Het Kortrijksche volk: katholiek volksgezind weekblad

2157 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1914, 19 April. Het Kortrijksche volk: katholiek volksgezind weekblad. Geraadpleegd op 18 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/mk6542k824/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Het Lortrijksche Volk Katholiek Volksgezind Weekblad Tiende jaargang. — JNf 16 Zondag 19a April 1914 IXSCIÎRIJVLW ,, I in stad, 2.50 fr. .. I in stad, 1.50 fr. voor een jaar , , , voor een half jaar , , , „„ I buiten stad, 3 fr. I buiten stad, 1.75 fr. Pi'îjs per nummer: 5 cent. Gesticht BOEK- & STEENDRUKKERIJ aGewone en Praehtuitgaven J. VERMAUT, drukker-uitgever in 1b52 Langesteenstraat, 28, Kortrijk. — Tel. 204 Gewone aankondigingen : 30 cent, de reke. Rechterlijke aankondigingen : 1 fr. de reke. Groote en langdurende aankondigingen volgens overeenkomst. Voor de aankondigingen buiten de twee Vlaanders, zich wenden tôt Agence Havas, Martelaarsplaats, 8, Brussel — Bsursplaats, 8, Parijs— Cheapside, 113, Londen KROJMEK over de KLEINE BURGEHIJ Eindelijk zijn de kleine burgers, ambachtslie-den en neringdoeners, gaan inzien dat het tijd wordt de handen uit de mouwen te trekken; en dat het beter is zelf te werken voor eigen ver-betering, dan gedurig maar te schelden en te batteren op de werklieden, die door ontwikke-ling en aaneensluiting, hunnen stand zoeken te verheffen. In aile steden en ook reeds in vele dorpen van België, inzonderheid van West-Vlaanderen, zijn in de laatste tijden burgerswerken tôt stand ge-komen. In West-Vlaanderen onder andere zijn die werken reeds tôt een provinciaal verbond vereenigd, dat zijn zetel heeft te Brugge, St-An-naplaats. Wel Eerw. heer P. Allosery is er de ijverige bestendige secretaris van. * * f In vele steden en dorpen van West-Vlaande-Ten zijn werken tôt ontwikkeling voor kleine burgers ingericht : handelleergangen en vaklessen, waar de belanghebbenden ailes van kennis en vaardigheid kunnen opdoen, wat hun voor hun bedrijf bekwamer maakt. Met die inrichting is veelal verbonden het werk van den leer'âjd, dat vooral de praktische "vorming der leerjongens behartigt, en zoo het ambacht tracht te verbeteren. Ook nauw verwant met die inrichting is de samenkoop van klein getuig geschikt om goed-koop betere, snelwerkende machienen te bezor-gen.Al deze werken worden mild door den staat ondersteund. ¥ ¥ ¥ In a en sc.hoot van den Burgersbond, worden ook stilaan vakvereenigingen, echte ernstige syn-dikaten mgericht. Zoo bestaan reeds in meer dan ie pi is bakkersbonden. Te Brugge richtte men in den bond der bleekers. Ook de kloef-.»b<3zen van gëheel West-Vlaanderen zijn reeds vereenigd. In al deze vereenigingen worden de thans nog algemeene heerschende broodnijd, door liefde en onderlinge verstandhouding ver-vangen. Ja stilaan komt men reeds tôt samen-werking, in samenverzekering, samenaankoop, enz. Op dien weg is er voorzeker voor de mid-denstanders veel profijt te vinden. Dat ze dus maar moedig, verstandig voortdoen. * * * Ook nog, wordt er door 't secretariaat gedurig propaganda gemaakt : propaganda .voor de gedachten van ontwikkeling en organisatie; propaganda voor de werken. Geen Zondag schier gaat er meer voorbij, zonder dat de secretaris of andere voormannen van *t Verbond voordrach-ten houden om de middenstanders tôt ontwa-ken, opstaan, en meedoen op te roepen. Daarbij geeft het Verbond nog een maand-schrift uit De Kleine Burgerij (secretariaat Sinte-Annaplaats, Brugge) in hetwelk ook gedurig voor de organisatiegedachten wordt geijverd. In de laatste tijden, drukte het fel op he't be-talen der rekening met gereed geld. Hierover moeten we nog een woord in t bij-zonder zeggen. * * * In een artikel, in genoemd blad verschenen, worden volgende droevige feiten vermeld : In Den Haag, ging een huis teweeg failliet om-dat het onmiddelijk 125 gulden niet kon be-talen, terwijl het misschien voor 10.000 fr. op zijn boeken staan had! Eene dame uit den hoogeren stand stoefde er op dat ze een nieuw zilveren « tafelservies » ge-kocht had met den intrest van 't geld dat ze hadde moeten bezigen om hare leveranciers te betalen ! Een winkelierster uit Henegouwen was over-tijd ook met failliet bedreigd. Ze had nogthans 18.000 fr. te goed voor waren, sinds 2, 3 ja 4 jaren geleverd! De secretaris van 't Verbond onderzocht nog kortelings de boeken van een winkel, waar er in eene maand voor 2000 fr. verkocht was, waar-van echter slechts 34 fr. betaald waren. Zoo zitten gedurig veel winkeliers en am-bachtsmans in nesten, door den uitstel der beta-ling vanwege de kalanten. Een wet van 1n Mei 1913 komt hier de kleine burgers reeds eenigszins ter hulpe door te bepa-len dat de achterstallige schulden na drie maan-den wettelijken intrest opbrengen. Hier nu weer bewijst het Verbond der burgerswerken, groote diensten aan de midden-standen : 1° Het ijvert om die wet aan aile belanghebbenden bekend te maken. 2° Het geeft de leveranciers macht (door een-dracht) om de wet te doen toepassen. 3° Het zoekt in al zijne afdeelingesi een dîenst in te rich'cen van schuldvordering. Zoo deed het te Brugge in 1913 reeds gewillig 9000 fr. binnen-komen.* * * Lezers middenstanders, sluit u aan bij het Verbond der burgerswerken! Richt afdeelingen er van in, in uwe dorpen en steden!... En wij allen : laten wij die werking van ontwikkeling en organisatie der kleine burgerij steu-nen; bepaald hoaar helpen op het gebied der comDtante betaline! 7Je de vierde bladzijde JSelangrijke arlikels. Leest en verspreidt ons blad. K unstkr oniek Over de eerste opvoeringen van «Verrezen » te Rousselare. « Verrezen » was met groot geweld aangekon-c:igd en besproken. 't Moest iets grootsch zijn, zei-den de mannen van Rousselare. Ik kwam dan op 2n Paaschdag en 'k verwachtte iets grootsch : zoo eischte 't mijn opgezette verbeel-ding en de uitgesprokene belofte. 't Moest mij geweld aandoen, ik beken het recht-zinnig, om bij 't enkel lezen van « Verrezen » mach tige gemoedsaandoeningen te gevoelen. 't Is een bijbelstuk, duidelijk geschreven in sierlijken verzen-bouw. Daar zijn, o zulke fijngedichte beschrijvingen; een echt kunstig kunstwerk of lief-bloeiend bloemen-prieel, daar zijn ook fijn aangelegde karakters, niet enkel aangelegd maar ook goed doorwrocht, als dat van een Crispus en een Terpnos : maar toch daar tnïst, me dunkt het evenwel zoo, een eenheidslijn dat 't gansche spel doorloopt, en allen, 'k zegge : allen : en Pilatus, en Marcus, en Philos, en Crispas in een groote dramatische daad verbindt en tôt één doel leidt. Zie dat was mijn indruk bij 't eerste en 't tweede nalezen van « Verrezen. » ; 'k Ging dan ook wat sceptiek naar de opvoering : ik meende het, rechtzinnig waar, wat overdreven al 't geen ik erover hoorde. Maar... die heerlijke opvoering van tweeden Paaschdag heeft me zoo fel aangegrepen, dat ik het aidop moet verklaren, dat Jozef Vandenberghe een aeerlijk stuk geschreven heeft, dat Maurits Henderick op dat stuk verrukkende muziek dichtte, en dat Rousselare dat prachtwerk in een glanzenden kader omlijst heeft. Proficiat ! Rousselare ! Proficiat ! Nooit zag ik een heerlijker opvoering : nooit zal M' er nog zoo eene zien : en blijft « Verrezen » aldus opgevoerd, 't staat ongetwijfeld aan de spits van aile tooneelwerk op dat gebied. Daar ontbrak niets ! Een weelderige pracht van décors ! Een vleiende blijheid van kostumen en kapping ! Een aangrijpende en streelende macht van orkest en zang. Een volmaakte handeling en voordracht van too-neelisten ! Nog eens : Proficiat ! Wij voelden 't wel dat de Rousselaernaars met een ware piepeit dat werk hunner stad bereid hadden, en met een ware fierheid hun werk voor 't publiek vertoonden. Dat mochten zij ! Geen stad zou zoo iets dergelijks aandurven, en geen stad zou ooit zulk een werk .aldus tôt stand brengen ! Dat bewijst echten kunstzin bij dat volk, en dat verraadt aanhoudende edelmoedigheid en liefdevolle offerveerdigheid bij zoovelen, die, geen beroeps-spelers, na den last van 't dagelijksch werk en rei-zen, zulk een grootsch kunstfeest kunnen bereiden ! 0 konnen wij dat overal zien ontstaan en bloeien: welk een deugd zou daarvan uitgaan. Anderen zullen waarschijnlijk, elders dan in een weekblad, de letterkundige weerde van « Verrezen » bespreken en misschien wel... eenigzins betwisten. Dit alleen bewijst reeds de voortreffelijkhëid van 't werk. Nu ontbreekt plaats en tijd, en daarbij de redactia vroeg me enkel een oordeel over de opvoering. Toch wil ik eventjes twee zaken aanduiden. 't Eerste : Pilatus, de hoofdfiguur van 't eerste bedrijf, de tragisch lijdende Pilatus moest voort de leidende drager gebleven zijn van gansch het drama. • 't Tweede : Marcus, de verrezene naar de ziel, moest medehelpen om de wroeging van Pilatus meer tragiek en kwelling bij te zetten. Zoo ware 't spel meer drama geworden en 't zou meer eenheid gevonden hebben. Maar ook die opvatting kan anderen, en misschien wel allereerst den dichter min bevallen. Over de muziek, ben ik min bevoegd. 'k Herhale enkel 't oordeel van bekwame technici, en fijnproevende kunstliefhebbers, die beweerden dat Henderick de man is om voor 't tooneel veel muziek te maken : hij dicht voor de scene en bere-kent wonderwel de effecten en de bewegingen : hij maakt zangerige melodieën. 't Geheele heeft mij en de 600 aanwezigen van 2en Paaschdag uiterst wel bevallen... en kon ik, 'k ging nog eens den 26 April, maar dan zal de zaal te klein zijn en daarom sta ik mijne plaats af aan... X. Vrijheid of verplichting. In « Het Volk » van Gent moeten ze tegen-woordig door eene soort van dwangmanie zijn aangetast, want in zake van sociale verzekering schrijven ze tegenwoordig zooveel onzin, dat g'er zoudt van loopen gaan 't Loopt de spuigaten uit, zouden de Hollanders zeggen. Aan groote slagwoorden ontbreekt het niet, maar wel aan gezonde redeneering. 't « Volk » stelt het zoo voor, dat de verplichtende verzekering van de menschen Staatsslaven gaat maken, wezens zonder vrijheid, en met al de schoo-ne instellingen van vooruitzicht en broederliefde Paaschverhaal. Verriizenis. Een mensch stond bij het avonduur te mijmeren. Geur van bloemen steeg uit bonté perken rondom hem op, als wierook van het avondoffer. De zon zonk rood als een gloeiende bal achter de boomen die in jeugdig groene bladeren ontbotten; Een zacht avondwaas steeg uit de watervlakken, rond het oude slot. Staren deed de man, met de oogen naar die verten vol licht en helder rood... en denken deed hij aan die andere werelden van onuitdoofbaar licht en zonneglans daarboven, daarachter of daaron-der... Waar ?.. Waar is dit onbekende oord waar de ziele naar haakt als naar haar eigen lucht, waar zij leven zal ! « Wat baat het den mensch, gansch de wereld te winnen, als hij ten laatste zijne ziel verliest !... fluisterde hem de avond in het oor... Waar is dan die plaats, zuchtte zijn hart, waar die rustelooze ziel eeuwig leven zal ?... Traagzaam zag men hem bewegen en binnengaan in zijn oud slot... Dien avond at hij niet. Zijne vrouw, hierbij verwonderd, vroeg : Wat begeert gij dan, lieve man ?... — Ik begeer... het eeuwig leven, antwoordde hij,... zoek eerst het eeuwig leven, en al 't andere zal u toegeworpen worden. » De nacht kwam : zijn geest rustte niet. Hij dacht op de diepe heimelijk-heid des levens. Hij stond op en ging buiten denken onder 't geruisch der zilver bedauwde lenteblaren in den maneschijn. Zacht verlicht lag de wereld en toch mysterievol vôôr hem,... « Ik wil mijne ziel redden, dacht hij, uit den eeuwigen dood, uit den eeuwigen ondergang ! » 's Morgens maakte hij zijn pak— « Ei wat is dat, man ? » vroeg zijne vrouw. « Ei wat is dat vader » smeekten zijne kinderen... « Waar gaàt de reis heen ? » — Op zoek naar het eeuwig leven, ik blijf hier niet langer in deze plaats van den dood... Ik zoek het land der verrijzenis ! De menschen riepen hem na : « Die man wordt gek! » — Ei, wie dwaas is voor de wereld zal wijs zijn voor God, was het antwoord, en de man ging voort. * * * En hij kwam in de stad « Wereldsche Weel-de » Het was op een avond. Zij was omgeven met rood aureool en schaterlachte van uitsproetende geilheid. Zingenot zong hem van verre vleiend in de ooren. Afgemat kwam hij toe : Is dit de plaats der verrijzenis"? — vroeg hij. Een man antwoordde hem : Neen, vriend ; die ligt oneindig ver, oneindig hoog, achter oneindige woestenijen. Doch ga niet verder. Ik ook beproefde den tocht... Hier is men gelukkig in de stad der « Wereldsche Weelde. » Godinnen zweven over de stad en beschermen haar. — Helaas, zei de Wereldvluchtige, ik wil verrij-zen... Ik ben nog jong en mijn ziel drijft mij tôt ho-ger streven, tôt verrijzen... — Uitgemergelde man... lachte de vreemde, gij sterft langs de baan... Gij hebt honger... uw kleed is versleten... uw baard is slordig... blijf hier... Even zongen godinnen in de avondlucht en klank van snaren en muziek stierf in de verte, verlokkend. « Ach wat ik doe begrijp ik niet, zuchtte hij, het kwade dat ik niet wil doen, verricht ik... Wie zal mij verlossen van dit lichaam des doods ! (H.Schrift) Hij ging bezwijken. Doch er ontstond in hem een licht... onsterfelijke weedom rees op in zijne ziel. Nader zweefden de godinnen... De Wereldvluchtige wierp de armèn open en vluchtte henen... De stad week en haar geruisch verdoofde. Hij stapte door de duisternis, vol kommer en moedheid en « geen steen hebbende om zijn hoofd daarop te laten rusten. » De lucht bleef gesloten grijs onder den dag en de nachten vlogen als zwarte raven over zijn hoofd aan den hemel. Hij had honger... door zijne maag woelde er iets als snijdende messen.., Hij bezag den verren ge-zichteinder... Een mensch « Moedeloos » genaamd zei hem dat het Rijk des Hemels nog zeer verre was en de Wereldvluchtige viel ontzield neder op het pad. En stil was ailes... Een wild dier brulde in het verre struikgewas dat bij plekken de woestijn be-dekte...Een momik kwam langs daar gegaan... en zag den man liggen wiens oogen half open keken zoo vol van eindeloos wee. — Wie zijt gij, vriend ? vroeg de Wereldvluchtige. — Ik ben « Thomas van Kempen » was het antwoord, ik zoek de menschen op die reizend moedeloos nedervielen. Ik spreekvan « den Heer die ver-sterkt in dagen van verdrukking... Kom tôt mij wan-neer het u niet wel gaat... Zeg « Uw wil geschiede.» (Nav.) — Ik kan toch nimmer komen in het Rijk des Hemels, dacht de Wereldvluchtige. Het is te ver ! — « Wanneer gij meent verre van mij af te zijn, dan ben ik vaak het dichtst nabij... Het uur is ge-komen van beproefd te worden... De leerling staat niet boven den Heer ! » (Nav.) — Welnu dan wil ik opstaan... Ik wil mijn leven tôt het eeuwige verheffen... Aile andere arbeid is tôt den dood bestemd. Hij richtte zich op en stapte vooruit, lijdend, âoch « roepend tôt den Heer uit zijne diepten » Na langen tijd gegaan te hebben kwam hij weer aan een plaats waar menschen wonen, de stad « Hoog-moed » Mammon was er koning, samen met Baal, den god der menschelijke wijsheid... De menschen gin-gen er prachtig gekleed, glinst^rend van goud en diamant. De Wereldvluchtige ging binnen de muren, met voeten die bloedden, kleederen die stuk gescheurd waren, en slordige haren. De Stad misprees hem. Iemand nochtans zag hem aan : Een overste der stad, die ook roem najaagde. — « Mensch, met bloedende voeten, hoe is uw naam » vroeg hij. — Ik heet « Wereldvluchtige, was het antwoord. — En hoe komt gij hier van zooverre ? — Wijsheid zocht ik als een schat ! (H. Schrift) — Gij zijt dan ook een wijze... laat ons gaan naar de vergadering der geleerden... Blijf met ons. Het hart van den Wereldvluchtige ontstelde. Hij ging echter mede. In de groote zaal troonde de menschelijke wijsheid. Mannen met gestrenge gelaatstrekken spraken er over wereld en leven, en lot en vrijheid en andere vragen vol duisterheden en lichtstralen. Een zeke-re ontmoediging en droefgeestigheid hong over de halfdonkere zaal... Niemand kende er het antwoord : Liefde. 's Avonds na de vergadering wandelde de Wereldvluchtige alleen langs de banen der stad. De Evangelist Joannes kwam hem te gemoet en sprak hem berispend en zalvend : Waar doolt gij hier rond, ellendige man. Is hèt hier de baan ter eeuwigen leven en ter Verrijzenis ? — Heer, ik zoek hier de Wijsheid. — Zoek haar niet in de stad « Hoogmoed ». Veel te weten behoeft ge niet. Veel te beminhen, daar komt het op aan. Veel beminnen doet wijs worden. — Heer ik was echter moede en bijna dood in het zoeken naar het Land der Verrijzenis. — Liet de Heer des Levens en der Verrijzenis zich niet vermoorden om uwentwille ? — Ik voel het ook.... Welnu vooruit, wel lastigis de strijd, doch liefde maakt hem zacht. Weerom ging de Wereldvluchtige moedig vooruit. Dagen vlogen. En hij kwam aan een Berg. Ziek was hij geworden en zijn hoofd was vol pijn. Zijn ziel was weer vol droefheid. Zijn adem brandde.... en die berg teeken-de zich hoog af aan den avondhemel als een reuzen-spook.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Het Kortrijksche volk: katholiek volksgezind weekblad behorende tot de categorie Katholieke pers. Uitgegeven in Kortrijk van 1905 tot 1936.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes