreep terstond dat het niemand anders dan Dagmar kon wezen, en hij spo°dde zich onmiddellijk naar buiten, waar zij wacht-te.Het woord van begroeting, waarmede hij haar had willen ontvangen, bleef hem echter in de keel steken bij den aanblik van de in een langen regenmantel gehnl-de figuur, die als volslagem uitgeput tegen den deurpost leunde. (Wordt voortgpzet.) i

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes