Het tooneel

940 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1917, 07 Juli. Het tooneel. Geraadpleegd op 20 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/ks6j09x587/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

" I 2e Jaargang Nr 43 7 Juii 1917 Beheer en Redactie : Kerkstraat, 13, Antwerpen 10 Centiem Hebben wij Mannen noodig op het Tooneel i door Betsv II. — VERVOLG EN SLOT. Maar het totaal overbodige van mannen op het tooneel wordt'nog het trest bewezen, wanneer ik wijs op een genre van rollen, dat eigenlijk uitsluitend voor den man schijnt bestemd; de komxe-ke houten klaas, de lompe pummels en dergelijke belachelijke typen uit het geslacht van de heerer der schepping. O, als u destijds in het Parijsche Théâtre des Variétés de gevierde Vernet had kun-»en zien in dit genre! Zij smeet de ereaties van komieke volks - figuren als het ware het publiek voor den neus. Onverbeterlijk. J O N CK riem een naam,als nooit aan 't zou mij niets verwonde-ren, als bij voorbeeld ook Falstaff spoedig door vrou- Mevr. JULIETTE ROOS il wen werd gespeeld. De man- «De Jeugd van Richelieu». MtVK. 1JHCiU 31AXSJN-KUU WMJEUSTUK in «De Twee Siraatjongens». «en voelen ook wel, dat zij meer en meer worden verdrongen. Let maar eens op de symptomen. Zij gaan zich werpen op vrouwenrollen. iJat teekent Ik wil alleen maar wijzen op «De Tante van Char-Iey» als een komiek exempel, waaruit tevens ook blijkt, hoe beperkt het terrein voor den man is. De allergrofste fratsenmakerij, de karikatuur,alleen durft hij aan. Aan de vrouwenrollen uit de tragedie — zelfs in het drama — zal hij zich nooit durven wagen. Daar heerscht de vrouw op-permachtig.Overigens staat de erkenning van mijn stel-regel als voor de deur. In Frankrijk is het aan-tnl aristokratische dilettanten-tooneelgezelschap-pen van enkel dames legio. En niet uitsluitend het zoogenaamde théâtre blanc, bestaande uit stukken met niets dan vrouwenrollen, zooals ook al een Nedsrlandsche uitgever een fonds heeft ge-sticht, neen — ik heb zelfs het oog op vertoonin-gen van drama's van Sophocles en heb gelezen, dat geen mannen ooit d i e indruk bij de toe-schouwers hadden kunnen verwekken. De opvoe-ringen in kloosterscholen, zelfs in nonnenkloos-"ters, van meer g-eestelijke stukken, moeten be-wonderenswaardig zijn. Maar eigenlijk geven de mannen toch ook vol-mondig toe, dat de vrouw «eene geboren komedie- speelster» is. Zij bedoelen dan wel wat ande natuurlijk de komedie - spelerij in 't leven, ma j|ç als ons die gave voor 't «leven» is gegeven, d zullen we haar toch ook wel «op de planken» v< lîc_ staan, niet waar. jke Ik heb u voorbeelden genoeg getoond uit de feil genlijke groote tooneelwereld. Daarnaast besta "lie n°£ het circus en variétés-theater. Jn_ Wie /À] n daar de sterren? fan De vrouwen. jeîj Gaat maar naar Carré of Frits van Haarlen De Barissons, Yvette Guilbert, — maar waart nog namen! Men kan er nauwelijks een enkel man van beteekenis ontdekken. Zij staan als pi meeën naast de reusachtig roemrijke vrouwen gestalten. En op allerlei gebied. Daar hebt ge de koorddanseressen, de vrouw aan de vliegende trapèze, de jongleuses, en voc al de schoolrijdsters. Haar getal is veel groot dan dat der temmars. Met wat een bewonderer waardige kalmte dresseeren zij de wildste be< ten, als waren 't brieschende echtgenooten.Tale voor temmen is missehien een hereditaire eige schap van de vrouw geworden. Uit de voorbei den, verzameld in deze artisten-wereld, blijkt o weer overtuigend hoe de vrouw den man minste gelijk staat in moed, kracht en energie. Het toch ook maar malle, doi me,bespottelijke vooring nomenheid, die het ster Ïlp (?) geslacht deze eige j-t* toekent dan der vrouw / Was het niet eene vroi: IMevr. ALIDA TARTAUD - KLEIN, in «Le Passant», van François Coppée. het tooneel, vertoont ons weer «de dans». Is het wel noodig ook hier nog de ailes overvleugelendè meerderheid van de vrouw te bewijzen? Van den dollen, uitgelaten cahu, den excentrieken, wilden rondedans, den groteske cake - walk, den over-stroomend temperamentvollen highkick, den dans der bajadères of den hypermodernen matchiche tôt den edelsten coriografischen teendans, of de mimischen gebaren - dans behoort deze kunst jgj geheel alleen aan de vrouw. En meestal ook ver-~.'rj toont zij haar kunst zonder eenigerlei mannelijke ai bulp. Fijn gevoelende, voor het waarachtig-schoo-ne toegankelijke zielen' worden niet moe om een geheelen avond naar de kunst van Isadora Dun-can te kijken. Welle een ontroering weet die vorm te wekken! Hoe groot wordt de emotie, wanneer M het jonge, blijde geluk ons toestroomt uit haar kunst! En onze landgenoote Matahari, hier in Holland nog slechts bekend onder haar eigenlijken naam Mevr. Mac Leod, heeft Parijs en Weenen even-n eens in verrukking gebracht door haar Indische g dansen. Maar daar ik haar faam slechts van ge-l ruchte ken, zwijg ik er verder over. U ziet, hoe eerlijk een vrouw kan zijn. Iç Dramatische auteurs van beteekenis laten toch 5 ook nooit een «man» dansen, maar altoos eene [1 vrouw... Ibsen laat «Nora» de tarantella dansen. e Ware hij een kluchtspel - fabrikant geweest, dan h had hij zeker Helmer, haar man, dat kunststuk i- laten vertoonen. Natuurlijk, dat had de lachlust gewekt. En waar naast een danseres een «dansende i- man» optreedt, heeft niemand oog voor hem. Elk i- kijkt naar de vrouw, ook de mannen zelf. Is dan d de dansende of de springende man geen nutteloos ;t bijwerk ?... Zelfs een «primo ballerino assoluto» k heeft noch- altijd ietwat belachelijks over zich en .- doet soms denken aan die straks genoemde so-i- praan - zangers van een sixtijnsche kapel. i, Zoo zien wij dat de vrouw meer en meer wordt het symbool niet alleen van schoonheid, gratie, bekoring en lieftalligheid, wat zij al lang was, — i- maar ook van moed, kracht, vastberadenheid en van geest. Bijna overal is zij de «pace - maker». Aan haar is de leiding. In 't «leven» zoowel als in de wereld - der kunst staat zij haar man. | Bij wijze van spreken zeg ik daar «haar man». Want welke vrouw van eenige beteekenis heeft nog een man noodig? Een vrouw van geest, madame de Staël heeft eens gezegd, dat het huwelijk de loterij is, waarin de meeste nieten worden ge-trokken. Natuurlijk doelde zij met die nieten ' op mannen en 't was dus een axioma wat zij ver-^ telde Wie heeft lust een niet te trekken? Welke _ verstandige vrouw zal dus nog aan een huwelijk denken? Het huwelijk is immers de strop, die onze liefde langzaam verwurgt. Vroeger konden " de mannen waarschuwende woorden tegen het huwelijk doen hooren, nu is het de beurt aan ons... Wij hebben hen niet meer noodig, ten minste niet meer dan zij ons. En wij gaan dus voort met hen te verdringen. • In de salons speelt de vrouw sinds lang de eer-ste viool; in de literatuur dring't het vrouwelijk element hem meer en meer terug uit zijne eens zoo sterke positie. In de politiek speelt de vrouw sedert eeuwen de glansrijkste rollen en niet alleen achter de schermen. Spoedig zal zij in ailes en overal de boofdrol spelen. Zij zal den schepter zwaaien,ook in de schouwburgen. Er zal een tijd komen dat aile schouwburg - directeuren, directrices zullen zijn. U lacht om dien onzinnigen zin ? Toch is het zoo! En eerst dan zal het goed worden! En een tooneelgezelschap, dat uitsluitend uit vrou-welijke leden bestaat, zal ook een veel grootere, intiemere-bekoorlijkheid hebben. Heel wat onvol-maaktheden worden daardoor ontweken en er zou een veel grootere harmonie heerschen, die door niets kon worden gestoord. Parijs heeft al haar directrices. Sarah Bern-hardt heeft haar eigen theater. Réjane heeft haar man — ook een tooneel - directeur, die nu in staatsbetrekking directeur van de opéra gaat worden — vaarwel gezegd en is zelf directrice geworden. Duse heeft haar eigen gezelschap in Ita-lië. In Londen voert Ellen Terry den «heerschers-staf» (dat woord is verouderd), Amerika heeft honderden directrices en ook Amsterdam heeft al een vrouwelijke tooneeldirectie gekend. Nean, 't moet -anders worden! Weg met de mannen van het tooneel ! Wij hebben ze daar nie» noodig, waarmee ik nog- niet zeggen wil, dat wij ze ergens anders wèl noodig hebben, wij vrouwen van den nieuwen tijd! Heeft Mevr. Hewitt, tooneeldirectrice in Chicago, niet reeds het bewijs geleverd, dat ook zelfs achter de coulissen zelfs de man onnoodig is?... Haar orkest bestaat uit enkel dames. Ja, zij is nu eenmaal nog zoo ouderwetsch dat zij entre-acte-muziek noodig of wenschelijk vindt.En de tooneel-knechts, machinisten, suppoosten, enz., zijn allen vervangen door in sierlijke, smaakvolle uniformen gekleede vrouwen. Heel het technische personeel! ^n zelfs op de ateliers waar de décors worden ^rîppolon slechts do vcvetjes ^an sebil-! ! l'eresjes. Het mannenpersoneel is beperkt tôt het ,kallernoodzakelijkste». Waarin dat bestaat, weet ik niet. Het maakt mij nieuwsgierig. Ik ga het eens informeeren. Een boek over Georges Eekhoud j De studie die Herman van Puymbrouck in het tijdschrift «Groot - Nederland» (1913 - 1914) liet verschijnen, wordt nu in boekvorm te koop ge-steld.Wanneer wij de afwezige jongere schrijvers aan de lezers in den eersten jaargang van «Het Tooneel» voorstelden, hadden wij reeds de gele-genheid hulde te brengen aan deze degelijke, lief-devol en met taai geduld bewerkte studie. Tevens hebben wij er een karakteristieke bladzijde, tôt lof van Antwerpen, uit overgedrukt. Een beoordeeling van een critisch werk gaan wij niet leveren. Het werk over Eekhoud is een zeer hecht geheel en op détails wenschen wij niet te wijzen, ni. onvolledigheid der bibliographie om-trent opstellen over den schrijver en opgave der vertalingen. Critisch proza versehijnt niet veel in ons land, daarom alleen reeds valt dit boek over Eekhoud te ; prijzen. Daarbij is het door zijn groote eigen- schappen een toonbeeld van beschouwend werk. i Dat deze uitvoerige studie juist Eekhoud, een i franschschrijvend Vlaming, geldt, zal wel niemand verwonderen, die het werk van den schrij-i ver heeft gelezen ; Tusschen al de Fransch - Belgische schrijvers ; is Eekhoud de eenige, die met hart en ziel van t zijn ras gebleven is en hierdoor de bijzondere liefde van de Vlamingen mocht winnen. Naast De ; Coster is hij het innigst aan ons volk verwant ; Benoit en Conscience vonden in hem een nobel i bewonderaar en zijn studies over hen hebben eer-bied afgedwongen bij het Franschlezend publiek. i Verblijdend is het dus dat de eerste, uitvoerige en volledige studie in het Nederlandsch verscheen en wij haar danken aan een Vlaming. Voor menig jong' - Vlaming van rond de jaren 1 1900, was Eekhoud de aantrekkelijkste figuur van i «La Jeune Belgique» en dat is hij gebleven, on-danks het talent of de faam van anderen... Gaf ; Verhaeren met zijn merkwaardig werk ons ook een kranige leus: Marcher franc dans la vie et di-; re ce que l'on pense», hij voelde niet wat ons dreef. Eekhoud, de opstandige Eekhoud, eenzame i figuur, die een toonbeeld was van bescheidenheid i in het leven, ver van wereldsche en officieele ui-terlijkheid, hij heeft ons begrepen door zijn lief-î devol hart en zijn instinctmatige aanhankelijk-c heid. Met ontroering lezen wij zijn handschrift : t — «Ami, tu m'entends toujours exalter devant les civilisateurs, les moralistes et les cosmopolites, 3 ma race, mon terroir et mon sang, jusque dans c leurs ombres, leurs taches et leurs vices, assimi-î lés par moi à d'harmonieux repoussoirs dans les 3 chefs-d'œuvre de l'artiste Créateur. Mon cœur ne > bat jamais plus fervemment que chez nous et pour i ceux de chez nous...» De hartstochtelijke schepper van La Nouvelle Carthage», van «Kermesse», «Mes Communions» t en «Cycle patibulaire», «Kees Doorik», enz. enz., , heeft daarbij nog woorden uitgesproken die ons - bijzonderlijk treffen. Van Puymbrouck vertaalde i ze op bladz. 16 van zijn voortreffelijk boek: Heden, indien ik de Vlaamsche taal machtig r ware en indien ik nog den ouderdom bezat waar-1 op ik mijn debuut deed in de letterkunde, zou ik niet meer weerhouden worden door de beweeg- gronden, die mij leidden in 1881 ; ik zou mij bij voorkeur bedienen van deze waarachtige mooie taal, waarin Vondel en Bilderdijk schreven, en waarin heden Stijn Streuvels en Pol de Mont uit-munten».Nog sterker heeft hij zijn meening uitgedrukt wanneer hij den oproep van een Wallonizant om naar Frankrijk te gaan wonen in de volgende termen beantwoordt: «Verre van een uittocht, een trek naar Parijs aan te prijzen, zal ik de jongeren den raad geven zich nog inniger dan hun voorgangers deden, te doordringen van het genie van hun ras en van de eigenschappen van den geboortegrond; ik zal hun aanbevelen belang te hecht.en aan het gemeen-schapsleven, aan het werk der zedelijke bevrijding hunner nederige broeders, zich te vernieuwen door aanraking met het volk, de kosmopolitische snobs en dilettanten te ontwijken, en, indien zij Vlamingen zijn naar ras, gevoel en opvoedirig zal, ik ze zelfs bezweren de Nederlandsche taal tôt werktuig te kiezen, ten einde zich met meer ijvei-te vertolken en zich nog nauwer tôt hunne na-tuurlijke lezers aan te sluiten». En wat hij eenigen tijd later hierop volgen laat, kan nog tôt inniger begrijp dienen van het vorige: «Ik geef de jonge, nog aarzelende Vlamingan den raad, niet meer te rekenen in België op een Fransch publiek, doch zich naar een andere zijde te wenden, zich op eene andere wijze te beijveren. Ja, het beste dat zij kunnen doen zal zijn de Vlaamsche taal, hun moedertaal, te beoefenen ; dat het hun hoogmoed worde deze al beter en be-ter te spreken en te schrijven, derwijze, dat zij zich kunnen richten tôt hun rasbroeders van Holland, van Indië, van Zuid - Afrika... Wat ook de wereldfaam zij welke verscheidene onzer Groote Vlaamsche dichters van Fransche taal genieten, ik ben van meening, dat iets zeer kostbaars en zeer heerlijks aan hun volledige voldoening ont-breekt. Indien zij lezers vinden over gansch de wereld, zijn zij er toch niet toegekomen hun na-tuurlijke lezers te bereiken. En niets evenaart de vreugde, gelezen en begrepen te worden door deze laatsten, deze waaraan men meer in 't bizonder dacht tçrwijl men schreef, die u uwe modellen hebben geschonken; gelezen en begrepen worden in het midden en in de omgeving door uwe ge-dichten of uw proza opgetooverd; door uw kunst in rechtstreeksche voeling te komen met het volk en met het ras — dikwijls de eenvoudigsten en de nederigen — die u deze kunst inboezemden.» Het sympathiek werk van Van Puymbrouck was een gelegenheid om de oude, trouwe, eerbiedige gevoelens van genegenheid en bewondering nog-maals uit te spreken voor den kunstenaar, voor den durver, voor de man der voorhoede in den strijd voor nieuwe denkbeelden, voor den mensch die steoHs het recht voorstond. M»p .pr. ik lier las heden uw schoone «Communion nostalgique». L. B. Tooneelnieuws HENRI ENTHOVEN.v - De ook bij ons bekende cabaret-zanger Henri Enthoven, zingt op het oogenblik in den «Moulin de la Chanson» te Parijs. Als aanbeveling vinden we het volgende versje afgedrukt: Enthoven guérit par son rire Notre névrose et notre ennui Enthoven, chacun peut le dire C'est le médecin malgré lui. «MON AMERICAINE». In het theater Caumartin te Parijs gaat dezer dagen de première van «Mon Américaine», come-die in drie bedrijven, van C. A. Carpentier en Teddy Staffy. NIEUWE ITALIAANSCHE OPERA. In het Adriano-theater te Rome werd de nieuwe opéra «Ghismonda», met groot succès opge-voerd. Deze italiaansche opéra is gemaakt door den musicus Renzo Bianchi en den librettist Leo-poldo Carta. Met een vorige opéra «Fausta» heeft de componist, die zelf het orkest aanvoerde,reeds vroeger succès gehad. De fabel der opéra is ont-leend aan een Boccacio - vertelling en behandelt de tragische avonturen der vorstin Ghismond'a van Salerno, die verliefd wordt op een knappen, jon-gen kamerdienaar van haar vader. De va^er komt er achter en bestraft den onhandigen bediende, die het waagde «vues» te hebben op zijn d.och-ter, met den dood. Uit verdriet hierover neemt Ghismonda vergif in en sterft, omgeven door ha-re bedienden, tusschen bloemen. De muziek wordt zeer geprezen: het voorspel van de tweede acte moest verscheidene malen herhaald worden. GEDACHTEN VAN GEMIER. In «Le Théâtre et la Musique» publiceert Gé-mier, de bestuurder van het theater Antoine te Parijs, een artikel over de beteekenis der opvoe-ringen van «De koopman van Venetië», waarvan we reeds met een enkel woord melding maakten. Hij zegt onder meer, dat sommige musici hebben verklaard, dat zij hun emoties van Bayreuth toen zij de opvoering van «De koopman van Venetië» bijwoonden, hervonden. «Dit heeft me on-zegbaar gelukkig gemaakt», zoo gaat hij voort, «want het is een van mijn dierbaarste droomen geweest, dit stuk eens zoo te monteeren, zooaïs ik het nu gedaan heb; lee kunstenaars zullen me begrijpen; zij kennen het genot van het eindelijk realiseeren van lang gekoesterde plannen. Ik moet er aan toevoegen, dat mijn andere droomen ook musikaal en harmonisch zijn. Ik zou wenschen, bij toereikende middelen, tooneelen te scheppen, waar het woord, de muziek, het gebaar en de kleur harmonisch zouden zijn als de tonen van éen pathetische symphonie... Overigens be-hoef ik niet te zeggen, hoe ons patrimoniaal -theatraal bezit rijk voorzien is van dit ailes. Het volgend seizoen wil ik een treurspel monteeren zonder décors te gebruiken; er zullen alleen acteurs en figuranten optreden, die in het publiek zullen spelen». Het artikel is geillustreerd met drie teekenin-gen van Ibels.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Het tooneel behorende tot de categorie Culturele bladen. Uitgegeven in Antwerpen van 1915 tot 1940.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes