Het nieuws van den dag

1326 0
15 december 1918
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1918, 15 December. Het nieuws van den dag. Geraadpleegd op 29 maart 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/xg9f47j96z/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Vier-en-dertigste faargang. — Nummer 25 Voorloopig 10 centiemen per nummer Brussei, Zondag 15 en Maandag 16 December î9î mirn—T—IWI m ¥I II éh II Mil mimiuh iimi—mimii ni »mni i ninn ■ i - HET NIEUWS VAN DEN DAG aankondigingen Per kleine regel 1 tT- Tusschen de Nieuwstijdingen, per regel 3 en 4 fr. Sterfgevallen per regel 3 fr. bestuur en opstel! Zandstrast, 16 TELEFOON 171 DAGBLAD Gesticht door Jan HTTYGHE bureel DER KLEINE AANKONDIGINGEN : Zandstraat, 6 TELEFOON 7948 abonnementen : De prijzsn zullen later vastgesteld worden. Het Stemrecht der Vrouwen 1 Ter loops hebben wij vroeger ai verklaard. Bat indien het stemrecht algemeen wordt yolgens den regel « één man, 'ééna stem », de vrouwcn evenveel recht als de mannen Imoeten verkrijgen en ook ffioeten mogen kio-ten. Het ééne volgt uit het andere, en een bprechte algemeenneid mag tiiemand uitzon-Ideren. Ziehier waarom. De eerste reden is opgegeven door M. VV îl-6on, président der Vereenigde Staten, in de jBoodschap die hij maandagi 2 december, in het amerikaansoh kongres afgelezen heeft ïîandelende over den arbeid der vrouwen ge-Idurende de verloopen kriigsjaren, zei hij : Het inste wat wij kunnen doen voor onze vrouwen, die zich op aile gebied zoo bekwa&m getoond hebben als de mannen, is hon de-jselfde politieke rechten toe te kennen als ban de mannen. En zoo dit waar is in Amerîte^ dan is het Hiet min waar in Bslgië. Het zijn immers niet alleenlijk onze dappere (oldaten die in den oorlog geleden en gestre-ûen hebben, en tôt den eindelijken triomf tnedewerkten : het is geheel de burgerlijke bovolking in het bezette gebied, die door Jxaren moed en haren kranigen weerstand ban de duitsche dwingelanden, do bewon-Uericg der wereld afgedwongen heeft, en op haro wijze den vijand overwonnen heeft in het tegeuwoordige, en het opbeuren des Va-Iderlands voorbereid heeft in het toekomende. X>e uitzonderingen van lafanrds, yerraders, verklikkers of cpkoopers laten wij hier na-t-uurlijk van kant: stellig isjnet dat ons volkv jn zijne algetneenheid, ontembaar geweest is, cvenals onze jongens aan den Yzer. Welno, die ontembare fierheid, die aan Hen gouverneur von Bissing mat razernij zeggen deed: « de Beïgen zal man nooit kunnen verduitachen », is eerst en voorai te wij ton ban de huiselijke opleiding dor familiën, waar met het geloof in God en Kerk, de zuiverste gevoolens van eer en vaderlandsliefda inge-prent worden. En aan den huiselijken heerd is de vrouw de vorstin; de moeder is daar, die hare kinderen met hert en ziel kneedt Tan jongs af, en ze naar haar evenbeeld echept. Voorwaar zij was weerdig hare stem te laten hooren in de kiezingen, de moeder (die onder den oorlog ons eens zegde: — « De heb vier zonen: twee vechten aa.n den Yzer, en een onder hen is al gekwetst geweest; mijnen derden zoon heb ik zelf over de hol-iauosche grens naar het front gezonden; en mijn vierde zoon bereidt zich om den zelfden weg in te alaaa. G-od zegene hen, want zij kwijten hunnen plichtl » Zij was ooik weerdig haren invloed in onze kiezingen te doen gelden, die vrouw van eenen werkman, ingelijfd in het léger, die in de bange dagen van den oorlog, door ont-beringen van allen aard en lastigen arbeid, met netgeen zij verdiende en met do geringie hulp die ze van liefdadige weldoencrs kreegi, hare vijf kinderen in eer en dengd opvoedde. iW'elk een onschatbaren dienst bewees zij aian ons VaderlandI En is hare zelfsopoffering de belooning niet weerd, waar président Wilson van spreekt in zijne Boodschapî En zulke vrouwen zijn er met duizenden en duizenden in ons land, dat er te recht fier mag op zijn. En in de kleine burgerij, die misschien erger nog dan de werkmansstand onder den oorlog geleden en gevast heeft, hoeveel moe-• lâers zijn er, die in hun gezin den moed van vader en zonen mœsten opbeuren, en met deze taaie standvastiçheid, welke ons vlaamsch vo": eigen is, al glimlachend de zwaarste offers brachten op het altaar des Vaderlandsl Voorwaar, de vrouwen hebben evenveel geleden en gestreden als die mannen; en als de eenen het stemrecht verdiend hebben, de anderen hebben ruim dezelfde rechten verworven. In zijne troonrede heeft hun overigens koning Albert hulde gebracht toen hij 6prak: « Eens te meer hebben de vrouwen getoond wat mon van hunne goedheid verwachten mag', en hoe zij met een helder doorzicht de wonden weten te ontdekken, die ïij heelen, en de smerten, die zij troo3ten 1 » Die woorden zijn schoon en verheven, en lij verheerlijken eene waarheid, die aan gansoh ons volk ter eere strekt. Wij vragen ons ton anderen af, waarom men de vrouwen tôt de stembus niet toe-laten zouî Betalen zg hunne bpiastingen niet evenwel als de mannen, en zijn zij aun de vvetten des lands niet onuerworpen? Waarom zouden zij dus hun woord niet mogen mede-spreken in het benoemen der volksvertegen-woordigers, die ideze wetten moeten opma-ken en de helastingen stemmenî Kunnen zq niet evenwel als de mannen, de bekwaxne kaudidaten onderscheiden van de onbekwameî Eu hebben zij een minder belang cLtn de mannen in het goed en verstandig bestuur der openbnre zakenî Men spreekt nu gcerne van demokratie, en van den volksgezinden diung in de aige-heele wereld naar eene politieke gelijkhwid van openbare rechten. Alhoewel de zaok eom-tijds iet of wat overdreven wordt, geven wij het gereedelijk toe ; alleenlijk wij zien dat die zelfde demokratische drang overaJ, zell'ij in Engeland, streeft tôt een gelijk stemrecht voor vrouwen en mannen. Mail begint te verstaan dat als er zooveel met de rechten des volks gesenermd wordt, het vol-strekt uilzinnig is de gansche helft des volks van aile recuten af te sluiten en hun alleenlijk^ plichfen toe te kennen. En toch bij zekere iiberalen en meest nog bij socialisten stribbelt men ertegen: waarom 'i Oh! wij weten wel waar de hond gebonden ligt. De vrouwen zijn te godsdicnstig, zoo Uzeu wij kortelings nog in een ongeioovig diigblad van Brussei, en zij zouden voor de katholieken stemmenî Zij bidden: himne in-,vloe<l zou tegen ons uitdraaienl Dit is ten minste klaar door de tanden gesproken. Met recht of onrecht bekreunen die heersciiappen zich nietj en in geheel het kiesstelsel zien zij slochts een middeltje om naar boven te klauteren en daar partij -politiek tegen ons te kunnen drijven. Dat het volk, mannen en vrouwcn, het andere wil, kan hun niet scholen, als zij maar hunne antiklerikale grillen kunnen bot vierent Het is genoeg zulke zienswijze aan te dui-den om ze streng gebrandmerkt te zien. Wij denken anders ; en wij verdedigen het recht bij allen, omdat wij onze onontbeerlijko nationale eendracht op het erkennen van iedereens rechten steunen vrillon. Leva zulk» eendrachtI De Legerbewêging De toestand ts Aken Volgena inlichtingcn, die ons uit de be-vœgdste bron boekomen, stellen onze bal-giiche soldaten het te Aken allerbest. Te Brussei is weer het gerucht in omloop geweest djat er erge oniusten en wanordelijk-heden zouden plaats gehad hobben, en men eprak zelfs van bot-singen tusschen Bslgen en Duitechers. Daar wij weten hœ snal der-gelijke slechte nieuwstijdingen verspreid ge-raken, haasten wij ons deze kwakkels de vleu- tels af te knippen. Het offioieel lege-rbericht, at ons uit het belgisch Groot-Hoofdkwartier toekomt, bevestigt aat er te Aken geene inci-denten voorgevailen zijn. Uit verschillende andere goede bronnen, onder meer uit brieven die ons uit Aken toekomen, vernemen wg dat do stad heel kaim en rustig is. Het valt bijzonder op te merken hoe krul-perig laf de moffen zich tegenover onze soldaten gedragen. Zeker, er zijn hier en daar moedwillige duitschera, die wellicht wat al te duidelijk hunne moeilijk te verkroppen woe-de en onbeschoftheid laten blijken, doch onze soldaten storen zioh daar niet aan. Waa-neer onze nationale vlag in voile daglicht aan 't hoofd onzer troepen door de etraten va.n Aken gedragen wordt, dan gebeurt het wel eens dat eenige moffen weigeren den hoed af te nemen en te groeten, maar dan hebben zij spoedig af te rekenen met de soldaten, die de kerela den hoed van 't hooftl slaan en er eenige muilporen bgvoc^en. 't Zijn wellicht deze kleine voorvallen die dan met veel oveidrijvingen en bijvoegingen voortver-teld worden. Et is een latijnsch spreekwoord dat zegt « currit 6ermo », wat in 't vlaamsch beteekent « Ben nieuws dat voortverteld wordt, wordt steeds overdreven ». Dat zal hier ook wel het geval zijn. De plunderingen van win-kels en de bestorming van koffiehuizen, zoo-ais men vertelt, zijn eenveudig uit de lucht gegrepen. Wij weten wel dat onze soldaten meer eigenweeide en eerbied voor het Vader-land toesteren, dan dat zij zich zouden ver-lagen tôt dergelijke buitensporigheden. In de zegepraal, zooals in de beproeving, blijven onze jongens de bewondering van vriend en vijand afdwingen door hunne krachtdadige en weerdige houding. Het officieel legerbericht van 13 december luidt als volgt: « Groot-Hoofdkwartier. — Geene noemens-weerdige wijziging in de bezettingspunten onzer troepen. Er zijn geene incidenten te vermelden ». Ze wiilen er ook naartos Zooals men weet zrjn het de 3e en de 4e belgische legeraBdeelingen die gelast zijn met de bezetting van een deel van den linker Rhijnoever. Die regeling heeft echter misnoegon verwekt bij de andere legerafiieeiingen en ae protesta^ ties rijzen bij de vleet op. Al onze soldaten zouden wiilen naar Duitschland gaan, Het opperbevel heeft dan ook besloten dat er voortaan een aflossingsdienst zst1 ingericht worden, derwijze dat al de afdeelingen op beurt den bezettingsdienst zullen kunnen gaan doen. 't Is van nu af al zeker dat de 2e en de 5e legerafdeelingen hunne ma-kkers, die thans in Duitschland zijn, zullen aflossen. Die troepen zullen den 15 januari aanstaande hun kantonnement moeten vervoegd hebben. Het amarikaansch léger De amerikaansche troepen in het Rhijnge-bied hebben een der hoofdpunten hunner bezetting bereikt, namelijk het bruggehoofd der stad Goblenz, hetgeen bestatigd wordt in het volgende officieel bericht: « De voorposten van het derde omerikaansch leger, die gisteren de liin Andernach, Bassen-heim en Boppard bereikt hadden, zijn verder doorgerukt en hebben de stad Ooblenz, op den llhijn, bezet. 's Avond3 waren onze troepen tegen den linker oevor van den Rhijn vanaf ïtolandseck over Bonn tôt Trechting-hausen.De fransche vloot De fransche vlootafdeeling, die in den Rhijn gaat wacht houden, is sajnengesteld uit ka-nonneerbooten, kustwachters en monitoi-sche-pen. Het bevel over deze vlootafdeeling zal gevoerd worden door een korvetkapitein ; de afcleeling zal verdeeld zijn in vijf groepen, elk onder het bevel van een scheepsluitenant, bijgestaan door een adclborst. Do fiansche vloot is reeds op weg naar den Rhijn. Nach Berlin I Eir wordt gezegd dat de duitsche legerstaf, en ook wel het gouvernement, aan de Entente vraagt dat zij de bezetting veel dieper Duitschland in zou uitbreiden, en zulks om de overheden te helpen in de handhaving der openbare orde. Men zou zelfs de Bondgenoo-ten aanraden van « nach Berlin » te gaan. Het engelsch leger Men weet dat de engelsche troepen hun bruggehoofd va.n Keulen reeds bereikt hebben, en zij er ontvangen werden zonder incidenten. Het bezettingsleger heeft nu nog op een ander punt den Rhijn bereikt, namelijk te Godosberg. Heel het gebied, dat door de engelschen zal bezet woraen, zal ook bewaakt worden door ocrlogschepen, die in den Ehijn zullen liggen en er do wacht zullen houden wegens aile gebeurlijkheden, die van op den rechter Rhijnoever zouden kunnen opduiken. Naar de Slagvelden van den Yzer (Van onzen byzonderen afgeveerdigde, 10 december 1918). NOG DE VIERDE DAG De vlaanîsche Heuvelenrei Alvorens onze reis naar Yper voort te zet-ten, dwars door het bosch van Houthulst, stappen wij eerst een eind den s toen weg naar Sfcaden opi, tôt buiten het dorp, waar wij vlaJc voor eene uitgestrekte vallei sfcaan, in heel hare lengte en breedte overspannen met prikkeldraad. Aan den gesichteinder is le vlakte beheerscht door de beruchto heuvelenrei der Vlaanders, waarover in dezen oor-.og zoo veel gesproken geweest is. Deze heu-irslenrei, ook genoemd do vlaamsche heuvei-cam, is eene aaneenschakoling van bsrgen van ongoveer 30 tôt 40, sommigen zelfs tôt 60 ( noter» hoog, en wolka zich op den horizon ifteekent in kleinere en grootere boohels. Aohter deze bergen liggen de dorpen Zarren, ( îiarrolindo, De Vierschaere. Hoogstraet, Stam- lot, Staden, Stadenberg, Vijf Wegen, West- j Boosebeke en Passchendaele. De verovering ( lezer heuvels heeft stroomen bloed gekost. Hen begrqpfe ligt decv onvoordoeligen toe- , itand van do aanvallers, die in eene opene 'lakte moeten oprukken tegen de bergen, die loor de duitschers als echte forten ingericht mren. De aanval werd hoofdzakelijk door ^ le carabiniers der Vie legeraideeling uitge- ] 'oerd, Dezen vondc-n reeds hevia^en tegensfcand i loor de draadvfe-rsperringen, die eerst moes- i «n doorgesneden worden. Intusschen knet- i -erden do duitsche mitraljeuzen van aan den r roet en van op den top dor heuvolon, en ] naaide vorsohrikkelijk tusschen onze rangen. c )e duitsche artillerie mengde zich in 't ge- -s recht en bestookte onze dapperen met een t îelsch' vuur. Deze artillerie was opgeeteld <i i.chter de bergen, aoodat wij die stellingen c ùet> koinden ontdekken om ze doelmatig te j «kampen. In deze ongunstigo voorwaarden ^ verd de strijd door onze troepen aangebon- i len. Gewapend met handgranaten kropen onze ^ arabiniers op handen en voeten, langs grach- % en en kanten, zoo dicht mo^elijk bij de 0 nitraljeusnesten, die zij bg middel hunner pranaten vernielden. De duitschers boden j Lardnekkigen tegenstand, doch moesten wq- ^ een voor den onstuimigen stormloop onzer fj :»rels, die heel de vlaamsche heuvelenrei z reroverdon, na schrikkelijke verliezen gele^ j len te hebben j De boschkanters ^ Terwijl wig terug door Houthulst op zoek | pan naar onzen auto, vertelt commandant ^ ^an Truyn van de bevolking dezer streek, a raarin wq ons nu bevinden. Wij staan voor j. iet bosch van Houthulst, en de bewoners der r imliggende dorpen worden boschkanters ge- v îoema. De mannen zijn meestallen« frans- 0 oans » ; aldus worden in de Vlaanders de j nannen gelioeben, die des zomers naar Frank- v ijk trekken vcor den graanoogst en. er dik- E vflls tôt tegen den winter verblijven, tôt 0 la den beetenoogst. Des winters komen zij v îaar huis met een goed gevulde beurs en a even het heele doode seizoen op hun renten. 3 ïen ander deel der bevolking leeft van het >ezembinden, en bij 't aanbreken der lente jj ïan men de mannen zien optrekken met karre- t 'rachten bezems en borstels, die zij door heel e iet land, zelfs in den vreemde — en tôt in ïusland — a an den man gingen brengen. De onge mannen van deze streek zijn vreeselijke oldaten, woeste on wilde kerels, die er liefst r net het blanke wapen op los gaan. Er zijn e n ons leger sommige aîcLeelingen, waarvan I La manschappen gewapend zijn met den dolk v >f ponjard, en die er eene bijzondero manier a ■an weg hebben om dit vreeselijk wapen c ■a banteeren. Met eene wreede beliendighêid d veten zij den vijand te treffen en een enkele iteek is voldoende om hem aile leven te s (enemen. v In het « Vrybuseh » Onze a.uto voert ons door het « Vrybuseh », s >f Vrijbosch, door de officieele berichten z teeds vermeld onder den naam van Bosch e -an Houthulst, naar den naam der gemeente z lie er juist nevens ligt, en welke wij komen t a verlaten. In de Vlaanders is dit woud g inkel gekend onder den nam van« Vrybuseh ». v )it is het beruoht schuiloord en bandieten- 1 îest geweest van den rooversheld Baecke- ^ andt en zijne bendei, wiens geest nog door v >ns Vlaanderen leoft en waarover onder het ' 'olk zulke gruwelijke geschiedenissen verteld c vorden. De naam van Baeckelandt is on- s ifscheidbaar aan het « Vrybuseh » verbon- g len. ^ Dit woud besloeg eene uitgestrekte opper- e •lakte begrepen in den kring gevormd door I le gemeenteu Houthulst, Jonckershove, Fier- c tenshoek, Nachtegael, Bultehoek, Mangelaere, ^ foolcapelle, Vijf Wegen en Stadenberg. Eeuwenoude eiken stonden er nevens dikke c i-n ûoogstammige beuken en berken en op ? lommige plaatsen groeide het kreupelhout zoo " li'kr dat men de bijl hadde moeten gebrui- ^ een), om er zioh een weg door te banen. Wij rijden nu dwars door het bosch. « Wij c djn er ce midden inl » roept men ons toe. c :loe wij ook links en rcchts, voor en achter >ns kijken, wij ontwaron nergens een boom. Het « Vrybuseh » bestaat met meer. Het r leeft plaa'/S gemaakt voor eene woeste vlakte, c loorgroefd met houwitserputten, de eene ne- t ?ens den andere; bedekt met heuvels, om- c ivoelde aarde, en daartusschen, op groote af- 2 itanden, afgeknotte boomsta.nnmen, ontwor- 2 ;elde eiken, gebroken boomen, waarvan de t truin neerhangt, als iemand die in groote e Iroefenis biet hoofd op de borst laat zakken. j En door heel deze wildernis zijn draadver- 1 sperringen gespannen, liggen heele stapels j aouwitsers, gebroken kanons en wagens ; hier j sn daar verheft zich daartusschen een kruisje 1 >p een heuvel, —1 het teeken der hoop van < len, die gesileuveld zijn op 't veld van eer. 1 Dat is er nog overgeblevea van het « Vry- 1 busch »: een uitgestrekt trechterveld, een ] jemartelden en doorwoelden grond, gebroken 1 aoomstanimen, doode heesters en doode tak- I ten, t Het Vrijbosch ia reeds in 1916 sohrik&elijik gebombardeerd geweest door onze vliegers. In dit bosoh hadden de duitschers eene Bta-pelplaats voor schiotvoorraad ingericht, be-nevens eene voorraadciterne petrol en naphte. De vliegers der verbonidenen waren dit te weten gekomen en op zekeren dag vlogen onzer vliegers er op af. Honderden bommen werden'op hot woud geworpen en de duit-solie stapelplaatsen vlogen de lucht in.Toen reeds werd een groot deel van het bosch vernield. De overige b^chiotingen der artillerie zorgden voor de verdere vernieling, zoo-iat Baockeiaiid's beseu nu ook tôt het ver-leden behoort. In dit bosch hadden de duitschers zich ichrikkelijk versterkt. Elke houwitserput, elke heuvel was ingericht als mitraljeusnest ; aoh-Ser eiken boomstront stond een machiengeweer ïpgestold, en bavendien regende het kogels rau uit betonhuisjes, die 00 kleiti0 a£ftan<-i. 11 iran elkaar gebouwd waren. Taaie verdediging Toen onze troepen den aanval van dil bosch ;ingen wagen, begon in Duitschland de revo-.utie reeds te roeren. Van al die revolutio-îaire bewegingen was er aan het duitsche !ront niets doorgelekt. Onze leidsmannen her-lalen dat er onder de duitsche fronttroe->en geen spoor van bolchovism of oproer te >espeuren was, ?elfs- geene verflauwing of intmoediging in het gevecht. En nochtans, vij hoorden in het bezette gebied op aile onen het liedje tôt eagenstoe herhalen: de luitschers zijn ontmoedigd, de duitschers bie-ien geen tegen3taajid meer, zij geven zich met îeele troepen over, en wat dies meer! Niets Laarvan, zegt commandant Van Truyn. Het îoeft niet dat de verdiensten van onze sol-laten verminderd worden met te beweren dat fg eèn vijand te bevechten hadden, die zich ;evangen gaf zonder etrijd. Het tegendeel is vaar. De duitschers zijn tôt op het aller-aatste oogenblik hardnakTcige en onverschrok-:en soldaten gebleven, vast onderworpen aan Len ijzeren lcgertucht, liever stervend dan ,ich over te g'oven of de vlucht te nemen. Udus hebben de Belgen in het bosch van -louthulst verscheidene Duitschers gevonden, Lie vaatgekluisterd lagen aan hunne mitral-eus of aan hun kanonstuk. En bemerkt wel lat die kerels zich vrijwilliç, en op «ùgen .andringen, door hunne officiers hadden la-eh in de boeien klinken, opdat zij' hun-len po3t niet zouden verlaten, wanneer de Tees »f de lust tôt vluohten hen mocht ivervallen. In het « Vrijbosch » vonden de ïelgen trechters, gevuld met hoopen lijken an Duitschers; in eene groef nabij eene niti-aljeus lagen er meer dan zéstig lijken ip eenen hoop, bewijzende dat de gesneu-relde soldaat steeds vervangen werd door .nderen, die op hunne beurt op hunnen post tierven. Tegen tulke soldaten had ons leger te :a.mpen, en niet tegen eeae tuchtlooze bende lolchevisten. De overwinning der Belgen is r des te roemrijker en verdienstvoller om. Poelcapelle Wij hebben het «Vrijbusch» nu achter den ug en onze automobâel hotsebatst door eene chte moeras in de richting van Poelcapelle. )eze streek is wellicht het vreeselijkst ver-roest van heel hot slagveld. Niet alleen .1 wat boven den grond stond is vernield, loch de grend zelf is gemarbeld en verwoest, Loorploegd en doorwoefl tôt het ongelooflijke. Van straten^ banen of wegen is hier geen poor meer overgebleven. Wij rijden door de poeste moerassen over planken, balken en ^oc-mstammen. De auto slingert behendig tus-chen hoopen houwitsers en granaten door, wenkt gezwind links of rechts om niet in en houwitserput terecht te komen, en baant ich met moeite een weg tusschen eenen on-«schrijflijken warboel van planken, verwron->en ijzer, balken, steenen, prikkeldraad, hou-vitsers, treinriggels, wagons, stalen dekkings--laten, stuk gesekoten kanons en wagens. leel de vlakte van Poelcapelle, in de richting an Langemarck, levert hetzelfde woest en vild oorlogsuitzicht op. Onze auto stopt te nidden van modderige waterplassen, over-troomde houwitserputten en mitraljeusnesten febouwd in béton of karreelen, deze laatsten >edek( met gzeren flaten en zandzakken. Op >en dèzer dekkingen is in een zandzak een îlankje geplant met het opschrift: Poelcapelle ! Dat is ailes wat van die gemeente iverblijft. Poelcapelle telde 2,250 inwoners. s*u kunnen wij niet meer zien waar hier >oit een huis gestaan heeft: geen puinhoops feene straat, goen weg, niets 1 Zelfs van de rerk is geen steentje overgebleven en niemand veet. te zeggen waar zij mag gastaan hebben. 1oelcapello moet gansch onder de aarde be-iolven zijnil Langemarck heeft hetzelfde lot mdergaan. De Tanks Het aangrijpend ooriogstooneel woi-dt hier îcg verhoogd in woesGheid en wildheid door le tanks; deze reusachtige ijzeren oorlogs-;uigen, die met onweerstaanbaar gewold over len grond voortkxuipen als schildpadden, hui-«n en boomen neerploffende als kaartenhui-«n en over aile hindernissen neen kruipenda, ierwijl uit dit monster langs voor, langs uchter en uit beide flanken ksînons en mitraljeuzen dood en vernieling spuwen op den vijand. Van Poelcapelle tôt Wieltje liggen ildus een tiental tanks neergeploft in reus-ichtige houwitserputten of tegen betonblok-xen. Het zijn engelsche en duitsche tank», lie in dezen sector vreeselnk tusschen het .'oetvolk gestormd hebben. De logge gevaar-ten, een zevental meters lang op <ïrie breed, iggen verbrijzeld op het Blaaveld, Wij heb-Jen in ons blad reeds breedvoerig over de ;anks gesproken, zoodat wij nu pver de be-jehr^jving Jcunneu heenstappen, j Verrotte lijken Op de plaats, waar vroeger de banen var Yper en West-Roosebeke elkander kruistc ligt een duitsche tank, op eene zijde i. een trechter omgekanteld. Deze tank is maej eon heel kleintjo, hooren wij onze leidsmai zeggen. Hij is maar zes of zeven meters lan, op drie breed en andeihalven meter hoog De flankplaab is een centimeter dik. L loopen der kanons en mitraljeuzen steke; neg door de klepgaten en rondom het gevaartc ligt het vol houwitsers en kogels. De tanl; is getroffen geweest door een houwitser vlal in de flank, juist op de gevoeligste en schiei de eenige vernielbare plaats, namelijk deze waar de motor staat. De flank is openge-bersten en terwijl wij het monster naderen; zien wq den motor in zijne holte verbrijzeld liggen. Wg naderen het gevaarte en steken het hoofd door de holte van de verbrijzelde flankplaat. Een gruwelijk schouwspel doet ons huiverend aonteruitwijken. In de holte van het monster, nevens den motor, liggen de bruin afgerotte geraamten van de soldaten^ die op hunnen post den dood gevonden hcl> ben. Deza beenderen moeten het stoffelijk overschot zijn van zes soldaten, want de beinanning van een tank bestond gewoonlijk uit zes leden. Terwijl wij met gruwel dit tooneel aanstaren, krast boven ons hoofd het akelig gekwaak van heele zwermen zwart-glimmende kraaien, die klapwiekend door don loodgxgzen hemel over 't sïagrcid vliegen. Van do eene plaats verjaagd, zweven zij naar een anderen lîoek van deze woestenij en strq-ken er ei^ens neer op hunne rottende prooi. Lijken van gesneuvelde soldaten hebben wij op de slagvelden niet meer gevonden, — alleenlijk de beenderen in den tank — doch rompen van peerden en honden leverden do kraaien genoegzamo prooi. Langs het tankveid Diep ontroerd verlieten wij deze akelige plaats en plodderden door slijk en water lang» het tankveid, in de richting van Poelcapelle naar Sintr-Juliaan. Een tiental ijzeren monstera Lagen er verbrijzeld. En rondom ons levert le vlakte het uitzicht op van eene streek^ svaarover de schrikkelqkste aardbeving ge-îvoed heeft. De grond is met breede kloven loorploegd, op sommige plaatsen tôt vijf meters diep uitgewoeld; boomen iiggen met de kruinen in den grond bedolven en steken net de breed uitgespreide wortels schuins in de hoogte; do verroeste ijzerendraad, die loor onze mannen doorgesneden weid, ligt in breede kronkelingen tusschen houten païen sn qzeren pijlers ; eene smalle houten passerai jf loopbrug slingert over breede poelen heen, langs steenen dekkingsposten en kapot ge-iclioten loodsen. Te midden dier wildernis sijn nog op tien meters hoogte kunstmatige aagen gespannen, waarachter de Duitschers iiunna troepenboweging poogden te verbergen lan het 00g onzer observatieposten. Deze hagen, samengesteld uit ijzerendraad, zak-jengoed en takkebœschen, zijn doorschoton ;n liggen op sommige plaatsen gansch afge-:ukt.Een grauw-grijze nevel daalt uit de hoogte sn spreidt een wazigen sluier over het woeste .andschap. Droeve eenzaaaitieid, okelige verlatenheid, Lrm gemarteld Vlaanderen I Met weemoed en dnoefenis in 't harte ver-roeg^ji wij onzen auto, die ons langs Sint-ruliaan*'-Wieltje en Sint-Jan naar i per zal roeren. In de engelsche lijn Men weet dat de sector van Yper verdedigd apeweest is door de engelsche troepen onder le bevelen van generaa# Plumer. Vanaf Sint>-luliaan, niet ver voorbij Poelcapelle, bevin-3en wij ons in de engelsche linies. Dat valt >ns dadelijk op door de engelsche opschrif-;en, die we hier en daar te lezen krijgen ip dekkingsplaatsen, loopgruven of loodsen. fan Sint-Juliaan en Wieltje is geen steen Dp steen recht gebleven. Beide gehueluen ;ijn tôt in den grond verwoest en de puinen îrvan zijn heinde en verrre verspreid, deels :iedolven onder de aarde, deels op de baan jeworpen om er het verkeer door den moeras-iigen grond te vergernakkelijken, deels ge-aruikt om schuilplaatsen te bouwen of loop-{rachten te versterken. Tusschen Sint-Juliaan en Wieltje veran-âert het uitzicht der streek. Hier is de ver-aieling weliswaar algemeen, doch de woest-lieid en wildheid van het laatste offdnsief heeft er niet over heen gewoed. Langs eene houten baan snellen wij de stad Yper te ge-enoet.Onderweg vinden wij engelsche acldaten ge-kantonneerd in barakken tusschen de puinen der huizen. Da houten baan is er goed on-derhouden, de puinen zijn er op hoopen geworpen, en daartusschen staan houten loodsen, ondea- elkander verbonden met telefoon-daaden en zien wij engelsche soldaten heen an weer loopen. Men krijgt den indruk dat men hier terug in eene bewoonde of bewoon-bare streek komt, en zmiks doet ons aange-mam aan, na al het vreeselijke dat we vandaag reed3 te zien kregen. Yper Langs de Cartonstraat rijden wij Yper bin-nen te midden van puinhoopen, en stappen uit op do Groote Markt. Yper is dood, gelijk Dixmude dond is, doch tussohen beide ste-dsa is er het verschil dat bestaat tusschen een doode die brutaal, gelijk een hond in den grond gesteken wordt, en een andere, die ,gewasschen en gezuiverd met ecra en eerbied begraven wordt. Yper is nog lief in zijne verwoesting, doch welk verschil tegen vroeger 1 Wanneor ge dien perel van oude bouwkunst, dit juweel van pronkgebouwen nu terugvindt, verwoest, vernield en uitge-brond, dan stroomt uw hart over van droef-heid en wee. Yper was een pronkjuweel vàn een stadje, gelegen op de gekanaliseerde Yperlee, op het spoonvegnet Oostende-Yper, Kortrijk-Poperin-ghe en Rousselare-Yper. In den tgd _ onzei gemeentevaderen, in den vollen bloai ya:

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Het nieuws van den dag behorende tot de categorie Katholieke pers. Uitgegeven in Brussel van 1885 tot 1965.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes