Gazette van Gent

2518 0
14 september 1914
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1914, 14 September. Gazette van Gent. Geraadpleegd op 19 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/3t9d50k22g/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

y JAARo — N< 220. - B. 5 CENTIEMES MAANDAG, 14 SEPTEMBER 1914 GAZETTE VAN GENT INSCHRIJVItfGSPRIJS : V00R GENT : VOOR GEHEEL BELGIE : ijaar ..... fr. I2«O0 Een jaar ..... fr. I5«0!J ]8anilen. , , . , î 6-50 6 maanden. .... » 7-75 imuiden. .... > 3-50 8 maanden > 4»®9 Voor Holland : 5 frank per 3 maanden. Voor de andere landen : fr. 7-50 per 3 maanden. NIEUWS-, HANDELS- EN ANNONCENBLAD Gesticht in 16 67 BESTUUR EU KEDACTIE VELDSTRAAT, 60, GENT De burèélen zijn open van 7 ure 's morgends tôt ô ure 's avonds. TELEFOON n1 710 De inschrijverS buiten de stad Gent moeten hun abonnement némen ten Posikantoore hunner woonplaats. DE EUROPEESCHE OORLOG liitgave goedgekeurd door de Krijosoverheid. )E OFFICŒELE HEDEDEELWGf BELGIE EN DEN VREDE r m®et een Elude aan komen NOG EENB KRAOHTDADIGE VERKLARING ŒRWINNINGEN der VEBBONDENEN EENB TUSSCHENKOMST VAN AMERIKA OfUciëele medeiieeiing irdnekkig gevecht gedurende vier dagen Belangrijke uitslâgen le invloed op de krijgsver-richtingen in Frankrijk [ntwerpen, 13 september, 10 ure des lads (Officieel). — Na vier dagen hard-itige gevechten, hebben onze veld= fpen, die de versterkte steiling had-iverlaten, ont de Duitsche strijdmach-laan te vailen, gelegerd in den drie-ik Brussel,= Leuveu en Mechelen, zich tr onder de bescherming der eerste tenlijn gepiaatst. Jet doel van den uitval, dat eerst thts een optreden scheen te zijn tegen arnemingstroepen, door den vijand te-tover ons gelaten, heeft groote uit-tidingen genomen )e verdedigingstelling van den vijand î zeer sterk, dank aan de gelegen-d van de streek, en de aardewerken, lert een paar weken uitgevoerd. le noodzakelijkheid voor de Duit-itrs om die stellingen ten allen prijze Sehouden, heeft hen verplicht er al de ijdmachten te roepen, waarover zij nog het land konden beschikken oo is het 3® Duitsch legerkorps, dat «is op weg was van Ninove naar Neder* tel, in allerijl naar Brussel moeten ugkeeren om den schok onzer troepen ioorstaan. ïet 9° legerkorps, op weg tusschen Ou-laarde en Ruyen, werd insgelijks te-Igeroepen ; de afdeelingen van den Jdstorm en de Landweer, die de tek ten Zuiden van Brussel bezetten, « ook in den slag geweest, alsmede MO zeesoldaten, sedert eenige dagen Brussel aangekomen. De verkregen uitslag biedt dus onder opzicht van het gezamenlijke der krijgs= verrichtingen, gevoerd door de Fransche en Engelsche stafoversten, een aller» grootst belang aan, aangezien door onze tusschenkomst twee legerkorpsen zich in de onmogelijkhsid bevonden hebben de Duitsche legers, die in het Noorden van Frankrijk in aftocht' zijn, ter hulp te snellen. Dit werd reeds vastgesteld in de offi= cieele mededeeling der Fransche regee= ring, van den 12 dezer. Uit hoofde van deze samentrekking van aile Duitsche machten, in ons land beschikbaar, bevond ons leger zich den vierden dag tegenover een veel talrijke= ren vijand ; gisteren trok het op Antwer= pen terug. Ons veldleger blijft voor den vijand eene bestendige bedreiging, die hem zal verplichten belangrijke strijdmachten, die hij in Frankrijk noodzakelijk heeft, in Belgie te immobiliseeren. De verliezen tijdens deze vier dagen zijn belangrijk en bewijzen de hardnek» kigheid waarmede het gevecht geleverd werd ; evenals bij de vroegere ontmoe= tingen, was het schieten onzer infanterie veel beter dan bij de Duitschers. Daar= lût volgt dat, indien het getal gekwetsten nogal aanzienlijk is, er aan onzen kant weinig erg gewonden zijn. Het is niet hetzelfde aan den kant van den vijand, want volgens de verklaringen der officieren, hebben onze soldaten veel koelbloedigheid aan den dag gelegd en waren hunne schoten meest altijd doode= lijk. Overwinning der Verbonden legers (Officieel). — De heer Delcassé tele-grafeerde aan den heer Klobuko^jk', gérant van Frankrijk in Belgie : Algemeen achteruitwijken der Duit= sche troepen, die hardnekkig achtervolgd worden. Hun aftocht gebeurde overal in over* haastiug: te Montmirail, Fromentières, Semaize en Revigny, met achterlating van artillerie, levensmiddelen en schiet= voorraad. Paarden afgemat ; de 9° vijandelijke afdeeling ruiterij bleef namelijk 4 dagen zonder bevoorraad te worden. Aan onzen linkervleugel werd het Duitsche front vrijdag achteruit gedron= gen op de lijn Soissons, Braine, Fismes en Reims. St=Dié is door het 7* vijandelijke leger ontruimd. DUITSCHE BEKENTENIS. Het agentschap "Vaz Diaz" deelt ons bet volgende telegram mede van den al-gemeenen kwa-rtiermeester von Stein, uit het Duitsche hoofdkwartier : " Ons leger is vooruitgerukt ten Westen van Parijs, ter achtervolging van den vijand. Het werd geweldig aangevallen tusschen Parijs, Meaux en Montmirail. De gevechten duurden twee dagen. Het Duitsche leger had den vijand te= gengehouden, als de Verbondenen groote versterkingen ontvingen, die hun de ze= gepraal verzekerden. De vijand verdreef onze troepen, ons 50 kanons afnemende en eenige duizen= den krijgsgevangenen makende. Een volgend telegram zegt dat het Duitschers waren, die kanonnen en krijgsgevangenen namen. Gelukwenschen van président Poincaré. De heer Poincaré heeft een brief ge-sclireven aan den minister van oorlog, hem verzoeken.de zijne bewondering en dank ov-er te brengen aan generaal Jof-fre en zijne Engelsche en Fransche troepen, die den vijand van Parijs hebben teraggeslagen. De Duitschers ontruïmen Amiens Parijs, 13 september (15 ure) (Officieel). 1. Aan onze linkervleugel blijft de vijand achteruit trekken. Hij ontruimde Amiens, gaande in de richting van Soissons en Reims. Hij heeft de Marne ten Zuid=Oosten van Reims niet verdedigd. 2. In het centrum houdt de vijand, die Revigny en Brabant=le=Roi verloor, nog stand in het Zuiden van Argonne. Aan onzen rechtervleugel zijn de vijandelijke troepen, die aan de Meurthe la gen, in aftocht tusschen St=Dié en Lu^ néville. Wij hebben Raon=l'Etape, Baccarat, Remreville, Nomény en Pont=à^ Mousson herbezet. eene bevestiging. Kolonel d'Orjo de Machovelette, ver-tegenwoordiger van den Belgischen gene ralen staf bij het Fransche hoofd=kwar tier, zond eéne bevestiging, den 13 sep tember, om 4.30 ure namiddag. Vôôr en sedert gisteren avond duurt de vervol ging voort. De richting waarin de terug tocht geschiedt, is nog niet vastgesteld. Er moet een einde aan komen Een voornaam Engelsch blad zegt, dat de vrede moet geteekend worden te Lon* den of te Berlijn. Het is te zeggen na de volledige verplettering van een der twee verbondenen. Het doel, vervolgt het blad, is den oorlog voor heel ons leven onmogelijk ma-ken!De stoffeiijke schade in Belgie De briafwisselaar der "Daily Tele= graph" schat op 40 millioen pond sterling of 1 milliard frank de stoffeiijke schade, in Belgie aangericht door de Duitscher-?, sinds het begin van den oorlog. Nog eene krachtdadige verklaring Lord Charles Beresford heeft te Leeds, in eene redevoering, waarin hij de hou-iding der Duitschers schandvlelkte, het volgende gezegd : Als de dag der vereffening zal aanbre= ken, zal Belgie de grootste vergoeding ontvangen voor de Duitsche gruwelda= den. Belgie moet op den eersten rang ge= plaatst worden. Al de schepen der Duitsche vloot moe= ten in den grond geboord worden, aile Duitsche vestingen geslecht, de kanon-nenfabriek Krupp verguisd en het stof in de vier windstreken verstrooid, en het Kielkanaal aan Denemarken gegeven, opdat het kunne gebruikt worden voor de vredesbetrachtingen der heele wereld. BELGIE EN DE VREDE VOLLEDIGE HERSTELLING. De Amerikaansche gezant te Londen seint aan zijne regeering dat in 'n onder houd met den heer Ed. Grey, deze ge-izegd heeft dat, aïs eerste vredesvoor-waarde, Engeland eene herstelling zal vragen voor het vertreden van Belgie's grondgebied en eene volledige vergoe-ding voor al de schade die de Duitsche troepen er aangericht hebben. de eerste vergoedingen zul len VOOR belgie zijn. Dit zal, voegde sir Eduard Grey ei'bij, eene hoofdvoorwaarde zijn (sine qua non) en Engeland zal niet toegeven of iets la-ten afdingen op dit pimt, dat het als de hoofdvoorwaarde beschouwt. Een tusschenkomen van Atnerika? Een briefwisselaar uit Washington zegt, dat keizer Wilhelm gedurende ver> scheidene dagen in overweging had, eene niet uitdrukkelijke vraag van Amerika, trachtende te weten of Duitschland wenschte de vredesbepalingen te bespre= ken. Tôt nu toe is geen antwoord ont= vangen. De vraag, alhoewel niet uitdrukkelijk gedaan, was een officieel pogen, ten ein= de vast te stellen of het gerucht, volgens hetwelk Duitschland wenscht den vrede te bespreken, gegrond was. De dum-dumkogels Telegram van den heer Poincaré, président der Fransche republiek, aan den heer Wilson, président der Vereenigde Staten van Noord-Amerika : Bordeaux, 12 september. Mijnheer de Président, Ik verneem dat de Duitsche regeering gepooigd heeft de goede trouw van Uwe Excellentie te verschal'ren, door te be-weren dat " Dum-dum" kogels zouden ge-maakt zijn in een werkhuis van den Franschen Staat en gebruikt door onze soldaten. Deze laster is enkel eene stoutmoedige p-oging om de rollen om te keeren. Duitschland heeft sedert het begin van den oorlog "Dum-dum" kogels gebruikt, en dagelijks verkrachtingen van het vol-kenreçht gepleegd. Van af den 18 augusti en herhaaldelijk sedert dien, hebben wij gelegenheid ge-had die aanslagen te signaleeren aan Uwe Excellentie en aan de mog^ndheden die de conventie van Den Haag getee kend hebben. Duitschland, hetwelk onze protestatiën heeft gekend, poogt nu het spoor bijster te maken en zich leugenàchtige voor-wendsels te verschaffen, om zich opnieuw over te leveren aan barbaarsche daden in naam van het miskend Recht en der gehoonde foeschaving. ïïc zend aan Uwe Excellentie eene verontwaardigde protestatie. Raymond POINCARE. Duitsche koloniën veroverd De admiraal Pattey, bevelhebber der Australische vloot, heeft den Staatssecre-taris te Londen per snelbericht verwit-tigd, dat hij zaterdag morgend de stad Herbert Shohe heeft bezet op het eiland van Nieuw Poméranie (vroeger Nieuiw Engeland), het grootste «iland van den archipel Bismark. De bevelhejbber, voeg^. erbij dat! hij het getal van den vijand niet kende ; deze bood een hardnekkigen weerstand, vooral toen zijne manschappen de statie van draadloozen telegraaf vernietigen. De Engelschen moesten zich een weg Ibanen door'een bosch, gelegen op 4 mij-len van de stad. Onderweg waren vele mijnen gelegd. De Duitsche bevelhebber, ziende dat aile tegenstand overbodig was, gaf zico over. Een Engelsch officier en twee matro-zen werden gedood en drie gekwest. Twee Duitsche officieren, vijf onder-officieren en zestig policieagenten, in-boorlingen, werden krijgsgevangen geuo-men.Het veroverde eiland is gelegen ten Oosten van het Nieuw-Duitsch Guinoi. De Engelsche vlag werd zonder tegenstand geheschen. Eene afdeeling s.)Ua ten, onder de bevelen van den bevelhebber Beresford, van het Australisch zee-wezen, was bij het aanbreken van ''tri dag op de kust ontscheept zonder door den vijand te zijn bemerkt. De Duitsche officier had zijne troepen opgest-eld in loopgrachten, geleqsn op 500 yards van de statie De Engelsche officieren hebben nu da kanonnen ontscheept om de bevolking in bedwang te houden De hulp uit Iridié Rajahs en Maharajahs nemen dienst. Volgens eene boodschap van den on-der-koning hebben de vorsten van al de inboorlingen-Staten in Indie, omirent 700 in het geheel, zich eenstemmig verklaard voor de verdediging van het Rijk en zoo-wel hunne persoonlijke diensten als de hulpmiddelen hunner Staten ter beschik-ikinig van de regeering gesteld. Tusschen de prinsen en edelen die vrij-willige dienstverbintenissen hebben aan-gegaan, noemt men de rajahs en maJia-xajahs van Jodhpur, Bikaner, Kisangohr, Rutlam, Sachin, Patiala ; sir Pertabh Sing, regent van Jodhpur ; de troonop-volger van Bhopol en de broeder van den ■maharajah van Cooch Behar, te samen met tal van jongelingen van adellijken bloede. De oudste, sir Pertab Sing. hield er aan ondariks zijn 70 jaren, in dienst te tre-den en de minderjarige maharajah van Jodhpur, die 16 jaar oud is, volgt het voorbeeld van zijn oom. Al dezen hebben met de goedkeuring van den onderkoning, zich reeds aapge-«loten bij het expeditieleger. 27 van de groote Indische Staten onderhouden Rijkistroepen en de diensten van ieder korps zijn ter beschikking van de regeering gesteld van af het uitbreken van den oorlog. Van 12 Staten aanvaardde de onderkoning coîitiiigenten ruiterij, sappeurs en transport, alsmede een karnieelen-korps van Bikaner en die zijn reeds in-gescheept.De Engelsche Vloot De heer Churchill heeft verklaard dat, voo.raleer een jaar verloopen is, het getal groote Engelsche kruisers, ten ge-vo-lge van die welke nu in bouw zijn. juist het dubbel zal bereiken van het getal Duitsche kruisers. Het getal Engelsche gewone kruisers zal vier maal zoo groot zijn als dat van Duitschland. Ten gevolge van dezen vooruitgang, vermeerderen de kansen langsom m-eer voor Engeland en zijne bondgenooten. De openbare rouw verboifen Het is de gewoonte in Duitschland den rouw te dragen der slachtoffers, in den oorlog gevallen. Daar de rouw thans evenwel bijna algemeen zou moeten zijn, heeft men goed gevonden, om den slechten indruk te ver-mijden, die openbare rouwbetoogingen te verbieden. Feuilleton der Gazette van Gent, it Geheim van de Tiieems door FLORENCE WARDEN. '«en zij weer op Grosvenor Place te-Sffas, moest zij weer een uitgebreid « ondergaan. Graaf Bensington "sche te weten, waar zij geweest was ' toen zij verklaarde het miuseum te bezocht, toonde hij een zeer wel hegrijpen twijfel en zij merkte, dat hij ar achterdochtig aankeek. Pi'eule Bensington keek haar ook it ongerust aan en haar ongerustheid "e«i dien avond steeds toe te nemen, NI lord Bensington zijn aandacht w de jonge gast verdubbelde. ""ra, die er zeer op gesteld was om led bij lord Bensington te staan aan-whreyen, deed al haar best om zoo 'soorlijk mogelijk te zijn, en slaagdc la,'in heel goed. ''"en de dames na het eten naar de zit-!®er gingen, volgde de oude heer, !fns jicht veel beter was en die dus mder slecht gezind was, haar daarheen 1 tta-m Cora mede naar den anderen 111 r' van de kamer, zoover mogelijk van B dochter om haar een schilderij te zien, die hij zelf heel schoon vond. "ra toonde een beleefde belangstel-waar geen levendige. ►7 fVludt gij niet van schilderijen 1 t0eS hij haar. 0pi iksel°°f, dat ik nu niet, wat men cha ^en °P blauwe bergen en roze rjj'l01!' antwoordde het ,meisje, een sclierpe omschrijving gevend van I het beeld voor zich. Ik houd van dames in geborduurde kleederen, die boeken met gele kaften lezen op paarse sofas, en kussens, die op den vloer gevallen zijn, terwijl er een soort mist langs de gordijnen druipt. —- O, die Fransche genrestukjes. — Ja, dat kan wel. Ik ben niet dol op die oude meesters ; die interesseeren mi] alleen maar, als zij net juist gestolen zijn. Lord Bensington trok een leelijk ge-zicht.■— Zoo. — Ik ben nu niet zoo een dolle kunst-liefhebber. Mijn smaak is nogal algemeen, vulgair, dat weet ik wel. —_ Gij hebt iemand noodig, die u schilderijen leert begrijpen, zegde lord Bensington teedfer. Iemand, die u het ver-schil leert kennen tusschen de beide scho len, die u als het ware in dit opzicht op-voedt en u smaak helpt vormen. Cora schudde haar hoofd. — Neen, ik gelôof niet, dat ik opge-voed wil worden; Lord Bensington, zegde zij. Ik meen, dat ik wel levendig kan blijven on andere levendiger smaken kan ontdekken, die met- de m line over-eenkomen.— Ja, maar dan profiteert gij niets. Ik zou het heerlijk vinden om u de musea rond te voeren, geheel Europa door, ik zou_ ook toegang kunnen krijgen tôt ver-schillende _ bijzondere collecties, die lang niet voor iedereen zijn en ik zou u leeren ze te begrijpen. — O, maar ik behoef dat niet te leeren. Ik bewonder alleen de verkeerde dingen. — Onder mijn leiding zoudt gij de juis-te dingen leeren bewonderen, zegde de graaf galant. Hij werd al toeschietelijker en Cora voelde zich al minder op haar geinak. — Ik geloof, dat ik nu freule Frida haar oordeel wel eens zou willen hooren, zegde zij met een verlangenden blik naar freule Frida, die op eenigen afstand rus-tig zat te breien. Maar dat wilde haar gastheer niet toe-staan.— Ga zitten, zegde hij beleefd, maar gebiedend, haar den pas afsnijdend en naast haar plaats nemend, met een niets goeds voorspellend gelaat. Eer hij nog een woord geuit had, foe-greep zij reeds aan welk een moeilijkheid haar wensch, om bij Matthew zijn groot-vader in de gunst te komen haar ge-bracht had. In de oogen van den ouden heer zag zij geen vaderlijke uitdrukking, die voor haar den weg zou hebben gesteld om een meer grootvaderlijk gevoel voor Matthew bij hem wakker te roepen, maar een uitdnukking, die heel iets an-ders beduidde. En ofschoon Cora gewoo'nlijk vindig rijk was, wist zij nu toch geen uitweg uit deze onverwachte moeilijkheid. Eer zij nog een voorwendsel kon bedenk,en om te ontsnappen, was de oude heer al middea in een lange redevoering, waarin hij zijn genegenheid en zijn hoop uitdrukte, dat Cora zijn liefde niet zou afwijzen om het verschil in leeftijd tusschen hen beiden. Gij kcnt de zegswij>ze toch, juffer Cora, ging hij galant verder, trachtènd haar in de oogen te zien, over het onderscheid tusschen den jongen en den ouderen aan-bidder 1 Ik vrees, dat gij in de jongere man een gebrek aan eerbeid jegens de vrouw zult hebben gevonden ; een eer-bied die bij de jongelieden van dezen 1 tijd ver te zoeken is. Als mijn kleinzoons ook maar een beetje verstand hadden, zouden zij u, om zoo te zeggen, niet door hunne vingers laten glippen. Cora maakte van deze laatste woorden gebruik. Zij keerde zich snel tôt lord Bensington . — En wie zegt, dat zij dat doen 1 vroeg zij heftig. De oude heer was diep gegriefd. •— Moet ik hieruit begrijpen, zegde hij koel, dat gij met een van beiden verloofd zijt? Dat was een moeilijk vraagstuk. Juist nu zij,zooals zij zich zelf vleide, door zich in de gunst van lord Bensington te drin gen, den weg voor Matthew geëffend had, maakte zij, dat de oude heer een wrok voedde tegen beide kleinzoons. De toestand was verschrikkelijk. — Neen, waarlijk, zegde zij snel. Ik ben in het geheel niet verloofd. Ik geloof dat ik liever een oude jonge juffer zal worden. Want ik wil nu eenmaal altijd mijn eigen zin doordrijven. Hij ontdooide dadelijk weer wat. — Dat, zegde hij, is een voorrecht, waarvan gij u onmiddellijk kunt verzeke-ren door mij de eer aan te doen mijn vrouw te worden, juffer Cora. Ik zou steeds trachten u aangenaam te zijn en iuiw wil zou mij een wet wezen. — O, dank u, gij zijt al te vriendelijk. En ik zou het heerlijk vinden, zegde Cora, die de wanhoop nabij was. Maar ik zou u waarlijk niet zoo lastig kunnen vallen. Ik ben een veel te groote wilde bras om in een ordelijk huis als het uwe te kunnen heerschen. Ik zou zeker altijd verkeerde dingen doen en dan zou iedereen het land aan mij krijgen. — Een Engelsche gravin kan nooit iets verkeerds doen, zegde lord Bensington. Dat is aiitgesloten. Zij maakt de wetten en heeft dien van anderen niet te ge-hoorzamen. Denkt gij er nog eens over, lieve juffer Cora, en ik twijfel er niet aan, of gij zult ten slotte toestemmen en mij den gelukkigsten mensch der wereld maken. — Het zal waarlijk niet helpen, of ik er al over denk, zegde Cora. Lord Bensington keek geërgerd. — Misschien, zegde hij, zijt gij niet meer vrij. — Nu, zegde zij aarzelend. Misschien hebt gij wel gehoord, dat ik zoo hait en half met Randolph verloofd ben, — Ik begreep zooeven, zegde hij ijs-koud, dat gij met geen van beide dwaze kinderen verloofd waart. — Niet heelemaal, maar half en dan met Randolph, zegde Cora, er voor wa-kend dat het misnoegen van den ouden heer Matthew althans niet zou treffen. Het is nog wel niet vast, maar het telt toch wel mede ! voegde zij er bij. — Ik wensch u niet te grieven door uw toegenegenheid in den weg te staan, juffer Cora, zegde hij koel. Gij zijt zoo be-koorlijk, dat men geneigd is te veel te hopen misschien. Maar het is mij een raadsel, dat een man, hoe jong hij dan ook is, half verloofd met ui kan blijven, zonder op een meer bindende overeen-konjst aan te dringen. Indien Randolpj althans niet voelt, dat hij, uitgestooten ■uit onze familie als hij is, niet in een positie is om verder te gaan. Zeer uit zijn humeur ging hij de kamer uit en Cora kwam bij freule Bensington heel bleek en heel zenuwachtig. _ —Ik ben bang, zegde zij, dat ik het bij lord Bensington verkorven heb, freule Frida. De dame keek haar vol deernis aan. — Ik was al bang, fluisterde zij, dat het niet goed ging. Hebt gij hem afgewe-zen 1 — Ik geloof, dat ik mijn best heb gedaan om dat te voorkomen. Ik heb Randolph op de proppen laten komen. Freule Bensington maakte een gebaar van wanhoop. — Ik wist wel, dat hij die jongens als mededingers zou beschouwen. Als zij er nu maar niet onder lijden, zegde zij. Cora lachte om dat gedacht, maar zij gevoelde zich niet op haar gemaak. En dat deed zij nog minder, toen lord Bensington, die zijn aanzoek vergeten scheen en zijn lieve gast aan niets meer herin-nerde, den volgenden dag aankondigde, dat hij Hugh gevraagd had om een paar dagen te komen logeeren. Het studiejaar was nog wel niet voorbij maar Hugh studeerde nu niet zoo heel hard en kon gemakkelijk vacantie nemen.— Dat, zegde freule Bensington, toen de dames weer alleen wa^en, is nu zijn manier om te toonen, dat beide andere jongens in ongenade zijn. Cora had willen weggaan, maar freule Bensington smeekte haar om nog een paar dagen te blijven. Zij en haar vader vreesden. beiden het oogenblik, dat dit vroolijke persoontje niet meer om hen heen zou zijn en zij weder tôt hun een-tonig huislijk leven zouden moeten terug keeren. — Vader zal u niet meer met aanzoe-ken lastig vallen, dat weet ik zeker, zegde freule Bensington. En nu Hammond weg is, heb ik zoo een medelijden met hem, dat ik den hemel dank, wanneer er iemand is, die hem wat opvroolijkt. Cora was dus nog op Grosvenor Place, toen Hugh uit Oxford overkwam. Hij was een allervervelendste jongen, die dweepte met zijn bulldog en vooi mets anders oog of oor had en dit plicht-bezoek blijkbaar onaangenaam vond. De doofheid van zijn grootvader erger de hem, en zijn onduidelijke manier van spreken ergerde zijn grootvader. ,[Wordt voortgczet).

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes