Het tooneel

1614 0
11 november 1916
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1916, 11 November. Het tooneel. Geraadpleegd op 19 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/7940r9n32z/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

— 1 , ____ _ 2e Jaargang Nr 9 — 11 November 1916 Beheer en Redactie : Kerkstraat, 13, Antwerpen 10 Gentiem - . - Koninklijke JSederlandsche Schouwburg. "ZAZA,, = Mej. ELI S A JOJVCKERS 2.AZA der eerste vertooning le Antwerpen. Niettegenstaande den respectabe-len ouderdom van Z a z a , blijft het werk van Berton nog altijd een der lievelingsstukken van het groote pu-bliek, maar vooral van de actrices. Den juisten ouderdom kennen wij niet, maar als wij ons niet vergis-sen, dan gebeurde hier de creatie der vertaling, met Mej. Liza Jonckers in de titelrol, een dertigtal jaren gele-den.Een stuk met zulk een romantisch sopje overgoten moet dus wel zekere kwaliteiten bezitten om zijn plaats op het repertorium te behouden,waar vele werken van dien aard en ouderdom sedert lang in den vergeethoek geraakt zijn. Is het misschien omdat de roman-tiek hier gepaard gaat met realisme, met heel schril realisme zelf? Trouwens, — een liefdefiguur lijk Z a z a zal altijd haar bekoorlijkheid, haar aantrekkelijkheid behouden omdat de gemoedelijk aangelegde toe-schouwer en vooral toeschouwster, toch zoo gaarne zien lijden uit liefde. Een t o o n e e 1 s p e 1 als Zaza komt met zooveel het gevoel, de sympathie en de wenschen van het vrou-welijk publiek tegemoet. Welke vrouw zou er niet willen be-minnen en lijden als Z a z a ? En daar is de schrijver wel in ge-lukt : — niettegenstaande de vele fouten en onwaarschijnlijkheden — van zijn hoofdfiguur een vrouw te scheppen die heelemaal opgaat in de liefde, in de onbaatzuchtige, geheel belanglooze liefde. «L'amour! la plus divine des choses humaines quand il est un don de soi, un sacrifice enivré. La plus sotte et la plus décevante quand il est une chasse au bonheur», aldus heeft een der beste Fransche moderne ro-manschrijvers de liefde omschreven. Zaza heeft zich gansch gegeven aan den man die ze boven ailes lief-heeft. Zij, de gewezen kroegzange-res, die het geld dat ze elken avond rondhaalde met het schoteltje moest afgeven aan hare dranklustige moe-der; later opgeklommen tôt redelijk goed betaalde zangeres in een tingel-tangel, en die, niettegenstaande hare relatie met C a s c a r t, met wie ze duos zingt en die ze bedriegt zooveel ze maar wil, op zeker oogenblik den man ontmoet die ze eeuwig zal be-minnen. , Waarom ? Ja, dat weet ze zelf niet, en dat is wel het geheim, het onoplosbaar mys-terie der liefde. «Qui peut dire pourquoi un être s'éprend d'un autre?» En Z a z a wordt door de liefde ge-louterd. Al haar rijke aanbidders worden onverbiddellijk afgewezen ! Geld, juweelen, schoone beloften,kun-nen haar niet meer bekoren, omdat zij gevonden heeft het hoogste goed, het heiligste welzijn : de liefde. «La femme a le redoutable privilège de pouvoir changer tout d'un coup tout entière!» En zes maanden duurt de roes van volupteit, tôt eensklaps het fatale komt: de scheiding. Zaza verneemt dat Dufresne die zij verafgoodt, gehuwd is met een bekoorlijke vrouw en vader van een aanbiddelijk meisje. Nochtans, na een langen twee-strijd tusschen hare jaloezie en hare liefde, behaalt dit laatste gevoel de bovenhand en zal zij Bernard trachten te behouden. Maar ze begaat de fout, de grove fout, te liegen!... Ze zegt haar min-naar aan zijn vrouw ailes bekend te hebben, ailes, ailes!... Dufresne valt uit in geweldi-ge woede, wil haar zelfs slaan en door die uitbarsting verneemt Zaza dat zij de eenige vrouw niet is die hij liefheeft en zij wijst hem de deur... In hare vertwijfeling en radeloosheid roept zij hem terug, maar te laat en tevergeefs. Het fatale is gebeurd. Drie jaren later is Dufresne terug uit Amerika en wacht Zaza af aan den ingang van de groote Mu-sic-Hall te Parij s. Zij is intusschen-tijd eene ster van eerste grootte ge-worden en zij verdient schatten. Hij tracht haar te vermurwen om opnieuw de minnares te worden tij-dens zijn maand verlof, maar zij weigert... Zij bemint hem nog wel maar wenscht niet meer te herbegin-nen.En ziedaar het leven van Zaza. Zij doet ons denken aan L a D a m e aux Camélias, maar dan toch maar heel vaag. Margaretha Gauthier is ons duurbaarder, omdat zij sterft als een plant je dat de zon moet ontbe-ren. Zonder de liefde van Armand D u v a 1 bestaat voor haar het leven niet meer. Zaza integendeel zoekt onmiddel-lijk troost en geldelijken steun bij den ouden, rijken Dubuisson, die zij zoo dikwijls de deur gewezen heeft. Zij werpt zich in de armen van een ouden geilaard die zij veraf-schuwt. Dat is de schaduwzijde in de liefdeshistorie van de schoone Z a -z a. Margaretha Gauthier, de wegkwijnende, stervende Dame met de Camélia, denkt voortdurend aan aan Armand, nadat zij zich als boetoffer gegeven heeft voor het ge-luk van de zuster van haren harts-vriend en de hoop alleen hem nog eens terug te zien en te sterven in zijn armen, houdt haar in het leven. Het tooneelwerk van Berton zit flink ineen; de schrijver kende zijn publiek en wat het noodig had om, gedurende niet minder dan vijf be-drijven in angstige spanning te luis-teren.Wij bezien nu het werk onder den hoek van ons twintig-eeuwsch scepticisme, maar de menschen van de tweede helft der negentiende eeuw hadden een gevoeliger, en misschien weeker hart dan wij, en bij ons ont-welt de traan zoo gemakkelijk niet meer. Want, niet waar ?... Zaza boeit nog wel, zeer zeker, maar de emotie komt niet heelemaal. Een oogenblik is er ontroering : bij de ontmoeting van het bloedeigen kind van den minnaar met Zaza. Die zangeres, die bijna onder den troep der vrouwen van lichte zeden kon gerangschikt worden,zij wenscht hartsgrondig een kind te hebben van den man dien ze boven ailes liefheeft.Na het vierde bedrijf — de schei-ding — kon het stuk wel als geëin-digd aanzien worden, maar zoo oor-deelden de schrijvers van dien tijd er niet over. Er moest nog een bedrijf bij ge-maakt worden, om aan het publiek bekend te maken wat er van Zaza, Dufresne en Toto geworden was. ❖ # ❖ De vertolking was goed, heel goed zelf. Heel het gewicht van het stuk wordt gedragen door de hoofdrol, in casu Mevr. Bertrijn. Wij hebben Zaza zien spelen door meerdere actrices van talent en groot talent zelfs, want gespeeld door artiesten van minder gehalte, wordt zulk een roi doodeem oudig bespotte-lijk, en wij moeten bekennen dat me-vrouw Bertrijn ons wezenlijk be-koord heeft. In 't eerste bedrijf — in de verleidingsscène — was zij de vrouw die den man moet en zal hebben dien zij wil. De intonatie, het ge-barenspel, de mimiek, dat ailes was voortreffelijk en de zucht van ver-ademing en genot bij den eersten zoen in den hais, was van een buiten-gewoon gevoelde int nsiteit. De liefdescène in het tweede bedrijf had een betoovrâig, een char-meerende gracie die aandeed als de geurende wind, die over rozenstrui-ken gestreken heeft. Nog zelden za-gen wij een spel zoo vol vurige pas-sie, zoo ganschelijk opgaande in de liefde tôt den aangebeden man. Het contrast bij h< t vernemen van den waren toestand ran haren minnaar was zeker treffend.De jaloezie, de afgunst, het verdr et, al die gevoe-lens werden geweldig gevoeld en ook weergegeven, maar daarin, niettegenstaande het meesterlijk spel van van Mevr. Bertrijn, voelden we ons minder getroffen dan bij het spel van hare voorgangsters. Ligt het aan de mindere kracht "an haar stem, aan het dramatische van het gebaar of aan beide? Zoo ook met het too-neel in IV : de scheicing. De scene van III : de ontmoeting met Toto was diep schokkend en medelijwekkend voor de arme vrouw die gedurende zes maanden het hoogste geluk gesmaakt heeft en op dat oogenblik de toekomst inzag van haar verder droevig l -estaan. Het overbodige en weinig intéressante laatste bedrijf speelde zij met al de gelatenheid van de vrouw die berust in haar lot en îlechts heil nog zoekt in hare kunst. Het succès van mevrouw Bertrijn was groot en gewett gd en wij ook, wij feliciteeren haar van harte. Wij bezitten in haar .eer ;este van bui-tengewone begaafdheid en kunde. Heer Cauwenbergh haalde uit zijn roi wat er uit te halen was. De schrij -ver heeft om zoo te zeggen al de rol-len gesacrifieerd om die van Zaza zooveel te meer te doen uitkomen. In de scène van de scheiding — wanneer Dufresne denkt dat zijn vrouw en zijn aanbeden kind door Zaza zijn beleedigd en belogen, — was hij waarlijk kapitaal. Zijn spel was sober en gedistingueerd zooals naar gewoonte. Heer Piet Janssens was een d i -recteur die op meesterlijke wijze wijlen Van Doeselaer getypeerd had. Ook heer Van de Putte gaf ons de type van een regisseur die ons zeer bekend voorkwam. Heer Bertrijn was Cascart, en gaf zeer goed spel in die weinig sym-pathieke roi van den al te goedwilli-gen en oogsluitenden minnaar. De heeren Gorlé, Van Thillo, An-genot, enz. kweten zich gewetensvol van hunne kleinere rollen, evenals de dames Ruysbroeck, die toch eene zeer bijzondere vermelding verdient als moeder van Zaza, Noterman, Bertrijn, Vervoort, Janssens, enz. Een speciaal en welgemeend compliment voor de jonge juffer Van der Baen, die de roi van T o t o z uler de minste hapering en in de perfectie gespeeld heeft !... Tooneelnieuws Jules Moes. — Met het begïn dezer maand is aan de Nederlandsche Opéra, te Amsterdam, als heldentenor verbonden, de heer Jules Moes, die voor het eerst optrad als Faust. Vlaamsche Tooneelartisten in Holland. — Vijftigste vertooning van «De Winkeldochter». — Men schrijft uit Amsterdam : «Eerst toen Laroche aan Royaards' ge-zelschap verbonden was,geheel aan het ein-de van het vorige seizoen,kon «De Winkel-dochter» haar intrede doen op het Hol-landsche tooneel, dat door de bezetting, die het stuk hier kreeg, een Vlaamsch - Hol-landsch Tooneel mag heeten. En wij voor-zagen, dat «de Winkeldochter» een even bevredigende aanwinst voor Royaards' répertoire zou blijken, als Mademoiselle dire, de winkeldochter, voor Deridders meu-belzaak geworden was. En dat vooral om de voortreffelijke vertooning, die Royaards er ons deed van zien. Voor een op aile rangen geheel gevulde zaal werd de 50ste vertooning gegeven. — Over hoeveel bedenkingen, die hier en daar op het stuk te maken zouden zijn, helpt het prachtige spel van Laroche ons niet heen; wat weet hij niet van deze roi te maken; hoe sappig, hoe levend is zijn uitbeelding van den burgerlijk vulgairen, in gevoelsza-ken zoo groven Brusselschen winkelier, die hij ons toch sympathiek weet te doen blij-ven. En naast Laroche, de meer beschaafde winkeldochter, die Magda Janssens ons te zien geeft.Niet ailes wat gevoelrg wil zijn in dit stuk, blijft vrij van valsch sentiment, maar e c h t doet het aan, als Amelin haar vraagt, zijn vrouw te worden. Ook door het sobere spel van Royaards, dat den afgewe-zen ouderen aanbidder bewaart voor bela-chelijkheid.Voor de pauze kreeg mevrouw Magda Janssens bloemen, evenals de jeugdige Laroche, die zich in de roi van T o n e meer ingeleefd had en deze thans met meer over-tuiging en met veel schakeering speelde. Aan het slot was er lang en hartelijk ap-plaus, kransen voor de spelenden, die wij noemden en bloemen voorts voor allen, die wij thans niet vermelden.» Hulde aan Mevr Tartaud. — Nijgh en Van Ditmar's Uitgevers Maatschappij geeft een jubileumboekje met portretten van Me- | vrouw Alide Tartaud - Klein uit : «Maria StiLart-.', «Koningih L^uiso, «Monna Van- ' na», «Aleid», C e c i 1 e in «Lotos», en een reeks kleine portretten. Alida Tartaud-Klein. — Alida Tartaud-Klein zou het typisch gevonden hebben, haar jubileum gevierd te hebben in dezelf-de roi, waarin zij heeft gedebuteerd. Zij vertelde het aan een redactrice van de «Amsterdamsche Dameskroniek». « Maar Vorstenschool is eigenlijk al een beetje afgezaagd en niet meer heelemaal van onzen tijd, hoewel er zekere gedeelten in zijn die het publiek altijd zul-len blijven pakken. « Zie je, de menschen hebben het ver-leerd om heel den avond in hoofdzaak te zitten luisteren. Ze willen zien en variatie hebben. Je weet, ik ga 't nou op zijn In-disch doen. Een lastige geschiedenis. Zoo'n Javaansche vrouw is altijd ingetogen, oo-genschijnlijk kalm, «maar als ze losbarst is 't dan ook een tijger», zegt Fabricius, om me te troosten. Jawel, maar voor die uitbarsting komen mag. En och, er komt zooveel bij kijken... zoo'n sarong en kaba-ja nou bijvoorbeeld! Wist je dat er man-nen- en_ vrouwensarongs zijn en dat het eenvoudig belachelijk zou wezen, als die twee doeken verwisseld werden. 'k Heb een prachtige-sarong van een vriendin gekre-gen die hem weer van den sultan van Deli heeft, als dat nou in vredesnaam maar geen mannetjesdoek is. 'k Moet nog een paar In-dische dames bestudeeren in haar zitten en haar staan: dat doen ze natuurlijk ook héél anders dan wij Westerlingen. Viering van Mevr. Tartaud - Klein. — Over het feest enkele dingen. Onder leiding j van den chef-décorateur had de Groote 1 schouwburg Maatschappij de kleedkamer der jubilaresse tôt iets prachtigs gemaakt. \ Poutsma had een mooie teekening van Sonna voor haar gemaakt. Huib Luns zond een schilderij. De moeder was diep getroffen door twee geschenken : twee souvenirs aan dezen avond voor de kinderen: voor haar zoontje een zilveren sigarettenkoker, voor het doch-tertje bonbondoosjes — beide met inschrift. Het groote geschenk van vereerders is een kist met dessertzilver, waarin een couvert. Ook kwamen er, behalve de profusies bloemen, nog tal van kunstvoorwerpen uit de stad. O. a. een magnifieke Friesche hang-klok.En bij de driehonderd telegrammen. Tôt uit Limburg toe.Ook... uit Rotterdam. O.a. van den chef-figurant van den Gr. schouwburg. Dan van Eduard en Enny Verkade, Guus en J. C. de Vos, Paulina Beersmans, Chrispijn, senior, Gebr. Van Lier ; een eer-biedige gelukwensch van den oud - Rotter-dammer Herman Robbers ; zeer hartelijke gelukwensch en van Heyermans en Musch; van Rika Hopper; Cor van der Lugt als «de eerste Armand»; uit Berlijn van Eva Wes-tenberg; van Dr Jan Walsch; samen van Jacqueline Royaards, Marie Verstraete en Hubert Laroche; Alex Faassen; Esther De Boer-Van Rijk; een dankbare herinnering aan voortrefelijk spel in werk van Schuil; van Top Naeff; van Jo van Ammer-Kuller; Lobo Braekensiek; Mijin; Aleida Roelof-sen; Henri Brondgeest, herinnerend aan de onvergetelijke successen in «Monna Vanna»; Verheij; Vrolilt; Cor en Tilly Ruijs; Diamant; Van der Horst en vrouw; Van Hees; Brandenburg; Jan Rijken, J. Mossel. Het feest is dus wel geweest een feest — immers, prachtig als huldebetoon. Jubileum J. C. de Vos. — Ter gelegen-heid van het 40-jarig jubiieum van Jan C. de Vos, regisseur en acteur bij het Neder-landsch Tooneel te Amsterdam, gedenkt de tooneelreferent van het «Handelsblad», de heer Van Bruggen, des kunstenaars arbeid in «De Lantaarn». Hij begint zijn opstel aldus: «Natuurlijkheid op het tooneel is, niet eens zoo làhg geleden, een nieuw en onge-hoord ding_ geweest. Iets om bitter voor te vechten. Die dat deden hadden hard op te tornen tegen onnatuur, tegen manier: ge-vvoon zoo, een m e n s c h te zijn, dat gmg loen niet. Ons nakomers lijkt dat nauwelijks be-grijpelijk. Maar zoo er een is die 't ons be-Ê:rijpelijk maken kan: Jan C. de Vos. Hij Eieeft, in zijn voorvechterstijd, zoo radikaal elke kunstmatigheid, elk valsch pathos in zich uitgeroeid, dat hij thans nog door de bijzondere ongewildheid van zijn doen op-valt onder de anderen... Ouk De Vu a k warn eta.i het luoriocl met romantische neigingen. Men vertelt anec-rloten van zijn proef bij het «Nederlandsch rooneel». Mevrouw Kleine zou hem al zijn maniertjes hebben afgeleerd- Eeren wij de grooten in hun leeriingen. Kàn echter ie-mand zich voorstellen, dat J"\n C. de Vos 't niet ook uit zichzelf zou hebben gewon-nen? 'n Sp-:itane natuur als hijj Was hij 't niet die Hols ilder opdracht gaf, voor «De Lantaarn» den fameusen toaster Jan ten Brink te teekenen, op den top van de schuimstaart zijner reputatie"7 Ge kent die prent: — het in de vingert"' a geheven champagneglas, de ijdele 1 t waaien- de baarden... De Vos, gauw uitgestudeerd, 'n blauwe maandag acteur, was van ',De I -ntaarn» de leidende redacteur. «Salto irtales» schreef hij er in — de tijdgenooten hebben den schrijver, die zich Janus Blanus noem-de, nog niet uit hun dankbaarheid wegge-wischt. In die dagen was «De Lantaarn» met zijn weekprent het frissche blad, het blad dat durfde. Het deed niet als de ande-re: de beste copy terugsturen, naar den regel:Hij, die de gulden middelmaat In Nederland te buiten gaat. En heiligschennend : deuken slaat In wat wij algemeen vereeren, Dien zullen wij wel mores leeren, En waardig zwijgend--. ignoreeren! Aan domperij deed «De Lantaarn» niet. Ze lichtte, ze weerlichtte. En op die weer-licht volgde de lang narommelende donder van «De Nieuwe Gids».» Het geheim van Polichinelle. — Bernard Canter heeft een nieuw werk klaar : «Het geheim van Polichinelle», tragi-comedie in drie bedrijven. De handeling geschiedt in Spanje in de 18e eeuw. In en om de Schouwburgen. ROLVERDEELING van «Rechters Eer-zucht. — Mouzon, hr L. Bertrijn. — Va-gret, Hr P. Janssens. — Etchepare, Hr G. Cauwenberg. — Mondoubleau, Hr B. Ruysbroeck. — La Bouzoule, Hr R. Angenot. — Bunerat, Hr R. Van de Putte. — De Pro-kureur Generaal, Hr A. Van Thillo. — De Président der Assisen, Hr Ed. Gorlé. — Ardeuil, Hr Fr. Van Roy. — Bridet, Hr J. Schmitz. — De luitenant der Gen-darmen, Hr F. Thees. — De griffier, Hr F. Van Gool. — De concierge van het ge-rechtshof, Hr J. Robyns. — Een knecht, Hr J. De Groodt. -— Yanetta, Mevr. M. Di-lis-Beersmans. — Moeder Etchepare, Mev. M. Ruysbroeck. — Mevr. Vagret, Mev. Ch. Noterman. — Mevr. Bunerat, Mevr. L. Hens. -— Bertha, Mej. M. Bertrijn. — Ca-tialena, Mej. I. Vervoort. RECHTERS EERZUCHT (La Robe Rouge) van Brieux, werd voor de eerste maal opgevoerd den 14en Maart 1900, in de «Vaudeville» te Parijs. ZONDAG na het derde bedrijf van de | namiddagvertooning van Zaza, werd aan Mevr. Bertrijn namens een bewonderaar-ster, een prachtigen bloemtuil overhandigd. WIJ HEBBEN ONLANGS gemeld dat Heer Fé Derickx gevraagd werd als regisseur in het «Théâtre des Galeries» te Brus-sel. Nader vernemen wij dat het bestuur van gezegde schouwburg insgelijks voorstellen gedaan heeft aan heer Julius J. B. Schrey, orkestmeester aan onze Vlaamsche Ooera, maar om dezelfde redenen als de heer Derickx heeft moeten weigeren. IN ONS VERSLAG over «De Klokken van Corneville» spraken wij over de ver-tooningen van deze operette op onzen Ko-ninklijken Franschen Schouwburg, de Variétés en de Scala. Aan deze bijzonderhe-den moeten wij nog toevoegen dat rond de jaren 1877-1878 het werk van Robert Plan-cjuette hier in het Nederlandsch werd opgevoerd, in den Alhambre-schouwburg der De Keyserlei (die later afbrandde), door een Hollandsch reizend gezelschap. — Kort daarop werd het op ons Kon. Nederlandsch Tooneel (Bestuur: Victor Driessens) ver-toond, met de volgende bezetting : Greni- cheux: heer Jan Dilis; De Markies :Heer Jan Doré; Gaspard : Heer Henri Moriën; (die deze roi een weinig vroeger in den Alhambra had gecreëerd); De Baljuw: heer Dierckx of Desomme ; Germaine : Mevr. Desomme ; Serpolette : Mevr. Verstraete-Driessens.Tijdens hetzelfde speelseizoen werden er nog eenige operetten ten tooneele gebracht o.a «Student en Dragonder»; «Fortunio's lied» van Offenbach en «Vrijagie bij de Burgers» (Les Rendez-vous bourgeois). EENIGE LEZERS vragen ons om aan 't Bestuur van «Palatinat» te verzoeken om, zoo mogelijk. dit speelseizoen nog, R i p op te voeren de lieve operette van Robert Planquette (auteur van «De Klokken van Corneville»). De «Palatinat» beschikt over de gewenschte elementen, (heer Van Aert zou prachtig zijn in de titelrol) om dit werk aan te durven. Wij maken de vraag over aan den heer Verschueren, die, wij zijn er zeker van, deze wensch welwillend zal onderzoeken. HET TWEEDE SYMFONISCH Concert van de «Nieuwe Orkestvereeniging», zal plaats hebben op Zondag 19 November, om 12 uur (T. U.) in Anvers - Palace.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Het tooneel behorende tot de categorie Culturele bladen. Uitgegeven in Antwerpen van 1915 tot 1940.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes