Het vaderland: Belgisch dagblad te Havre verschijnend

1058 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1918, 11 April. Het vaderland: Belgisch dagblad te Havre verschijnend. Geraadpleegd op 19 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/sb3ws8jw01/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

JAAKCANC, Nr 940. DONDEBDAC, 11 APRIL? Bl8 HET VADERLAND g]eine aankondïgingen : 1 fr. per regel Groote id. bij overeenkomst Dienstaanbiedingen : voor gereformeer-den kosteloos. Belgisch dagblad, yoorloopig te Parijs, 3, Place des Deux-Écus, 3 LEO VAN GOETHEM, Directeur Het nommer s 5 centiem (Front en Frankrijk). 10 centiem (andere lauden). Per maand (vooruitbetaald) : Frankrijk 1.25 fr. Engeîand 2 sh. Hoiland 1 gld. 25. Elders 3.«0fr. Le belcen rond den konin< Minister Helleputte feroordeelt verraad ei Lrdeeldheid en wekt tôt eendracht op iDeze wijze woorden, die de achtbar iinister van Landbouw en Openbar l'erken, M. Joris Helleptutte, Maanda; | Sainte-Adresse uitsprak, toen 's Kc |ntr3 yerjaardag werd gevierd, verdie L een betere plaats in een Bèlgispl |ad dan tusschen twee «laatste berich L uit Zurich of uit Amsterdam. |2ij verdienen in een Belgisch bla< jen plaats, waar zij eènieders aandach Lten fcrekken, want in dezen tijd, ni foote vol ksvergadoringen een onmo elijkheid zijn, nu onze-bevolking naa le vier windstrékèè verstrooid leeft Ejnen wij niet te veeï wenken, te vee feevingen ontvangen lijk deze. fin 't Vlaamsch en in 't Fransch, op (at niemand eraan onwetend blijve Lie minister Helleputte onder meer Met verachtelijk optreden van enkel |echte burgers, van enkele verraders \n een hondvol verkochten in beze mië. zal eens te meer aanleiding heb en gegeoen tôt het bevestigren, op cet éitterende wijze, van onwrikbare een tac ht van al de Bel {/en rond den Ko \nt/, rond het vaandel. Eens te mee: tl de wil van allen tôt ititing komen » binnen als buiten het land, om alli men van verdeeldheid te weren et is verraders te brandmerken al wù trdeeldheid zou willen zaaien. Op dezen feestelijken dag, nu al de tlgen eensgezind den i aar dag herden jtii van hwn Koning, verzoek ifc u me, iij vit te roepen : Leve België ! teven onze eerlijke en trouwe bond rnoten, Frankrijk en Engeland ! Un zij alièn leven die met ons mede< rijien voor de vrijheïd, voor de zege~ teal van het recht en het heil der be-'hrnng ! r * * * Het is bondig en het is volledig. Ver-«Idheid en verraad, a] wat verzwak-mkan, worden afgekeurd. Eendracht. e alleen sterkte kan kweeken, wordl ifigeprezen. Wij zouden ons niet veroorloven aar ministère woorden een beteekenis tt ichten, een bepaalde beteekenis, die ' misschien wel maar missohien ook et hebben. Zal men het ons evenwel euvel dui-indien wij ons vleien met de hoop | de oorlog ook minister Helleputte ied tôt het inzicht komen dat wij in is nnmmer van Zondag 19 Augustu; H" reeds uiteenzetten ? Wij trachtten toen ook aan te toonen ît de Koning ,en de Koning alleen. 1 deze tijden van verwanring en in de ift minrler verwarde. tijden die on-iddeîlijk op dten vrede zullen vol-91 onze eenige baak, onze eenige leids-® moet zijn. Wij zijn eenvoudige burgers allen. ' wij rechtstreeks of oni'echtstreeks -■ politiek in aanraking kwamen, wij al of niet onverschillig bleven .?enov€r de groote geestesstroomingen ons land, mogen wij ons er op be «men, al gaf de oorlog ons zoo'n har-|J®sen, dat er in het hart van e:en-w onder ans geen vooroordeeltje. en vooringenomenheidje van ' welken net welke strekking ook, meer mmert ? m an in België ziet en kan de za-'n inzien lijk ze zijn. Ben man staat Jf vooroordieel en vooringenomen-of die dan uit partijgeest of uit '"^ngeest of uit rassengeest voortko- Die man is de Koning. km volgen, in zijne wijsheid ver--•jwen nu en later, is tevens aile ver-^aneid weren en ailes verwerpen s ^a-nds eenheid ein 's landls bestaan U W gevaar brengen. 5ar wardt wel eens kwiaad gespro-n. °ver den godsvrede>, over de |nion sacrée», lijk het onze Waalsohe ^ders noemen. 9 ons een troost en eene aanmoe-;lno te zien dat mannen zooals mi-; Helleputte • den godsvrede, de _ racht van al de Belgen rond den nog steeds als het eenige sc-hild .ien tegen 's lands ondeirgang. " '.r°ost is het ons ook en eene aan-l»m^Ul^ minister Helleputte, een ttrirîeu ^ activistisch gedrijf be-r» ' m6' woorden, die men uit pJjen eens te vinnig heeft geoor-j^l ''Het verachtelijk optreden van afj ® ^htè burgers, van enkele ver-!.,Van een nandvol verkochten.» is het guntje zonder wpcw:/1- FIENTJE door Fritz FRANCKEN [Yervolg en slot) Te Antwerpen nochtans, was er van fveukenpieteren geen sprake. Daar boe-nelde Flup er geregeld van door, dron'k 3en gildigen pot gersten en danste er 3e lappen van zij'n zolen. Op dansen was iij dol verlekkerd ! Als hij danste in isn « Olympia » met Rozeken Kin, de tnapste meid van heel 't Eilandje, ging ;r een daver van afgunst door het li-•haarn der andere kerels. Maar ze durf-ien Flup niet te lijf ; hij bokste ze lani m blauw met zijn vuisten alleen. 't Was lijn dansdrift wel'ke hem naar Rozeken \in drong. Liefde, ware, standvastige iefde had hij .nooit voor haar gevoeld. Vîet Fientje meende hij 't anders, al îad hij.er nooit een woordje over ge-ost. 't Gebeurde soms dat ze samen verkten aan dek, in 't luik of in 't voor->nder. Da,n klopte zijn bloed sneller in le borst en stak er meer zwier in zijn irbeid. Fientje vermoedde 't wel. Eens lat ze gestouwd had om de zuivere vaanheid te kennen nopens 't minne-pel tusschen hem en Rozeken' Kin, had iij den tegenstoot afgeweerd, luohtig n vol misprijzen : — Rozeken Kin ! Die del ? Goed voor a dans je. Anders niet ! En dat had haar min of meer ge-■ust gesteld. Bartels had Fientje gaar-le aan Flup gekoppeld. 't Zou een flink îuwelijk geweest zijn voor beiden. Hij vist uit goede bron dat er eerlangs een ilaats als zetschipper leeg kwam op een jetroolmotor van de « General Oil Gy ». tleneer Muller, de landskapitein, had îem reeds gevraagd of hij geen dege-ijken schipper kende, wien 't baantje ou bevallen. Dadelijk had hij aan Flup ■edacht. Twee honderd vijftig frank in le maand en vrij van vuur en licht, ■erdraaid ee<fi buitenkansje ! Fientje wist van de zâak. Ook Flup. ifficieel "had schipper Bartels er ech-gr nog niet van gewaagd... Fientje overpeinsde dit allés. Het ze-epralend gelaat van Rozeken Kin ;wam haar platseling tergend voor de ogen. Ze zag de deerne in Fhip's ar-uen wiegen en roefelend tusschen de Lanskoppels walsen. Flup was jong en rij te handelen naar 't hem beliefde. In toch:.. Een wild verzet tampte Fien-je door de aderen. Ze stond op en de TOonsihut binnentredend, zei ze, op astbesloten toon : — Moeder, 'k ga eens tôt bij Nonkel 'rans, in de Montevideostraat. — Goed Fientje, antwoordde moeder :alm. Ge moet al tijd niet binnen zit- Fientje slolg een wit halsdoekje over en rug, losjes en trippelde over de Dopbrug van boord. Aan de Suikerrui ripte ze den tram op. Ze reed tôt aan e Stapelplaats. Daar steeg ze af. In de îapelsstraat ont-moette ze reeds een *ende schippersmeisjes die haar van rijd toejuichten. — Dag Fientje ! — Dag Wiske, Marie, Tille, Bertha. — Waar naartoe ? — Naar Nonkel Frans. — En Flup ? hengelde Tille. — ?... — Hij is daar juist den « Olympia » innenget-rokken, op ^îjn eentje, sna-îrde Bertha. Orgelmuziek gonsde gedempt. Een loeg jongelingen zwermde voorbij !... — Psst ! Psst ! De meisjes staken de giechelende opjes bijeen en frazelden : — Schoone Jules en Klein Lowieke, n Frans de Plakker. 't Duurde niet lang of 't mereîend leisjesvolk klapwiekte de jongelingen ' chterna. — Ga-de niet mêe Fientje ? — Neen, vandaag niet. — Dag Fientje. — Dag allemaal. En 't groepje kirde uiteen... Fientje bleef staan. Ze bekeek den , ooden elektriekbol die boven de deur er danszaal gloeide. Zou ze 't wagen ? ou Flup zich niet inbeelden dat zij em niet missen kon ? Ze overwon de latste aarzeling, en stapte recht den Olympia » binnen. Mottige Jan, de buitensmij-ber, ver-/•elkomde haar met een oolijk lachje. — Kom-de fllikkeren Fientje? — Een beetje, loog ze. Toen ze de gecapitonneerde deur penstiet woei een bries van klanken aar om de ooren. peling — dat zoowel «buiten» als «bin-en» het land als verrader moet wor-en gebrandmerkt alwie verdeeldheid au willen zaaien.» Bravo, minister Helleputte ! UEO VAN GOETHEM, 't Geraas der stemmen bedwelmdt;' t geslibber over den geboenden vlœr. iroote, geslepen wandspiegels kaatsten net licht-stralen en vermenigvuldigden t bonté gepeupel. Over den gebeeldhouwden orgelgevel leurde 't licht van bloemige gloeilamp-es. 't Was een festijn van kleuren, sui-elend feeëriek, betooverend... De dans was uit. Een forsche stem chreeuwde : — Halve ! In rang, twee aan twee, wandelden le koppels rond den dansbak. Fientje lield zich schuil achter een pijler. Haar ilikken gleden over de menigte... Ze erschoot. Ginds, onder een der artifi-ieële grotten ontwaarde ze Flup. Hij tond er alleen, leunend tegen den uit-prong van een rotssteen, de handen ge-;ruist op de borst, de oogen flikkerend, le lippen strak, een moedwil-ligen trek m de scherpe kin. Schuin over hem at Rozeken Kin, aan een tafeitje, in ezelschap ,van . een opgepoetsten ma-poos, « stout » te lampe'tten. Het tipje van haar zakdoekje trok een nrperen driehoek op haar roode blou-e. In haar donkere, gekroessde haar-lechten, vonkten kammen met val-che peerlen. Fientje ' bemerkte lioe ze 'ijwijlen heimelijk naar Flup loerde, e oogen se.helmsch en de vleezige keel n krop. Ze zat er scheutig op, een .ansje te doen met Flup. Maar deze ge-iaarde of er geen Rozeken Kin bestond. Eensklaps herkende hij Fientje onder e epeengeperste toeschouwers. Een onnige lach ontplooide zijn wezens-rekken. Hij knikte... Hij wachtte tôt et orgel zweeg en stapte dan recht op 'ientje toe. — Hoe kom-de gij hier ? — Eens kij'ken ! — Ah ! Fientje sloeg de oogen neér. Een lauw sikkeltje waarde door haar gul-en wimpers. — Willen we eens dansen, vroeg 'lup. Fientje lispelde. — Met plezier. y 't Orgel zette een nieuw deuntje in. — Scottish ! Bevallig, op de puntjes van haar voet-;s, rhythmeerde Fientje de maat. Ze aakte schier niet aan de grond. Ze oelde den druk van Fhip's hand on-er de oksels. Zijn adem luwde haar in en blooten cek. Omziohtig, met ge-leugelde pasjes, slingerden ze tusschen e schokkende rompen. Toen ze voorbij îozeken Kin huppelden, wapperde om 'ientje's lippen een lach, als een strijd-lag.En ze danste een geslagen uur met iup. — Gaan we naar « 't Zaaltje » Flup? k trakteer. zei Fientje daama. — Bij ja ! Van den avond is't ker-lis ! Arm aan arm liepên ze de straat op... Schipper Bartels zat op dek zijn pijp-; te rooken, toen Flup en Fientje aan oord stapten. 't Was volop avond. De chters die op stroom voor anker Ia; en, hadden hun lantaarnen half-top angen.' Groene en roode licMjes dob-erden op de Schelde, en langsheen de aai flakkerden gaspitten, eindeloos er... Schipper Bartels, die het verliefd aartje verbaasd beglnurde, wist al auw hoe de1 vork aan den steel zat. pottendenvnjze vroeg hij nog : — Hemel Fientje, wat heeft- Nonkel rans verteld ? Maar Fientje even rad tong, antwoordde komptant : — Dat ik oud genoeg ben om te trou-en, en daalde al schaterend in de ka-ait.Langhemarek, 2 April 1918. Fritz FRANCKEN. ■ IVVVU '■ I , kricht aan onze tezers Teneinde vertraging te vermijden en m onze verschillende diensten no«de< >os werk te sparen worden onze lezers riendelîjk verzocht al!e brieven aan-aande de Abonnenienten, Aankondïgingen, Verkoop ! richten aan dit adres : en Heer Beheerder van het dagbtad « Het Vaderland » 8, Place des Deux-Ecus, Paris (I") Aile andere brieven en mededeelin* en aan dit adres : M. Léo Van Goethem, Directeur van het dagblad « Het Vaderland » 3, Place des Deux-Ecus, Paria (1**') Reninghe in 't verleden i [Vervolg en slot) I Rond 1584 was Reninghe door de ge- ^ stadige oorlogen bijna ontvolkt en de r oest die alsdan heerschte mick èen 'tal t-ran slachtoffers onder dezen die nog je bleven waren. z 'T was slechts in 1589 dat er wat volk erugkeerde, daar deze gemeente een j leir laatste was, die door de vreemde iroepen ontzet, wierd. c Weer in 1591 op den 22 Juli wilden j le Oostendenaars Reninghe binnen, zij e jrandden en roofden een tal van huizen " m hofsteden in den oratrek. Doeh Joz. l leter do Cerf, die in 't fort der Knôcke ag met zijne keurbenden, trok op tôt îe Peerebodmbrug en sneed hen den j Aeg af. Hij sloeg ze uiteen met 't, be-iulp der Veurne-Ambachten. In 1597 kwamen de Geuzen op den US September Reninghe plunderen en . • erbranden. Na verscîteidene huizen, | lofsteden en kerke geplunderd te heb-aen trokken zi j naar Oostende met hun-len huit. Reninghe had twee heerlijkhedien die ïfhongen van de Gasselarij van Veurne. De eene noemde «'t Vrije laetschap», de mdere «'t Hoflandt». Het was eene ( schoone gemeente,^ wel en weeldig, om- 1 ;.î'cnt de 2000 zielêh sterk, en waar de c andbouw de meeste bedrijvigheid was § /an het brave en rustig volk. 'K herin- x icr mij nog een opschrift dat aan een e ïeveltje prijkte, tijdens de inhuldiging 8 , an eenen burgemeester : c v 'K woon hier stille en gerust, Kortgezeten, weggesteken, 'K heb met niemand af te reken, v 'K heb, al wat mijn hertje lust. In dat gedicihtje lagi geheel de geest c ,'an Reninghe.- Wat een slag moet dat c reweest zijn, als in 1915, d'e geheele ge- t neente aan 't vluchten ging, ailes in z len brand lat-ende. 'Iv beklaag die bra- d rc lieden dié ik inwendig zoo- goed ken- i: 3e; en 'k heb deernis met hun akelig ï oL God zal hen bermhcrtig zijn ! — k S'a Iij den komt verblijden. I 'T sloeg 9 uur op den kerketoren en k vij trokken het lieve bedebuis binnen. s 3rotper en net, wel bemeubeld en rijk. v /ersierd. De kerke bestond uit oiide en iî iieuwe deelen en 14 groote tafereelen v tan het bedeihuiis geschonken door vro- n ne ingeizetenen, versierden de ruimten s •usschen de vensters. Zij dagiteekenden e ;an 1832 en volgen de jaren. ' k De predikstoel, communiebank, dok- \ ;aal en biechtstoelen waren zeer merk- o vaardig, en al de beelden, kandelaars, o rersiersels en ornementen 't ziene g veerd. v De zware toren had vier hoektorent- g es en een kleine spits en voren onder t le kerkhorlogie, stak het wapensc-hild u ran den aartshertog en aairtshertogen v Mbrecht en Isabella. ii De klokken in vorm van appels zei F tien, waren zeer harmonieus. z Die kerke dagteekende van de XVIe li :euwe • zij heeft vele hervormingen <1 indergaan en geleek, buiten den toren, d ene moderne bouwing. z Achter. de kerke stond de oude pasto- d ij, zeer wel bewaard en merkwaardig, p en oud g^bouw van 1640; voor en be- n levens, het kasteel van M. Pietèrs met a «n wapenschild van Vilain XIV, )1627) h eer behendig hersteld en puik be- z voond, bezijden 't gemeentehuis van si 904 en wat verdeir 't Godshuis van Al- a aeys onlangs gesticht. — Verder op, b loordwaarts, eene splinter nieuwe mel- v erij die beloofde goede zaken te doen, v n zuidwaarts het nonnenklooster en i le gemeenteschole over eien dertigtal p aren opgemaakt. Verder nog rondom 1 têt bedehuis en de marktplaats, waar 't v lorstbeeld prijkte van Matthys Devisch, 6i eboortig van Reninghe, vond men tal an schoone huizen en handelsgebou- n ven. De tramlijn Dixmude-Poperinghe v iep door deze plaats. n Matthys D'eviscih (1702-1765) verwierf v 1s letterkundige en als historieschil- n er eenen goeden naam. Na Frankrijk r< n Italië bezocht te hebben, stichtte hij gi ene teekensohool in Brugge. Jan Ga- h emi'jn die een zijner leerlingen was en p •riesch «lie een tafereel sehilderde voor vi e kerke van Merckem, waren ook ge- k> oortâg van Reninghe. * 2, In 1559 de Rhetorikaisilde «Reyne van b> 'erten», van Reninghe, vraagt aan de loofdkamer «Alpha en Oméga» van di 'per de goedkeuring harer statuten. n. In 1560 gaat deze vereeniging naar z i leenen, waar zij verscheidene stukken hi :n toone brengt en tal van gedichten g( fleesfc met 'Beveren bij Kortrijk en V îef Cqmen. n: In 1731 op 2n September, de Rederj'- vi ers-gilde, broeders van den H. Gèest. p, ebbendo t, zelffle bla^çoen yao dâe van ce Herten reyn, vertoonen het volgende ^ iragedie-spel : «standvastige waerheyt 1 uytgevrocght door den, H. Martelaer [ Longius naer gezien ende getuyght te t hebben syn bloedt ende verysenisse van \ J. Christus Onsen Saligmaeker : » En i daarna spelen zij een blijspel. (Zie ge- c meente-rekening van Meenen 1560-1561 i f° 27 v"). c En zeggen dat van dit ailes om zoo te { zeggen niets meer bestaat ! Reninghe i op een vijftal kilometers der frontlijn, 1 is gedurende den oorlog 1914-15-16-17 1 en 18 om zoo te zeggen totaal vernield. i Schrikkelijk was die vernieling. Ailes ( is moeten vluchten en van geheel die £ schoone gemeente blijven nog enkele < puinen over. 1 Na den noen reden wij den IJzer op c en trokken de brug over aan den Treyr- 1 met, de rivier langs, naair het fort de l Knocke. e Herman VAN DER GUCHT. £ ltalië's nijverheid in den oorlog In liet buitenland, meer nog dan in :alië, hebben zicih maar weinigen een ' enkbeeld kunnen vormen van de groo-i ins'panning, welke die inrichting van ; e nijverheid ten bate van den oorlog, ekost heeft. Hoewel sinds faren de be-/apeningen hand over hand toenemen . n aile Staten r en sa ch tige sommen uit-aven om ze volledig en volmaakt te ' oen worden, stond men toch onver- ' 'acht voor het industrieele vraagstuk, oorrlat geen enkel vermoeden de vree- -îlijke werkelijkheid, die zich later < oordeed, nabij kon komen. Om zoo , noedig mogelijk tôt oplossing van zulk ( sn vraagstuk te geraken was het noo- ■ ig een bijzonder lichaam te vormen. > at in het voile bewustzijn van de on- , dbare moeilijkhedèn die het te boven , 3u moeten komen, al zijn kraohten aaraan zou kunnen wij den. Zoo werd , l'Italië het Ondersekreteriaat voor wa- , enen en munitie opgericht-, sedert en- , ele maanden tôt ministeriè verheven. ] lit lichaam m oest de snelle ontwikke- j ng van vele nieuwe raiijverheden be- , nd'eeren, de uit-breiding of wijziging £ an bestaande ondernemingen, ver-îeeirdering van de arbeideirs, stichting ] an nieuwe bedrijven. De Italiaansche j ijverheidskracht bestond: het ging er < echte om haar in werking te brengen j a in waarde te doen toenemen. En nu ] eeft zij niet alleen de stoutste ver- i .achtingen vérwezentli/j.kt, maar die < vertroffen : allerlei zaken die voor den OTlog of in het geheel niet of in gerin- i 3 mate vervaardigd werden in Italië, ( •orden nu vlug en overvloedig voort- 1 ebracht. Vooral in de mechanische ?ehnologie die door den oorlog toi iterste krachtinspanning gedreven 1 erd, zijn schijnbaar onbemkl>are 1 lealein tôt werkelijkheid ge worden. eden kqn Italië volkomen reikenen op ^ jn eigen nijverheid, als de onontbeer- } je vootrraden van .staal, kolen of an- 2 ere hoognoodige grondstoffen in vol- i oende mate en vocrtdurend van over- ] îc aàngevoerd worden. En de veran- i ering heeft zich niet uitsluitend be- i aald tôt de mechanische technologie, 1 iaar is ook reeds goed gevorderd in 1 idere takken van nijverheid en wel oofdzakelijk in' enkele nijverheden, )oals de scheikundige, electrotechni- > :he, enz. De uitslag dier pogingen, die m de dringende behoefte van heden i ïantwoordt, is tevens aan verheven iderlandsliefde detr Italiaansche nij- ! 3 r aar s te danken. Den 16n November ; )15 bes tonde n in Italië 125 hulpwerk- ^ laatsen met 114,000 arbeiders; den In November 1917 was het aantal dier erkplaatsen tôt 1750 gestegen met c )4,000 arbeiders. j; Bij deze groote we.rkplaatsen moeten . Dg andere genoemd worden welkeir :iortbrengst die van de zooeven ge- ? 3emde aanvult, of, hoe liet ook zij in »rband staat met den aanmaak van umitie. Van dergelijke fabdeken wa-;n er 31 December 1916 1640,, met\on- ] :veer 90,000 arbeiders. Wanneer men j al deze de tairijke militaire werk-aatsen voegt. die aile te aarnen onge-er 70,000 arbeiders in dienst hebben, n >mt men tôt een totaal van ongeveer « 600 werkplaatsen met een aanfcal ar- h 'iders van bij.na 780,000. j- In aanmerking moet genomen wor- ti sn, dat bij dit leger van werklieden et gerekend zijn eenige honderddui- s nden van arbeiders of arbeidsters, be- ^ K>rende tôt do verschillende inrichtin-n ten be'noeve van de bevoomiddng. îu de 780,000 arbeiders die munitie ^ aken zijn sleohts 290,000 de van dienst ijgestelden en ongeroepemen (o.a. 37 h.), mannen dus, die, hoewel behoo- d jide tôt de dienstplichtigen, gebruikt [c 'orden om in de fabrieken te werken. chter moet gerekend worden, dat voor laatsing in de fabrieken een heel kleàrf :n honderd van de mannen, ge9chikt' oor den dienst, aehtergehouden is, sa-lengesteld uit hen, die bepaald niet oor anderen «vervangen zouden kun-en worden. Bovendien behooren die rbeiders grootendeels tôt oude lichtin-sn, wat een belangrijk feit geacht ma g 'orden als men nagaat-, dat men voor et meerendeel van de Italiaansche tak-en van nijverheid, — over het alge-îeen nog jong — bij het uitbarsten van en oorlog geen arbeiders met meer dan 5- of 20-jarige ervaring kon krijgen en at vele .nieuwe inrichtingen in wer-ing moesten gebracht worden. Onder e laatste moeten gerekend worden die aar vrouwen en jongens werken, wel-e fcot op heden 200,000 personen tellen, a waarbij het, plan tôt uiitbreâding be-aat. Ailes bij elkaar bestaat het leger an de Italiaansche nijverheden-mobili-itîe uit : 285,000 burgers; 290,000 van den ienst vrijgestelden en opgeroepenen. 160.000 vrouwen, 45.000 jongens, îrdeeld over de verschillende gewes-n yan Italië in verhouding tôt de res-ectievelijke nijveriheidsniiddens, die Dornamelijk gevonden worden in r ombardije, Ligurië, Piémont, Emilia ; linder in de andere gewesten. Het is niet mogelijk ci j fers en daims te noemen de vooribrengst be-effende, die in Italië bereikt zijn door 3 oorlogsnijverheid ; medegedeeld zou leen kunnen worden, dat de fabricatiè) in geweren grootendeels aan militaire irichtingen toevertrouwd is. Het arti!-ne-materiaal in Italië vervaardigd, ï'ertreft tegenwoordig verre, zoowel at hoeveelheid aïs. hoedanigheid bè-eft, de voortbrengst in 1915 en 1916. logelijk voorziet het nog wel niet ge-sel in onze behoeft, maar door hulp m \e Bondgenooten wordt het tekorl el aangevuld. Om eenig gedacht te geven van den joruitgang der oorlogsnijverheid, is het Dldoende de gegevens na te gaan der jortbrensst van drie soorten onderdee-n dier nijver'heid op verschillende tijd-ippen : de voortbrengst van laken )or militaire uniformen, dekens en, bœnen. Voor 1914 was de productie van het ken ongeveer l'2 millioen meters per ar. In 1914 steeg de voorfcbrengs tôt îgeveer 1/2 millioen per maand. In >15 was de half-maandelijksche voort-«engst ongeveer 2 millioen meters. En i 1917 was de voortbrengst in meters îgeveer 3.500.000 per maand. In 1914 werden 400.000 dekens ver-lardigd. En nu bestaat de half-maan-3'lijksche voortbrengst uit 330.000 de-3ns.Voor 1914, bedroeg de voortbrengst in militair schoeisel ongeveer 1 mil-jen jaarlijks. Nu bedraagt de voort-•engst van één maand I millioen. Voor eenieder is de belangrijkheid m wat de Italiaansche nijverheid be-ikt heeft duidelijk zichtbaar. Wan-;er op gelijke wijze de landvoort-•engst wordt vermeerderd, zooals in de îdœling der Italiaansche regeering çt, dan zal het gebrek van evenwiciht den handel, dat bestaan heeft en nog ; staat tusschen invoer en uitvoer, ze-;r verminderen. 1 VUMIi ' ' "mu» ■ ■ t Konings antwoord'op het ilegram van de Regeering Havre, 10 April. — Z. M. de Koning bert I, heeft als volgt, op het telegram n de regeering geantwoord : « Uw warm telegram heeft mij leven-g ontroerd. I'k dank er & voor en bid bij de leden van de regeering de tolk willen zijn van mijne enkentelijk-iid voor de vaderlandslievende wen-hen die de Ministers mij ter gelegen-!>id van mijn jaardag toesturen. » ■I -M. M. ■■■ 1W111 ■ ■ De zaak Bolo Zooals reeds gemeld werd is luite-ant Jousselin Dinsdag terirg naar de anté gegaan om door den griffler dié em vergezelde, het vervolg der « osnt-ullingen » van den pacha te doen op-ekenen.Kapitein Boucharddn- onderzoekt zoo iel mogelijk de verklaringen van den srdoodveroordeeil de. De censuur verbiedt ten strengste iets -i?er deze verklaringen bekend te ma-en. • > Dit mag echter wel gezegd wonien at verleden Maandag een getuige,,^ infronteerd werd met Bolo, \

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Het vaderland: Belgisch dagblad te Havre verschijnend behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Le Havre van 1915 tot 1919.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes