Het tooneel

828 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1918, 13 April. Het tooneel. Geraadpleegd op 24 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/901zc7sm8m/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Het Tooneel 3e Jaargang Nr 31 — 13 April 1918 Beheer en Redactie : Kerkstraat, 13, Antwerpen 15 Centiem 1er LEO VAN DEN BROECK, Pianist, Concert der «Nieuwe Orkestvereeniging». Kon. Ned. Schouwburg " De Laatste Vonk ,, " Ik trouw met mijn Dochter,, In zijne mededeeling aan de dagbladen lieeft do leiding durven schrijven: « «De laatste Vonk» van Blumenthal en Kadelburg is niet, zooals de namen der schrijvers zouden kunnen doen ver-moeden, een dolle klueht, zooals er vroeger meer gespeeld werden, het is een komedie van hooger s gehalte. » Wie dit voorbericht gelezen heeft alvorens «De Laatste Vonk» te zien, moet naar den schouwburg gegaan zijn met de goede gedachte dus een komedie van hooger gehalte, zooals de mecledee-ling heel serieus zegt, te gaan bewonderen. Vele schouwburgbezoekers die het genre van Blumenthal en Kadelburg kennen, zullen wel wat scep-tielc, ongeloovig opgekeken hebben bij de lezing van die directoriale inlichting,want van een ko-* medie van die kluchtspelfabrikanten had men ook nooit.iets gehoorcl. — (Wel schijnt de fameuze Vonk» voor een tiental jaren opgevoerd te zijn geweest.) Eilacie! Die ongeloovigheid had voorzeker de waarde van een gefundeerd voorgevoel, want «De Laatste Vonk» is niet alleen geen komedie, maar zelfs geen goede klueht. Wie heeft durven beweren of wijsmaken aan de directie dat we hier te doen hadden met een komedie, die moet voorzeker een oolijke vent zijn of een grappenmakker, die zijn medemen-schen gaarne in het ootje neemt, tenzij hij heeft willen zeggen dat hij door comedie een komisch spel of een blijspel verstaat, zooals er trouwens op het afiche staat. Een blijspel is het, maar geen van de goede soort. Aan de logica wordt voortdurend een trap gegeven van kalieber, er wordt in- en uitgeloopen met, maar vooral zonder reden, en de lcarakters zijn zoo slecht geteekend, zoo weinig volgehou-den, dat de toeschouwer ten laatste blij is da£ het spel gedaan is. In het eerste bedrijf — dat veruit het beste is — zou men nochtans aile reden hebben om te gelooven dat er zeer aardige, grappige verwikke-lingen gaan plaats hebben, die het publiek aldoor nieuwe verrassingen brengen, maar dan vergist men zich. Ailes wat verder moet komen kan men ffissen en de spanning gaat dus niet crescendo. Het karakter van baron Clemens is, in I, goed aangewezen, met breede toetsen. Hij is de vrou-wenverleider, de Don Juan op jaren, die even ge-makkelijk schulden maakt als vergeet ze te beta-Ien, en door zijn schoon uiterlijk, zijn innemende manieren, zijn pronkzucht en mooi-praterij, de h art en der vrouwen weet te veroveren; er kranig voorstaat, gedistingeerd zelfs, grappige, leuke antwoorden geeft op aile gezonde beweegredenen, maar die in de twee overige bedrijven onbarmhar-tig zouteloos wordt, hopeloos vervelend en maar voortdurend aan 't jammeren is omdat hij het hart en de liefde van zijn \vettige vrouw verloren heeft, hij die nooit geweten heeft wat liefde is, wel wat «caprice» beteekent. Wij zullen ons. wel wachten de andere perso-nages te bespreken: zij' zijn slechter dan mario-netten.Het succès was dan ook maar matig en na elk bedrijf werd er gehaald uit louter gewoonte. Als het bestuur dan toch nog eens een oud Duitsch blijspel wilde voorbrengen, dan had het keus genoeg om met wat beters voor het voet-licht te komen. Roijaards b.v. heeft in Mei 1914 L nog eens die hoogst vermakelijke en goecl-volge-? houden, smakelijke klueht: «De Sabijnsche Maag-denrôof», met veel succès opgevoerd, die enkele jaren te voren in het Lessing theater te Berlijn eene reeks van 200 voorstellingen beleefde, alhoe-wel het toen reeds den ouderdom van ongeveer 25 jaren, meenen wij, bereikt had. In Parijs be-kwam het ook, voor den oorlog, een bijval van belang onder den titel : «L'enlèvement des Sabi-l ries». De bekwame directeur en tevens zeer bevoegde | regisseur Roijaards schreef, bij gelegenheid der opvoeringen van «De Sabijnsche Maagdenroof» aan Dr Walch,recènsent van het letterkundig tijd-schrift «Groot Nederland», wat volgt, en wat wij overschrijven, vooral in het belang onzer too-i neelspelers: «Een feit is 't, dat tooneelspelers van den twee-den en derden graad, die zich maar al te .vaàk aan deze klueht hebben gewaagd, 't niet verder brachten dan het uitbeelden van kluchtspeltypen, waarin zij dan zelf in den regel de grootste schik hadden, maar het publiek dat deze voorstellingen ' der «mindere goclen» bijwoondë, lachte wel effen om de mallooterigheid van het geval, maar bij I het weggaan uit den schouwburg vonden zij de klueht maar zoo, zoo, en zagen door de tooneel-matige uitbeelding der figuren aan de levens-waarneid der door de auteurs gecreëerde men-schentypen voorbij. Bij de instudeering van deze klueht onder mijn regie, heb ik er aile medespelenden, waaronder er verscheidenen waren, die dezelfde rollen reeds vroeger hadden vervuld, met nadruk op gewezen, dat dit stuk juist even gewichtig was als b.v. een stuk van Ibsen, en dat wij alleen dan de toeschou-wers zouden kunnen doen gieren van den lach, als wij zelf allen den grootst mogelijken ernst be-waarden. Ik géloof dat ons dat vrijwel gelukt is. Bij het spelen van aile goede kluchten is dit een allereerste eisch, die door de meeste gezelschap-pen, die zich aan kluchten wagen, te vaak uit het oog wordt verloren, niet alleen in Holland, maar ook buiten de grenzen van ons land. De menschen worden belachelijk door de malle situaties, waarin zij worden geplaatst en waar hun karakterei-genschappen, op de spits gedreven, in uitkomen. Het zijn dus wel degelijke menschen, die de auteurs Franz en Paul von Schoentau in «Der Raub der Sabinerinnen» teekenden, en juist hierin ligt de verklaring van het groot succès, dat deze klueht, goed gespeeld, nog op dit oogenblik over-al moet hebben». Die wijze woorden van den grooten Nederland-schen acteur, directeur en regisseur, mogen wel eens in o'verweging genomen worden door onze artisten. * * * De vertooning van «De Laatste Vonk» was, in zijn geheel genomen, niet onverdienstelijk. Op de schouders van heer Louis Bertrijn rust-te heel het gewicht van het stuk en hij heeft dien last goed gedragen. Zijn uiterlijk was buitengewoon knap en verzorgd en het was dus niet te verwonderen dat de vrouwen op hem verliefd werden. Hij speelde los en zwierig, buitengewoon soe-pel, in den goeden trant van het blijspel, zonder neer en verviei iluu.ii in net iiuwiiauiufit. Hij kende zijn roi tamelijk wel en de leem-ten in zijn geheugen wist hij —- als naar gewoonte — op bij zonder gelukkige en be-hendige wijze te verduiken. Waar anderen blijven stèken, bij gebrek aan rolvastheid, slaat hij er zich flink doorheen en wel zoo-danig goed dat de gewone toeschouwer er niets van merkt. Wat hij zegt staat wel niet altijd geschreven, maar hij geraakt toch de kluts niet kwijt. Mevr. Dilis had een zeer onbenullige roi, maar wist zich, als altijd, heel goed te houden.Mej. Janssens was een flinke, jonge en met smaak getooide jonge vrouw, die heel knap werk geleverd heeft. Wij constateeren met heel veel genoegen dat deze jonge actrice in den laatsten tjid zeer goede vor-deringen maakt. Ook heer Gorlé was als schoonvader heel knap. Jammer maar dat zijn spel, in den blijspel trant, te weinig persoonlijk is en ons te veel aan Laroche herinnert. Heer G. Cauwenberg had heel weinig te zeggen — en 't was zijn fout niet dat hij die derde plansrol te vervullen had — maar deed het natuurlijk en eenvoudig. Heer Ruysbroeck was een zeer goede en gemoedelijke Lutz von Treudelstein, rolvast en smakelijk getypeerd. In die soort rollen is hij waarlijk onverbeterlijk. Heeren van de Putte en Angenot volle-digden op verdienstelijke wijze het ensemble.Vooraf ging het onbenullige societeits -spelletje «Ik trouw met mijn dochter» dat aan Mej. Marg. Bertrijn de gelegenheid gaf andermaal blijken te geven van haar jong, frisch en hoogst sympathiek talent... Zonder haar zeer goed spel zou dit niets-zeggend stuk je gevallen zijn als een bak-steen. Heer Bertrijn was convenabel, niet al te wel op dreef. —Mevr. Ruysbroeck een waardige, statige Mevrouw en heer Angenot een zeer leuke bediende. N. InenomdeSchouwburgen «LE MORT» VAN CAMILLE LEMONNIER. — We zagen de prachtige afficheplaat voor het mimodrama «De Doode»,geteekend door den ver-maarden kunstenaar Meunier. Bezwaarlijk kan men zich een denkbeeld vor-men van de moeilijkheden die een mimospel op-levert. Ongelukkiglijk vervallen dé vertolkers van dergelijke stukken al te vaak in acrobatische hou-dingen, en dit ingevolge de verkeerde interpre-tatie van het woord mimodrama, dat als gebaren-spel aanzien wordt. Bij uitzondering slechts mag men in deze spelen door gestes de gedachten ver-duiclelijken. De trillingen der lippen, en het spel van de neusvleugels, oogen en gelaatspieren moet de gevoelens kunnen weergeven. Lang geleden. oogstten de gebroeders Martinet-ti, geroutineerd in dien aard van spelen, zeer veel bijval in hét werk van Lemonnier. Voor de artisten van onzen Koninklijken Ned. schouwburg zijn de vertooningen van 17, 18 en 19 Mei aanstaande een uitzonderlijke kans. Met belangstelling zien wij het resultaat te gemoet en hopen het beste, ons steunend op het talent der vertolkers en de bevoegdheid van den muzikalen leider heer K. Candael. HEER PAUL SCAPUS. — De feestavond van dezen gevierden ténor zal op Dinsdag 23 April plaats hebben. Hij zal optreden als ridder des Grieux in «Manon», een zijner glansrollen. Onge-twijfeld zal Anvers-Palace dien avond te klein wezen. Anderzijds vernemen wij- dat heer Paul Scapus te Luik is geëngageerd, waar hij op 18 Mei a.s. in «Lakmé» zal optreden. MEVR. REZY VENUS. — Het §'erucht als zou Mevr. Rezy Venus eene verbintenis met heer A. Clauwaert, bestuurder van den Alhambra-schouw-burg, te Brussel,geteekend hebben, is heelemaal ongegrond. SCALA. — Verkeerdelijk hebben wij gemeld dat heer Eugeen de Vos de roi overgenomen had van heer Kind. Het is heer Peeterman die daar-mee is gelast. In elk geval waren er onderhande-lingen aangeknoopt met heer Eugeen De Vos door de directie, die echter niet gelukt zijn, niet door de schuld van den populairen komiek. «DE DOLLARPRINSES». — Na «De Vodden-baron» zal het bestuur van den Scalaschouwburg de vermaarde operette «De Dollarprinses» laten opvoeren. TOON-, TOONEEL- EN LETTERKUNDIGE VEREENIGING «VAN PEENE». — Op Zondag 14 April a.s. zal in de feestzaal El-Bardo, te 6 uur T.U., de gunstîg gekende vereeniging- «Van Peene», haar zesde groot liefdadig feest inrichten ten voordeele van behoeftige gezinnen. Er wordt opgevoerd «Robert en Bertrand», een der be-roemdste kluchtspelen in 5 bedrijveiij van Rader. Verleenen hunne medewerking: Mevr. Meei*sman-Callié, Mej. Martha Gielissen, Mevr. X. en de too-neelafdeeling, onder de kundige leiding van den heer Jac. De Vos, oud-hoofdregisseur van den K. N. S. en Volksschouwburg. De toonafdeeling, onder leiding van heer K. Simons, zal eenige harer puikste nummers uitvoeren. Wij raden onze lezers aan zich ten spoedigste van kaarten te voorzien, want wij verwachten ons andermaal aan een bom-volle zaal. — Prijzen der plaatsen : Algemeene inkom 0.30 fr., eerste plaats 0.50 fr., genum-merde plaats 1.— fr., zetel 2.— fr. — Platsen zijn aile dagen te bekomen in de Nationalestraat, 152, en den avond der vertooning aan den ingang der zaal. VLAAMSCHE OPERA. — Bestuur heer Pierre Van den Eynde. — In ons volgend nummer zullen wij nadere bijzonderheden mededeelen betrtkke-lijk deze onderneming. HEER ARTHUR VAN THILLO. — Deze syrn-pathieke acteur is tamelijk erg ongesteld, zoo-danig zelfs dat hij Donderdag 11. in de onmoge-lijkheid verkeerde op te treden. Wij wenschen heer Van Thillo een spoedig en volledig herstel. " Acta Bureaucratica „ een menschenspel in één bedrijf, door Theod. J. Verschaeren. (Uitgave nummer 11, van Gust Janssens' Tooneeluitgaven. Prijs: fr. 1.50.) Men weet dat deze éénakter van den Mechel-schen schilder Theod. Verschaeren bekroond werd in den wedstrijd van den uitgever Gust Janssens, van Antwerpen, en nu het werk je ons gedrukt werd ter lezing geboden, aarzelen wij niet te er-kennen dat hier althans de jury een degelijk pro-duct heeft weten te diepen uit den poel van on-geschikt en ontooneelkundig werk, dat hem ter beoordeeling werd voorgelegd. Het is een trouw schilderijtje van een halven dag kantoor bij een groote < openbare administratie, een echt - waar weergeven van de levenswijze der «ronds - de -cuirs», die zoo^ dwingelands optreden tegenover kleineh en* geringen en daarentegen buigen als knipmessen voor al wat eenigszins in stand of fortuin verheven is. Er loopt een licht zweempje tendenz door het werk, dat echter niet tôt noi gepreek en lange frazes aanleiding geeft, maar juist een der jongere bedienden, die zich stilaan mee voelt ten onder g'aan in den sieur en de ou-derwetschheid der administratie, toelaat er zich nog eventjes tegen te verzetten, in een laatste aanvechting van het, verzinkend ideaal. Het ééii-aktertje tintelt van fijne ironie, maar ook schrijnt er uit die verzet - woorden van den bediende Boon een stil wee om den. ondergang van dat zijn ideaal, dat in de duffe, gore atmosfeer dier bu-reelen kapot gaat, als een bloem in een stoffi-gen, zonneloozen dampkring. Technisch zit het wel flink in elkaar en de drie hoofdpersonen vin-den er wel kans tôt het uitbeelden van een flink karakter. Met «Acta Bureaucratica» is onze aan degelijk werk zoo armmoedige tooneelletterkunde een best-gelukt, goed-gebouwd éénacter rijker geworden. «Vlaamsch Leven», Nr 27. 7 April 1918. Léo Van den Broeck Heer Léo Van den Broeck heeft reeds, niette-genstaamte zijn jeugdigen leeftijd — hij is nau-welijks 21 jaar oud — een goeden naam gemaakt. Hij deed zijne muzikale kennissen op in het Kon. Vlaamsch Konservatorium alhier, onder de kundige leiding van heer Frans Lenaerts. Een drie-tal jaren geleden bekwam hij, na een uitvoering van o.m. de «Spaansche rapsodie» door Liszt en een «Concerto» door Grieg, zijn uitgangsdiploma met de grootste onderscheiding. Deze rijk aange-legde kunstenaar koesterde de heerlijkste idealen: in den vreemde o.a., zou hij zich gaan volmaken. Helaas^ de omstandigheden verijdelden grooten-deels die plannen. stedelijke muziekschool benoemd, daar zijn diepen z: ernst en zijn algemeen erkende bevoegdheid een- e< ieders vertrouwen gewonnen hadden. Sedert heer Léo van den Broeck zijn diploma fl verwierf, trad hij op in het Koninklijk Kunstver- tf bond, in de Beethovenzaal en elders, voor liefda-dige werken, zooals «Het kind van den Soldaat», b «Ons Invaliedenhuis» en «Het kistje van den Bel- n gischen soldaat» en dit met de inrichtende veree- z: nigingen : «Unitas», «de Gulden Spoor», «Ons a Volksleven» e. a. Hij verleende verder zijne me- d dewerking aan het negende symphonisch concert k op touw gezet door de Nieuew Orkestvereeniging d in de zaal Anvers Palace, ën aan de uitvoering g door heer Van Kuyck in de «Gelagzaal van de VI. n Opéra» van liederen en balladen. Op die kunst- n avonden interpreteerde hij o.m. «Marche Fantasque» van P. Gilson; «Valse Brillante» van Cho- T pin, «Concerto in A moll» van Ed. Grieg, «Ballade in G moll» en «4e Fantasia in Es moll» van d Peter Benoit, «le Peer Gynt suite» (Ochtendstem- k ming, Aese's dood en Anita's dans) van E. Grieg. In 1916 gaf hij een klavier récital met het vol- g gend programma: «Preludium en Fuga» van J. e: Bach, «Sonata C. Moli» van L. van Beethoven, b «Impromptu con varizione» van Fr. Schubert, — k «Studiën» van Fr. Chopin, «Spaansche rapsodie» en «Jota Arragonesa» van Fr. Liszt, «Ballade Al- lerzielen» van Peter Benoit, «Aan de Bron» van k Arensky Liloti, «Heria - Evocation» van S. Al- d beniz en «Studie in Walsvorm» van Saint Saëns. 1< Ook als toondichter presteerde heer Léo van den Broeck welgeslaagd werk: «Dageraad», be- k schrijvende muziek voor gemengd koor werd met veel bijval in den Dierentuin alhier uitgevoerd. n Verder schreef hij liederen, muzikale motieven n voor voordrachtstukken, meestal op teksten van d heer Pol de Mont, en een werk voor orkest : «De li verloren zoon». 8 Hoofdzakelijk strèeft heer Léo van den Broeck v in zijn compositiën naar harmonieke kleur, be- s schrijvende muziek en spanning van zinsbouw. — g In dit streven slaagt hij volkomen en wij mogen o { het beste van hem verwachten. ! Als pianist kan hij aanspraak maken çp een a 5 warm gevoeld, gezond, kloek en geestdriftig spel, a buitengewoon muzikaal en fijngevoelig. « Met den tijd wordt heer Léo-van den Broeck e stellig een onzer schoonste kunstenaars. C ~———:t Gust Janssens, uitgever, Kerkstraat, 13, Antwerpen. RLKE WEEK verschijnt bij mij minstens één t (On ) vlaamsch boek. Zooeven kwam van de pers : OE POEL door Piet Van Assche (Uitgave "Onze Leestafel,,) Frijs: fr 0 15 o h De Idealisten ' MET VERSCHROEIDE VLEUGELS. ^ • BRENDEL. — Kan je mij een paar t idealen afstaan? 0 ROSMER. — Wat zegt u? BRENDEL. — Een paar afgelegde idea- d len. Dan doe je een goed werk. Want ik ben leeg... n «Rosmersholm». * H. Ibsen. ^ In het uitdragerswinkeltje, tusschen een rom-mel van oude en kapotte dingen, hokte het gezel- cl schap rond het roodgloeiend kacheltje. 't Was tegen valavond en buiten gudste de ré- i gen, tegen de vitrien. Op de schouw, onder een gescheurde stolp, stond (i een vërgulde pendule met een hupsch herderin- cl netje, waarvan het aangezicht zinkachtig uitsloeg. s Hooger hing een afgeschilferd spie^eltje in maho-nièhouten lijst. Naast den lagen bidstoel, waarop de Uitdrager zat en geduldig zijn aardappelen li keerde in.de gloeiende assche, stond een kramalc- v kelachtig, vuil tafeltje, waarop twee aangesneden brooden lagen en boter op een papier. De Uitdra- g ger was een lange vent met zware, donkere snor en diepliggende oogen. s In een zetel, waarvan de veeren gesprongen waren en waaruit het paardshaar puilde, zat een I jon^ensachtig heertje met een paar blauwe water-oogjes, rookte sigaretten en lcauwde ondertus- 1" schen een boterham belegd met verkenskop. De I Wisselagent stonden de ooren ver van het hoofd gegroeid, en hij zat kouwelijk weggedoken in een grijswollen winterjas. g Naast de schouw, lui achterover op een hoop scheurpapier, lag de Toonkundige in zijn pandjes- \ jas vol vetvlekken. Woest lagen zijn zwarte ha-ren over zijn voorhoofd en ooren, en in zijn glad- v geschoren tronie met breede mondsnede en scher-pen neus, gluurden sluwe, zwarte oogen. In gescheurden smoking, met uitgerafelde zij-de op de omslagen hurkte de Deurwaarder op een bankje dicht bij het vuur. Hij was eeuwig be- v schonken en zijn feldooraderd dronkenmansge-laat met sleeuwe, bruine oogen, was zonder uit- ^ drukking. Zijn onvaste handen plukten aan een Y drogen haring. Op een stapeltje afgediende fietsbanden troon- t de cle Schot en las een detectieveverhaal. In zijn t lichtbruinen regenmantel, onder zijn groenfluwee-len deukhoedje, leek hij een schrale knaap. Zijn 1" gelaat kleurde een schijnblos en zijn groote, gave \ tanden blikkerden onophoudelijk. ^ Het rook muf in het winkeltje. Een reuk van haring en vleesch, van schimmel en ouden roest. c De mannen zaten stil, vol eigen gepeinzen. Zij v kenden elkaar en waren elkaar zeer vreemd. Zij waren hier bijeeng-edreven als wrakhout op het I strand. Elk had zijn eigen verleden waarover hij zelden sprak, samen hokten zij rond het vuur in £ het winkeltje, hadden gemeenschappelijke belan-gen en herinneringen, zochten elkaar om de ge- t zelligheid en uit gewoonte, en misprezen elkaar r hartelijk. s De Uitdrager tergde hen met zijn minachting en wist hen afhankelijk van zijn dak en zijn vuur. £ Hij had den Deurwaarder in zijn dienst genomen. om den stootwagen te kruien en boodschappen te ^ doen. />e Toonkundige, het verloopen genie, sliep ^ meestal in den. leunstoel, beweerde ergens aan het andere uiteinde der stad zijne woning te heb- r ben. Heelder dagen zocht hij. papier uit, waarvoor * hij den kost' kreeg. c De Schot was stadskind. Na drie jaar had hij met autosport een gat in zijns vaders erfenis ge- c vret.en en nu moest hij zich tevreden stellen met een klein maandgeld dat steeds, na enkele clagen, 2 verteerd was. Dan kwam hij den Uitdrager cen- r ten leenen voor zijn sigaretten en zat uren lang I te kijken naar het werk der anderen of las de gehavende boekjes die in den winkel verzeild wa- ^ ren. ^ s De Wisselagent was een clwaas advokatenzoon-tje,dat zijn fortuin en de bruidschat zijner vrouw i verboemeld en verspeelcl had. Met zijn laatste, c grijze limousine, was zijn voornaamheid en zijn glans verdwenen .Hij leefde gescheiden van zijn c vrouw, van allerlei knepen en redmiddeltjes. De waardin van een bar had een zwak voor den jon- v gen en betaalde zijn sigaretten met gouden mond- 1 stukken. Een tijdje lang fleurde hij weer op, han- ^ delde in coupons van een paar naamlooze maat-schappijen, en feestte met de kameraclen in het £ uitdragerswinkeltje. Toen -dronk men cognac uit ^ bierglazen, at kreeft en zalm uit conservenblikjes, £ rookte fijne sigaren. Maar de kruik ging te wa-ter tôt zij brak, en nu werd hij vervolgd voor het £ vervalschen van coupons. De Uitdragor haalde zijn ongepelde aardappelen uit de assche, lei ze naast een pakje sprot op den vloer en begon te smullen. Hij smakte en ■ slokte gulzig. De Wisselagent en de Schot pink- g ten tersluiks om zijn boerschheid. De Toonkundi- t ge beloerde hem, met het water in den mond. De Deurwaardei' sneed nog een homp brood af en vischte ook een paar aardappelen uit den aschbak. — Wat weer, geeuwde de Schot, en zocht dan wat afleiding in plagerij, wel Lange, hoeveel kapotte wekkers en oude paraplus hebt ge nu al bijeen ? — Daar hebt ge geen affaire mee, gromde de 1 Uitdrager, haast stikkend in zijn mondvol eten... Ik verdien mijn brood en ben niet zooals die niet-deugen...— G'hebt geliik, Lange, sarde de Schot, maar waarom zijt ge dan bij de pompiers weggejaagd... — Ik ben niet weggejaagd, zei grimmig de Uitdrager, en houd u maar koest of ge vliegt buiten...— Maak u niet kwaad, suste de Wisselagent J! lusteloos, geef'me eens een patat... f- De Uitcirager wierp elk een aardappel toe en ^ vrat, eenigszins bedaarcl, gretig voort. Maar het Ç ergerde hem wanneer men eén toespeling maakte | op zijn liefhebberij die bestond in het verzame- ^ len en opstapelen van oude wekkers en regen- ^ schermen in zijn slaapkamer. Hij had zich inge- J gebeeld dat deze stock eens waarde zou hebben... ^ Dan kwam hij er boven op en die anderen daar, ' die lezen en schrijvën konden en veel cens aan T opvoeding hadden gekost, zij bleven maar ver-kens..: Maar hij was een deftig man, had als pompier gediend, daarna zakken gedragen, dan "v boodschappen verricht Op de voddenmarkt en nu ' dreef hij eigen zaken. > Wanneer hij verzadigd was, zei hij tôt den 1 Deurwaarder en den Toonkundige dat zij gerust \ de rest konden opeten, stak zijn pijp aan en c zuchtte van genoegen. a — En waar zit uw wijf, vroeg de Wisselagent. i aan den Deurwaarder, beloerde hem boosaardig, t zag hem als ineenkrimpen onder een zweepslag, i en!... Ik vraag niet waar uw wijf zit en dat was Hei m fatsoenlijk mensch... ma De Deurwaarder nam een slok uit een platte Zij esch die hij in zijn binnenzak droeg en scheen Kr< i stillen. ver — Zij zal het nu te Brussel ook niet breed heb- Kei m met den anderen, zei hu vergenoegd, zij is ste ijn ongeluk geweest, kloe^hij plots, de wijven wil jn ons ongeluk, zij reed per voituur met den (i0c ideren, terwijl ik werlcte en geld won... maar ja£ at bleef niet duren en als ik het in de gaten Hoc i-eeg ben ik er een borrel gaan op zetten... tôt î tribunaal mij afstelde... Dat wijf is mijn on-eluk geweest!... Maar waarom moet ge mij dat a weer herinneren... 't Is voorbij... Het treite-m helpt niet, ik vaag er toch mijn botten aan!... — Ge zijt een fijn heerken geworden, zei de Au oonkundige verachtelijk. _ . Eli — Gij hebt het anders ver gebracht, grinnikte An â Deurwaarder, tôt in het oud papier... 'n muzi- Eic ant die geen instrument bespelen kan!;.. Ha — Ik ben hoogleeraar in cle philosophie en de Rai eschiedenis der muziek, blufte de Toonkundig-e, Lot i als ik eens directeur van het Conservatorium Ka ^n, zal ik u een plaatsken bezorgen als zaal- An necht... maar dan moogt ge niet meer zuipen!... I —: Dank u, mijnheer de Directeur!... dri — Och, ge verdient het niet dat ik aan u den- der en zou... al de menschen zijn even ondankbaar, , j, aarom geef ik me maar geen moeite meer in 't . jjjr iven... Ik ben een menschenhater... | vei — Wat een vreemd gedacht, lachte de Schot . yei inderlijk. bre — Toen ik nog te Parjjs studeerde was ik reeds j ch£ lenschenhater. Ik had een vriend en die was het • og erger dan ik... Eens wandelden wij samen in en «Jardin des Plantes» en waren zeer zwartgal- u}t g gestemd. Wij hadden in die dagen weinig ge-eten.. De beesten zijn beter clan wij, zei mijn riend, terwijl wij voor het hok van een hyena i ^ei Londen... Dragen zij een broek, riep hij, of een ; ^ ilet?... Zij zijn zooals ze zijn, zonder dwaze vertolligheden... In een oogwenk was hij uitge- ! ^ leed, schoof de deur van het kot open, sloot haar . cht'er zich en nam den kop van de hyena in zijn ; j rmen... Grimmig sprong het beest achteruit maar ^,e] roop weer zachtjes bij, lei den kop op zijn knieën ko] n begon hem onbevangen de handen te likken... scj. re zijt beter dan de menschen, gilde mijn vriend... îlie — Dat kunt ge begrijpen, 't was een dieren- mJ. 3mmer, zei de Wisselagent ongeloovig. — Te Parijs is ailes mogelijk, gaf de Uitdrager ^e, maar wat is er dan verder gebeurd? — Och ze hebben hem met drie mannen moe- ^ an wegrukken... Hij was gek geworden!... Zoover an het met iemand komen... Maar al werd hij pgesloten, toch had hij gelijk: de hyena's zijn eter clan cle menschen! J-'- — Beter clan de wijven, zuchtte de Deurwaar- er clie weer een slokje nam. J^a — 't Zal wel een tamme hyena geweest zijn, ne< eronderstelde cle Schot. . — Maar daarom zou ik nog geen menschenha- 2r zijn, meencle de Wisselagent, nu ben ik het M-ok wel een beetje met die zaak van cle coupons... iVl€ — Ik trek naar Amerika, verklaarde cle Schot, — aar is ailes beter. — We gaan samen, zei de Wisselagent, we kun_ en er nog rijk worden. n< l — En dan koop ik de schoonste auto clie te ^ rijgen is! . . , — — Daar komt mks meer van m huis, beweerde e Uitcirager. . — Misschien worden zij nog schotelwasschers 1 i een hôtel, tergde de Deurwaarder. - — Och, als ge clan toch naar Amerika gaat, en at is misschien het beste dat ge doen kunt, be-acht cle Uitcirager,stuurt mij clan maar eens een I ehoonen, groenen papegaai. bes — Dat zullen wij, beloofde cle Schot, maar... ce — Ik zal hem betalen, zei de Uitdrager terwijl clei ij het vuur oppookte; ik zal hem betalen, ik clri ■il niks van u... «D — Een die kan klappen, natuurlijk, voorspie- lee elde de Wisselagent, maar die lcosten duur! lie- — Ik kan het betalen!... Maar 't moet een bel choone zijn! _ . n Oo —- Maar de papegaaien uit Amerika spreken hei îngelsch! niE — Dat is niks, ik zal hem wel verstaan... Ik ra, eb aan de clokken Engelsch hooren spreken... the >amned fellow! sel — Ge zijt toch een knappe vent!. . kei — Ja, dat ben ik, erkende de Uitdrager zélf-enoegzaam.— Ge kunt hem gerust betalen, praamde. de Wisselagent. — Op voorhand, wantrouwde de Uitdrager, en wanneer vertrekt ge dan? — Misschien morgen reeds... f . — Morgen vertrekt er geen schip... y-j — Maar wij gaan over Parijs... . rr — Zoo, zoo, en hoeveel kost zoo'n papegaai w ■ ^el?... J] — Een heele schoone, wel vijftig frank zonder ® :ooi... maar geef maar twintig frank op voor- ' and, de rest kunt ge later wel zenden. „ De Uitdrager keek arglistig naar de twee ma- ^ en, haalde een handvol zilverstukken uit zijn , roekzak en begon langzaam te tellen. , — Als ik nu eens vijftien frank gaf, aarzelde ' ij ; 't moet maar een jong beestje zijn... niet ^e olleerd... niet de schoonste... ik kan Jiem zelf nog , * /el wat clresseeren... dat is plezant... ,.J — Zooals ge wilt, maar ik zou in uwe plaats ,uJe p geen stuk van vijf frank zien... 't is iets voor w leven, raadde de Wisselagent. .. — Wordën die beesten zoo oud, informeerde de *ijj Jitdrager, want ik ben nog jong... » ^ — Zij worden verschrikkelijk oud, droomde de ichot. ^ — De menschen zijn slechter dan de hyena's, ~ evestigde nogmaals de Toonkundige, en zag de luntstukken overg'aan in handen van den Wis- el agent. — Ik zal zorgen dat ge tevreden zijt... een ;roene met roode pluimkens op den kop. — Ze hebben zoo'n aardige oogskens, zei de Jitdrager. — Morgen gaan wij er op uit, voorspelde de Visselagent. de De Deurwaarder schuddebolde, wou iets zeggen, m( îaar bedacht zich en dronk. De Toonkundige lag njf iet half geloken oogen achter het vuur en zag < e Wisselagent een versche sigaret opsteken. —• Geef mij een sigaret, verzocht hij, en begon <> ven behaaglijk te rooken. — De regen zal toch wel eens ophouden, ver- on de Schot, bedelde ook een sigaret en begon te 3 euriën: Connais-tu le pays où fleurit l'oranger, 4 ,e pays des fruits d'or et des roses vermeilles... — Hélas!" que ne puisse te suivre, vers ce ri-age heureux d'où le'sort m'exila, hielp de "Wis- 5 elagent. # # — Dat herinnert mij mijn goeden tijd, toen k geabonneerd was op de Fransche opéra, zeurde e Deurwaarder. — Dat is een schoon liedje, oordeelde de Uit-rager.— Die muziek beteekent niksmendalle, ver-<*ierp de Toonkundige, maar hij zong toch met de sti nderen in koor : — C'est là que je voudrais Mi ivre, Aimer et mourir! — c'est là! j Hun stemmen klonken schraal en schor. Een vo rijze poes kwam uit een hoek te voorschijn en de lijde zich neder op den schoot van den Uitdra- lig ■er. De kachel gloeide in de schemering. ge Buiten striemde de regen geweldig tegen de Mi angeslagen ruiten. zic LODE- BAEKELMANS. re- K KOOP nog altijd ? iën aan hooge prijzen 8TElEI%ï WKC*, 55 e kntwerpon, nevens den hoek der St-Jansplaats II111h van Ooeasiejti\veeI«.*ii ^ ■ Hi m< ECon. Ned. Schouwburg s£- ka Zaterdag 13, Zondag 14 (dag- en avondvertoo- le ing), en Maanclag 15 April 1918, tôt sluiting di< an het tooneeljaar, opvoering van: vvi «MEDEA», -te treurspel in drie bedrijven van Ern. Legouvé, voor het Nederlandsch tooneel bewerkt door j-0 Floris van Westervoort. Pe Verdeeling : Ireon, koning van Korinthe Hr P. Janssens Ireusa, zijn dochter Mevr. Bertrijn m: irpheus Hr Cauwenberg Hj ason Hr Bertrijn aa Iedea Mevr. Dilis to> >e voedster van Kreusa . . Mevr. Noterman bli len.jong meisje Mej. M. Bertrijn ,ykaon Ji h. Noterman Se lelanthes Mej. Van Gool t'ia len Korinthier Hr Van de Putte Ve rolk van Korinthe, Kanephoren, Slaven, Gevolg pj an Kreon. De handeling heeft plaats te Korinthe on Korte inhoud. — De grieksche held Jason is m> roeger naar Kolchis getogen om daar het gulden K< lies te rooven. In Kolehis wint hij het hart van ge 3 konings dochtër Meclea, die hem met hare too- zi; 'ermiddelen helpt bij den roof en hij vlucht met w< aar uit het' land. Doch spoedig heeft hij genoeg zi: an Mëdea en hij verlaat haar en hare twee kin- ni. eren, om terug naar Korinthe te keeren. — Hij Vi vordt door koning Kreon opgenomen die hem zij- re le doeirter Kreusa tôt vrouw zal geven. Zoo is de oestand'als het doek opgaat. Medea zoekt haar m; nan overal op; met hare kinderen. dwaalt zij he clerijk opneemt. Medea verneemt dat Jason de n van Kreusa zal worden en zint op wraak. zendt een vergiftigden sluier als geschenk aan ;usa; Jason, dien zij oôk ontmoet, wil haar bannen en haar de kinderen afnemen. Zij wei-t. Als Kreusa den sluier draagt en daaraan :*ft, en Jason wraak zoekt te nemen op Medea, zij met de kinderen vluchten; — achtervolgd, dt zij beide kleinen en roept den wanhopigen on toe, dat alleen hij de schuld heeft aan hun cl. •AARNA : «DE GEVOLGEN VAN EEN LEUGEN» blijspel in vier bedrijven van R» ICneiseL Verdeeling : ^ust Helborg . Hr L. Bertrijn se, zijn vrouw ... Mevr. Noterman na, nicht van August ...Mej. M. Bertrijn kman, jachtopziener ... Hr Ruysbroeck ifling, koster ... ... ... Hr P. Janssens idsheer Zornbock Hr E. Gorlé je, dienstmeid Mevr. Ruysbroeck i-el, kellner ... Hr Angenot anda Mej. J. Janssens fr wordt tusschen het eerste en het tweede be-if geen pause gehouden, ook niet tusschen het de en vierde bedrijf. Lorte inhoud. — Dominée Herborg is.naar Ber-gereisd om van den kerkraadsheer Zornbock hooging van traktement te verkrijgen. — Hij doold, vraagt den wëg aan een dame, en deze ngt hem in een nachtcafé, waar hij oesters en .mpagne bestelt; doch voor het souper kan be-nen wordt hij gestoord door de onverwachte nst van Zornbock. De dame vlucht weg, en om de verlegenheid te geraken verklaart Helborg. die dame zijne vrouw is. Als hij echter in 1 dorp terug is en Zornbock komt hem bezoe-1, wil hij aan de vrouw van den dominee wor-i voorgestelcl, om over de Berlijnsche rei» te eken. Dat geeft aanleiding tôt de dolste ver-rringen. Met behulp van koster Haufling wil lborg den raadsheer o.m den tuin leiden;, dit ukt hem ten koste van allerlei grappige mis-■standen, tôt eindelijk eene dame uit Berlijn nt, en het blijkt dat Zornbock slechts-een zeer ijnvromo pierewaaier is, blij dat zijne streken t aan het licht komen, en die daarom den-do-, îee zijn traktementsverhooging toestaat. •* * r let orkest onder leiding vàn toondichter Karel ndael zal uitvoeren : /oor het eerste bedrijf van «Medea» : Quinten ssijs, voorspel, E. Wambach; — Voor het twee-beclrijf : Menuet, concerte tweede cleel, door Saint Saëns. Cello.solo heer Everaerts. —■ Voor derde bedrijf : Liefcle^ang, idylle, door Karel trdaél, Solisten heer: Van der Borght, viool, en »r Everaerts, cello. roor het eerste bedrijf van de «Gevolgen eener igen»: De Vrijschutter, openinfistuk, door C. von Weber. — Voor het derde bedrijf, Pastel, nuet, door Ai Paradis. ESestuurder t»ii VERKOOPT^GES i-aiiM ItEVLOOS Begijnenvesi, 57 oorscholten — Geheimhouding — Spoedige bediening Vwe Operavereeniging ANVERS - PALACE. «MANON». )e derde vertooning van «Manon» was wel de ste clie tijdens dit speelseizoen in Anvers-Pala-, werd gegeven. Heer Paul Scapus was bijzon-■ goed bij stem; er werd nogmaals zeer geest-ftig geapplaudisseerd na het zingen van de room» met eindeloos veel sentiment gedetail-rd. De sympathieke tehor was verplicht dit l té bisseeren. Na zijn aria in III (2e tafereel) cwam.hij, bij open dook, een dubbel rappel. — k Mej. Krinkels oogstte veel succès in en na ; tooneel van Ste-Sulpice werden beiden meer-als teruggeroepen.Heeren- Georges Villier, We-Fabry en Marcou en de dames Troyard, Mat->ye en Daumon vielen te prijzen in hun onder--leidene rollen. Het koor was goed en het . or- jt, met heer Cluytens aan het hoofd, verdient * * * «RIGOLETTO»; /rijdag aanstaande, 19 April, tweede opvoering i «Rigoletto», opéra in drie' bedrijven, van G. rdi. îlOLVERDEELING. — De Hertog van Manr la: Hr Paul Scapus. — Rigoletto; Hr Georges liers. — Sparafucile: Hr. Dils. — Monterone: Wera. — Borsa: Hr. Fabry. — Marcello: Marcou.^— Gilda: Mej. H. Krinkels. — Ma-eine: Mej. Elly Vlieckâc. — De Gravin van jrano: Mej. Troyard. Lor.te inhoud: — Rigoletto. de hofnar van den rtog van Mantoua heeft zich den haat der ho-ingen op den hais gehaald en den vloek van i graaf van Monterone. Zij schaken Gilda,, de ïhter van Rigoletto en leveren haar in de han-i van den hertog van Mantoua, die er zijn itresse van maakt. Rigoletto zal zich wre-l op zijn meester en koopt Sparafucile om, de Hertog zal vermoorden. Maar Gilda die i*van op de hoogte is en den Hertog nog im-v lief heeft zal zich opofferen en wordt in le plaats om den hais gebracht en in een zak token, die Rigoletto halen komt om in 't wa-te werpen. De nar die het verraad bemerkt radeloos. Nieuwe Orkestvereeniging ANVERS - PALACE. 4e SYMPHONISCH CONCERT. Zondag 14 April 1918, om 12 T.U., concert, on-r de leiding van heer Frans Van Dyck, met de îdewerkmg- van hr Léo Van den Broeck, pia- Speelwijzer : «Namouna», (eerste vervolg) Ed. Lalo. «Concert in g», voor klavier en orkest . F. Mendelsohn. solist: heer Léo van. den Broeck. «Elegie» m. Gevers a) «Naehtzang» F. Chopin. d) «Hongaarsche rhapsodie», F. Liszt. Solist: heer Léo van den Broeck. «Caprice Espagnol» N; Rimsky - Korsakov. Hippodroom «DE ARME MILJONAIR». Paul Ottenheimer lieeft een zeer lieve, zacht eelende nruziek voor de operette : «De arme ljonair» getoondicht. let onclerwerp van het lustig spel is goed ge-tiden, en oprecht smakelijke, komieke tbestan-ii, wisselen af met aandoenlijkë passages. Ook t in deze operette,een zedeles,iets wat met dit nre van werk slechts uitzonderlijk voorvalt. — ît wilskracht, betoogt de schrijver, kan men er h boven op werken, al is men dan ook, van de :hte lijn afgedwaald. Spijtig is de auteur de meeltechniek niet al te best meester:- te vaak jft de scène ledig, en meer dan eens trekt hij en nut uit omstandigheden. die aanleiding kon-ri geven tôt allervroolijkste: verwarringen. Op i klein tooneel zal «De arme Miljonair» beter ; zijn recht komen, dan dit het geval is, in het ppodroompaleis. lnderdaad, de twee of drie nischen, clic gewoonlijk op hetzelfcle oogenblik si moeten levei*en, loopen verloren op die over-Dote scène. Ook breidde de schrijver te veel het raktër van den armen miljçinah' uit, ten nadee-der andere personages. Heer A. Van Thillo, : de zware hoofd- en transformatierol droeg, st haar tôt in de geringste bijzonderheden .weer geven, en dit, niettegenstaande hij erg verkou- ii was, en zijn stemklank niet zonder moeite . de gewenschte uitslagen kwam. Beurt om art was hij de vader. ofwel de zoon Voet, en icle typen had hij bewonderenswaardig. opgevat geteekend. Mej. J. Didier, de steeds graag geziene pre-ère, bekoorde met haar lenig, eenig-lief spel. lar zachtstreelende stem stond ten dienste eener nbicldelijke gravin Ilka. Zij wferd geestdriftiç ?gejuicht, wanneer men haar een kostelijken >emenkoi*f aanbood. Men schonk ook bloemen aan Mej. Hilda 't yen, een braaf,, moeciig meisje: Elise Berger, t niets ontziet,uit liefde voor den tooneelschrij-r A. Van Velsen. In clie laatste roi was heer . Condès in aile opzichten volmaakt; meh kon mogelijk de natuurlijkheid getrouwer nabijko-m. Heer Darden heeft zeer wel. den advokaat ilderman geschetst, terwijl heer Pierry als naar woonte de aandacht op zich vestigde, al was n personage door den auteur zeer weinig uitge->rkt. Heer S. Van Eeclchout legt altoos" kleur in n vertolkingen; als liftjongen kaapte hij e«n ît te vei'smaden deel van het succès weg. Heer tn den Branden presteerde goed spel als diseur van het Parkhotel. De balletton, hoe lief ook, bevredigden ons. dit' lal mihder dan naar gewoonte. Wanneer men t publiek steeds het beste geeft, wordt het veel-

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Het tooneel behorende tot de categorie Culturele bladen. Uitgegeven in Antwerpen van 1915 tot 1940.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes