Het tooneel

1366 0
06 oktober 1917
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1917, 06 Oktober. Het tooneel. Geraadpleegd op 25 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/930ns0ms13/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Het Tooneel 3e Jaargang Nr 4 — 6 October 1917 îeheer en Redactie : Kerkstraat, 13, Antwerpen 15 Centiem Edw. Gorlé Reeds geruimen tijcl koutten wij gezellig met >ns beidjes, en raakten allerlei gelukkige nerin-neringen aan, uit verre, blijde dagen van voor-îeen. We zaten op de eerste verdieping in de ruine vergaderzaal. waar de leden van enkele onzer jijzonderste volksmaatschappijen talrijke kunst-, *>oneel- of concertoavonden beredderden, of nog coortsig arbeidden aan de voorbereiding van luis-;errijke, zinnebeeldige optochten, die praalpracht-t'olle cavalcades, waardoor de Scheldestad heinde m verre vermaard werd. Tegen een der wanden prijkt 'n eenig-schoone panoplie van scherpjuist nagebootste wapens en drinkgerief uit de zesde Beuw, 't heldhaftig tijdvak van den Frankischen /orst Hlodwig, opvolger van Childerik, en zijner Deeldmooie bruid Clothildis, dochter van den ko-aing van Burgondië. En onopgemerkt waren we aan het doel onzer saraenkomst geraakt. — Ik ben, aldus begon heer Edward Gorlé, te \ntwerpen geboren in 1877. M'n vader, kleerma-ver van beroep, woonde toenmaals in de Ridders-ïtraat, gelegen in de volkrijke, vaakbeschrevene ^uurt: het Sint - Andrieskwartier. Reeds van af z'n prilste jeugd voelde heer Gorlé 'n onweerstaanbare neiging voor de tooneel-speelkunst, en hij was nog maar amper elf jaar 3ud, wanneer hij voor 't eerst — als figurant je — optrad. «De Klein® Patriot» met Mej. M. Hens in de ti-fcelrol, verwierf in die dagen 'n reuzenbijval in ien Cirkusschouwburg. Heer Pierre Gorlé — de aroeder van Edward — speelde in dit stuk mede, en wanneer hij hoorde dat er spraak was der aanwerving van een twintigtal kinderen om op 3è boot, 'n paar welgeregelde dansjes uit te voe-ren, verklaarde hij: — We hebben tehuis nog 'n kleinen bengel, die droomt van comediespelen. -— Nu, breng hem dan maar mede met de vol-gende repetitie, klonk het antwoord van den directeur. Dank aan die omstandigheid kwam de piepjonge bengel voor 't eerst op de planken. Ter schole, onder 't bestuurschap van heer Fr. Haegens, had z'n leeraar heer Van Schoor, al spoedig den buitengewonen aanleg van den vlij-tigen Edward opgemerkt, voor 't gevoelvol voor-dragen van gedichtjes. Ook bij elke gelegenheid werd hij aangeduid om te declameeren, en wanneer de geestdriftige toehoorders warm toejuich-ten, zou men zich te vergeefs afgevraagd hebben wie 't fierste was, of de leerling of de meester. Schoone liedekens duren ni et lang. Zware klok-kenklanken weergalmden en vertelden somber -naar alom, van smart en lijden en dood, en 't elfjarige vent je weende triest over 't afsterven van z'n goeden vader. Daardoor kwam er 'n heele verandering in 't leven van heer Gorlé. Er kon geen spraak meer wezen om nog langer naar de school te gaan. Hij moest zich voor 'n stiel bekwamen, en hij zou zich als leerjongen op den winkel van 'n haar-kapper aanbieden. Zoo verliepen er een vijftal jaren en aan comediespelen werd niet meer ge-dacht.Evenwel sluimerde enkel z'n voorliefde voor d,e herscheppingskunst, en de geringste aanmoedi-ging, zou 'n onweerstaanbaren spoorslag wezen, om 'n intense uiting zijner gevoelens uit te lok-ken. Zonderling zijn 's levens wegen. 't Uitgeko-zen beroep, waardoor hij zich voorgoed van het tooneel scheen te verwijderen, werd dQor 'n lou-ter toeval den uitweg, waarlangs hij in de thea-termiddens geraakte. Rond z'n zestiende jaar kwam hij als eerste gast bij heer Jef Bogaerts, welljcht den knap-sten tooneelliefhebber uit dien tijd. Wanneer er geene klanten waren, herhaalde hij, staande voor den spiegel van z'n «salon de coiffure», ten ein-de de gebaren en gelaatsuitdrukkingen nauwkeu-rig na te gaan, — luidop zijne roi. Als de baas met de andere spelende leden van de vereenigin-gen «Vondel» of «Verbroedering» in den ouden Variétés-schouwburg moest optreden, gevoelde hr Gorlé zich hoogst gelukkig omdat hij de schmink-doos en den reiszak van heer Bogaerts —r eerste planrol ! — mocht dragen en daardoor toegelaten werd achter de schermen. Vaak viel het hem voor, wanneer z'n meester om 'n dringende boodschap 't huis uitging, be-hoedzaam 'n met der haast neergeworpene roi op te nemen, om met gezwollene stem de zinnen, on-derlijnd door breed armgezwaai, voor te dragen. — Baas, ge moest ook eens aan mij denken, met 'n volgende rolverdeeling, had de gast me-nigmaal herhaald, wanneer zij (tijdens rusturen vertrouwelijk samen praatten over speelsters en spelers, tooneelschrijvers en tooneelwerken. En zekeren keer deed de lang verbeidde gelegenheid zich voor. De tooneelafdeeling der gekende maatschappij «Vondel» zou «Marino - Marinelli» opvoeren, en buiten 'n paar aanvullingsrollen, vertrouwde men aan heer Edward Gorlé die van «Pietro» en van een der rechters toe. Afzonderlijk beschouwd waren al die uittebeel-den personnages van ondergeschikt belang, — de vier rollen te samen genomen echter kregen een zekeren omvang. Heer Jef Van Leemput, en de voorzitter bij uit-muntendheid voor eene volksvereeniging heer Fl. Caproni, merkten al spoedig op dat dien débutant blijken gaf van heel wat aanleg. Zij vroegen hem lid te worden van den kring, voorstel dat çretîg aangenomen werd, daar 't, het tijdens de kmder-jaren gekoesterd ideaal, verwezenlijkte. Na korten tijd had heer Edward Gorlé in de dilettantenmiddens 'n goeden naam gemaakt en al spoedig werd z'n medewerking alom gevraagd. — Regelmatig trad hij op in de maatschappijen «Vondel», «IJver en Broedermin», «Onder Ons» en «Liberale Volksbond van Borgerhout», en buiten z'n dagelijksche beslommerende werkzaamhe-den als haarkapper, moest hij welhaast minstens nog 'n paar avonden per week op de planken staan. Hij vond z'n geluk in dit druk onverpoosd wer-ken. Af en toe verschafte dit bestaan hem onein-dig zalige oogenblikken. Onmogelijk ,zou het bij-voorbeeld wezen de geluksgewaarwordingen te be-schrijven, doorstaan den avond waarop hij naast Mej. Julia Cuypers mocht optreden m den ICo-ninklijken Nederlandschen schouwburg, in 't ver-maarde werk van Nestor de Tière: «Roze _Kate», door «Vondel» ter gelegenheid der kermis ver-toond.'n Ander maal speelde hij naast Mej. Liza Jon-ckers met de vereeniging «De Vrije Kunst», op het zelfde theater, 't meesterwerk van Gerhard Hauptmann : «Voerman Henschel». Snel klopte 't hart van den jeugdigen liefhebber, wanneer de beroemde actrice hem na de voorstelling geluk-wenschte, en hem tevens den raad verstrekte niet van de tooneelspeelkunst af te zien. Menigmaal werd heer Edward Gorlé bekroond in vaak sterk betwistte tooneelprijskampen. Zoo verwierf hij in den wedstrijd voor alleen- en tweespraken, uitgeschreven door de maatschap1 «De Morgenstar», den eersten prijs met het gekende gedicht van Pol de Mont : «De Kurassiers van Canrobert», en behaalde hij dezelfde eer met «Harold en Hilda», 't lieve minnespel van Floris van Westervoort, waarin Mej. Wegge de repliek gaf. Met «De Jonge Vlamingen» te Brusesl en «IJver en Broedermin» te Mechelen, haalde hij 'n heel reeks eerste prijzen weg, zoowel voor wat dramatisch werk als blijspelen betreft. Zekeren keer vertolkte hij op den Franschen schouwburg de titelrol in «Miko den Bohemer», door Reinack. In 't vierde bedrijf moest hij op het tooneel sterven. Daar hij grooten dorst had, zond heer Gorlé, tijdens de poos van 't derde op 't vierde bedrijf, een zijner kennissen naar 'n herberg uit de buurt om 'n smakelijke pint parelend gar-stennat te halen. De gewillige vriend nam de gelegenheid waar, om ook 'n potje te drinken, ter-wijl hij — aan den toog staande — druk met den waard sprak over 't opgevoerde stuk... Wanneer men aldus 'n praatje voert verloopt de tijd zeer ras, en toen hij wat later met den verlangden drank op de scène kwam, stond heer Gorlé reeds voor 't voetlicht, terwijl honderden toeschouwers in gespannen aandacht de roerende gemoedstoe-standen volgden door den bohemer doorworsteld. Na de vertooning vertelde men lachend dat Miko eerst na z'n dood mocht drinken... Heer Jef Bogaerts telde onder z'n menigvul-dige klanten ook heer Frans Van Doeselaer. Bij 't binnentreden riep de bestuurder gewoonlijk : — Miko help me eens spoedig voort... Dan werd er natuurlijk over ailes en nog wat betrekkelijk tooneeltoestanden gesproken. — De plaagzieke, talentvolle liefhebber liet geene gelegenheid onverlet, om de directeur van den Ko-ninklijken Nederlandschen Schouwburg op _ z'n stokpaardje te krijgen. Om z'n doel te bereiken hoefde hij doodeenvoudig de stoute bewering voor-uit te zetten, dat niet een der artisten van het Vlaamsch theater hem kon evenaren. En aldus ging de tijd voorbij, en werd hij met de heeren Gustaaf Cauwenberg en Jef Van Leemput onder de bijzonderste artisten uit de Ant-werpsche dilettantenmiddens gerekend. Hij kon zoowat vijf en twintig jaar oud zijn, wanneer 'n gevaarlijke longontsteking hem tôt op den rand van het graf bracht. Gedurende de tien jaren op den winkel van heer Bogaerts door-gebracht, waren z'n verdiensten betrekkelijk klein geweest. Op twintigjarigen leeftijd gehuwd, was hij na enkele jaren reeds vader van drie kinderen. (Wordt vervolgd.) JAN DE SCHUYTER. In en Om de Schouwburgen «DOLLE HANS». — Het succès van dit stuk heeft de stoutste verwachtingen overtroffen. B elke vertooning was de zaal bomvol gedurende de veertien dagen der opvoering. Ziedaar dus een oorspronkelijk werk dat andermaal op het reper-torium zal blijven en telkens met veel genoegen zal teruggezien worden. En zoo wordt stilaan — maar zeker — zooals we reeds verleden jaar schreven, de lijst der nationale werken vermeer-derd en zal, na enkele jaren, het speelplan groo-tendeels kunnen gevormd worden uit werken van Nederlandsche auteurs. Laat ons nu maar rechtzinnig hopen dat ook de Vlaamsche schrijvers onzen letterkundigen too-neelschat met goede werken mogen verrijken en laat de vooraanstaanden onzer beste romanschrij-vers en dichters het niet beneden hun waardig-heid achten voor het tooneel te werken. _In Nr 15 van onzen 2en jaargang schreven wij t>ij gelegenheid der beoordeeling van«Eene Misda-dige» van Nestor de Tière: — Verleden jaar bij 't einde van het seizoen, wezen we er op dat het bestuur van onzen Koninklijken Nederlandschen Schouwburg een grooter quantum oorspronkelijke werken had doen opvoeren dan het in normalen tijd verplicht was volgens zijn lastcohier. «En wij verheugden ons over den bekomen uitslag. «Het opvoeren van oorspronkelijke werken wordt in aile cultuurlanden steeds aangeprezen. I ! î_l GEORGES VILLIER ALS «SCARPIA» IN «LA TOSCA». I—! !—I «Het is een axioma: kunst van eigen bodem moet den voorrang hebben.» En ver der: «Onze tooneelliteratuur is niet rijk aan goc' werk. Veel werd geschreven en zelfs opgevoerd, maar, eenige treurspelen en enkele comedies uit-gezonderd, die men op zijn vingeren tellen kan, is het met onze Vlaamsche dramatische kunst niet heel schitterend gesteld. «Waar onze dichters en prozaschrijvers sedert een kwaart eeuw bewijzen hebben gegeven van mooie levenskracht en levenslust en een veld zijn gaan bearbeiden waarop nu de schoonste vruch-ten bloeien, is onze dramatische literatuur nog bezig met een dorren grond te ontginnen, naar ovéroude begrippen en met verachterde metho-den».De tooneelprijskamp van heer Gust Janssens, wiens initiatief niet genoeg kan geprezen worden heeft ons nog wel^ geen resultaat gebracht van blijvende beteekenis, maar toch kregen wij de overtuiging dat meerdere onzer jonge letteiDe-oefenaars stof genoeg hebben om goed dramatisch werk te leveren, op voorwaarde dat ze zon-der overhaasting te werk gaan. Wij willen den uitslag noch het verslag van den prijskamp^ vooruitloopen, maar onze persoonlijke ondervinding machtigt ons te zeggen dat enkele werken niet zonder verdienste zijn en waardig voor het voetlicht gebracht te worden. * * * Om op «Dolle Hans» terug te komen, consta-teeren we andennaal met genoegen, dat de ver-tolldng ons verleden Zaterdag nog meer getrof-fen heeft dan bij de eerste opvoering. Al de artisten waren rolvast en het ensemble gaf andermaal blijken van buitengewoon kunstgehalte. — Vooral heer Bertrijn heeft de voile maat kunnen geven van zijn schoon en machtig talent. Alleen een zeer groot kunstenaar vermag een zulke diep-gaande emotie te verwekken als deze welke de lei-der van ons uitstekend gezelschap de angstig -luisterende toeschouwers deed gevoelen. De ont-roering was algemeen en wij zelf, die het stuk gelezen en herlezen en de vorige week reeds ge-zien hadden, waren nogmaals aangédaan. En wat kranige kerel gaf hij ons te aanschou-wen: de typeering, buitengewoon gelukt, de bruine gelaatskleur, de dikke lippen, de wit-glinste-rencte tanden, het kleine snorretje en de vranke, moedige en toch niet onbeschaamde blik uit zijn flinke kijkers en daarbij de moedige, onversaag-de houding, dat ailes vormde een geheel dat een blijvende impressie van mannelijke fierheid, eer-lijkheid en rechtschapenheid opwekte. Dat prachtbeeld van heer Louis Bertrijn in «Dolle Hans» zal ons nog lang bijblijven!... «DE NAAKTE VROUW» — «La Femme nue» werd te Parijs voor de eerste maal opgevoerd den 27en Februari 1908, met de volgende rolver-deeling : Pierre : Lucien Guitry. — Rouchard : Dubosc. — Louise : Berthe Bady. — de Prinses : Andrée Mégard. — de Prins : Armand Bour. «EEN BOETE». — Zaterdag 13 dezer en volgende dagen opvoering van «Een Boete», tooneel-spel in drie bedrijven. door Suze La Chapelle -Roobol. — Rolverdeeling : Jacob van Hoek: heer E. Gorlé. — Frans van Hoek : heer B. Ruys-broeck. — Lize : Mevr. Dilis. — Anna : Mevr. Noterman. — Dora : Mej. M. Bertrijn. — Cor-nelia, vrouw van Frans : Mej. J. Janssens. — Floris Verduinen : heer G. Cauwenberg. — Juf-vrouw Dalers : Mevr. Ruysbroeck. — Een loop-meisje : Mej. J. Neyssen. — Daarna : «In Bur-gerkleeding», blijspel in een bedrijf van G. Ka-delburg. — Rolverdeeling: Overste van Knallen-berg: heer Edw. Gorlé. — Majoor Vleugelkamp. Hr B. Ruysbroeck. — Henny : Mevrouw Ch. Noterman. — Willem Crispijn, luitenan^ : Heer A. De Wachter. — Hendrik, oppasser : heer P. Janssens.VERWACHT : «In 't Witte Paard», beroemd blijspel in drie bedrijven van Blumenthal en Ka-delburg. Het Tooneelonderwijs op de Belgische Kon-servatoriumsII. Het zij ons toegelaten er hier terloops op te wijzen,dat een dergelijke leergang van uitspraak phonetiek en physiologie der stem, naar ons oor-deel, met vrucht zou kunnen bijgewoond worden ook door de leerlingen der zangklassen. In dit opzicht zijn een menigte uitheemsche Konserva-toriums ons reeds lang voor. Daar vinden wij een specialen leergang gewijd aan de studie van den bouw, de functie's en de verpleging der spraakorganen, die zoowel door de leerlingen too-neelspelers als operazangers wordt bijgewoond- De leergang van uitspraak, phonetiek en physiologie der stem is voor den toekomstigen too-neelspeler slechts de voorbereiding tôt den uiterst gewichtigen leergang van Voordrachtkunst. Hier geldt het, hem de middelen te geven om de ge-louterde taal tôt den hoogsten graad van haar uitdrukkings- en ontroeringsvermogen te bren-gen alleen door de kunst van het zeggen. Wat men er ook over denke, de^ voordrachtkunst is niet een soort van begaafdheid, die enkel zou be-rusten op aangeboren persoonlijke lenigheid' van gevoel en die men tôt haar hoogste ontwikkeling brengen kan door praktische oefening alleen, — het is wel degelijk een kunst met een eigen tech-niek, die aangeleerd moet worden. Zonder de studie dier techniek blijft de meest aangelegde zeg-ger een ondergeschikte. Oefening onder de lei-ding van den leeraar is natuurlijk de beste ^leer-methode,maar daar hoort nog wat anders bij. De wetten der beklemtoning, het onderzoek van den woordklemtoon, den zinsklemtoon eigen aan onze taal, den logischen klemtoon, enz., maken de stof uit van een uiterst belangwekkende en on-ontbeerlijke studie. Ook over zinsmethode, over maat en rhythmus in dicht en proza, over het schilderen met sterkte, hoogte en duur van; den toon in de haast tôt in het oneindige afwisàe-lende schakeeringen van de schaal der mensche^ lijke aandoeningen, over den voordrachtstijl bij de verschillende letterkundige genres, enz., moet de zegger naast praktische oefening theoretische inlichting krijgen. Dit ailes toont wel aan, dat de leergang van voordracht alleen stof in over-vloed aanbiedt -en, uiterst belangrijk als hij is, voor zich alleen reeds een ruim aandeel van den beschikbaren tijd in aanspraak mag nemen. Een niet geringer stof dient besteed te worden aan den leergang van mimiek en gebarenspel. Zeggen en mimeeren samen vormen eerst den volledigen tooneelspeler. In de tooneelklas moet de leerling de karakteristiekste lichaamshoudin-gen en bewegingen van aangezicht, oog, mond en neus en ledematen bestudeeren, die ons den gees-telijken en lichamelijken toestand van den mensch verduidelijken. Niet alleen de mimiek van den normalen, gezonden mensch vergt de aandacht van den leerling-tooneelspeler — ook de uitzon-derlijke mimiek van den ziekelijken mensch, de mimiek en de houding eigen aan bepaalde stan-den, enz. moet hem ontleed en uitgelegd worden. Op methodische wijze, zonder iets belangrijks aan het toeval over te laten, moet aan den leerling een overzicht gegeven worden op de heele mimiek der menschen met haar zoo menigvuldige afwis-selingen. Hij moet de wetten leeren kennen vol-gens dewelke hij zijn mimeervermogen leiden en ontwikkelen kan en door de oefening onder îei-ding en toezicht van den leeraar, moeten die wetten in hem vergroeien tôt een soort van tweede natuur. Het volstaat een oogslag te werpen op een vakboekje om zich dadelijk rekenschap te geven over de omvangrijkheid en de veelzijdigheid van een dergelijken leergang, waarin alleen minstens de helft der thans beschikbare uren zou moeten besteed worden. Bij den leergang van mimiek en gebarenspel hoort natuurlijk den leergang van de twee on-misbare hulpvakken : teekenen en grimeeren. — Het is hoogst wenschelijk, zooniet onontbeerlijk, dat de toekomstige tooneelspeler zich een zekere vaardigheid verwerve in het teekenen, het ont- |BK7£SIL*ireN75 verv^gt OH ÎBESTE KOFFIE

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Het tooneel behorende tot de categorie Culturele bladen. Uitgegeven in Antwerpen van 1915 tot 1940.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes