Het Vlaamsch heelal: katholiek - zondagsblad

763 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1916, 25 Maart. Het Vlaamsch heelal: katholiek - zondagsblad. Geraadpleegd op 25 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/pz51g0k28t/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

25 Maart 1916 Nr 13 39e Jaargang HET VLAAMSCH HEELAL Vrii en Onafhankeliik Katholiek volksgezind weekbîad voor Vlaamsche en Algemeene Belangen Voor een jaar fr- 5.— Voor 6 maanden » 2.75 Voor 3 maanden " 1-50 Voor Nederland " 5.50 Voor 't Groot Hertogdom Luxemburg. . » 5.50 Voor andere landen " 7.00 Dît blad verschijnt dan Zaturdag morgend.— Men teehent in ■ dm Vit g en er en in aile postbureelen, alsook bij d* briefdragers. Iioofdopsteller : JOHAN LEEMANS Deo Juvante Vincam ! Klle artihelen en mededeelingen moeten vàôr Donderdag avond ten bureele besteld zijn, uitgenomen de aanhondigingen, die worden ingewacht tôt Vrijdag avond. Afzonderlijke nummers Tan dit blad zijn te bekomen ten onzen bureele, Carnotplaats 65. — 1 O cenùemen het numraer. ilANIKONDieiNGERI Den regel fr. 0.20 Kleine aankondiging » 0.50 Begrafenisbencht » 5.00 Groote aankondigingen bij overeenkomst. Voor aankondigingen buiten de provincie, wende men zich to de Ageocie H A VAS, Martelarenplaats 8, Brussel, en Beurs plaats 8, te Parijs. Voor aile andere aankondigingen ten bjirael Carootplantp (Laar) *>S, BorKePhout-Antwei-pei Tucht en Opvoeding Hier te lande wordt in 't algemeen veel geklaagd over gebrek aan tucht. Tucht is echter nauw verbonden met goede opvoeding, zoodat het gebrek aan tucht veelal voortspruit uit het gebrek aan opvoeding of opleiding. Er ■wordt nogtans veel gedaan om daarin verandering te brengen en van het verplicht onderwijs, thans volledig toegepast, zou die verbetering kunnen uitgaan. * * * Het is echter reeds honderdmalen gezegd, dat het onderwijs op zich zelven niet voldoende is ; dat de opvoeding gansch den mensch moet vormen, zoodat onderwijzers en ouders op dit gebied moeten samen werken en elkander helpen. Want het is niets gekort de kinderen in de school ietwat te beschaven, zoo zij thuis aile goede manieren verleeren en even wild blijven als te voren. * * Er is tucht noodig om de opvoeding op stevige grondslagen te vestigen. Tucht beteekent echter geene ruwheid, geene dwingelandij, vooral bij kinderen niet, maar eerbied voor gezag en orde, eerbied voor eigendommen en personen, eerbied voor de bestaande wetten en verordeningen, persoonlijke eigenwaar- de en deftigheid in algemeenen zin. * * » t Bij het uitgaan der scholen ziet men best hoe weinig de kinderen aan dit ailes gewoon zijn gemaakt. Zij gaan meest allen te werk als uitgelatenen en wildemannen, hebben zelfs geene beleefdheid of geenen eerbied voor hunne meesters, beleedigen dikwijls voorbijgangers, schenden de gevels der huizen en blijken hoegenaamd geene vrees te hebben voor policie of overheid. • ! » * * Men kan er van zeggen wat men wil, maar in vroeger jaren was dit toch zoo erg niet. De schoolstrijd, de herbergpolitiek en de centenpers is een drijtal, dat dienaangaande eene groote verantwoordelijkheid draagt. Door die drij aangewende politieke middelen, is de strijd niet beperkt gebleven op het gebied der schoolaangelegenheden, maar gezag en overheden wierden aan-gerand, beklad en miskend ; de acht-baarste personen wierden, door de centenpers vooral, op onwaardige wijze behandeld, zoodat niet alleen de kinderen, maar ook de ouderen niet veel eerbied meer konden hebben voor overheid en gezag of voor personen met die overheid en dit gezag bekieed. # * * De mededinging tusschen de scholen deed vele ondeugden en misbruiken verschoonen ; uit vrees leerlingen te verliezen en om te kunnen pronken met een groot getal, wierden onwaar-digen behouden en vervulden er niet . zelden het werk van den rotten appel tusschen gezonden ; de herbergpolitiek belette overheid en policie ernstig op te treden wanneerer bedorven kinderen in 't spel waren, en de centenpers der drij partijen hitste eenieder op tegen het gezag dat in andere handen was. » * * Van daar kwam eene algemeene verslapping in het toezicht over de jonkheid ; de onderwijzers deden enkel hunne klas, soms nog tegen goesting, maar buiten de school trokken zij zich van de kinderen niets meer aan ; de policie, uit vrees door de overheid j ; afgekeurd te worden, verzwakte insge- j lijks in hare beteugeling, terwijl de centenpers voortging met desnoods partij te trekken voor onverlaten tegen beambten die hunnen plicht deden. * * # Slechter kon het dus niet gaan. Maar de geweldenarijen van gekozenen in beraadslagende vergaderingen, kwa-men de zaak van tucht en opvoeding nog meer bederven. Wanneer zij die aangesteld zijn om mede gezag en overheid uit te oefenen, hun eigen gezag en de overheid bekladden en kleineeren, wat eerbied kan de geringe man, wat eerbied kunnen de kinderen voor zulke overheden nog hebben ? * * * Laat ons hopen dat dit ailes moge veranderen in de toekomst ; dat het verplicht onderwijs tucht, orde en opvoeding zal doen herleven, en bij het onderwijzend personeel ook meer plichtsgevoel zoowel binnen als buiten de school ; dat dit personeel zal uitblin-ken door eigenwaarde en als voorbeeld voor de kinderen. Zoo doende zou d£ verloopen tucht en opvoeding nog kunnen hersteld worden en niet alleen gelukkige, maar ook aangename en waardige tijden kunnen aanbrengen. J. L. DE TOESTAND HIER EN ELDERS NEDERLAND. — De bevredigirigswet op 't Iager onderwijs blijkt geen bestendig karak-ter te zullen hebben. Daarom wenschen vele kamerleden dat de regeling Tan 't onderwijs in de Grondwet zou opgenomen worden, oui haar te b^schermen tegen de partjjverwisselingen aan 'i bestuur. De nieuwe wet bedoelt, dat de vrije scholen, onder Staatstoezicht, de regel zullen zijn, terwijl de Staat scholen zou opricb-ten enkel in die plaatsen, waar geene vrije scholen bestaan. Even als in België, is de strijd om de school in Nederland, eene hoofd-zaak geweest in de politieke twiaten. — De nieuwe leening is door de Kamer zonder bespreking gestamd. SPANJE. — Tengevolge van den oorlog»-toestand van Portugaal, heeft de Regeering van Spanje nogmaals uitdrukkelijk verklaard, dat het zijne onzijdigheid volkomen wil behouden. De plaatselijke oproereo ontsiaan door gebrek aan levensmiddelen, zijn spoedig onder-drukt en het volk bevredigd geweest. MEXICO. — De troepen der Vereenigde Staten, uitgezunden om de benden van generaal ; Villa onschadelijk te maken ot uit te roeien, j zijn de grens reeds overschreden. Indien zulks tôt geene verwikkelingen aanleiding geeft, zal j deze zaak gauw geregeld zijn. —o— ROME. — Kardinaal Gotti, een vertrouwe-ling van Z. H. den Paus, is overleden. —o— INDIË. — De Nederlandsche bladen drukken hunne vrees uit voor hunne bezittingen in Nederlandsch Indië, omdat deze in dezen J oogeDblik nie» gevoeglijk door de Neder-landsche vloot kunnen beschermd worden Zij bespreken dan ook het ontwerp welk voor doel heeft, Indië op eene eigen krijgsmacht te doen steunen, zoodat eene onderbreking in de betrekkingen met het moederland, geen gevaar zou opleveren. Het scliijiit dat Japan eenigen lust heeft, om de hand op d« Nederlandsche bezittingen te leggen. Deze eilanden hebben eene bevolking van veertig miljoen inwoners. ZWITSERLAND. — Dit kleine land heeft j het in dezen oogenblik nog al druk. Het land ' bestaat uit drij volksstammen die in dezen oorlog partij trekken voor het land dat het ; meest met hunne taal en hunne zienswijze ' overeenkomt. Er zijn Duitschers, Pranschen en Italjaners. De Regeering moet tusschen die ui'ingen het juiste midden weten te behouden, i en door voorzichtigheid en beleid aile gevaren voor het land weten al te keeren. Vooris bewijst Zwitsurland vele diensten aan da oorlogvoerenden door zijne instellingen van 't Rood Kruis, door zijne hulp aan krijgs- 1 gevangenen en door zyn Postwezen. , FRANKRIJK. — Het beknibbelen en vitten , tegen de legerleiding duurt in Frankrijk voort. ' Clemenceau is natuurlijk de grootste kwaad-vuurstoker gelijk hij het zelfs in vredestijd j immer is geweest. Tengevolge dier beknibbe-lingen, heeft generaal GaliÉNI zijn onislag gegeven als Minister van Oorlog. In andere landen hebben ook voortdurend j ontslagnemingen en vervangingen plaats, maar \ dit gebeurt daar meer uit hoofde van hoogen | ouderdom, afmatting en overwerking, dan om j andere redenen. Pax j Uit de Gazettenwereld Gedwongen door den papiernood, zijn Nederlandsche bladen zinnens hun ochtend- of morgendblad van 's Maandags af te schaffun, indien al d# andere bladen daar mede in toestemmen. * * * Het voornaam Engelsch dagblad De Stan-daard, zal tijdeiis den oorlog niet meer verschijnen. Meer andere bladen zullen dit besluit moeten nemen door gebrek aan inkom-sten en aan ...papier, zoowel drukpapier als... geldpapier. Hildebrand DOOR HET LEVEN Losse Opstellen over Opvoeding en Onderwijs in den breedsten zin XII 19e Opvoeclkansb ifi de Pei»s « Eeo schoolmeester blijft altijd schoolmees-ter », schreaf eens Jan Ligthart, en wanneer hij geen leerlingen te « beschoolrneesteren » heelt, dan « beschoolmeestert » hij de ouders, al ware 't in de dennebosschen van Zuid-Holland ! Het is nu dat « schoolmeesteren » dat ons in ! het bloed zit — de gewoonte wordt itnmers een tweede natuur ? — dat me steeds zooveel genoegen deed nemen in de « Kronijken over Opvoeding en Onderwijs », die thans regelmatig door de voornaamste dagbladen hunne lezers aangeboden worden. De oproedingsvraagstuk-ken behooren nu eenmaal niet uitsluitend tôt het gebied der vakli-den, wel integendeel dienen zij vooral onder de oogen gebracht te worden der menigte, der niet opvoedkundig geschoolde ouders, om hun nuttige en heilzame wenken te geven voor wat hunne eigene ontwikkeling zoowel als die hunner kindtren aangaat. Jammer genoeg bleven in ons Vlaamsche land de dagbladen nog immer vreemd aan die toeneraenile belangstelling in de opvoedkundige vraagstukken ; ons politiek geknoei heersc it als onbetwistbare meesteres ook op dit gebied. Daarom juist is het zoo verblydend hier ook eene kentering te zien. Voor een ernstig, op de daad denkend opvoedkundige is het tiogtans moeielijk zijn vrij spreken te houden in een partijblad, waar àl wat van de eigene partij komt als uitstekend, àl wat elders gezegd of gedaan wordt als verderfelijk moet aangezien worden. En tôt zulk eene beschouwing der taak van den opvoedkundigen kronijkschrijver kan of wil j ik me niet leenen. Goed is goed, waar 't ook gebeure ; kioaad is kwaad, *an waar het ook komen mag Nu weet ik wel dat zulk een leuze dikwijls aan erge beknibbeliogen, soms aan bateljjkheden blooutelt, doch dat is, voor-waar, mijne schuld niet. Voor Beteen schrijvend, aanzag ik het me van den beginne af als plicht rekening te houden met de omstandigneden waarin we allen, begoeden als niet begoeden, verkeeren. Onze landgenooten moeten opgewektworden en ik heb me beijverd om hen, in mijne Onder-Ons zooveel mogelijk « een balk onder het hart te steken. « In hoeverre ik daar in gelukt ■ ben, kan ik zelf niet zeggen, doch om den f lezer er te laten over oordeelen, deel ik hem ! hier mede wat ik in mijn derde Onder Ons \ nederschreef : Verbeeldt u een man, die achtervolgd is. Eindelijk is hij er in gelukt eene hoogte te bereiken waar geen gevaar hem nog dreigt. Maar wanneer hij zijn weg voortzetten wil, vindt hjj dat een steile rots de baan afsluit. Vooruit kan hij niet, achteruit mag hij niet op jj levensgevaar. Wat blijft dien man te doen ? De toestand dien ik u hier afschilder, doet j zich niet zelden voor in het leven van ieder van j ons, hoewel niet letterlijk zooals ik hem hier \ wedergeef. Dikwijls staan we voor onverwachte ; moeielijk Deden, voor toestaDden, waartegen | op het oogenblik onze beste krachten niets i vermogen. | Indien de man, dien ik in bovenstaand zinne-beeld ten tooneele voer, zijn hoofd te pletter loopt tegen den onwrikbaren rotswand, wie zal hem beklagen ? Zou hij niet beter gedaan hebben zich te schikken in het onvermijde-lijke, niet lijdzaam, maar werkzaam ; dit is, ua de onmogelijkheid vasigeateld te hebben, sich zoo goed als het zijn kan bij den toestand aan te passen, zijn verblijf hij den steilen rotswand trachten dragelijk te maken, en met geduld het oogenblik af te wachten waarop hij apnieuw zyne baan zal kunnen opgaan ? Want van het oogenblik dat hij eene opening in de rots vindt om in te schuilen, Benige stukken hout om zich te verwar-men, wilde vruchten om zijn hoDger te stillen, kan hij niets beters doen dan zich in z'jn lot te schikken. En vindt hij niet aaristonds die opening, dat hout, die vruchten, dan, in pl iats van zich het hoofd aan stukken te loopen tegen de onwrikbare versperring, is het voor hem nog verkieslijker te trachten erin op eene andere wijze te voorzien, en desnoods dit ailes, zoo laug als het mogelijk en noodig is, te ontberen ! Maar, zich schikken in het onvermijdelijke is nu eenmaal eene barde noot om te kraken voor ieder die er zich niet van jongsat op toegelegd heeft. En zoo ziet men dikwijls in het gewone leven menschen het hoofd te pletter loopen — in onverdrachtelijken zin — tegen feitelijk bestaande wantoestanden, die, hoezeer zij ook dienen bestreden te worden, toch niet onmiddellijk uit den weg kunnen geruimd worden, en waarvan men dus onvermijdelijk rekening moet houden. In deze tijden is het vooral een lastig werk voor velen. zich in het onvermijdelijke te schikken ; een zôô lastige, zôô moeieiijka taak dat ze niet eens aangedurfd wordt. En insiede al zyn krachten te besteden om zich tijdelijk, voor zoolang het duren zal, aan te passen aan de feitelijk bestaande toestanden, waartegen wij allen niets vermogen, die als een staalvaste rotscnuur onzen weg versperren, geeft men zich liever over aan een eindeloos — en vruchteloos — bejammeren dier wantoestanden, aan een klagen en steunen dat hoegenaamd geen hulp noch troost biedt, en dat ontzenuwend werkt op ieder die er getuige van is. Het is gemakkelijk, hoogst gemakkelijk, zijne gemoedsrust te behouden, tevreden te zijn met zijn lot, wanneer ailes zachtjes op wielijes rolt, wanneer geen steentje ons den voet verwondt, wanneer we ongestoord onze gewone bezigheden kunnen verrichten. Ma^r, welke verdiensten zijn er daarin te vinden ? Hoegenaamd geene : de meest karakterlooze mensch is in zulke toestanden even krachtig, even weerstandsvol als wie ook. Het is slechts wanneer de « zwarte sneeuw » nedervalt, wanneer men zien in hopelooze en vertwij-felende toestanden bevindt, dat het karakter tôt zijn voile recht komen kan. En wie in zulke buitengewone gevallen den moed ver-liest, en, in plaats van zich in het onvermijdelijke te schikken en er zich zoo goed mogelijk aan toe te passen, gedurig in luide jammer-kreten losbarst, onophouoelijk ach ! en wee ! roept over het ongeluk dat nu eens over zijn hoofd nedargedaald is — en dat in de meeste gevallen grooter schijnt dan het werkelijk is, — zie, dien kan ik niet anders dan met dan nanm van la/bek bestempelen. Zulk eene onwaardige, onverstandige houding is hoogst lakenswaardig, daar zij niet alleen het eigen leven verbittert, maar ook steeds de omstanders en gedwongen toehoorders berin-nert aan de toestanden, waaronder feitelijk ieder lijdt, doch die men best tracht uit het geheugen te wisschen, tezelfdertijd als de gelukkige toestanden waarvan we voorheen genoten, doch die thans, voor het oogenblik, niet in ons bereik zijn. Hoe noodzakelijk het ook zij in het leven *an iedereen, toch zijn er weinigen die de groote kunst bezitten zich te schikken in het onvermijdelijke. En het zijn zij alleen, die van de toestanden, waaronder ieder onzer lijdt, toch nog vruchten kunnen plukken, die in de jammerlijkste omstandigheden het hoofd niet verliezen, maar steeds weten waarheen hunne blikken te richten. Geene moedeloosheid overvalt hen — teu ware zij voor een oogenblik onderdrukt wonien door het klagen en het zuchten der omstanders, — omdat zij voile vertrouwen hebben in de hooge moraal van Uilenspiegel, dien vruchtbaren en nooit ontmoedigden geest van Vlaanderen : Na regen komt zonneschijn. Zooals de lezer ziet, is dit hoegenaamd geene « schoolmeeslerij », en kunnen zulke opwek-kingen, de toestanden aangepast, menig voor-deel atwerpen voor denkende menschen... En 't is toch alleen voor denkende menschen dat er geschreven wordt, Yours Vervolgt

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Het Vlaamsch heelal: katholiek - zondagsblad behorende tot de categorie Katholieke pers. Uitgegeven in Borgerhout van 1878 tot 1930.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes