Het tooneel

1468 0
07 oktober 1916
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1916, 07 Oktober. Het tooneel. Geraadpleegd op 19 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/cc0tq5s843/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Het Tooneel 2e Jaargang Nr 4 — 7 October 1916 . - Beheer en Redactie : Kerkstraat, 13, Antwerpen 10 Centiem Koninklijke JVed. Schouwburg. De JSaakie Vrouw Mev. H. Bertrijn Dit werk met zijn zeldzame too-neelhoedanigheden gepaard aan een niet geringe letterkundige waarde, bezit het voordeel het groote publiek zoowel als den ontwikkelden toe-schouwer te bevallen. Niet altijd,het is waar, snapt de massa het fijne, het teere der psychologische uitbeel-ding zoomin als het dichterlijké, dat zoo hier en daar de stemming ver-hoogt en verfijnt. Het moet de too-neelspelers vaak pijnlijk aandoen, wanneer in het publiek te onpas ge-lachen wordt om gebeurtenissen,wel-ke in den grond heel tragisch zijn, om smartelijke woorden, waarin zij heel hun ziel gelegd hebben. On-danks deze kleine, doch zeer gewet-tigde aanmerking, mogen we toch be-sluiten, dat de toeschouwers het stuk met groote, stijgende en wel eens ademlooze belangstelling, hebben ge-volgd tôt het einde toe, dat er span-ning was in de zaal. Die heropvoe-ring van «De Naakte Vrouw» mag dan ook een succès heeten. Over het stuk zelf zullen we niet meer uitwijden, om al onze aandacht aan de vertolking te schenken. Toch kunnen we niet nalaten te zeggen, hoe weinig de vertaling ons bij plaat-sen beviel. In het eerste bedrijf spe-lend bij het buffet van het salon voor beeldhouwkunst in het paleis, waar de leden der «Société des artistes français» exposeerén, had de overzet-ting met groote moeilijkheden te worstelen. Het fransch, zooals het op de boulevards en ook in de mondaine middens te Parijs gesproken wordt, leent zich moeilijk tôt een zeer ge-trouwe weergave in 't Nederlandsch. Doch aanzienlijker in aantal zijn de struikelblokken, welke den vertaler in den weg liggen wanneer hij het «argot» der moderne «rapins» weer-geven moet. Er was dan ook in het eerste bedrijf terdege gekapt ge-worden,wat we niet afkeuren zullen, vooral waar tooneelen wegvielen van zuiver anecdotische waarde, waarvan de geestigheid — we bedoelen de zinspelingen op het bezoek van Al-fons XIII te Parijs — te speciaal is om ons publiek te doen glimlachen. Dat Certin, de veel oudere mede-dinger naar de medalie, niet voor 't voetlicht verschijnt, is verdedigbaar. Zelfs bij de lezing doet de episode der ontmoeting van de twee schil-ders, gekunsteld aan, doch wanneer de verslagen Certin heentrekt, zegt de triomfeerende Pierre enkele woorden, welke zijn karakter schetsen en die een aanwezig schilder deze j uistewoordenin den mond ge-ven: «Hij is wreed en harteloos in zijn triomf.» Inderdaad, Pierre is de sterke, zelfbewuste man, die in zijn zekeren gang naar een hooger lig-gende toekomst, staag zijn krachten groeien voelt en zijn egoïsme ver-starren, zoodat hij aile hinderpalen uit den weg ruimen zal... Zijn behendig - geleid onderhoud met Arnheim, den schilderijen-koop-man, zijn los en gemakkelijk optre- den tegenover den vertegenwoordi-ger der Regeering, zijn twee gebeur-tenissen welke klaarte werpen op Pierre's kàrakter.Ook zijn harde spot vol zelfgenoegzaamheid en besef van eigenwaarde draagt bij tôt een juis-tere belichting van zijn innerlijk. Over de scenieke verwezenlijking van dit eerste bedrijf hopen we dra nog een paar woordjes te zeggen... Thans willen we ons bij de vertaling bepalen. Wanneer Lolette^ hoorend hoe haar minnaar in onderhandeling met Arnheim, de schoonste aanbie-dingen afslaat als iemand die nooit dan grof geld won, uitroept : 11 e s t fou !... dan lijkt ons een vertaling als : h i j i s z o t volkomen verkeerd en zouden we liever hooren : hij i s dol, dat o.i. veel gepaster is... Uit-drukkingen als : hi j is van Lot-je getikt, kunnen ook niet door den beugel... Louise zegt immers : Il aun accès d'aliénation mentale, waarvan we de angst-Vallig - letterlijke vertaling toch ook niet kunnen aanbevelen. Bij het over-zetten van Fransche successtukken, vooral wanneer de zeer gemeenzame spreektaal van elken dag moet weer-gegeven worden, vallen onze verta-lers wel eens uit den toon. We wezen er reeds op hoe in het eerste bedrijf aanzienlijk gesnoeid werd, wat we niet heelemaal afkeuren... In het laatste bedrijf viel het eindtooneel weg. Bataille zelf vindt dat het stuk goed eindigen kan nadat Loulou met haar gewezen minnaar Rouchard,den man, dien ze terwille van Pierre ver-liet, is heengegaan. Dit einde is wel-licht treffender. Rouchard heeft het pakje dat Pierre langs den weg liet liggen opgetild en zal het tôt het einde verder dragen. Zoo eindigt het spel op een schoon, vast symbolisch woord, een gezegde dat inslaat, indrukwekkend is en den toeschouwer, voor de plotse oplos-sing geplaatst, diep schokt en ont-roert.We meenen dat, toen dit werk in den Variétés - schouwburg ging, het doek zich insgelijks op dit tooneel sloot. Na zulk een episode voelt de toeschouwer hoe het leven voortgaat in onbarmhartigheid en beseft hij hoe weinig passend het woord je einde onder zulk een tooneelwerk is... Bataille schreef nog een tooneel daarbij. Zoo verliezen de woorden van Rouchard wel niets van hun be-teekenis, doch wel van hun kracht... Eindigend zooals nu gedaan werd is het alleen Loulous roman die uit is en blijft Pierre eenigszins in 't duis-ter, is zijn zielestrijd niet heelemaal uitgeworsteld. Immers in zijn binnenste staan tegenover elkander zijn geweten, dat hem zijn hardheid tegenover Loulou als snoode ondankbaarheid verwijt... en zijn liefde voor de prinses de Cha-bran, gesproten uit zijn kunstenaars-temperament en ook uit zijn onbe-wust verlangen om zich te verhef-fen...Wanneer Loulou heengegaan is, keert Pierre terug, vindt het bed le-dig, vemeemt dat Loulou vertrokken is met Rouchard, terwijl hij de zich-ten van de streek, waar Loulou haar genezing voltrekken zou, haalde... Lang beschouwt Pierre dan het le-dikant, alsof nog iemand daarin rust-te... Star zien zijn oogen naar de plaats waar Louise's lichaam nog indrukken naliet... Dan brengt hij een der bloemen, op het bed ver-spreid, aan de lippen als om den snik te smoren, die opschokt in zijn borst. Loulou ! roept hij... als beseffend hoe met haar verdwenen is zijn jeugd van strijd en-liefde, zijn beste tijd van opgang en streven... Ook dat einde is te discuteeren... Wij vinden het stemmiger, inniger van gevoel... misschien ook niet zoo schokkend... wel aangrijpender... — wellicht ook niet heelemaal in over-eençtemming met het tôt in het wretede toe sterke karakter van den zelfbewusten man, welke zelfs na Loulou's wanhoopsdaad niet tôt in-keer kwam... Maar volgt het verloop van een leven, de stroom van het onbeheerscht gevoel wel een rechte lijn, ondergeschikt aan de strenge eischen eener onverbiddelijke logi-ca? Is het niet verkeerd te eischen van een schrijver, dat de karakters, welke hij schiep, zich in éen richting zonder afwijkingen ontwik'kelen... Is dit zelfs niet in strijd met de reali-teit ? Er worden in dit stuk heel mooie dingen gezegd, die men zou willen onthouden, omdat ze uitingen zijn eener soms beminnelijke, doch ont-goochelde levenswijsheid. In een ver-zameling : «Les glanes françaises», verscheen overigens een boekje: «Le Règne intérieur», — waarin Denys Amiel verzamelde al de treffende, soms diep - gaande uitingen van levenswijsheid en levensziening, die Bataille zijn schepselen op de tong legt. In «de naakte Vrouw» zijn ze talrijk; doch zij maken er ons tevens opmerkzaam op hoe er heel veel «li-teratuur» schuilt in de stukken van Bataille, wiens menschen, schier al-len zonder onderscbeid dichterlijk -gestemd, met weergalooze virtuosi-teit al de gevoelsschakeeringen van hun binnenste in kleurige zinnen we-ten te verwoorden. We zouden op de uitbeelding van het eerste bedrijf terugkomen... De tooneelschikking was bescheiden doch voldoende. Al die schildersfigu-ranten nochtans, misten distinctie, schenen heel brave burgersjongens, zonder eenigen zwier gekleed... Niet dat al die kunstenaars een reusachti-gen, breed - randigen hoed dragen moesten — alleen de dilletanten of-feren nog aan die mode om de goe-gemeente te verbluffen — en lange haren daarbij ! Maar aan schilders of beeldhouwers deden deze figuree-rende lui in het minst niet denken... Dat kon wel beter zijn wat houding, kleederen en typeering betreft... De vertegenwoordiger van den minister leek ons wel wat te democratisch. In dit eerste bedrijf was vooral goed het tooneel tusschen Bernier en L o 1 e 11 e , wanneer ze alleen geble-ven na het vertrek van druk-doende vrienden, zich hun voorbije leven her-inneren... Mevr. Bertpjn en de heer Cauwenberg schenén diep te voelen en te doorleven het nieuwe geluk en de voorbije vreugden en smarten van die twee menschen. Als insceneering stonden de drie overige bedrijven heel wat hooger dan het eerste, wellicht omdat het altijd lastig - werken met figuranten hier wegviel. De smaakvolle tooneelschikking dient hier geroemd te worden.In het tweede bedrijf was Mevr. Dilis minder goed dan in III en IV. Ze was o.i. wel wat te uitdagend op sommige oogenblikken, te opdringe-rig tegenover Pierre, te zelfbewust van de macht harer schoonheid. Beter was ze in haar gesprek met Loulou. De eindscène tusschen Pierre en zijn vrouw werd meesterlijk ver-tolkt. Slechts even kwam de prins (Piet Janssens) hier op het tooneel. Als typeering en als spel was hij best. Het derde bedrijf liet ons toe het dramatische temperament van Mevr. Dilis naar waarde te schatten. Haar onderhoud met den prins was uitste-kend. Zij kwam ons werkelijk voor als de vrouw, prat op haar schoonheid, zinnelijk, heerschzuchtig door het klare besef harer macht. De prins de Chabran van Piet Janssens beviel ons. Hij wist te ver-mijden een te groot cynisme naast een te ver - gaânde perversiteit. De prins heeft inderdaad de wereld lee-ren verachten en ziet er van uit de hoogte zijner ironie spottend op ne-der. Vooral dit laatste liet Piet Janssens blijken in zijn korte begroeting van Pierre, en bij het verlaten van de werkplaats der prinses. De tooneelen tusschen Loulou - Pierre en de prinses werden prachtig gespeeld in den juisten toon. Ook van het vierde bedrijf is veel goeds te zeggen. De ontmoeting tusschen Pierre, die in de ziekenkamer komt, en de prinses, welke ze ver-laat, gaf aanleiding tôt een treffend stil spel van Cauwenberg. In zijn gesprek met zijn vrouw wist hij den juisten toon te treffen en zijn opge-wondenheid — zij het ook niet zonder moeite — te beheerschen. Er valt ons nog het een en ander te zeggen over de vertolkers der an-dere, minder aanzienlijke rollen. M. Bertrijn was Rouchard, die, zonder zich op het voorplan te dringen, zijn liefde voor de kleine Loulou in daden omzet. We moeten de typee- SCHOUWBURG " PALATINAT ,, Mevr. Rezy Venus en Mr Rob. Van Aerl in " Perichola ,, ! ring van M. Ruysbroeck (Greville) roemen. Mevr. Ruysbroeck was een uitstekende Mevr. Garzin, très pot-au-feu, zooals de Franschen zeggen, doch een degelijke vrouw. In het eerste bedrijf bevielen ons de juffrouwen Vervoort en Bertrijn minder. Deze laatste deed wel wat te druk. In II, als danseres, voldeed ze heel wat meer, omdat haar spel na-tuurlijker was. In een mindere roi was Mevr. Noterman als altijd de ge-wetensvolle kunstenares. De heer Van de Put, een goede, losse en toch gedistingueerde Roussel, was tevens een flink zaakgelas-tigde !En nu de nieuwelingen.M. Van Thillo — we kenden hem van vroeger — is een zeer goede aanwinst... Hij weet zich te grimeeren, heeft een welluidende buigzame barytonstem, en beweegt zich goed op de planken. Zijn A r n h e i m was goed. Vooral als Garzin, de schilder, die eene vrouw van minderen stand huwde en zich toch gelukkig gevoelen kan,beviel hij zeer. Wel sprak hij wat ze-nuwachtig, wat gejaagd en was ook daardoor zijn voordracht te gekapt. Door zijn stil spel neemt hij aan de actie deel, zelfs dan wanneer hij niets te zeggen heeft... Een goede kracht dus! De heer Van Roey speelde niet slecht voor een jong en onervaren débutant. Hetzelfde mogen we zeggen van Mej. Janssens, wier houding los was en die een heel bekoorlijke en natuurlijke Suzon Cassagne bleek. De overige artisten in hun kleine-re rollen voldeden niet allen even-zeer. Als Sellier wist de heer An-genot in het eerste bedrijf zich te onderscheiden. Alleen zijn grirpee-ring beviel ons minder dan zijn spel en zijn zeggingskracht... Ook Mevr. Thees was goed. — Of de vertooning onberispelijk was? Bij de eerste opvoering moesten sommige spelers, en niet de min-ste, wel eens wat veel op den opge-ver rekenen... Na de bedrijven werd meermaals gehaald en geestdriftig toegejuicht. In en om de Schouwburgen GEHOORD IN DE WANDELGANGEN. — Mevr. Bertrijn speelt als een eclite Fransche actrice. Zij is beter dan Jeanne Lioni, die destijds in de «Variétés» dezelf-de roi vertolkte. — Cauwenberg weet zich zeer élégant voor te doeii. Een vergelijking met den vertolker va.n Pierre Bernier in de «Variétés» viel ook in zijn voordeel uit. Een dametje vam de parterre vond Pierre: een valschen vent. — «De Naakte Vrouw» werd te Parijs het eerst gespeeld op 27 Februari 1908. Pierre was: Lucien Guitry. — Rouchard: Dubosc. — Louise: Berthe BadV.— de Princes: Andrée Mégard. —■ de prins: Armand Bour. — K. N. SCHOUWBURG. — Zaterdag 14 dezer eerste opvoering van: «De Dwa- | ze Maagd», tooueelspel i,n 4 bedrijven van Henry Bataille. Rolverdeeling: Marcel Armaury, L. Bertrijn; Hertog de Cliarance, Ed. Gorlé; Pas-toor Rour, Vaiii Thillo; Gaston de Charan-cei, P.Cauwenberg;Fanny Armaury,M«t, A.Dillis-Beersmaus; Hertogin de Charen-ce, Ch. Noterman; Diane de Charance, H. Bertrij.tn; Ketty, I. Vervoort; de Secretaris van Armaury, Heer R. Van de Putte; de Secretaris van de Charance, R. Angenot; Fabien, J. Schmitz; Een dienstknecht, F. Van Gool; Een hôtelbediende, J. Van Roy; Portier van het hôtel, F. Thees; Dienst-meM van het hôtel, Mevr. L. Hens. De twe© eerste bedrijven spelen te Parijs; de twee laatste te Londen. — De heropvoering van «Pro Domo» (Voor het geslaeht) van A. W. G. Van Riemsdijk is voor bi'i.tien kort te verwach-ten.— Zooals wij het, trouwens, voorzien hadden, is «Perichola» een beslist succès. Bij elke vertooning is de zaal van de «Palatifflat» gevuld met eene zeer talrijke schaar geestdriftige toeschouwers, die haar applaus niet spaart voor de voortreffelij-ke vertolkers der fijne operet van Offen-bach.Heer Robert Van Aert heeft, bij zij 11e eerste ken.uïsmakiug met het Antwerpsch publiek, (want zijne korte verschijning in de Vlaamsche Opéra, was slechts eene proef) meteen zij.ne sympathie gewonnen. Hij is dan ook meermaals verplicht ge-weest zijn groot en moeilijk aria uit het tweede bedrijf te bisseeren, daar aan het handgeklap geen ei.nde kwam. Wij zegden reeds al het goede dat wij dachten over de sclioone uitbeelding van Mevrouw Rezy Venus, als «Perichola»; oii-noodig dus hier nog op terug te komen, dan om te zeggen dat zij ruimschoots deelt in het succès van hare.tt' talentvollen partner. Wij radeu onze lezers, die «Perichola» nog niet hebben geziem, niet langer te wachten, want Donderdag a.s. 12 dezer, gaat het stuk voor de laatste maal. Zâterdag 14 October, eerste vertooning vaitu «Ze tnoestl de Paus zien!», eene zeer vermakelijke-, klucht in drie bedrijven,die ongetwijfeld een groot succès te gemoet gaat. . — Ziehier de rolverdeeling vati, «Ze moest de Paus zien», het zeer vermake-lijk blijspel dat in de Palatinat 11a «Perichola» zal opgevoerd worden: Baron de Praeter: H. Théo Van Pelt; André de Prae ter: H. Frans Condès; Mr. van Wolvelaer, H. Eug. Devos; Mme Van Wolvelaer:Mevr. Mathis; Mariette: Mej. Nini de Boël; Adol-fine: Mev. Rezy Venus; Gabriel: H. Ed. Castel. — De bijval van den Heer Robert Van Aert in. de «Palatinat», had het bestuur der «Scala» aangezet deze voortreffelijke artist aan liet gezelschap van de,ni scliouw burg der Anueessensstraat te hechten. Dit was echter niet mogelijk daar Heer Van Aert bepaald aan de «Palatinat» ver-bonden is. De bestuurders van den «Anvers-Eden» hadden de hoop gekoesterd hunne nieuwe zaal der Quellinstraat op 12 a. s. te kunnen. openen, maar hebben zich verplicht gezien de inhuldfging nog eenige dagen te verschuiven. Volgende week geve.n wij den datum der eerste vertooning.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Het tooneel behorende tot de categorie Culturele bladen. Uitgegeven in Antwerpen van 1915 tot 1940.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes