Het Vlaamsch heelal: katholiek - zondagsblad

977 0
16 oktober 1915
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1915, 16 Oktober. Het Vlaamsch heelal: katholiek - zondagsblad. Geraadpleegd op 19 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/0k26970t42/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

16 October 1915 Nr 42 38e Jaargang HET VLAAMSCH HEELAL Vrij en Onafhankelijk Katholiek volksgezind weekblad voor Vlaamsche en Algemeene Belangen 1\WCHHIJVI.\(;S1*»IJH Veor een jaar fr. 5.— Voor 6 maanden » 2.75 Voor 3 maanden » 1.50 Voor Nederland » 5.50 Voor 't Groot Hertogdom Luxemburg. . » 5.50 Voor andere landen » 7.00 Dit blad verschijnt den Zaturdag morgend.— Men teekent in bij den Uitgever en in aile postbureelen, alsooh bij de briefdragers. Hoofdopsteller : JOHAN LEEMANS Deo Juvante Vincam ! Aile artikelen en mededeelingen moeten vddr Donderdag avond ten bureele besteld zijn, uitgenomen de aankondigingen, die worden ingewacht tôt Vrijdag avond. Afzonderlijke nummers fan dit blad zijn te bekornen ten onzen bureele, Carnotplaats 65. — 10 centiemen het nummer. AANKO»DIGIIVGEIV Den regel fr. 0.20 Kleine aankondiging » 0.50 Begrafenisbericht » 5.00 Groote aankondigingen bij overeenkomst. Voor aankondigingen buiten de provincie, wende men zich tôt de Agencie HA.VA.8, Martelarenplaats 8, Brussel, en Beurs-plaats 8, te Parijs. Voor aile andere aankondigingen ten bureel» Carnotplaats (Laar) »î!>, Borgei'hout-Antwerpen TWIST EN STUDIE Wij zouden dit artikel even goed kunnen betitelen Godsdienst en Wetenschap, of Oorlog en Vrede, want op al die bedrijvigheden van den mensche-lijken geest en van de menschelijke wilskracht wordt er veel geredetwist en veel gestudeerd, zoodanig dat de godsdienst die door enkelen wordt aanzien als strijdig zijnde met de wetenschap, juist de meeste wetenschap vereischt om hem te verdedigen of om hem te bevechten. * * * In dezen oogenblik vooral, nu de betrachtingen der menschen zoo ver-schillend zijn, niet alleen van land tôt land maar ook in de verschillende klassen der Samenleving, heeft de godsdienst het erg te verantwoorden, niet enkel de Katholieke godsdienst, maar ook al andere geloofsbelijdenissen. Een zonderling verschijnsel is echter het volgende : om over wetten, kun-sten en al andere wetenschappen te kunnen en te mogen meê spreken, moet men van al die zaken persoonlijk eene volledige kennis bezitten ; om echter over den godsdienst te handelen, maar bijzonder tegen den godsdienst, meenen velen geene bijzondere studie te moeten doen. Zij klappen enkel na wat zij van anderen hoorden, en vertellen dan ook niets anders dan onzinnigheden. * * * Heel anders is 't gestaan en gelegen met oprechte geleerden, die de wetenschap op aile gebieden aanwenden om iets te verdedigen of te bevechten. Dat heet twist en studie, die tôt grondslag heeft uit toetsing komt licht. Wanneer zoo iets uit overtuiging en te goeder trouw gebeurt, enkel om de waarheid te ontdekken, om de waarheid te beves-tigen of om haar in twijfel te trekken, dan is zoo iets niet af te keuren, want het moet leiden tôt opheldering en waarheidsliefde. * * * Dank aan die verschillende meenin-gen en de betwistingen die er uit voort-sproten, zijn er op geschiedkundig, natuurkundig en meer andere weten-schappelijke gebieden ontdekkingen gedaan, die, buiten het doel waar zij naar gericht waren, nuttig zijn geweest voor 't menschdom in 't algemeen. En aldus wierd bevestigd dat de godsdienst niet strijdig is met de wetenschap, vermits hij juist de wetenschap aanzet om zich meer te ontwikkelen en nuttig te maken voor de algemeenheid. * * * Het is ook dikwijls gebeurd dat wetenschappelij ke studiën, hoofdzakelij k gericht tegen den godsdienst, juist in 't voordeel van den godsdienst uitvielen en eeuwenoude overleveringen en leer-wijzen kwamen goed maken en beves-tigen. Die studiën zijn dus niet te vreezen wanneer zij door goede trouw en waarheidsbetrachting zijn ingegeven ; zij zijn alleen af te keuren wanneer haat en vooringenomenheid de plaats innemen van de ware en onvervalschte wetenschap. * * * Zooals godsdienst en wetenschap aan-leiding geven tôt grondige studiën en soms tôt nuttige uitvindingen, zoo is het ook met Oorlog en Vrede. Deze staan ook tegenovereen als onmogelijke samenkoppeling, en nogtans oefenen zij beide hunnen invloed uit, ook op 't gebied der wetenschap. Zij die den vrede boven ailes verkiezen, werken paede om den oorlog min moorddadig te doen zijn en om naar middelen te zoeken | die de menschheid tôt grooter nut kunnen wezen. De oorlog van zijnen kant, gesteund op eene buitengewone wilskracht der volkeren, geeft aanlei-ding tôt een aantal ontdekkingen, die in vredestijd kunnen aangewend worden tôt de algemeene welvaart. * * * Dit zal na dezen oorlog ten duide-I lijkste blijken, want aile landen zullen krachtige pogingen moeten in 't werk stellen om de heropleving van handel en nijverheid te bekomen. Op dit gebied zullen « twist en studie » ook hun recht en hunnen invloed doen gelden. Zullen er, zoo is het te hopen, voor lange jaren geene hevige partijtwisten meer zijn, twisten die doorgaans nutte-loos waren voor de algemeene welvaart, er zal toch moeten geredetwist en gestudeerd worden om nieuwe instellingen in 't leven te roepen, die de nadeelen van den oorlog grootendeels moeten verhelpen. * * * Tusschen de verschillende landen zal dienaangaande een naiever ontstaan, die iedereen zal aanzetten om iets goeds of iets beters te doen. Maar men zal het goede moeten nemen waar het te vinden is, gelijk Boileau zegde, zonder onderscheid van volkeren of landen. De wetenschap, ten goede aangewend, moet op aile gebied tôt haar voile recht komen. J. L. DE TOESTAMD HIER EN ELDEBS NEDERLAND. — De oorlog waarin meest aile groote landen van Europa gewikkeld zijn, maakt dat zij de belangen hunner wederzijdsclie inboorlingen onder bescherming of hoede van de vertegenwoordigers ofgezanten van vreemde landen moeten stellen. En het zijn nu de kleine landen die aan de groote landen of Mogend-heden dien dienst moeten bewijzen. Nu weer met den oorlogstoestand in Bulgarie, is het de gezant of zaakgelastigde van Nederland die aldaar de belangen van vreemdelingen moet waarnemen. Zoo komt de fabel van Lafontaine tôt haar voile recht : een groote heeft immer een kleinere noodig dan zich zelven. —o— MEXICO. — De omwentelingstoestand in Mexico scbijnt thans een einde te zullen nemen. De Vereenigde Staten hebben Carranza als voorzitter der Republiek erkend en de aanhan-gers van generaal Huerta ter zijde gezet. Het wierd tijd dat dit ongelukkig land een regel-matig en wettelijk bestuur bekwam, want het leefde r#eds jaren in de onzekerheid. CHINA. — De Zonen des Hemels schijnen de Republiek te laten varen om tôt het Koninkdom terug te keeren. De redenen van die plotselinge rerandering zijn nog niet gekend, want tôt heden bleek de Republiek er goed en stevig gevestigd te zijn, althans in schijn, want de werkelijkheid was denkelijk geheel anders. De Chineezen zijn de uitvinders van het vuurwerk en de Republiek zal dus slechts een vuurwerk geweest zijn. —o— ENGELAND. — De dienstplicht kan maar geene meerderheid in de Kamer of 't Lagerhuis vinden. Het aanwerven van vrywilligers wordt nu op groote schaal bewerkstelligd, onder bedreiging dat, zoo dit geeae manschappen genoeg oplevert, de dienstplicht er toch zal komen. Engeland heeft den vrijhandel reeds moeten opgeven, en zoo zal het wellicht ook gaan met het vrijwilligersschap. De gebeurte-nissen zijn sterker dan de wetten en de gebruiken van een volk. —o— ARGENTINIË. — Uit Argentinië komt nu ook veel hulp voor België. Het Argentijnsch komiteit, onder voorzitterschap van den voorzitter van den Senaat, zal eenige scheepsladin-gen eetwaren en andere benoodigdheden naar België zenden, ten behoeve der burgerlijke bevolking. Dit bewijs van liefdadigheid en broederliefde tusschen het gekletter derwapens, is van aard menig gemoed herop te beuren, om betere dagen af te wachten. —o— FRANKRIJK. — De Franschen zijn zinnens groote bezuinigingen te doen in de openbare besturen. De veertien ministers zouden vermin-derd worden op acht, en de acht onderstaats-secretarissen op vijf. Sinds vele jaren reeds is de ambtenaarswereld aldaar zoodanig uit-gebreid, dat hij onder geldelijk opzicht eene ramp kan worden. Wanneer M. Clemenceau Minister was, wilde hij daaraan een einde stellen door aile nuttelooze plaatsen af te schaffen en ambtenaars en bedienden te doen werken gelijk het behoort. 't Was echter een druppel in de zee, want eens Clemenceau van 't roer, kwamen de vorige misbruiken weer tôt stand, 't Is echter in Frankrijk alleen niet dat die kwaal bestaat. Andere landen hebben er insgelijks door te lijden en nu zij allen in schuld geraken door den oorlog, 't zij recht-streeks of onrechtstreeks, zullen zij wel verplicht zijn besparingen op dit gebied te doen. En die besparingen kunnen nog al hoog beloo-pen, zonder te schaden aan den regelmatigen gang der openbare besturen. Pax Uit de Gazettenwereld De censuur wordt op de Fransche bladen zeer streng toegepast, zoodanig dat zij er over klagen geene nieuwstijdingen te mogen geven over hun eigen land, terwijl vreemde bladen diezelfde nieuwstijdingen mogen verspreiden. Die gestrengheid zal nog immer gesteund zijn op het feit, dat Fransche bladen in 1870 door hunne onvoorzichtigheid veel nadeel over het land trokken, iets dat de censuur nu wil vermijden. Aan Fransche bladen bijzonder moet zulks hard vallen, want zij hebben gaarne hunnen « zeg » over ailes en dalles. Zelfs Clemenceau die zoo gaarne de waarheid zegt of zou willen zeggen in zijn blad L'Homme Enchaîné, — de man aan de ketting, — moet nu ook buigen voor die nood-wendigheid en ligt nu ook aan de ketting... Hildebrand De Geestelijke Blindkeid V Het plaatselijk geheugen, het geestelijk gezicht dat ons hélpt om onze stappen te richten, zijn, zooals wij gezien hebben, een onmisbare voorwaarde voor de vrijheid onzer bewegingen, maar er moet nog eene grootere waarde gehecht worden aan het gezichts-geheugen dat ons toelaat de herinnering te behouden der stofïelijke voorwerpen waardoor aile oogenblikken onze aandacht getrokken wordt. Alhoewel deze soort geheugen niet op dezelfde wijze en in denzelfden graad bij ieder ontwikkeld is, is zij zeer belangrijk voor allen, en velen zullen voorzeker instemmen met de bewering dat, zoo zij plotseling van het geestelijk gezicht beroofd werden, zij tezelfder-tijd het grootste deel hunner verstandelijke vermogens zouden verliezen. Veel redenaars houden hun toespraken en talrijke scholieren zeggen hun les op, door ze om te zeggen, regel voor regel en bladzijde voor bladzyde, te lezen, dank aan den gezichtindruk dien hun van den tekst, dien zij thans vôôr zich niet hebben, bijgebleven is. Er worden lieden gevonden die zich enkel op cijfergeheugen kunnen beroemen voor zooveel zij deze als gezichtsherinneringen bezitten : die de dagteekening en de uren weten alsof zij op een kalender of op een wijzerplaat aangegeven waren ; er zijn er, bij wie al de teiten der geschiedenis of de voorvallen van hun eigen levensloop innig verbonden zijn met gezichtsbeelden ; die zich een muziekwijze of een deuntje kunnen herinneren door zich in gedachten terug te verplaatsen in de omstan-digheden waar zij ze voor de eerste maal hoorden : bij wie het rechtschrijven, dat is het geschreven voorkomen van eenen naam, btfna onafscheidbaar is van de herinnering aan dien naam. Indien het dus gebeurt dat zulke lieden beroofd worden van hun gezichtsherinneringen zullen zij slechts kunnen rekenen binnen de grenzen van het boekje dat zij uit het hoofd kennen ; zij zullen het begrip van tijd verloren hebben ; bijna al de feiten van het verleden zullen voor hen verdwenen zijn ; zij zullen geen muzikalen zin meer schijnen te bezitten, en de onmogelijkheid waarin zij zich bevinden den naam van een vriend of van een naasten bloedverwant terug te vinden, zou kunnen doen gelooven dat zij zich geheel en al onbewust voelen van zijn bestaan. Een zeer zonderling geval door Dr Charcot aangehaald, zal ons aantoonen in hoeverre het verlies van het gezichtsgeheugen den verstan-delijken toestand kan wijzigen, zelfs wanneer al de andere verstandelijke vermogens onaan-getast blijven. Een zeer bekwame koopman j waarvan het geestelijk gezicht buitengewoon ontwikkeld was, had plotseling het gezichts- j geheugen verloren voor wat de vormen en de ; i * kleuren aangaat ; hoewel hij den aard en den vorm der voorwerpen herkende, scheen het hem echter toe ze voor de eerste maal te zien. Zijn zaken verplichtten hem dikwijls op reis te gaan, en telkens als hij in zijne vaderstad terug keerde, scheen het hem toe een vreemde plaats te betreden : hij bekeek telkens met veel verwondering de straten, de gebouwen, de huizen, want dit ailes gaf hem een gansch nieuwen en vreemden indruk. Ziehier ongeveer in welke bewoordingen hij zelf de verandering beschreef die zijn persoonlijkheid ondergaan had. » Ik bezat een groot gemak mij de personen die mij belangstelling inboezemden, de kleuren en de voorwerpen van allen aard, in één woord al wat het oog weerspiegelen kan, vôôr den geest te roepen... wanneer ik iets wilde uit het hoofd leeren, behoefde ik het enkel te lezen en zoo ik dan de oogen sloot, zag ik klaar en duidelijk al de letters in hun kleinste bijzon-derheden ; eveneens was het met het voorkomen der personen, der landen en der steden die ik gedurende mijne talrijke reizen bezocht had... Eenklaps is dit inwendig zicht geheel en al verdwenen. Met den besten wil der wereld kan ik mij thans de gelaatstrekken mijner vrouw, mijner kinderen, of de voorstelling van gelijk welk voorwerp dat ik dagelijks onder handen heb, niet meer vôôr den geest brengen. Mijne vrouw heeft zwarte haren, daar heb ik de meest volslagene zekerheid van, en toch is het mij geheel onmogelijk deze kleur in mijn geheugen terug te vinden, evenmin als ik mij haar persoon of haar wezenstrekken kan verbeelden. Onlangs bevond ik mij in eene openbare galerij toen ik mij den weg afgesne-den zag door een persoon, wien ik aanstonds mijn verontschuldigingen wilde aanbieden, en die niet anders was dan mijn beeld in een spiegel herkaatst. Indien gij mij moest vragen mij in mij zelven de torens der Onze Lieve Vrouwe kerk, een grazend schaap en een schip in voile zee voor te stellen, zou ik u maar enkel kunnen antwoorden dat, hoewel zeer wel bewust dat het drie geheel en al van elkaar verschillende dingen zijn, zij toch hoegenaamd geen zin voor my hebben onder opzicht van geestelijk gezicht. « 't Komt mij voor alsof eene geheele veran-dering in mijn bestaan heeft plaatsgegrepen : mijne gewaarwordingen, mijne gevoelens, of beter gezegd mijne indrukken, zijn immer nieuw. Om eene optelling te maken had ik vroeger slechts de verschillende cijferreeksen van mijn boek te overloopen en ik kon het totaal zonder aarzelen nedeischrijven ; thans ben ik verplicht een voor een en half luide al de cijfers te noemen die ik samen te tellen heb, en kan ik slechts met heel kleine bewerkingen voort. Wilde ik iets van buiten leeren ? Na twee of drie maal het stuk gelezen te hebben, stond elke bladzijde met al liare regels en al hare letters in mijnen geest en op mij ne eerste poging vertoonde zich het stuk geheel vôôr mij en las ik het inwendig zonder de minste moeielijkheid ; thans moet ik luide en dikwijls de zinnen herhalen en ze mij aan de ooren doen klinken, want ik voel wel dat het gehoor-geheugen alleen mij getrouw gebleven is ; ten andere, terwijl ik lees, beweeg ik geheel bewust de lippen, en, beroofd van het geestelijk gezicht, is het mij noodig geworden aandacht te verleenen aan de inwendige spraak en de articulatiebewegingen der tong en der lippen om te verstaaa wat ik lees. In één woord, ik ben verplicht mij zelven de woorden toe te spreken die ik in mijn geheugen wil vestigen, terwijl ik er te voren genoeg aan had ze door het gezicht waar te nemen. » Ook mijne droomen zijn veranderd. Thans droom ik enkel van woorden, terwijl ik te voren zeer wel de dingen zag. » Ik ben veel min gevoelig geworden voor eene zedelijke pijn of een verdriet. Laatst verloor ik een mijner bloedverwanten die ik ten zeerste beminde, en toch gevoelde ik veel min verdriet dan indien ik nog het vermogen had bezeten mij door het geestelijk gezicht zijne wezenstrekken en den loop zijner ziekte voor te stellen, en vooral indien ik mij had vôôr den geast kunnen brengen welke uitwerking dit voorbarig overlijden op de leden mijner familie, teweegbracht. » Er zijn nu beroepen die niet toelaten de gezichtsherinneringen te vervangen door gehoorherinneringen, zooals het bij dezen koopman het geval was. Men stelle zich voor welke verwarring het op het beroepsleven van een schilder zou uitoefenen, indien hij plotseling het geheugen van vorm en kleur moest verliezen ! Wij hebben er het voorbeeld van gehad, door professor von Monakow van Zurich mede-gedeeld : een ongelukkige kunstschilder die een landschap wilde maken, werkte gedurende een half uur dapper door aan het trekken van lijnen, die boomen moesten verbeelden, maar die inderdaad slechts een onverstaanbaar men-gelmoes vormden. Een andere zieke, nochtans wel bewust van het verschil tusschen een stoel en een zetel, kon zich geen dezer meubels

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Het Vlaamsch heelal: katholiek - zondagsblad behorende tot de categorie Katholieke pers. Uitgegeven in Borgerhout van 1878 tot 1930.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes