Het Vlaamsch heelal: katholiek - zondagsblad

676020 0
03 februari 1917
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1917, 03 Februari. Het Vlaamsch heelal: katholiek - zondagsblad. Geraadpleegd op 28 maart 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/0v89g5h86x/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

3 Februari 1917 Nr 5 40® Jaargang HET VLAAMSCH HEELAL Vrij en Onafhankelijk Katholiek voiksgezind weekbSad voor Vlaamsche en Algemeene Belangen tNeCHRIJVING8PRIJ» Yoor een jaar fr. 5.— Voor 6 maanden » 2.75 Voor 3 maanden » 1.50 Yoor Nederland >• 5.50 Voor 't Groot Hertogdom Luxemburg. . » 5.50 Voor andere landen » 7.00 Dit blad verschijnt dsn Zaturdag morgend.— Men teekent in bij den Uitgever en in aile postbureelen, alsook bij de briefdragers. Hoofdopsteller : JOHAN LEEMANS Deo Juvante Vincam ! Aile artikelen en mededeelingen moeten vddr Donderdag avond ten bureele besteld zijn, alsook de aankondigingen. Afzonderlijke nummers van dit blad zij n te bekomen ten onzen bureele, Carnotplaats 65. — 1 O centiemen het nummer. AAJVKONïIilGIIVCtfEI* Ben regel fr. 0.20 Kleins aankondiging » 0.50 Begrafenisbencht » 5.00 Groote aankondigingen bij overeenkomst. Voor aankondigingen buiten de provincie, wende men zich tôt de Agencle HA VAS, Martelarenplaats 8, Brussei, an Beurs-plaats 8, te Parijs. Voor aile andere aankondiijingen ten bureele Carnotplaats (Laar) 6SÎ9 Bûr^erhout-Aatwerpea SLEOHTE GEWOONTEN Slechte gewoonten zijn moeielijk te ontleeren, ter bevestiging van de spreuk : cle gewoonte is eene tweecle natuur. Slechte gewoonten worden zelfs eerder nagevolgd dan goede, zoo- : danig ingrijpend is het slechte voor- H beeld. Zouden wij dit ook niet mogen jj zeggen met betrekking op de taal, die jj ontsierd wordt, zooals in ons vorig nummer aangewezen, door straattaal en gewestspraak ? * * * De straattaal is het slechte voorbeeld, de slechte gewoonte die eene vlek werpt op de beschaving van hen die haar gebruiken. De gewestspraak is echter te verschoonen, omdat zij desnoods eene eigenaardigheid kan zijn, eigen aan elke landstreek. Maar nogtans moet zij insgelijks vermeden worden in 't belang van den goeden naam der taal, die maar al te veel vijanden heeft om wille der straattaal en der gewestspraak. Die beide gebreken worden vergroot door eene nieuwigheid die de eenheid van spelling en uitspraak te niet doet. Deze laatste jaren is er eene lief hebberij ontstaan om de letterkundige taal met eene nieuwe spelling te begiftigen, iets dat zij heel goed missen kan. Anderen kwamen met eene nieuwe uitspraak in 't midden en brachten aldus meer verwarring in de beoefening der taal. De vijanden van 't Viaamsch maakten er gebruik van, om op al die onzinnig-heid te wijzen, als bewijs dat het Viaamsch op geene vaste grondslagen berust. -4r * * Het is vooral in 't onderwijs dat straattaal en gewestspraak, maar ook aile nieuwigheid die niet algemeen aan-genomen is en slechts op liefiiebberij steunt, diende vermeden te worden. Daar bijzonder zou eenheid moeten bestaan, om tôt een machtig geheel bij te dragen, eenheid die eenvoudigheid en klaarheid weergeeft en het best overeenkomt met den volksgeest en met de behoeften van 't algemeen. * * * De taal is eene natuurkracht die men ■ niet van haar doel mag atwenden. En is zij tôt verbetering vatbaar in enkele ; woorden en uitdrukkingen, dit moet ' met kennis van zaken en in algemeen , overleg gebeuren. Ongelukkiglijk wor- : den nieuwigheden, door zoogezegde t taalmeesters uitgevonden en aange-prezen, te veel nageaapt door onbevoeg-den, die van al die nieuwigheden een 1 brabbelmoes maken dat tôt onduidelijk- ; heid en onverstaanbaarheid leidt, 1 * * * I Wij hebben nooit zoo dikwijls en ] algemeen hooren verklaren, dat som-mige schriften en letterkundige werken in eene onduidelijke taal zijn opgesteld, dan heden ten dage. 't Is eene gezocht- ; heid in taal en uitdrukking, zoo min < geschikt voor meer ontwikkelden als l voor het eenvoudige volk. * * * , Die schrijvers vergeten doorgaans j twee hoofdzaken : duidelijk voordragen en enkel spreken over zaken die men grondig kent. Een Fransch spreek- j woord zegt het heel te recht : « hetgeen ( » men goed verstaat, wordt duidelijk t 7) uitgedrukt, al denkende komen de i « woorden als van zelf uit de pen i » gevloeid. » Het is dus onzinnig juist [ naar iets te zoeken, dat geene klaarheid i of vatbaarheid kan geven. c Uit het onderwijs bijzonder dienden j al die nieuwigheden geweerd te worden. De taal is eene natuurkracht die men niet naar ieders zin kan plooien. Zij is diep in ons wezen en in onze ziel ! geprent, zoodanig dat personen die j hunne moedertaal geheel hebben ver-leerd en haar sinds tientallen jaren niet meer hebben gesproken, onwillekeurig ; en uit natuurlijke opwelling, in hunne laatste oogenblikken hunne moedertaal gebruiken, tôt verwondering van hunne omgeving. * * * De taal is dus een krachtig iets, maar des te krachtiger wanneer zij onge-schonden wordt bewaard. Zij rnag verbeterd en gekuischt worden gelijk boomen worden gesnoeid en onderhou-den, maar zij moet immer natuurlijk blijven. Door straattaal en gewestspraak te ontwijken, vooral in 't onderwijs, kan men enkel dienst bewijzen aan de waarde der taal en aan de beschaving. ¥ * In spraak en in schrift moet er dus gezorgd worden dat klaarheid en zwierigheid samen gaan met edele gedachten en met eene gewaardeerde beschaving. Uitspraak en stijl moeten hier samen werken, om aile nuttelooze en onaangename opmerkingen tegen den invloed onzer taal te verijdelen. Zij moet de taal der grooten en ook der kleinen zijn, en dit zal zij het best wezen door zuiverheid en eenvoudigheid. J. L. DE TOESTAND HIER EN ELDERS NEDERLAND. — Oost-Indië brengt immer zorgen voor Nederland. Na de gedempte volks-oproeren heeft er nu eene groote aardbeving 1 plaats gehad te Bali, waarbij «ijftig inlanders 1 wierden gedood en twee honderd gewond, als- ' mede duizenden huizen en vele tempels ver- 1 woest. Deze aardbeving wordt in verband ! gebracht met eene werking der aarde onder de ! zee, waaruit aardkundigen vroeger hebben 1 besloten, dat daardoor nieuwe eilanden in vorming zijn. S — Het ijsvermaak is nergens meerder waar- \ 1 genomen dan in Nederland. De scholen worden : J tijdelijk zelfs gesloten en verlof wordt in vele jiensten verleend, opdat eenieder deel zou ( Itunnen nemen aan 't ijsvermaak of schaatsen- 1 rijden. 't Was echter reeds jaren geleden dat J îenige dagen voor dit genot voorkwamen. jj j — De kleine politieke partijen nemen geen jj , 3eel aan den kiesstilstand voor de wetgevende I , siezing. De groep der zoogezegde Christen- f s Socialisten en andere politieke schakeeringen § j :ullen met kandidaten opkomen. Zij hebben l ( ;ctiter geene kans, want in aile kiesom- , , ichrijvingen zullen de groote partijen weder- f j iijds voor den kandidaat stemmen, die, volgens ■ ifspraak, niet mag bevochten worden. \ ( —0— jj c MEXICO. — De Amerikaansche troepen zijn ? * hans bepaald uit Mexico verwijderd. Eene ; £ ifdeeling die op weg was tôt versterking, heeft I e 'echtsomkeer gemaakt. Of die toegeving der 1 c ^ereenigde Staten tôt iets zal helpen, blijft erg I 6 jetwijfeld. De leiders der Mexicanen blinken j c îiet uit door goede trouw en trachten elkander jj ^ mmer te verschalken. i Z JAPAN. — De Chineezen zijn thans gedwon- l r çen aile toegevingen te doen aan Japan. Van f ^ le minste gebeurtenissen maakt Japan gebruik \ e >m schadevergoeding en rechten te eischen, die \ } îet anders niet zou kunnen doen gelden. De | ^ ?reemde bezettingen komen daar niet tusschen, | ^ ran den oogenblik dat de belangen hunner ' iigen landgenooten niet in 't spel zijn. China is c çeheel afgezonderd en kan op geene tusschen- t tomst van Europa rekenen. s i s 0 e ZWITSERLAND. — Voortdurend komen v lier uit vreemde landen krijgsgevangenen, die s iank zij de tusschenkomst van den Paus v oelating hebben bekomen om als vrije lieden ii n Zwitserland te verblijven. De laatste aan- ( d çekomenen zijn huisvaders met drie kinderen, e lie meer dan achttien maanden in een vreemd e and als krijgsgevangenen hebben verbleven. d frouw en kinderen zullen deze huisvaders, a rnder zekere voorwaarden, mogen vervoegen. b De onderhandelingen nopens de vraag van den Paus hebben redelijk lang geduurd. D8 vraag dagteekent van haM-Juni 1916, en den 23 December 1.1. wierd er het eerste gevolg aan gegeven. —o— ENGELAND. — Het vrouwenrecht heeft tijdens den oorlog in aile landen veel veld gewonnen. Ook in Engeland, waar de Suffra-getten het destijds nog al erg van den weg brachten. De advokaten-orde had verleden week te beslissen, of zij vrouwen als advokaten in haar midden zou opnemen. De groote meerderheid was dit voorstel genegen, maar het wierd niettemin verworpen als ontijdig, omdat vele advokaten, dienende in 't leger, afwezig waren, en als belanghebbenden hunne stem mochten doen hooren. 't Zal dus tôt na den oorlog zijn. Maar intusschen bekleeden de vrouwen reeds vele bedieningen en ambten die zij, bij gebrek aan mannelijke bedienden, thans waarnemen. Reeds vôôr den oorlog kwam de vrouw in vele bedieningen en ambten in aan-merking, zoodat zij na den oorlog haren werk-kring nog meer zal kunnen uitbreiden in aile landen, waar hare medewerking op prijs wordt gesteld. Pax UIT DE GAZETTENWERELD Niet minder dan 1,436 dag- en weekbladen, alsmede tijdschriften en overzichten, hebben in Frankrijk hunne uitgave gestaakt sinds het uitbreken van den oorlog. In andere landen zal dit getal in evenredigheid even groot zijn. Het minder verbruik van papier moet daardoor buitengewooa groot zijn en toch is er gebrek aan papier, omdat de grondstoffen niet meer beschikbaar zijn of tôt heel andere doeleinden worden gebruikt. Het papier, dat de wereld beheerschte, is dus tijdelijk onttroond, en die onttroonicg zal waarschijnlijk nog lang duren. Hildebrand WAT DE SCHOOL ZIJN KAN ii Zal ik jongens en meisjes samen opvoeden, )f wel, nu wij drieën onderwijzers (en geen )nderwijzeressen) zijn, ons tôt de jongens )epalen ? Het vraagstuk is ingewikkeld en zou ;en uitvoerige uiteenzetting vereischen. Voor-:eker, het samenbrengen der geslachten biedt ;roote voordeelen en stelt bovendien de îatuurlijke orde daar ; want een miskenning laarvan zou een beleediging zijn van den joeden God, die, in Zijn hooge wijsheid, in een :elfde gezin jongens en meisjes doet geboren jvorden, die tezamen opgevoed worden onder îet waakzarue oog der moeder. Neen, ik val len vreesachtigen Rollin niet bij in zijn 'olstrekte scheiding der geslachten, maar ik •ind ook dat — vooral met het oog op ons and — het oogenblik nog niet gunstig is voor oepassing der samenopvoeding. Want wij noeteo ook de gangbare zedenopvatting rerheffen ; wij moeten ons kanten tegen de chandelijke losbandigheid, die ons volk ver-aagt ; wij moeten het begrippen bijbrengen imtrent Rein Leven, eerbied leeren voelen 'oor de Vrouw — in één woord al die gevoe-ens opwekken, die maar al te vaak ontbreken n ons tijdperk van vooruitgang. Eerst wanneer lit doel bereikt zal zijn, zal ik me wagen aan le samenopvoeding, maar dan zal zij machtig □edewerken tôt het welslagen van mijnen irbeid. Voor het geslacht dat ik hier opvoed n dat nog vol zit met ouderwetsche vooroor-Ieelen, verkies ik dus mij te bepalen tôt één nkel geslacht, vrij om tôt samenopvoeding iver te gaan wanneer deze niet meer de ;evaren zal opleveren van dit oogenblik en vanneer, dank zij onze zorgen, de gangbare edelijkheid voldoende gestegen zal zijn. Ik heb een enkele voorzorg genomen. Ik heb ne gericht tôt verschillende notabelen die elang stellen in de volksopvoeding en ik ben r in geslaagd hen een kleinen kring te doen ormen, wier leden op zich genomen hebben e ouders van diegenen onzer leerlingen, bij velke wij een gebrek in de gezinsopvoeding ebben vastgesteld, te waarschuwen en te nderrichten. Deze ons toegewijde porsonen ehooren, evenals onze leerlingen, tôt ver-chillende godsdienstige gezindten en tôt ver-chillende staatkundige schakeeringen, maar lk twistgesprek op dergelijke onderwerpen an verschil betrekking hebbend, is uit hunne amenkomsten verbannen. Daar er onder hen /erkgevers zijn, kunnen deze met vrucht iwerken op de ouders, wat betreft de zorgen ie deze aan hun kroost verschuldigd zijn, n in dat opzicht kan ik dus gerust wezen. Zoo r hier of daar een kind is, wiens ouders niet ï oor den kring beïnvloed kunnen worden zoo-1s ik dat zou wenscben, zal ik er mij in het ijzonder mede bezighouden, Anderzijds heeft de volksvertegenwoordiging, tôt het inzicht gekomen dat de wetsbepaling betrefïbnde de burgerlijke verantwoordelijk-heid van den onderwijzer, een anti-opvoed-kundige strekking heeft, zich gehaast deze te doen vervallen. * * Onze kinderen zijn op de speelplaats ver-eenigd en wij wandelen daar rond om weder-zijds kennis te maken. Het is mooi weer. We kijken op ons uurwerk : negen uur. Daar luidt de schoolbel, en we wachten tôt het stil wordt. Heel verbaasd dat ze niet in een rij gezet worden, gaan de kinderen om ons heen staan, en te vlugger doen zij dit, nu een stille wenk hen waarschuwt dat ik hun iets te zeggen heb. Weldra zwijgen zij. " Jongens », zeg ik tôt hen, « 't is vandaag zulk mooi weer, we zullen vanmorgen samen naar buiten gaan. » Misschien zullen vreugde-kreten en eenige wilde bokkesprongen me beletten voort te gaan, maar wat hindert me dat ? Het iigt volkomen in de lijn der dingen ! Dus wacht ik, maar niet lang : de nieuwsgierig-heid is levendig opgewekt « Toch zou ik willen... » — ue stilte herstelt zich als by tooverslag, en als dit niet zoo is, wacht ik nog even langer — « ...dat ailes ordelijk toeging. Daartoe moeten de kinderen van zes tôt acht jaar bij mij komen, die van acht tôt tien bij mijnheer X, en de ouderen bij mijnheer Y. » Nauwelijks heb ik uitgesproken ofer ontstaat groot rumoer ; de kinderen duwen elkaar omver, springen op elkaar en raken haast aan 't vechten, en door dat ailes heen schreeuwen en roepen zij ; 't is een tooneel van de grootste wanorde. Maar geen van ons drieën verroert zich of ztgt een woord ; wij geven de kinderen gelegenheid zich op hun eigen manier te raDg-schikken, maar het duurt lang. We verliezen dan ook heel wat tijd, maar de diepzinnige woorden van Jean Jacques Rousseau, dat men bij de opvoeding van kinderen moet weten tijd te verliezen om tijd te loinnen, zijn ook niet van gisteren. Ongelukkigerwijze heeft men ons op de kweek- of normaalschool nooit geleerd hoe op een verstandige wijze tijd te verliezen ; niemand van ons weet het juist : het zijn dus de kinderen zelven die de onderwijzers van hun meesters moeten zijn. Des te beter : wij zullen er natuurlijker door worden. Eindelijk staan ze, zoo goed en zoo kwaad als 't gelukt, in 't gelil, meer kwaad dan goed, — maar ik verkies ailes boven de oude leerwijze de kinderen in 't gelid te rangscbikken, met welke wij aile drie vast besloten zijn beslist af te breken. Zoo gaan wij de speelplaats af. Onze jongens praten ; zelfs zijn er die schreeuwen en die meermalen uit de rij loopen, maar 't raakt ons ailes niet : wij bewaren onze onverstoorbare gelijkmoedigheid tôt buiten de stad. Wel zal de kruideniersvrouw op den hoek luid9 de opmerking ten beste geven, dat de meesters zich weinig om orde en netheid bekommeren, maar wij beschouwen haar niet als bevoegde « antoriteit » in dergelijke zaken. Zoo zijn wij buiten de stad, op den grooten weg. X en Y gaan ieder met hun klasse een eigen kant uit, en ik blijf met de heele kleintjes. Nu is 't niet meer noodig in de rij te loopen ; ze wandelen om mij heen en laten aan keel en beenen vrij spel. Spoedig zie ik dat mijne hummels wat moe worden en niets liever willen dan een poosje rusten. Daarin stem ik te eerder toe nu de boomen die langs den weg staan, me zeer dienstig kunnen zijn ▼oor mijne verborgen plannen. Ik ga op het gras zitten. « Wat een goeie meubelmaker moet dieu boom gebouwd hebben ! » zeg ik hun met het ernstigste gezicht van de wereld, en wijs hun een heel dikken aan. Om mij heen schateren de kinderen 't uit van lachen, en een der stout-moedigste vertolkt de algemeene meening zijner makkers door te antwoorden : « Het is geen meubelmaker die dezen boom gemaakt heeft ; hij is uit den grond gegroeid. » Een gesprek — spreekoefening noemt men dit op school — ontspint zich, en wij ontdek-ken dat er een Groote Meubelmaker moet zijn, een Opperwezen, almachtjg en goed, die de menschen lief heeft en die dezen boom uit de aarde heeft doen komen. (1) Ons zeer levendig en vooral zeer innerlijk gesprek voortzettend, beschouwen we ailes wat onzen boom betreft, zijn deelen welke de kinderen aanraken, gaan na wat men er meê doet, en sommen een aantal meubels op die van hout gemaakt zijn. Dan pluk ik met opzet zelf een der bladeren, en aile kinderen doen het na — o wat is die □atuurlijke nabootsing kostbaar voor den opvoeder ! — er gaat een boer voorbjj, ik vraag hem wat dat voor boom is : een pere-boom zegt hij ons. Geen van mijne kleuiers tieeft een woord van het gesprek gemist Nu zet ik de wandeling voort en vraag eens-Idaps : zijn hier nog pereboomen? De kinderen kijken naar hun afgeplukte blad, zien rechtsen links, en verscheidene stormen vooruit eu

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Het Vlaamsch heelal: katholiek - zondagsblad behorende tot de categorie Katholieke pers. Uitgegeven in Borgerhout van 1878 tot 1930.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie