Het Vlaamsch heelal: katholiek - zondagsblad

1033 0
02 december 1916
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1916, 02 December. Het Vlaamsch heelal: katholiek - zondagsblad. Geraadpleegd op 29 maart 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/g44hm53m49/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

2 December 1916 Nr 4Î 39e Jaararang HET VLAAMSCH HEELAL Vrij en Onafhankelijk Katholiek volksgezind weekblad voor Vlaamsche en Algemeene Belangen IN8CHRMVI»G8PRUS Voor een jaar fr. 5.— Voor 6 maanden » 2.75 Voor 3 maanden » 1.50 Voor Nederland » 5.50 Voor 't Groot Hertogdom Luxemburg. . » 5.50 Voor andere landen » 7.00 Dit blad verschijnt den Zaturdag morgend.— Men teekent in bi den Uitgever en in aile postbureelen, alsooh bij de briefdragers. Hoofdopsteller : JOHAN LEEMANS Deo Juvante Vincawi ! Aile artihelen en mededeelingen moeten vdàr Donderdag avond ten bureele besteld zijn, alsooh de aankondigingen. 1 Afzonderlijke mimmers van dit blad zijû te bekomen ten onzen bureele, Carnotplaats 65. — JO centiemen het nuramer. AANKONDIGIIVGEIV Den regel fr. 0.20 Kleine aankondiging » 0.50 Begrafenisbencht » 5.00 Groote aankondigingen bij overeenkomst. Voor aankondigingen buiten de proyincie, wende men zich te de Amende HAVA8, Martelarenplaats 8, Brussel, en Beurs plaats 8, te Parijs. Voor aile andere aankondieingen ten bureel Carnotplaats (Laar) 6S, Bor^erhont-Antwerpei NIEUWE WOORDEN In den gewonen omgang der men-schen, maar nog meer in de geschrevene taal, veranderen vele woorden door den tijd van beteekenis of opvatting. In de gesprokene taal is zulks een natuurlijk iets, door tijdsomstandigheden, door zeden en gebruiken ingegeven ; in de geschrevene taal echter, is dit meer-raaals slechts eene aangenomen doen-wijze, niet zelden eene naàperij, oneigen aan de taal en die enkel dient om iets « zonderling » te schijnen, eene doen wij ze die veelal eene ongerijmdheid is, vermits zij niet natuurlijk kan heeten noch op zwierigheid aanspraak kan maken. * * # Met betrekking tôt de geschiedenis en andere wetenschappen, kan zulks tôt vele verkeerde oordeelvellingen aan-leiding geven. Dit gebeurde vroeger reeds in zake van Bijbelschrift en van vaderlandsche geschiedenis. Vele woorden in overoude tijden gebruikt en die nu nog in zwang zijn, hadden toen dezelfde beteekenis niet als thans. Daarom moet een geschiedschrijver ook een uitmuntend taalkundige zijn, zoo niet komt bij tôt besluiten, die volledig in strijd zijn met de waarheid. * * * Yoorbeelden zijn er genoeg die bewijzen, dat kerkelijke en staats-geschiedenissen niet beantwoorden aan de strenge waarheid. Te goeder trouw en wellicht ook wel eens moedwillig, wierden zij door enkele verkeerd ver-staan of verkeerd uitgelegde woorden vervalscht en verminkt, hetgeen in vele omstandigheden aanleiding gaf tôt vele betwistingen en ook tôt noodlottige gevolgen. * * * In 't gebruik en 't uitleggen van woorden en gezegden uit vorige tijden, kan de geschiedschrijver dus niet voor-zichtig genoeg zijn. Daar zijn ook woorden «n gezegden die hij uit kieschheid en beschaving thans niet meer mag gebruiken, omdat zij, alhoe-Wel in vorige tijden van dagelijksch gebruik, thans niet meer betamen en kwetsend zijn voor elk deftig gemoed. Menig werk zagen wij reeds ontsierd door zulke uitdrukkingen, die tevens voor de duidelijkheid en waarheid van het werk gansch onnoodig of nutteloos waren. * * * Dit geldt voor de geschiedenis en 't bewijst hoe voorzichtig men moet zijn met woorden die eenig aanbelang hebben. De volledige kennis der moedertaal moet daarvoor het meest in aanmerking komen. Hier te lande bestaat het verkeerd begrip een aantal talen in eens aan te leeren, zonder er één volledig te kennen. Dit gebeurt vooral in 't middelbaar onderwijs, waar men tegelijkertijd Vlaamsch, Fransch, Grieksch en Latijn, of Vlaamsch, Fransch, Duitsch en Engelsch aan-leert, hetgeen veelal een brabbelmoes vormt, dat aile grondige taaloefening en taalkennis uitsluit. * * * "Wij hebben daarvan voortdurend staaltjes of voorbeelden gehad in de ambtelijke vertalingen, door gediplo-meerden geleverd. Niets was soms bespottelijker dan die vertalingen, in 't bijzonder wanneer de vertalers nieuwe woorden gebruikten die hier te lande tusschen het volk en zelfs tusschen de geleerden niet gekend of niet van toe-passing waren. Buiten het bespottelijke, gaf zulks aanleiding tôt vele moeielijk heden en voor velen zelfs tôt schade e onkosten. * * * Het is dus van het hoogste belang gelijk de Belgische wet van 1914 op Lager Onderwijs oplegt, dat de moedei taal in aile scholen eerst van al grondi, moet aangeleerd worden, vooralee met het aanleeren eener vreemde tas te beginnen. De leerlingen zullen aldu belere begrippen kunnen opdoen ove de beteekenis en de wending van wooi den en zinnen, die ook in andere taie voorkomen, maar op eene andere wijz moeten gebruikt worden. * * * Het nieuwe in de geschrevene taal i bepaald af te keuren, wanneer zulk enkel gebeurt om de taal te verwringe en onduidelijk te maken. De schrijve straft daardoor zich zelven, want h zal minder lezers hebben en zijn wer zal op geene bijblij vende belangstellin kunnen steunen, zelfs niet bij de mee ontwikkelden. Het Vlaamsch eiscl: klaarheid en eenvoudigheid, gelijk d zeden en gebruiken van het volk oper hartig en ongekunsteld zijn. Op di hoedanigheden steunden de groot Vlaamsche schrijvers van voorheen e zij hebben er roem door verworve zonder bluf of grootspraak. J. L. DE TOESTANDHIER EN ELDEBi NEDERLaND. — Het vrouwenstemrecli dat bij de verhandelingen over de Grondweti herziening ter sprake kwam, heeft maar weini bij val genoten. Dit kon ook niet anders. D vraagstuk is nog niet rijp, vooral in Nederlan niet, waar de vrouwen heel wat anders te doe hebben dan zich met politiek te bemoeien. t zijn andere rechten die hun van meer dadelij nut kunnen zijn en die hun ook trapsgewijs zullen geschonken worden, want op dit gebie is reeds veel verbetering gekomen. — De veehandel van Nederland, een d< uitgebreidste van Europa, was deze laats tijden erg belemmerd door het uitvoerverboi Sinds dien echter zijn de prijzen merkelij gedaald en 't verbruik van vleesch is in 't lar zelf buitengewoon toegenomen. De Minist< van Landbouw durft eene nieuwe uitvoei vergunning niet toestaan, uit vrees dat c prijzen voor 't eigen land weer zouden verho gen, want de woeker blijft daar insgelyks : voile werking. OOSTENRIJK. — De troonopvolger v£ Keizer Frans-Jozef is de aartshertog Kare: die den titel zal voeren van Karel I. De kronir van den nieuwen Keizer zal, gezien de tijd omstandigheden, in stillen eenvoud gebeurei AMERIKA. — Het is eindelijk bepaald vas gesteld, dat Wilson als voorzitter der Repi bliek herkozen is, of althans als zoodanig in < maand Januari aanstaande zal herkozt worden, want de laatste stemming betr I enkel de kiezing der afgevaardigden, die d( voorzitter in de maand Januari moeten kieze Deze zaak moet nogtans alsafgedaan beschouv worden, aangezien de aanhangers van Wilsc over de meerderheid beschikken. — Uit Mexico komen voortdurend onrus wekkende berichten. De opstandelingen word< immer stoutmoediger en plegen voortdurei gewelddaden tegen vreemdelingen, bijzond tegen burgers der Vereenigde Staten. —o— CHINA. — De ijzerwegen in Chiua speli eene hoofdrol in de Europeesche ontwikkelii van dit land. Ondanks den wereldoorlog en h onmiddellijk gevaar bij de grijpzucht van Japa moet er ailes toch zijnen gewonen gang hebbe want de achterstallige intresten van de leeni gen voor 't leggen van ijzerenwegen aa gegaan, worden thans uitgekeerd. China is e< rijk land, maar het wierd tôt heden ni voldoende waargenomen of uitgebaat, om zij voortbrengsels op de wereldmarkt te brenge De Chineezen zelven zijn of waren daartoe ni geschikt, zoodat Europeesche hulp en wil kracht daar groot noodig was. De jon Republiek zal op dit gebied veel goeds kunn< verrichten, indien het aile betwistingen ov den nieuwen staatsvorm, — die nu ree genoegzame bewijzen van leefbaarheid he< gegeren, — weet te vermyden. De laatste n poging om opnieuw een Koning aan 't hoofd te stellen, is mislukt, zoodat de Republiek als beslist gecestigd mag beschouwd worden. —o— > INDIË. — De opstandjes in Nederlandsch t Indië blijven voortdurend zoo niet bezorgdheid, dan toch last verwekken. Het is daar zelden a- rustig en Nederland heeft er heel wat spel 3 mede, vooral in dezen oogenblik, nu het meer 1 andere binnenlandsche moeielijkheden te over-•1 winnen heeft. Er wordt aangedrongen op S afdoende hervormingen in 't beheer van Indië r ten bate der inlanders, waardoor meer zou te bekomen zijn dan door strenge maatregelen. Pax il Uit de Gazettenwereld s De moeielijkheden in het uitgeven van S bestaande dagblaben groeien in vele plaatsen n meer en meer aan. In 't buitenland is er hier r en daar reeds spraak geweest in plaatsen waar :• verschillende dagbladen verschijnen, deze tijdelijk tôt een enkel te versmelten, hoodzake-^ lijk uit hoofde van den papiernood. g Onder dit opzicht zou er veel kunnen uitge-r wonuen worden. Andere bladen hebben hunne ^ bijvoegsels afgeschaft; hetgeen voor bladen met eene groote oplage, eene aanzienlijke besparing is. Tôt deze inkrimping kan er gemakkelijk l" overgegaan worden, aangezien er nu, buiten e het oorlogsnieuws, niet veel te vermelden is en e vele menschen nog weinig smaak vinden in n andere lezingen. Zelfs in Amerika is men reeds verplicht spaarzaam op dit gebied te handelen, want de dagbladen zijn daar oprechte papierverslinders, aangezien zij zich niet te vreden stellen met 5 vier of acht bladzijden, maar soms tôt vier-en-3 zestig opklimmen, 't zij zestien maal meer dan - een gewoon dagblad van vier bladzijden. t, Hunne oplagen zijn bovendien reusachtig groot. s- zoodat elk nummer soms op miljoenen getrok-g ken wordt. Hildebrand it d ~ J Over Godsdienstige Opvoeding k in Nederland ;e d IV sr Laat, ons thans het leerplan in het algemeen ,e nagaan, d. i. de schriftelijke, tôt in doelmatige ' bijzonderheden afdalende indeeling van de ^ geheele stof over al de jaren van de Katechis-musopleiding, en ons dan op de eerste plaats afvragen welk het doel der godsdienstleer is. 'Rector van den Hengel antwoordt hierop : « Ik overdrijf niet, wanneer ik beweer, dat 3~ voor velen, zoo niet in theorie dan toch in u praktijk, de kennis van den Katechismus het kriterium is, waarnaar zij de waarde van het ontvangen godsdienstonderwijs meenen te n moeten beoordeelen. En de kennis van den Katechismus wordt dan weer door niet J' weinigen afgemeten naar de vaardigheid in het opzeggen van de... vragen. Let wel : ik zal j" niet beweren, dat bij kinderen, die in het van buiten leeren der Katechismuslessen blijken hebben afgelegd van doorzettenden ijver, niet t_ meer dan bij andere wellicht de Katechese tôt !- haar recht is gekomen. Neen, wat ik voors-ie hands alleen in twijfel trekken wil, is dit : m Moet de waarde van het godsdienstonder-of wijs afgemeten worden naar de vaardig-sn heid in het opzeggen van de lessen ?... Het a. kennen van de Katechismusvragen is al zekei r(j niet het einddoel, dat ons bij het opstellen var lN ons Katechismusleerplan vôôr oogen staar moet. « Neen, kennis, niet van het Katechis-,t- muswoord, maar van de Katechismuswaar-»n heid », zoo zullen sommigen zeer kernachtig Jd zich uitdrukken Welnu, die « sommigen > 3r zullen het mij niet eavel duiden, wanneer ili het waag, niet geheel en al met dit antwoorc tevreden te zijn! Het doel van het godsdienstonderwijs moet godsdienst zijn. « Religioi în aber ist nicht Wissen und Sagen, sonderi îg Wollen und Wirken, ist Lieben und Leben » et zegt Dr Jozef Gôttler. « Emendatio vita n, finis docendi esse debet », zegt Paus Plus X il n, zijn encycliek over het godsdienstonderricht q- Godsdienst-&enra's is niets meer dan eer n- middel, dat onder geen voorwaarde tôt doe ?n mag worden verlieven. Gezonde, op een goec et gevestigde geloofsovertuiging en bovenal op d( 3e | liefde steunende Katholieke levenspraktijk n. s ziedaar het doel dat ons bij het godsdienst-et ; onderwijs leiden moet en bezielen. Ons wert s- 1 is derhalve niet zoozeer « leering » te geven ?e | als wel opvoeding door leering Zuiverder ei în 1 klaarder kan tiet niet gezegd worden. er ê Er dient dus op de eerste plaats rekeriinf ds ? gehouden te worden met het doel. Dan moet ei ift : ook gelet worden op den aanleg van he kind, en dit laat, over het algemeen, ten onzent ontzettend veel te wensclien. De ware kennis van het kind is heel weinig te vinden bij de Katecheten in ons Vaderland : ten hoogste bestaat ze zeer oppervlakkig en zeer gewoon. Nochtans, « daaraan is het heel dikwijls ook toe te schrijven, dat het onderwijs, vooral aan de kleinste kinderen, tamelijk wel vruchteloos blijkt. En toch is het, vooral nu Z. H. de Paus de kleine kinderen tôt de H. Tafel oproept, van het allergrootste belang, dat juist dit onderwijs doel treft. Daarom is Let werkelijk een plicht van onzen staat, studie te maken van het kind, daar toch de verantwoordelijkheid voor de vervulling der eerste Paaschplichten mede gedragen wordt door den Katectieet ». — « De ontwikkeling van het bewustzijnsleven », gaat rector van den Hengel voort, « volgt den weg van het bewustzijn zelf. Hoewel van de prilste jeugd af de werkzaamheid van het redelijke verstand reeds min of meer doorstraalt in aile handelingen van het kind, is de mensch toch in zijn eerste levensjaren veel meer zinnelijk dan redelijk wezen. Verder wordt het kind nog meer geleid door oogenblikkelijke indrukken, dan door blijvende voorstellingen. Wordt het kind een weinig ouder, dan gaat voor den ontluikenden geest de gedachtenwereld open, die langzamerhand geheel zijn denken en doen gaat beheerschen. Met de ontwikkeling van den geest houdt gelijke tred de groei van het wilsleven. Wat in den beginne bij het kind nog weinig meer is dan africhting en zucht tôt navolgen, wordt bewuste wilsakte, eerst onder den druk van bevel en wensch en later onder den invloed eener zelfstandige overtuiging. » Ik wil hier nog even herhaljn, dat ik godsdienstige ontwikkeling niet wil beschouwd zien als een natuurlijke ontwikkeling : neen, godsdienst is genade, maar vergeten we dat niet — wat tôt groot nadeel van de waar-deering aan het genadeleven verscbuldigd, dikwijls vergeten wordt — dat de genade de natuur veronderstelt. Werkelijk, het mislukken van zoo vele levens moet niet worden toe-geschreven aan een bekrompenheid Gods bij de toedeeling Zijner genaden, maar aan de onbe-holpenheid van de menschelijke natuur. Welnu, 't is juist die onbeholpenheid, die wij, als Katecheten, bij de kinderen moeten leeren kennen, overwinnen en wegnemen... Overeen-komstig dezen natuurlijken aanleg of liever met het oog op deze natuurlijke onbeholpenheid van het kind, zal het leerplan voor de aller-kleinsten — ik bedoel hier de zesjarige kinderen — weinig meer kunnen aanbieden dan « aanschouwen ». Ze moeten zich eerst richten in de wereld, « die vol is van God. » ...Het allerkleinste volkje moet zien, voelen, hooren, doen, om geschikt gemaakt te worden voor het volgen van vertellingen in den kindertoon. De Bijbelsche Geschiedenis is overrijk aan hetgeen het kinderlijk gemoed kan bevredigen. Dit vertellen moet reeds aanstonds vruchtbaar gemaakt worden voor geest en hart. De allereerste begrippen over God en Zijn volmaaktheden en de eenvoudigste akten van deugd zijn de vruchten, die heel natuurlijk uit die verhalen zich moeten ontwik-kelen. Heeft het kind op deze wijze zoo langzamerhand een goeden voorraad godsdienstige voorstellingen opgedaan, dan zijn die kleine hersenen voldoende toebereid, om het meer stelselmatige godsdienstonderwijs te verduwen. In de eerste jaren zal dit onderwijs zeker nog moeten uitgaan van een verhaal... Eerst in de hoogste leerjaren zou aan de tekstverklarende behandeling der leerstof meer plaats kunnen worden ingeruimd. » Na het doel, na den aanleg van het kind, dienen ook sommige hoogst gewichdge oogen-blikken in het kinderleven de aandacht te vestigen, en wel namelijk de éérste H. Communie der kleinen, en de plechtige H. Communie, » waarmede de geheele leergang wordt afgesloten », voegt de schrijver erbij. Dit heeft natuurlijk betrek op den aanvankelijken leer-; gang der kinderen, waarop deze beschouwin-gen dan ook doelen. « Z. H. de Paus heeft uitgemaakt, dat de verplichting, om minstens [ ééns in 't jaar de H. Communie te ontvangen, reeds begint voor de kinderen, die een graad i van ontwikkeling hebben bereikt, waarop in 't i algemeen onze zeven- à achtjarigen staan. Het leerplan moet er derhalve op worden ingericht, s dat zij op dien leeftijd de noodige kennis bezit-i ten, om op behoorlijke wijze aan deze verplich-, ting te voldoen, Vervolgens moet de leergang i voor het godsdienstonderwijs besloten worden [ met een plechtige H. Communie en geloofs-1 belijdenis en vernieuwing van de doopbeloften. i Ook deze bepaling heeft invloed op de samen-: stelling van het leerplan. Gaarne zouden we • ook den Katectiismus voor het H Vormsel aan . ? het leerplan willen toevoegen, enaar zoolang , ! de Bisschoppen bij hunne consecratie nog niet i [ de gave der bilocatie ontvangen, zal het wel | niet mogelijk zijn, aan aile kinderen onge-! veer op denzelfden leeftijd dit H. Sakrament • • toe te diènen. » Yours ! Ver volgt as

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Het Vlaamsch heelal: katholiek - zondagsblad behorende tot de categorie Katholieke pers. Uitgegeven in Borgerhout van 1878 tot 1930.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes