Het Vlaamsch heelal: katholiek - zondagsblad

820 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1916, 29 April. Het Vlaamsch heelal: katholiek - zondagsblad. Geraadpleegd op 25 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/8p5v69982h/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

29 April 1916 Np 18 39e Jaargang HET VLAAMSCH HEELAL Vrij en Onafhankelijk Katholiek volksgezind weekblad voor Vlaamsche en Algemeene Belangen i!*i8chrijvii\g*phijs Voor een jaar fr. 5.— Voor 6 maanden » 2.75 Voor 3 maanden » 1.50 Voor Nederland » 5.50 Voor 't Groot Hertogdom Luxemburg. . » 5.50 Voor andere landen » 7.00 Dit blad verschijnt den Zaturdag morgend.— M en teekent in bij den Uitgever en in aile postbureelen, alsooh bij de briefdragers. Hoofdopsteller : JOHAN LEEMANS Deo Juvante Vincam ! Aile artihelen en mededeelingen moeten védr Donderdag avond ten bureele besteld xijn, uitgenomen de aanhondigingen, die worden ingewacht tôt Vrijdag avond. Afzonderlijke nummers van dit blad zijn te bekomen ten onzen bureele, Carnotplaats 65. — 1 O centiemen het nummer. AJ1NKONDI6INGEN Den regel fr. 0.20 Kleine aankondiging » 0.50 Begrafenisbericht » 5.00 Groote aankondigingen bij overeenkomst. Voor aankondigingen buiten de provincie, wende men zich tôt de A.gencie HA.VA.8, Martelarenplaats 8, Brussel, en Beurs-plaats 8, te Parijs. Voor aile andere aankondigingen ten bureele Carnotplaats (Laar) 6S, Bor^erhont-Antwerpen Verloren en Gewonnen Wordt er thans veel rijkdom verloren, van den anderen kant wordt er veel gewonnen. Er zijn nu lieden die in hunnen handel of in hun bedrijf getroffen zijn, anderen echter winnen meer dan zulks vroeger mogelijk was. Maar 't is niet van dit verlies of van die winst dat wij spreken willen ; maar wel over de lofïelijke pogingen in 't werk gesteld, om in de behoeften der menigte te voorzien. * * * Aile toestanden en uitvindingen thans waargenomen om in 't gebrek aan eetwaren en grondstoffen voor de nijverheden te verhelpen, bestonden vroeger ook, maar zij wierden niet aangewend gelijk het raoest zijn. Braakliggende gronden vonden geene bebouwing, omdat iedereen het gemak-kelijker vond het noodige te koopen of van over zee te doen komen. Hoeveel rijkdom voor 't land is daardoor niet verloren gegaan ? Hoeveel duizenden personen zijn daardoor niet in armoede gebleven ? Zelfs vruchtbare landen van armbesturen bleven als braakgrond liggen ! * * * Hetzelfde geldt voor de samenstelling en vervaardiging van vele grondstoffen, hoogst noodig voor verschillende nijverheden. Men vindt die nu insgelijks bij der hand, terwijl zij vroeger in den vreemde moesten gezocht worden en soms duur betaald. Door wilskracht en geduld weet men nu uitslagen te bekomen, die aantoonen dat er vroeger veel rijkdom is verloren die in onze onmid-delijke nabijheid te vinden was, en er nog veel rijkdom kon gewonnen worden ten nutte van 't algemeen. * * * Hetzelfde hebben wij nu kunnen bestatigen bij het inrichten van instel-lingen, die voor vele arme lieden iets of wat welstand zouden kunnen verschaf-fen. In sommige fabrieksteden van Vlaanderen was het loon zoo laag, dat talrijke huisgezinnen in den grootsten nood verkeerden. Met bijvoeging van instellingen zooals deze der soepbedee-ling, die bijna niets kost, zouden er velen gered zijn geweest. Op dezen oogenblik zelf, zijn vele arme lieden beter gevoed en beter onderhouden dan voorheen, wanneer zij zulks met hun karig loon moesten doen. * * * Dit legt de kalmte en het geduld uit dat ons volk thans zoo gunstig ken-merkt en doet waardeeren. Dit volk vraagt geenen rijkdom of geenen over-vloed ; het is tevreden met het streng noodzakelijke en kan in zijne behoeften voorzien met betrekkelijk geringe mid-delen. Maar het moet geholpen en geleid worden, omdat het persoonlijk niet over de noodige voortbrengings- middelen beschikt. * * * De kleine burgerij die thans eveneens hulp noodig heeft, zal in de toekomst haar zelven moeten redden. Zij heeft thans de gelegenheid zich op de hoogte der noodige inrichtingen te stellen en te overwegen hoeveel rijkdom zij heeft laten verloren gaan ten bate van menschen, die door woeker en andere afkeurenswaardige daden rijkdom willen verwerven. Door besluiteloosheid en gemakzucht liet zij vele gelegenheden tôt welstand verloren gaan en liet tevens het geluk ontsnappen. * ** Degenen die voor haar wilden han-delen, vonden zelden eene welgerneende waardeering en ondersteuning. Achter-docht deed te dikwijls vermoeden, dat die lieden niet belangloos handelden en dit was genoeg om hun pogen niet te steunen of zelfs tegen te werken, meermaals zelfs ten nadeele hunner eigen belangen en ten voordeele van lieden die zulks geenszins verdienden. Want het was juist door die lieden dat zij het meest wierden gepluimd in gewone omstandigheden, gelijk deze nu den woeker waarnemen om rijkdom te winnen waar anderen hem verliezen. * * * Bij kalmte en geduld moet nu de wilskracht en de volharding komen, om de middelen, thans in 't werk gesteld ten behoeve van 't algemeen welzijn, te behouden en desnoods uit te breiden. Aldus zullen werkmansstanden kleine burgerij kunnen samen gaan, om uit de nieuwe toestanden het meeste nut en den meesten welstand te trekken, een betrekkelijken welstand, die iedereen moet vrijwaren tegen ellende en ondergang, J. L. DE TOESTAND HIER EN ELDERS NEDERLAND. — Onze Noorderbroeders die zich tôt beden te goed konden doen aan wit brood en zelfs duizenden witte brooden naar België konden zenden, zijn thans genoodzaakt alleen bruin brood te bakken en te eten. Zij staan dus op denzelfden voet als de Belgen, min het rantsoen. Tôt volledigirig van hetgene hier en daar in België te kort is aan brood, zullen zij mogen voortgaan bruin brood te zenden. Misschien zal dit bruin brood wel ietwat beter zijn dan dit in België gebakken, hetgeen in aile geval wenschelijk is. X Engelsche en Duitsche mijnen, hier en daar in de zee vastgelegd, komen nog al eens los, drijven weg en veroorzaken den ondergang van schepen. Dit gevaar voor de scbeepvaart zal zelfs na den oorlog nog lang blijven bestaan, gelijk zulks het geval is geweest na den oorlog van Rusland tegen Japan. X Alhoewel Nederland niet rechtstreeks veel te lijden heeft van den oorlog, wjjzen de Nederlandsche bladen niettemin op een aantal klachten over ongemakken, klachten die zij ongegrond heeten en niet kunnen yergeleken worden met deze die andere volkeren groot-moedig verduren. De Nederlanders worden dan ook aangemaand niet zoo kleinhariig te zijn, en hun lot welgemoed en verduldig te dragen. Grijs of zwart brood eten, wanneer het van goede hoedanigheid is, moet niemand afschrikken. —o— FRANKRIJK. — Het in beslag nemen van braakliggende gronden in 't belang van den landbouw vindt meer en meer bijtreders. Het is zelfs eene dringende noodzakelijkheid, daar de eetwarennood in Frankrijk even groot is als elders. Maar het bebouwen en bewinnen dier gronden blijft nog een moeielijk vraagstuk. De noodige landbouwwerklieden ontbreken, en zonder deze kan er toch weinig verricbt worden. De proef met vreemdelingen reeds genomen bij gebrek aan Belgen, die destijds jaarlijks bij de Franschen gingen helpen, heeft geene goede uitslagen opgaleverd. Wie niet van 't vak is, kan niet eensklaps een landbou- ; wer zijn. ENGBLAND, — Het doordrijven van den ; algemeenen dienstplicht, verwekte bijna eene Ministerieele verandering. Eindelijk hebben , eenige ministers afgezien van hunne persoon- j lijke zienswijze, zoodat voorloopig of tijdelijk j aile gevaar geweken schijnt. Maar uit dit ailes blijkt toch, dat de dienstplicht een onaan-genaam iets is voor de Engelschen, die aan de vrijheid op dit gebied gewoon, ook vrij willen blijven in de toekomst. Het zal met die instel- : ling echter gaan gelijk met den vrijhandel : nood breokt wet en grondbeginselen. —o— SPANJE. — Als bemiddelingsstaat vervult Spanje een voorname roi. En die optreding in 't belang van oorlogvoerenden wordt nog uitgebreid naarmate de verwikkelingen die de krljgsbedrijven tusschen de volkeren te weeg brengen. Gelukkiglijk blijft de binnenlandsche toestand van Spanje goed en de godsvrede wordt er gehandhaafd door aile partijen. Dit bewgs van vooruitzicht en goeden zin zal het ! land ten goede komen, zoowel nu als in de toekomst. AMERIKA. — De toestand in Mexico blijft duister en gevaarlijk. Na zijne gewapende tus--chenkomst zal Amerika op handels- en nijverheidsgebied ingrijpen, om de opstande-lingen tôt nadenken te dwingen. Mijnvergun-ningen scbijnen reeds ingetrokken te zijn, hetgeen de aandeelen dier maatschappijen op deNew-Yorkschefondsenmarkt fel deden dalen. LUXEMBURG. — Er is erustig spraak dat het Groot-Hertogdom Luxemburg eenen gezant bij den Paus wenscht aan te stellen, wellicht tôt regeling van verschillende godsdienstige belangen, die betrekking hebben met de laatste schoolwet. De strijd om en rond die wet is bitter en hevig geweest. Eene billijke en minnelijke overeenkomst zou ailes beter kunnen schikken. Pax De inschrijvingsprijg aan 't Vlaamsch Heulal, van lieden tôt 31 December 1916, is :s.:»o ti*. Uit de Gazettenwereld De Nederlandsche alsook andere vreemde bladen hebben hunnen verkoopprijs verhoogd uit hoofde van de duurte van 't papier. Nauwelijks is dit gebeurd, of de fabrikanten hebben andermaal den prijs van 't papier ruerkelijk verhoogd. Tôt op 25 April kostte het papier 100% meer, nu echter 150 °/0. Dit maakt dat papier, welk vroeger vijf frank den riem kostte, nu gestegen is op twaalt' Irank vijtiig centiemen. Fabrikanten die een grooten voorraad in magazijn hebben van vroeger, wanneer ailes nog aan den gewonen prijs te krijgen was, doen nu gouden zaken, want zij verkoopen ailes aan den verhoogden prijs en zullen eindelijk de uitgave van dagbladen onmogeljjk maken. Hunne klanten die in vorigen tijd geenen voorraad hebben kunnen aanschaffdn, zijn er het ergste aan toe. Zij zijn dag voor dag onderworpen aan die prijzen en zij die voor-raden zouden kunnen innemen, zullen dit ongetwijfeld nu met doen, want er zit te veel intrest in en het gevaar bij mogelijken afslag, later veel te verliezen. * * * Ter gelegenheid der Paaschdagen zijn er slechts weinig dagbladen verschenen. En zij die het daglicht durfden trotseeren, wisten slechts weinig of geen nieuws te vertellen. Vroeger wierd hier te lande weinig gelezen, vooral door de Vlaamsche bevolking, maar nu zal de leeslust nog meer verloren gaan, althans voor gazetten en tijdschriften. Alleen de volksboekerijen blijven aantrek hebben omdat zulks kosteloos is en het lezen van een boek wat langer duurt dan dit van een dagblad. Het nuttige met het aangename paren, vindt hier ook beter zijne toepassing. Hildebrand IN EN 0M DE SCH00L Losse Opstellen over Opvoeding en Onderwijs in min breeden zin ln mijn vorig bundel Door het Leven heb ik een aantal opstellen verzameld over opvoeding en onderwijs « in den breedsten zin ». Deze nieuwe bundel, waarvan het opschrift In en Om de School voldoende reeds de strekking aanduidl, behandelt dezelfde vruchtbare stof « in min breeden zin », dat is, zich hoofdzakelijk beperkend bij de schoolopvoeding, bij het school-onderwijs.In menige der hier medegedeelde stukken hpb ik me verplicht gezien soms uitgebreide aanhalingen uit Hollandschf. vakbladen over te nemen — wat me eerlijker toescheen dan dezelfde gedachten in mijn eigen uitdrukkingen te hullen. Dit levert echter dit euvel op, dat ik me verplicht gezien heb, ook de soms ergerlijke bastaardwoor-den, die zoo veelvuldig als onnoodig het proza onzer Noorderbroeders ontsieren, op te nemen, ten einde hunne gedachten in den door hen ontworpen vorm mede te deelen, en niet van « verdraaien » beschuldigd te worden. Wat de kritiek aangaat, die ik in dezen bundel, evenals elders, niet spaarde waar 7 me noodig of nuttig scheen, die neem ik natuurlijk geheel en al voor mijne rekening, en ben ik steeds bereid staande te houden. jj I Hoe Ligthart Na tuurwetenschappen onderwij'st Ligthart ? De lezers, die niet al te wel met de nieuwere richting der opvoedkunde en met haar voor-naamste vertegenwoordigers bekend zijn, zullen wellicht vragen wie Ligthart is. Er zij hier slechts gezegd dat Jan Ligthart, de bestuurder van de Openbare School der Tullinghstraat te 's Gravenhage, een der voor-naamste baanbrekers is der nieuwere opvoed-kundige wetenschap in Nederland... en elders. Over den man zal hier niet verder uitgeweid worden, daar ik de belangstellenden verwijzen kan naar mim vroegere werken Een Nederlandsche Pestalozzi en Jan Ligthart et son Œuvre, om me bij deze te beperken. Een der hoofdkenmerken van zijn opvoedings-en onderwijsstelsel is het verband dat bij weet te brengen tusschen de natuur en de bescha-ving. De mensch — en ook het dier — moet ailes tôt zijn onderhoud uit de natuur halen. Dài is zijn reusachtig grondstoffenmagazijn. Daar zoekt de vogel de takjes voor zijn nest ; daar vindt de zwaluw de klei, die ook de mensch tôt het oprictiten zijner woning behoeft. Ailes wat ons in huis en op straat omringt, is natuur, doch bewerkt door menschenhanden. De kinderen in de school zitten in de sparre-boomen der heide, doch die boomen hebben daartoe een gedaanteverandering moeten ondergaan. En wij dekken ons eveugoed met planten en met dierenhuiden als de onbeschaafde volkeren. Of wat is ons linnengoed anders dan bewerkt vlas, en wat zijn onze schoenen anders dan koehuiden ? De scheiding tusschen naïuur en beschaving is daarom te minder gerechtvaardigd, omdat wij zelf een deel der natuur zijn. Ailes is natuur. En het gaat niet op, het mierennest in de natuur op te nemen en er de menschenstad buiten te sluiten. Vroeger schreef men op planten, en tegen-woordig op papier. Doch wat is papier ? Niets anders dan een dun vel van samengeperste plancenvezels. Dus... wij schrijven thans ook nog op planten. De vooruiigang bestaat enkel in de bewerking van het eeuwige materiaal, en de beschavingsgesciiiedenis heeft daarom de vakkunst als een van haar hoofdbestanddeelen te erkennen. Dit verband tusschen natuur en beschaving is in het leerplan van Ligthart belichaamd door in ieder leerjaar een of meer onderwerpen op te nemen, waarbij naïuur, nijverheid en verbruiksleven aaueengeschakeld zijn. De boom voert langs houtzaagmolens en timmer-man naar den schoolvloer ; de klei langs steenbakkerij en metser naar den schoolmuur. En zoo voort, zal ik hier schrijven, want het gaat natuurlijk niet het heele schoolplan in dit overzicht te ontwikkelen. Opdat de leerstof zoo goed mogelijk het eigendom der leerlingen worde, gaat de behan-deling vergezeld met handenarbeid. Zoo, bijvoorbeeld, vormen en bakken de kinderen zelfs de steenijes, waaruit een huisje kan worden opgetrokken — en terwijl ik dit schrijf, ligt vôôr mij een heel klein steentje, in de school der Tullinghstraat gebakken, en dat er, om nu eens een Hollandsch woord aan dit Hollandsch voortbrengsel te hechten, « erg snoeperig » uitziet — ; ook van ongevormde klei maken ze een Germanenbut. Bij mijn eerste bezoek, in Septemter 1907, zag ik ook de kleintjes van het eerste studiejaar de schets van een hooiberg op papier brengen... Doch het mag wel even vermeld worden, om een juisteren kijk te geven, hoe die hooiberg aan de orde kwam. In het eerste zomerhalfjaar — de klassen bij Ligthart zijn in zomer- en winterhalfjaren verdeeld — leven de kinderen, in hun verbeel-ding, zes maanden in de weide. Een kleine weide met slooten in den schoohuin, zes platen van die prachtige reeks : Het Voile Leven, door Ligthart bij j. b. Wolters te Groningen uitgegeven, en waarop het weideleven in de opeenvolgende maanden is afgebeeld, een stel miniatuurwerktuigen : zeisje, karn, enz., ook een boerenkar met paard — natuurlijk niet in natura — moeten daarbij helpen. De weide-planten en weidedieren brengen stof aan voor dier- en plantenkunde, de boerderij met haar plattegrond, stof voor aardrijkskunde, en het menschelijk bedrijf stof voor natuur- en volken-kunde.Nadat de kinderen zelf al spelende gehooid, en het hooi met den wagen binnengehaald hadden, werd van papier een doorsnede van den hooiberg gemaakt. Daarbij waren de kinderen zelf aan 't meten met een maat van 16 centimeters, door hen zelf van papier vervaardigd ; zelf teekenden ze den berg, kleurden bet hooi geel en het pannendak rood. Deze handenarbeid maakte hen dus niet alleen beter vertrouwd met het onderwerp, doch ook met de lengtematen, die door meten geleerd worden, en niet uit een boekje.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Het Vlaamsch heelal: katholiek - zondagsblad behorende tot de categorie Katholieke pers. Uitgegeven in Borgerhout van 1878 tot 1930.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes