Het tooneel

734 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1917, 19 Mei. Het tooneel. Geraadpleegd op 24 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/5x25b0000n/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Het tooneel 2e Jaargang Nr 36 19 Mei 1917 Beheer en Redactie : Kerkstraat, 13, Antwerpen 10 Centiem Mev.Dilis-Beersmans In de ' eenvoudige, maar netjes, on met vee! kunstenaarssmaak gerneubileerde zitkamer, met aan de muren talrijke, groote, ingelijste portret-ten, en op de kasten fotos; tooneelspeelsters en spelers. familieleden en collegas in bepaalde stuk-ken voorstellende, ontving mij de vriendelijke gastvrouw. Zij trad naar mij toe mat dien voor-namen gang, die men bij haar zoo dikwerf op den schouwburg' bewonderde. Recht en slank van gestalte, met mooie, regelmatige gelaatstrekken, droeg zij een elegant-sobere kleeding, getuigend van veel schoonheidsgevoel. De lichtklare, steeds min of meer schalks, iets of wat geheimzinnige, lachend kijkende oogen, vestigen onwillekeung de aandacht, en klaren 't diep ernstig- aangezieht op, doende dcnken aan' VTedi; en rust. Mevr. Dilis, de benijdenswaardige, talentvolle, dramatische herscheppingskunstenares, begaafd met een rijk aangeboren temperament, zag voort-durend hare kurist klimmen en harmonisch ont-wildcèlen. Telkens zijn de karakters, die zij uit-beeldt, scherp omlijnd, stipt juist gezien, zonder de geringste overdrijving. Om de toeschouwers eenige uren van hoogste îumstemotie te verschaf-fen, weet zij op meesterlijke wijze zooveel facto-ren aan te weriden: eene duidelijke mimiek, sier-lijke houdingen, soepele overgangen, vvel begre-pen klemtonen, zinnen sierlijk gezegd met eene zangerige, aangenaam streelende stern, een rijk-geschakeerd, uitgebreïd toongamma, eene natuur-lijke weerspiegeling van het leven en eene warm-bezielde en ontroerds voordracht. De meest sehit-terende triomfen oogstte zij, wat niet verwon-dert als men bedenkt de menigvuldigë uitingen van een ëénig artistiek vermogen, waarvan zij blijken gaf. Er grijpt dan eok geene enkele officiëele ont-vangst plaats, of Mevr. Dilis wordt door het stadsbestuur verzocht om het gedicht, opgesteld ter gelegenheid van de blijde intrede der prinsen, of 't bezoek van den koning of i.d., voor te dra-gen. Gezegd door hare melodijvolle stem, worden de woorden zacht, als muziek.Zij ontroert steeds tôt de meest kalm-voelende toehoorders. Reeds heel wat tijd praatten wij over koetjes en kalfjes, en zoo kwamen wij eindelijk aan 't doel van mijn bezoek. — Mijn jong leven was eentonig, — vertelde Mevr. Dilis, gesleten ver van de teedere moeder-zorgen, die zijn als de guldene zonnestralen der jeugd. maar, ik wist niet beter, en gevoelde me zeer gelukkig. — De veeleischende kunst nam al den tijd uwer geniale moeder, Mevr. Catharina Beersmans, in beslag, om haar de zalige vreugde te gunnen zich persoonlijk, gestadig met de opleiding harer kin-deren in te laten. — Zoo is het, mijnheer... Eenig lief had mij mijne moeder, maar zij kon toen onmogelijk an-ders handelen, daar zij met het g-ezelschap van Victor Driessens met de tente i op kunstreis was. Wanneer ik drio jaar oud was, wercl ik opgeno-men in eene kostschool te Sint Niklaas. Daar bracht ik die periode door, kennend alleen de schaarsche vermaken, goedgevonden door vreem-de, onvei'schillige opvoeders, wier hart koud is als de vrijheidbeperkende reglementen, toegepast in het gesticht. Na die eerste opleiding vertrok ik naar Brussel, waar ik de leergangen eener be-roepsscho'ol volgde. Daar onderwees men mij, hoe ik vlijtig eene naald door de stoffen moest jagen. Al spoedig verliet ik de hoofdstad en ging naar Rotterdam, waav ik op de school van jufvrouw Roosenboom, verdere kennissen opdeed. Rond dit tijdstip deelde mijne moeder mij haar vast be-sluit mede. Ik moest een beroep kiezen, dat mij in de mogelijkheid zou stellen op eigene vleugelen door het leven te geraken. — En zij spoorde u wellicht aan, evenals zij, tooneelkunstenares te worden, viel ik haar in de rede. — O neen, nu hebt u het glad mis: wat ik ook wou mocht ik worden, maar actrice niet. Eindelijk besloot zij dat men mij voor muziekleerares zou opleiden. 't Zagerig-monotoon «do, ré, mi, fa, sol» kloppen van den vroegen morgen tôt den laten avond, verveelde mij al zeer gauw, en ik voel-de maar al te wel, dat ik daarvoor niet was in de wieg gelegd. — Het tooneel was uwe roeping. — Mijne roeping? Er is niets in mijne kinder-jaren, waaruit men kan afleiden. dat ik aan het tooneel zou gaan. Wat ik zeer duidelijk wist, was dat heele dagen gammen op eene piano trommelen mijne roeping niet was.Weer dacht ik aan de dagen,toen ik met 'n vlugge naald schermde?Waar-orn zou ik niet naaister worden? vroeg ik mezel- ve af, dit even goed als wat anders. Mij het het ) onverschillig, als ik maar geene muziekonderwij- j zeres moest wezen. En lia lang berameii en over-wegen werd ik ten slotte opgeschreven als leer-linge aan de tooneelschool van Amsterdam, be-sluit waarover ik mij nooit beklaagd heb. Denk nu , niet dat ailes op wieltjes heeft gerold; slechts na ; lang aandringen had mijne moeder hare toestem- ! ming gegeven. Op de tooneelschool had ik als lee- ) raren o.m. prof. Hofdyck en Mevrouwen Klein - ! Garstmans en Christine Stoels, terwijl het be-stuur in handen was van M. Goetelinck-Vinnes en later van M. Bouberg'-Wilson. — Men verzekerde mij, dat U gevraagd werd, om leerares aan de tooneelklas van Antwerpen te worden. — Inderdaad; in verstandhouding met den zeer bevoegden tegenwoordigen leeraar, Dr Maurits Sabbe, zouden mijnheer Bertrijn en ik, de toe-komstige artisten opleiden. Voorloopig' echter komt er nu niets van in huis, daar de regeering tijdelijk, van het bijbenoemen van nieuwe profes-soren afziet, en dit om bijzondere redenen... Dat het voorstel mij echter oprecht gelukkig heeft ge-maakt, zal ik u niet ontkennen. Is het niet de droom van iederen tooneelspeler zijne loopbaan met het professoraat te bekronen? — Veel werd er omtrent het nut en het nadeel der tooneelklas geredetwist. U zult begrijpen, M j-vrouw, dat ik in dit geval heel veel belang in uwe meening stel. — Mijne meening. Nu ja, comedie spelen kan niemand aanleeren, maar een temperament leiden, het tôt zijn recht doen komen, dat is mogelijk. Een gewetensvol acteur moet van zooveel zaken op de hoogte wezen! Meestal wordt dit in de tooneelschool onderwezen. Hoe vaak komen later niet van pas, de gegevens over letterkunde, zielkun-de, schoonheidsleer, kostuum- en grimeei-kunde, enz., enz. die men daar opdoet. Zij verschaffen eene artistieke ontwikkeling welke de leerlingen heel wat voorgeeft op hunne medespelers, steu-nend alleen op de praktijk, — eene onmisbare school. Menigrnaal heb ik dit persoonlijk onder-vonden. Wat ik op de tooneelschool leerde, heeft mij vaak van groot nut geweest.We mogen daar-bij niet vergeten, dat de artist onzer huidige g-e-neratie meestal rollen moet vervullen, vergend es-ne hoogere ontwikkeling, dan die welke van onze voorgangers g-eëiseht werd. Van een anderen kant komen er nog altijd, en dit is te betreuren, veel te weinig elementen uit de gegoede burgerij of uit de hoogere standen. Reeds in hunne omgeving zouden die elementen kennis gemaakt hebben,met de middens door de moderne schrijvers aange-haald. Of het v> enschelijk is in België eene tooneelschool te stichten ? Ik denk van neen. Er zijn te weinig schouwburgen, en er zouden te vee] ac-tricen en acteurs wezen, wat het ongeluk van eene massa mensc/ien .id aî^.îv ^ju &îcpen, (lié îud! geplaatst zouden geraken. Dat men de tooneelklas meer uitbreiding zou geven, kan alleen goe-de gevolgen hebben, de weinige leerlingen zullen meer vakkennis opdoen. Eenigen tijd weidden wij nog ovw dit zeer be-langwekkend or.derwerp uit, toen vertelde Mevr. Dilis voort: — Het laatste studiejaar maakte ik niet mede, daar ik verbonden werd aan den Nederlandschen schouwburg ter stede, bestuurd door het vijfman-schap: Victor Driessens, Dierckx, Van Doeselaer, Lemmens en Van Kuyck. Op 25 October 1880 de-buteerde ik als M i e k e , de dochter uit de her-berg de «Rooie Leeuw», in «Balt de Marskramer». Slechts een jaar bleef ik in de Scheldestad--- 't Spreekt dat ik alleen kleine rollen te vervullen kreeg... Dan was ik tijdens twee achtereenvolgen-de jaren gehecht aan het «Rotterdamsch Tooneel», waar moeder eveneens optrad. De heeren Van Zuylen, Le Gras en Haspels waren toen de be-stuurders. Buiten menig werk in Fransche en Du.itsche repertoriumspelen, vertolkte ik daar o. m. M e 1 i 11 a in «Sappho» door Grillpartzsr, en A n n a , in «Vorstenschool», van Multatuli. — In 1884 engageerde M. Van Doeselaer mij ander-maal aan zijn g-ezelschap te Antwerpen, en dit als jeugdige minnares, en g-edurende hetzelfde jaar trad ik in het huwelijk met Jan. Bij die woorden dacht ik onwillekeurig- aan den volksgeliefden, rijkbedeelden tooneelspeler Heer Jan Dilis. Ik nerinnerde mij nog zijn laatste op-treden in onze stad, in den Hippodroomschouw-burg. Hoe knap, vol leven, beelde hij daar niet uit Ben Leïl. Hoe geestdriftig juichte hem het publiek toe! — Mag ik u nog een kopje koffie inschenken, en vriendelijk glimlachend onderbrak de gast-vrouw mijne kortstondige gedachtenafleiding. — Heel graag, Mevrouw... Dank U!--. Wij raakten allerlei herinneringen aan, duizen-den kleinigheden, die belangwekkend, gewichtig worden, voor wien ze beleeft, terwijl ze in wer-kelijk banaal eenvoudig- zijn. In het begin van haar heroptreden in onze stad, was er nog steeds maar alleen ondergeschikt werk voor haar... De eerste planrollen waren in handen der gezusters Jonckers, en het is dan ook slechts na het vertrek van Philomena Jonckers, dat zij in aanmerking kwam. Zij behaalde haar eerste groot succès, met N o r a , het meesterstuk van Ibsen. Al de spelen opsommen waarin zij eene roi vervulde, zou mij te ver leiden; waarlijk, zij zijn te talrijk. Zoo was zij A d r i e n n e in «Een Be-î oemd Proces>> door d'Ennery en Cormon, F a n -fan, in «De Twee Verstootelingen» door Decour-celle, Henriette in «De Twee Weezen» door d'Ennery, en werd zij bedeeld in al de groote suc-eesstukken, die in de eerste periode harer loopbaan het repertorium uitmaakten. Later zou zij echter de hoofd- of eerste planrollen vervullen in «Preciosa», «Medea», door Le-gouvé, «Mevrouw Warren's Bedrijf» door Shaw, «Zaza» door Berton en Simon, «Adrienne Lecou-vreur» door L. Bernhardt, «Magda» door Suder-mann, «Madame Sans Gêne» door Sardou, «Ka Ronsel», door Bolle, «Theodora» door Sardou, «Za netto» door F. Coppée (Sylvia), «M. Alphonse», door A. Dumas, zoon, (Mevr. Guichard), «Koning Hagen» door Melis (Brunhilde), «Hamlet» door Shakespeare (Ophelia), «Ben Leil» (Ghebel), «De Kampvechter van Ravenna» door F. Halm (Rhu-melda), «De Koopman van Venetië» door Shakespeare (Portia), «Op Hoop van Zegen» door H. Heijermans (Jo), «Het Meisje van Arles» door A. Daudet (Rose Mamaï), «De Storm» (Anna), «La Tosca» door Sardou, «Aan Flarden» door Top Naeff, «De Onbekende Vrouw» door A. Bisson, enz. enz. (Slot volgt.) J. DE SCHUYTER. Tentoonstelling v>an Kunstschilder Van Os en beeldhouvoer Sauter in de 3aal "Lamorinié-re,, Tony y an Os. Slacbtoffers. Tony Van Os is geen onbekende. Alhoe-wel nog jong heeft hij reeds meer dan een-g'eëxposeerd en werd dan door de critiek geen lof onthouden. Zijn werk hield een schoone belofte in en meerdere werken ga-ven blijk van een artistiek temperament en knap kunr.en. Met belangstelling werd dan ook tege-moet gezien wat hij in den laatsten tijd had voortg'ebracht. * Laat ons maar onmiddellijk zeggen dat ■.er vooruitgang is, maar rechtuit gesproken "iiifet'RTci' inochc worùcn. • Van Os ziet waarschijnlijk heel schoone dingen in de wondermooie streek die hij sedert eerige jaren bewoont, in het heer-lijke land van Schelde en Dender, waar de weiden zoo malsch en vettig groen zijn, de gewassen sappig staan als nergens anders in dit ge^egend oord van 't Land van Waas en waar de twee rivieren het landschap, met hun wazige oevers een bijzondere pracht bijzetten. Er is frischheid in zijn landschappen, maar niet genoeg, zij missen stevigheid en zijn toch log. De luchten hangen zwaar en bezitten niet dat' lichte en losse, dat door-eenwemelende, dat de hemels in Vla'anderen in 't voorjaar en in den herfst zoo fantas-tisch schoon maken en heel de aandacht van den artist tôt zich trekken. Van Os moet zijn palet zuiveren en ver-rijken en kan dat, want meer dan een doek geeft getuigenis dat hij oog heeft voor schoone, teere kleuren. En moest hij zich toeleggen op de akwarelschildering dan zou meer dan waarschijnlijk zijn toongamma rijker en veel frisscher worden. Zijn werk is in aile geval hoogst intéressant en wij zijn zeker dat meerdere schii-derijen zullen aangekocht worden. Van Os heeft ook eenige portretten ten-toongesteld die veel knapheid verraden. — Vooral dit van zijn moeder en dit van den heer S. zijn wel gelukt. Verhaeren's por-tret schijnt minder gelukkig, vooral wat de fond betreft. Rik Sauter is een beeldhouwer die in Sta-broeck weikt en is dus van de streek van Melsen, maar we merken er weinig van in zijn werk, behalve in «Volkskinderen». Zijn ander groot beeld «Wroeging» ver-raadt al heel weinig van de zielsroering van den naakten man, noch in houding noch ex-pressie. Er mankeert durf in het werk, — stouten artistieken durf. De andere kleinere werken zijn veel beter.Wij rader< onze lezers aan niet te verzui-men het salon te gaan zien. 't Is geruimen tijd geleden dat er zoo'n artistiek werk te zien was in de zaal Lamorinière. "Rik Sauter. — "Volkskinderen. Prijskamp voor oorspronkelijke Nederlandsche Tooneelwerken, uitgeschreven door Gust Janssens, Drukker-Uitgever, Kerkstraat, 13, Antwerpen, onder patronaat van het weekblad HET TOONEEL. 1. Er wordt gevraagd een oorspronkelijk Nederlandsch tooneelwerk,van één of meer bedri.jven : drama, comedie of blijspel. — Het werk mag nog niet gedrukt, uitgege-ven of vertoond zijn. 2. Drie prijzen worden toegekend: Eerste prijs 125 fr. — Tweede prijs 100 fr. — Derde prijs 75 fr. 3. Er wordt geene onderverdeeling gemaakt voor het aanduiden der prijzen : de drie beste spelen worden bekroond, on-aangezien den aard der werken. 4. Bij de beoordeeling der inzendingen van de mededingers zal vooral gelet worden op de taal, den logischen gang der ge- dachten en in het bij zonder op de speel-baarheid. Er mag daarbij niet vergeten worden dat de w erken, vooral geschikt om ook door onze goede tooneelmaatschappij-en opgevoerd te worden, de voorkeur zullen hebben. 5. Schrijvers van Zuid- en Noord-Neder-land mogen aan den prijskamp deelnemen. Zij moeten hunne stukken, vrachtvrij en zeer goed leesbaar, inzenden voor 15 Au-gustus 1917, aan den heer Gust Janssens, stadsdrukker - uitgever, Kerkstraat, 13, Antwerpen, met het bijschrift op den om-slag: «Voor Tooneelprijskamp». 8. De mededingers mogen hun werken

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Het tooneel behorende tot de categorie Culturele bladen. Uitgegeven in Antwerpen van 1915 tot 1940.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes