Geïllustreerde zondagsgazet: familieblad

2152 0
24 oktober 1915
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1915, 24 Oktober. Geïllustreerde zondagsgazet: familieblad. Geraadpleegd op 24 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/6w96689p32/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

□3 TT EE E L Toor Aankondigingen HOPLAND 30, Antwerpen Abonnement 2.50 fr. ]het jaar H»t blad woi'dt ookwekelijks teliuis besteld aan 5 centiemen ! 24 Octoben 1915 Nr 49 GEILLUSTREERDc 5 Ceniie^en AANKONDIGINGEN (op voorhand bstaalbaar) 4e bladz., den regel 0.30 Financieele aank. » 1.00 Reklaajn onder de rubriek 0VER ALLES » 1.00 Begrafenisbericht » 5.00 Uitgiften (overeen te komen) ZONDAGSGAZET BUREEL : LANGE GANG 6, ANTWERPEN ; OPEN DAQELIJKS VAN 2 TOT 3 UREN. Dit nummer bestaat uit ZES BLADZIJDEN DADEN EN ZAKEN Aan 't week tegen de bedriegers Het is alsof van hoogerhand bevel gegeven is handelend op te treden tegen de bedriegers en vervalschers van levensmiddelen, alsook tegen woekeraars die de prijzen der eetwaren opjagen. Uit verschillcndé steden vernemen wij dat de politie gelast is met het opsporen van deze strafbare feiten en de plichtigen bij het be-voegd parket aan te klagen. Te La Louvière, waar 4.80 tôt 5.00 voor een kilo boter geeischt werd, hebben huis-moeders 3 fr. aangeboden ; de verkoopers hebben geweigerd hunne waar af te leveren, en de vrouwen hebben de verkoopers aange-rand. De politie is er tusschen gekomen en onder dezes bescherming konden zij de markt verlaten zonder een half pond verkocht te hebben. Te Namen werd van twee koopvrouwen de zoetelies, welke zij verkochten, aangesla-gen en onderzocht ; ze bevatte 3o p- h. water ! Julia Chantraine en Emilia Colson kregen 5o en 26 fr. boet. Te Brussel werden 60 stalen van boter, vet, suiker en andere waren genomen en 364 krui-ken melk onderzocht. Men heeft er boter tusschen ontdekt met 32. 34, 38 25 en zelfs met 71 p. h. water ! Zoetelies met 3o-88 p. h. water en Margarine opgemaakt met vuile olie ! Honing gemengd met vervalschten suiker ! Cacao opgemaakt met loogzoutachtige stofTen. Ruim honderd kruiken melk werden aangeslagen omdat zij ruim 40 p. h. water bevatten. Te 's Gravenbrakel, Zoningen en Enghien hebben de vrouwen de boter- en eierenver-koopers verjaagd en hunne waren onder de voeten verpletterd. Daags nadien ging het 00k zoo te Houdeng-Aimeries en te Binche. Het parket heeft een onderzoek be-volen.Te Luik heeft de stadskeurder de levensmiddelen onderzocht, welke ter markt ge-voerd werden. Op i5 stalen boter werden er slechts 4 als zuiver bevonden. Er waren twee stalen tusschen waarvan het eene 62 p. h., het andere 63.41 p. h. water bevatte ! De vorige week weiden twee stalen aangetroflen die nos; iïieer vervalscht .waren ; deze kan men niet anders dan den naam van « verbe-terd water » geven, want het eerste hield 71 en het tweede 72 p. h. water in. Te Antwerpen is nu 00k boter en melk ge-wogen en nagemeten en er werd 00k te veel water in ontdekt. Tôt eer der parketten kunnen wij thans melden dat de plichtigen de rechtmatige straffen niet zullen ontloopen. Het.is hetgeen wij vragen en wat het be-drogen volk eischt. De strijd der « Zondagsgazet » tegen on-recht, bedrog, vervalsching en uitbuiterij zal dus niet te vergeefs geweest zijn. If. Een nieuw bedrog De Amerikaansche winkels door het « Na-tionaal Komiteit voor Hulp en Voeding » ingericht, voor de noodlijdende bevolking, werden sinds eenigen tijd bezocht door zekere personen, die niet doppen of geholpen wor-den. Er werd een onderzoek bevolen en al • spoedig kwam de waarheid aan 't licht. Men stelde v?.st — te Antwerpen, Brussel, Gent en elders — dat de vervalschers van eetmid-delen, nog niet genoeg hebben aan wat zij links en rechts weten op te koopen, maar op slinksche wijze 00k waren wisten te bemach-tigen in de Amerikaansche magazijnen. Tegen die handeling werd opgekomen : kaarten werden afgeleverd aan de rechtheb-benden, die in genoemde magazijnen mogen koopen ; zoodat anderen er niet klaar komen. Maar bedriegers hebben aile middelen bij de hand om hun doel te bereiken. Zij zochten arme lieden op en lieten dezen waren in de Amerikaansche magazijnen halen, wel vijf-maal per dag, zoodat ze iederen dag ver-scheidene zakken waren naar hunne magazijnen voerden,welke zij dan, na ze vervalscht of verwaterd te hebben aan hoogere prijzen verkoopen. Het « Nationaal Komiteit voor Hulp en Voeding — kloeg ditmaal de feiten aan bij het gerecht, dat onmiddellijk een onderzoek bevoo! en de plichtigen ontdekte. Allen zullen vervolgd worden ; bij verschil-lende zijn de waren aangeslagen, zelfs die reeds vervalscht waren ! Aldus bij een beenhouwer die in den Ame-rikaanschen winkel eene groote hoeveelheid zoetelies of vet had doen opkoopen. Deze waar was reeds vervalscht met een veel min-der waardig vet en water. Wij bepalen ons bij het aanhalen van dit enkel leit. Het gerecht zal niet nalaten recht te doen over zulke erge feiten ; welke eene onrecht-streeksche dieverij op de voeding, den nood-lijdenden bestemd, daarstelt. III Onmenschen Wij hadden eerst gemeend niet over het feit te spreken,maar daar 't in de huidige omstandigheden zoodanig tegen de borst stuit, willen wij het met onbesproken laten. Op het grondgebied van de 'gemeente El-sene-bij-Brussel heeft men in eene herberg-danszaal bal gehouden en gedanst. De geburen waren zoodanig verontwaardigd en opgewonden dat zij den heer politiecommis-saris hebben verwittigd, die — hetzij te zijner eere gezegd — niet wist dat er gedanst werd. Ook de gemeenteoverheid was onwetend van het feit ; het bal was niet aangevraagd, wetende dat geen toelating zoude gegeven worden en men had met kaarten de kliènten uitgenoodigd. De politiecommissaris ijlde ter plaats, maakte procès verbaal tegen den uitbater der zaal, de dansers en de danseressen op en deed de zaal sluiten. De politierechter heeft den baas veroor-deeld, maar de dansers en danseressen vrij-gesproken.Het gemeentebestuur zal waken opdat der-gelijk feit tijdens den oorlog niet meer plaats hebbe. Ieder lezer zal zich afvragen wat sootl van menschen de plichtigen zijn ? Baas en publiek zijn van den lagen stand, de dansers en dan-sters zijn doppers, of zonen en dochters van doppers, die daar meer verdansen en ver-drinken dan het doppen hen opbrengt ggdu-rende eene week. De meesten hebben broeders en vrienden aan 't front, ofwel familieleden, die in de hos pitalen gewond, kermen van pijn en smart ofer in doodstrijd liggen. En zij... dansen !! De baas uit den « Grooten Turk » — de zaal waar het feest gebeurde — diende men tôt straf naar Afrika te zenden opdat hij zich daar zou kunnen overtuigen dat wilde menschen ook dansen en zingen wanneer naast-bestaanden en familieleden den dood zijn ingegaan, en hij hen dus waardig is. Aan het dansende publiek, dat om zijne jeugd te verontschuldigen is, mocht toch wel het voordeel van het doppen afgenomen worden. Geen hulp aan zulke onmenschen ! L. ANTWERPEN IN 00RL0GSTIJD XIV p . Mijn naam is Li-Ping-pang. In. mijn land wordt gehaat , ï1f r .iraug, want de mensclien die er wonen hebben allen een rang die den een van den ander doet leven. Zoo leven de menschen in klassen verdeeld de eene geregeerd door de andere. Gij, blanken, die leeit gelijk wij gelen, gij lacht om de toestandsn, die in ons machtig rijk al eeuwen bestaan en gij let niet op uw eigen leven. Gij lacht om mijn staart... en ik om den baard die uw mandarijnen, 't is te zeggen uw geleerden, dragen, terwijl uw jongens de meisjes met hun knevel behagen. Wij laten onze snor benedenwaa-ts groeien ten bewijze dat wij van stof zijn en m de aarde zullen vergaan, maar gij o blanke broeder, gij waant u een hoogere macht en gij cosmotiekt fier uw knevel ten hemel. Zijt gij dan vergeten het woord, dat een uwer wijzen, die door ons prachtrijke land kwam reizen om er kennis en wijsheid op te doen, van ons heeft medegenomen om het u tijdens zijn profetisch werk te verkondigen ? Herinnert gij u niet meer het « hoogmoed komt voor den val » ? Neen, gij herinnert het u niet. 'k Begrijp dit. Gij kunt het u niet herinneren, want uw denken is- slechts op winstbejag gevestigd. 'k Heb u hier in Antwerpen gade geslagen, 'k ^ heb van nabij uw doen en laten aan schouwd, en 'k zal nog langer onder u blijven, want gij ieert mij den mensch als een duivel bezichtigen. In mijn stil vredig land ; in mijn schoone heerlijke vallei ; in het dorpje zoo rustig ge-legen, daar wonen de menschen jaar in en eeuw uit te midden van bloemen en vogels. Wij voeden ons met wat rijst en eene vrucht, en zijn er nooit voor kommer beducht, want de grond en de hemel geven ons ailes om gerust en gelukkig te leven. Wij volgen de wetten door wijzen geschreven, dat elkeen het recht heeft in vrijheid te leven, mits hij zijn naasten van het zijne weet te geven, wanneer toestanden of omstandigheden dit vergen. Zoo hebben wij al eeuwen geleefd. Wat moesten wij meer begeeren ? Was het r.iet een onzer wijzen die eens had gezegd... en het dagelijksch leven om ons heen bewijst het immers overal « dat wat heden komt, morgen gaat », Waarom zou ik dan meer begeeren dan mij noodig is ?... Waarom ?... Waarom ? wel omdat er maar weinig wijzen en zeer veel dwazen zijn, en deze dwazen in hun strijd om het hebben en houden de groote macht zijn en deze macht ailes tôt zich trekt en verslindt wat te zwak is om de kracht der overmacht te weerstaan. Want inonsprachtig hemelsch rijk heerscht de macht der groote verscheidenheid van het leven, daarom is het ook zoo talrijk bevolkt met menschen en planten en dieren die... allen recht hebben — door hun zijn — Om te bestaan. Dit is door een onzer groote wijzen bewezen. Die wijze man en groot denker heeft eens gezegd : « Ailes wat er is, is er, door de ongelijkheid der Heelalbeweging, want zoo er gelijkheid was in ailes, dan was er niets, want slechts één Iets als alleen-heid is niets. Zoodus is er verscheidenheid der dingen en dus ook ongehjkheid overal ... ook in het goede en het kwade,.. . ook in het leven van de maatschappij. Ook dit had een onzer denkers al spoedig ontdekt. Daarom schreef hij een boek, een wetboek voor de onder- 1 linge samenleving der menschen. Dit boek < begint aldus : — « Aile dingen die er zijn hebben in hun wezen een kracht die hun de macht geven om te bestaan. De menschelijke macht is zijn geestkracht. Deze geest moeten wij aanwenden als macht tegenover ailes wat rondom ons is en dit kunnen wij slechts dan, wanneer wij deze geestkracht waarvan elkeen en ailes een weinig bezit, tôt eenheid brengen. Want alleen door éénheid te brengen in het menschelijk denken zullen wij door deze geestkracht ' machtig zijn om ons te kunnen verdedigen tegenover de machten 'n de natuur, hetzij plant, dier of ander element. En zoo is gebeurd. lu het menschbestaan . is het zoo gegaan.... en gaat het nog. En ailes wat leeft volgens deze wet is machtig. Heerscht er eenheid in het huisgezin, de familie verbetert. Is er eendracht in een stad < of land, er is vooruitgang, kracht en macht < Herleest de geschiedemssen der vroegere ( en nu bestaande staten, gij zult steeds zien ] dat slechts-één samengebtelde eenheid macht 1 geeft, vooral wanneer leiders en geleiden zich hiervan bewust zijn. ' Ik Li-Ping-pang, die de geschiedénis ken : van mijn land, het eens zoo machtige Hemel-sche rijk, mag u dit, Sinjoor of Vlaming en Belg wel eens zeggen, want naar vreemden wordt eerder geluisterd, omdat men van i vreemden ook ailes meer ziet of weet dan van zich zelf. Zoo toch waren mijne eerste gedachten, gewaarwordingen en indrukken die ik bij ] mijne kennismaking tijdens mijn eerste rond- ] dwalen in Antwerjben verwerkten. 1 De geleerde man die in zijn wîjsheid mij < uit heeft gekozen om door de wereld te ; zeizen om er kennis en wetenschap op te ( doen, opdat ik later mijn volk veel zou kunnen vertellen.gaf mij den raadbij het afscheid : | — « Gedenk steeds, mijn uitverkoren zoon, , dat wanneer gij in het vreemde land der , blanken komt, gij dan het eerst zult opletten hoe die witte menschen hun huisdieren be-handelen, want hij die goed is voor dieren zal minder beestigheden begaan. .. En alzoo heb ik gedaan. Doch ik ben verwonderd blijven staan, 'k heb wel veel menschen, maar weinig dieren gezien. Komt dit omdat uw land een land is zonder zonneschijn ? 't Moet dit wel bijna gelooven. Uw lichten zijn grijs en bewolkt. De Oktobermaand is koud, 's avonds hangt er al vroeg een zware dikke mist, geen ster-vplinff v.ipf- mon dwalen. Hoe zal het lever, h tr dezèu wiiuei ~:jiï ? Zou ailes wat weg kan de menschen en uw stille stad ontvlieden. Ik denk het wel, want pas was ik hier in de eerste Octoberdagen, of ik zag de zwaluwen hunne nestjes geza-menlijk bijwerken en het gaatje bijkans dicht-kleemen, opdat de musschen er geen bezit van zoaden nemen tijdens hunne afwezigheid, nu zijn de vlugge insektenhappers, dit gure oord ontvloden naar het land van zonneschijn. Ja ik vond het droevig, hier in die havenstad die, volgens het zeggen bij ons, a een handelsdrukte moest hebben gelijk aan ons Shanghai. Doch een mensch moet zich aanpassen en gewennen aan ailes. En na enkele dagen van dolen en dubben, werd ik het Woord van mijn wijzen leermeester gedachtig, omdat het / toeval mij in kennis bracht met heer professor n Hans. Ik heb in mijn heel groot machtig v Chineesche rijk nog nimmer zoo 'n gekultuur- n den brillenkijker ontmoet. 'k Zal er u later — n voor dat ik weg trek —, wel meer van vertel- 1< len, 'k ken den man nog te weinig, doch wat ik al van hem heb geziei zal 'k u zeggen. a -rmS*. ! Ziet, hij is meester over 'n paar honden, en omdat Bobbie nu met Bello wilde spelen werd heer professor zoo kwaad, dat ... datik maar wegtrok en daeht van zulke onderwij-zers zullen wij niet veel goeds leeren, Maar door dit voorval kwam ik tôt het besluit het hondenleven bij u eens wat meer van nabij te leeren kennen. Heel tipiesch vind ik het, dat er bij u zoo veel soorten menschenredders worden gevon-den die niet in staat zijn menschen te redden. De namen van al die soorten ken ik nog niet, maar eer ik wegga zal ik ze weten, dat is zeket Wilt ge weten waarom ? Luister. Wij zonen van het Hemelsche rijk leven . eenvoudig en zijn met weinig tevreden, doch het gebeurt wel eens dat droogte of over-strooming de rijstvelden verwoest en dan is er hongersnood. Nu heb ik al vernomen dat in Europa veel zwijnen- en hondenvleesch wordt gegeten, zoodus moet ik bij u leeren, welks soorten of welk ras het best en het smakelijkste vleesch oplevert. Nu moet ik u ook openhartig bekennen dat gijlieden er goed slag van hebt om op een goedkoope manier aan worst te komen. Wat kan een chinees van u toch veel leeren. Ja, ja, mijn wijze raadsman had gelijk mij het eerst naar deze gewesten te zenden. Ziehier hoe of ik dit in mijn dagboek heb opgeteekend. — « In een der straten van de buitenwijken om Antwerpen wordt 's morgens en in Bor-gerhout 's achtermiddags een bak met het huishoudelijk afval nedergezet 'en door de eigenaars uit onachtzaamheid vergeten." e Vierpooters met een verfijnd snuffelaars-d orgaan rieken aanstonds op verren afstand de heerlijke uitwasemende geuren en weten e dan uit huis of kot terstond te ontsnappen, n 1° om wellicht ;èts te vinden wat thuis niet [t wordt gegeven, 2° om er een kameraad te zien. h Na verloop van een kwartierke is dan zoo 'n vuilnisbak doorsnuffeld omgewoeld en n soms omgeworpen en begint de kennisaan- L A 1 knooping of wel het kameraadschappelijke 1 honden gespeel. Dan lachen en loopen of s bassen en springen de vierpooters, dat kin- ) deren en grooten, die toevallig door deze j stille buurten komen, blijven staan om het ; gestoei gade te slaan. i En hebben dan na spelensmoe stoeien de blaffers vriendschap gesloten, of rusten zij ] een wijle, alvorens afscheid te nemen en < verder te gaan, dan is het oogenblik gekomen i voor den man met de zak. Dan zie ik bewe-ging komen bij de toeschouwers ; dan hoor ik de kinderer. roepen — « stil ! de hondendief is dààr — ». Dan zie ik .....de keffers met hun staart tusschen de pooten loopen zoo hard zij kunnen, loopen gaan ....en een heel eind verder blijven staan ...wat blafifen, juist gelijk straatjongens... Want honden en kinderen hebben een instinkt dat hun vrienden van hun vijanden doet onderscheiden. Zouden aile grooten dit ook nog wel kennen ? Lari. UIT BORGERHOUT Borgerhout, vroeger reeds zoo innig met Antwerpen verbonden, schijntsindsde laatste maanden met de handelsmetropool als 't ware versmolten. Van de bloeiende voorstad met haar 5o.ooo inwoners, haar handel en nijverheden, haar zelfstandig en bedrijvig leven, hoort men nog slechts zelden gewagen. Zoo is het overigens ook gesteld met de andere gemeenten der Antwerpsche omge-ving. Alhoewel deze in ruime mate den terug slag ondervinden van het noodlot waaronder de Scheldestad gebukt gaat, is en blijft deze laatste toch hoofdzakelijk het voorwerp der openbare bezorgdheid. Zulks moet ons niet verwonderen. Antwerpen is als de zon wier schittering over heel den omtrek licht, warmte, leven en vrucht-baarheid zendt en op wier ondergang alom dood en duisternis volgen. En stelt de zon niet steeds de kleinere sterren in de scha-duw ?... Men zal het echter den Borgerhoutenaar gereeaelijk willen vergeven dat hij, schoon vol meewarigheid voor de tijdelijk onttroon de « Koningin der Schelde », toch ook een kommervollen blik werpt op den toestand in zijn eigene -gemeente. En die toestand, mer. moet het bekennen, is niet opbeurend. Ver geefs zoekt men hier nog naar uitingen van den volksgeest of naar beweging op kunst-letter- en wetenschappelijk gebied. In Borgerhout bestaan geen dagbladen meer, geen volksmaatschappijen, geen kunstkringen,geen zang- muziek- of turnvereenigingen, noch iets van al datgene waardoor de menigte haar gemoedsroeringen openbaart. Gaat hier het dagelijksch leven, dat is te zeggen : de strijd om het stoffelijk bestaan, nagenoeg zijn gewonen gang, hebben de bewoners zoo-veel mogelijk hunne bezigheden hernomen, heerscht in onze straten schier dezelfde beweging als voorheen, zoo mangelt het ons toch aan opgewektheid «n verrichten wij onze taak eerder werktuigelijk. De luchtjàoven ons en rond ons is niet meer vervuld met dat vroolijk geroezemoes getuigend van de ar-beidskoorts, de gewillige inspanning en de zelfvoldaanheid eener naastige en welvaren-de bevolking. Dergelijke staat van zaken is, dur.kens ons, zvraarwichtig genoeg opdat men er eene wijl bij vertoeve en pogingen aanwende om er in te verhelpen. Wij willen daarom in dit blad van tijd tôt tijd eene kronijk aan onze dier-bare gemeente wijden en alzoo trachten haar eenigzins te ontiukken aan de vergetelheid waarin de omstandigheden haar gedom-peld hebben. Misschien gelukt het ons onzen medeburgers eenige verstrooiing te bezorgen en hunne gemoederen een weinig nn tp. hpnrpn « De buitengewone ontwikkeling van het nederige dorp Borgerhout, na verloop eener halve eeuw, doet ons onvrijwillig denken aan die Amerikaansche steden, welke als bij too-verslag uit den grond oprijzen en wier ontwikkeling aile gedacht te boven gaat ». Zoo schrijft de heer Stockmans, archivaris onzer gemeente, in zijn terecht geprezen werk Deurne en Borgerhout sedtrt de vroegste tijden tôt heden. Als men nagaat dat Borgerhout ten jare i836, bij de afscheiding van Deurne slechts een goede vierduizend inwoners telde, terwijl zijne bevolking nu ongeveer vijftig-duizend zielen bedraagt, dan kan men niet anders dan het gevoelen van M. Stockmans j beamen. Ook onder opzicht van openbare werken, gezondmaking en verfraaiing heeft Borgerhout gelijken tred gehouden met zijne ontwikkeling. Wel is waar, sommige wijken hebben gedeeltelijk hun ouderwetsch uitzicht behouden en men kan er nog enge straten en stegen met lage, bouwvallige en ongezonde woningen aantreffen, doch de verbetering van dien toestand is een loutere tijdskwestie. Men breekt niet een gansch dorp ineens af om het in een nieuwen trant herop te bouwen. Wie eene vergelijking wil maken tusschen het Borgerhout van i836 en dat van igi5, zal verbaasd staan over het reuzenwerk op die tachtig jaren verricht. En hoeveel goeds en nuttigs heeft de oorlog hier als elders niet belet tôt stand te komen ! Ja, de Borgerhoutenaar mag fier zijn over zijne geboorteplaats; zij is waardig de voorstad te wezen van het schoone Antwerpen, Breede, reine, welge-kasseide straten met sierlijke voetpaden beginnen stilaan de smalle, hobbeligc en slijkerige wegen van vroeger te vervangen. Fraaie en luchtige woningen nemen nu de plaats in der onooglijke, vuile, middeleeuw-sche krotten, ware pestholen en broeinesten van allerlei kwalen. Ook onze openbare plaatsen als de Carnot-Ivruger- Kox- en Groeningherpleinen hebben een aangenaam uitzicht gekregen. Er is gezorgd geworden voor een behoorlijke straatverlichting, voor gezond drinkwater, voor brand- en reinigheidsdiensten, zonder te spreken van andere instellingen als de policie, de vleeschkeuring, enz. die vermeer-derd, verbeterd of teenemaal heringericht zijn geworden. Zeker is dat ailes nog niet vol-maakt, doch laat ons geduld hebben en den wagen niet voor de paarden spannen. XXX Wat Borgerhout kenmerkt, is het behoud van zijn oorspronkelijk Vlaamsch karakter. De Borgerhoutenaar is Vlaming van kep tôt um^néVv'àn^ o'p'éniljk"' iiîiy^ën "te gevën'.'Men denke slechts aan de Vlaamsche feesten en betoogingen, welke hier vôôr den oorlog zoo dikwijls plaats grepen. Een Verbond der Vlaamsche M aatschappijen kwam zelfs, ettelijke jaren geleden tôt stand met het bepaald doel de inrichting van Vlaamsche feesten te be-vorderen. De stichting van dit Verbond hetwelk kringen en genootschappen van verschillende politieke kleur omvat, is er wel een sprekend bewiji; van hoe sterk de Vlaamsche overtuiging der Borgerhoutsche bevolking moet wezen, vermils zij hâar toelaat, iedermaal onze taalrechten op het spel staan, haar voorliefde voor de een of andere onzer politieke partijen ter zij te stellen. Borgerhout is ook door en door Vlaamsch in zijn bestuur en dit is een pluimpje, hetwelk onze gemeenteoverlieden fier op hunnen hoed. mogen steken. In Kamer, Senaat en Gouw-raad hebben de Borgerhoutsche gekozenen eveneens immer wakker den Vlaamschen taalstrijd gestreden. Het « reuzendorp » is de bakermat geweest van menig Vlaming van aanzien, politiek strijder of letterkundige. Dat Borgerhout een zuiver Vlaamsch ge-west is, bewijzen bovendien de opschriften zijner herbergen, winkels en handelshuizen, de namen zijner straten en openbare plaatsen. Een lpffelijk denkbeeld der overheid is het geweest bij de opening van nieuwe straten de beroemde mannen, wier nagedachtenis iederen Vlaming duurbaar is, te 'herdenken, b. v. b. Ledeganck- Guido Gczelle- Albrecht Rodenbach- Jan De Laet- Karel Geerts-Jaak De Braekeleer- Cronjé- Bothastraten en meer andere. Ook in zijn dagelijkschen handel en wandel, in zijne gesprekken, in zijne uitspanningen, thuis en elders, legt de Borgerhoutenaar eene rondborstigheid, eene gemoedelijkheid en eene onbevangenheid aan den dag, welke hem als een erfdeel door de Vlamingen, zijne voorouders, zijn nagelaten. Op deze uitmun-dende hoedanigheden willen wij in een vol-gende kronijk terugkomen. Arno. Voor 'î Kind van den Soldaat Gestort oj> het bureel der « Zondagsgazet » Mai'ia Hermans fr. 1.50 Naamloos 0.50 Naamloos 0 25 DIERENTUIN Kinematografische voorstellingen Het Bestuur der Koninklijke Maatschappij van Dierkunde had zijne leden op Zaterdag 16 October uitgenoodigd op de eerste der Kinematografische voorstellingen, welke voortaan elken Zaterdag avond en elken Donderdag namiddagzullen gegeven worden. Het was te verwachten dat bijna ieder lid deze voorstelling zou willen bijwonen.De ruime zaal was dan ook opgepropt van volk,al de ^itplaatsen waren ingenomen, de marmeren zaal stond vol volk en een evengroot aantal personen kwamen even kijken en gingen weg omdat er geen zitplaatsje meer open was. Het Bestuur der Maatschappij, dat de ge-woonte heeft ailes op puike wijze voor te brengen, was wederom niet ten|achter geble-ven en had voor een keurig programma

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes