Het Vlaamsch heelal: katholiek - zondagsblad

907 0
28 oktober 1916
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1916, 28 Oktober. Het Vlaamsch heelal: katholiek - zondagsblad. Geraadpleegd op 20 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/3t9d50gt62/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

28 October 1916 Nr 44 39e Jaargang HET VLAAMSCH HEELAL Vrij en Onafhankelijk Katholiek volksgezïnd weekblad voor Vlaamsche en Algemeene Belangen ï ' ~ i — IXHCimiJVIiVGHI'IUJB Voor een jaar fr. 5.— Voor 6 maanden » 2.75 Voor 3 maanden » 1.50 Voor Nederland » 5.50 Voor 't Groot Hertogdom Luxemburg. . » 5.50 Voor andere landen » 7.00 Dit blad verschijnt den Zaturdag morgend.— Men teekent in bij den Uitgever en in aile postbureelen, alsooh bij de briefdragers. Roofdopsteller : JOHAN LEEMANS Deo Juvante Vincam ! Aile artihelen en mededeelingen moeten vôàr Donderdag anond ten bureele besteld zijn, alsooh de aankondigingen. Afzonderlijke nummers van dit blad zijn te bekomen ten onzen bureele, Carnotplaats 65. — a O centiemen het nummer. AAKKONDIGIWGEIH Den regel fr. 0.20 Kleine aankondiging » 0.50 Begrafenisbencht » 5.00 Groote aankondigingen bij overeenkomst. Voor aankondigingen buiten de provincie, wende men zich tôt de Agencie H A. VA.S, Martelarenplaats 8, Brussel, en Beurs-plaats 8, te Parijs. Voor aile andere aankondigingen ten bureele Carnotplaats (Laar) 6SS, Borgerhout-Antwerpen Woeker en Weergave Nu de prijs der levensmiddelen immer stijgt, ondanks het ingrijpen der overheden, kan het niet genoeg her-haald worden dat de woeker eene oneerlijkheid en een diefstal is, bijzon-der tegenover de noodlijdenden. Want al worden deze geholpen door komi-teiten en overheden, die hulp is toch niet voldoende en zij wordt bovendien merkelijk verkleind door de duurte der levensmiddelen. & * * Die woeker zal toch eenmaal moeten uitgeboet worden, 't zij persoonlijk of in 't algemeen. Persoonlijk wordt de uitboeting moeielijk, ten eerste door de hebzucht die aile goede gevoelens versmoort ; ten tweede omdat de uitboeting niet kan gebeuren in 't belang van hen die er het meest door lijden. Aile oneerlijkheid, waarvan de woeker een der ergste misdrijven is, kan enkel goed gemaakt worden door weergave of restituée. En hoe zal die weergave of restitutie gebeuren ? * * * Zij zal vrijwillig of gedwongen moeten toegepast worden, vroeg of laat. M. Maenhout, volksvertegenwoordiger van Gent, heeft dienaangaande reeds een goed beroep gedaan op de Christe-lijke liefde van landbouwers en hande-laars, tevens wijzende op de erge gevolgen, die hunne handelwijze na den oorlog kan hebben. Meer andere oproepen om den woeker te bestrijden en als eene misdaad af te schilderen, zijn door gezaghebbende lieden van aile partijen en aile landen gedaan, om tôt meer eerlijkheid in den handel te geraken. * * * Indien de woekeraars nadachten op de erge gevolgen die hunne handelwijze heeft, bijzonder in zake van eetwaren die niemand kan missen, dan zouden zij er honderdmaal op nadenken voor-aleer te handelen en zij zouden van allen woeker afzien. Inderdaad, indien er thans gebrek en honger geleden wordt door kinderen en minvermogen-den, dan is het veelal de schuld dier woekeraars, die noch menschlievend-heid, noch vaderlandsliefde schijnen te bezitten. En kan er wel iets ergers zijn dan te denken, dat kleine kinderen en minvermogenden door de schuld der woekeraars meer lijden en ontberen dan anderen ? * * * In zaken en koopwaren die niet onmiddellijk tôt de volksvoeding dienen, of zelfs in eetwaren die kunnen gemist en als overvloed en pracht kunnen bestempeld worden, zou de woeker nog zoo erg niet zijn, alhoewel hij nogtans werkgebrek en stremming in handel en nijverheid te weeg brengt ; maar in zake der volksvoeding is geene veront-schuldiging mogelijk, wanneer de prijzen niet in verhouding zijn met de werkelijke waarde van het geleverde. * * * Zij die er tijdelijk wèl bij varen, mogen niet vergeten dat zoo iets geen bestendig geluk bij brengt ; hun geweten zal eenmaal luider spreken dan hunne hebzucht, luider dan hun uitbundig leven en hunne pracht terwijl anderen gebrek en honger lijden ; en vooral de vrouwen die thans prachtig gekleed gaan door de opbrengst van den woeker, zij mogen niet vergeten dat moeders en kinderen lijden en treuren om die pracht, die op de volksvoeding is uitgewonnen. * * * Weergave of restitutie, dat moet de opwekking zijn van het geweten bij hen, die bij de volksellende alleen hunne heb- en ikzucht hebben gekend. En indien zij die stem van hun geweten involgen, dan zullen zij nog maar een deel kunnen herstellen van het kwaad dat zij hebben verricht. Want gebrek en ziekten, die bij velen het gevolg zijn van onvoldoende voeding, zullen in vele gevallen onherstelbaar zijn. * ■¥ Wij hebben het vroeger nog geschre-ven : er zijn menschen die in zulke zaken niet nadenken en bijzonder geene rekening houden van de gevolgen. Door op het onredelijke en onmensche-lijke hunner daden immer te wijzen, kunnen zij tôt inkeer komen en eeniger-mate het kwaad herstellen dat zij hebben verricht. 't Is met dit doel dat wij andermaal deze zaak aanraken, hopende dat meer gezaghebbende volks-leiders zooals M. Maenhout en anderen, nog betere uitslagen zullen bekomen, zoowel langs wereldlijke als geestelijke zijde. J. L. DE TOESTAHD HIER EH ELDEBS NEDERLAND. — De bespreking der Grond-wetsherziening is in de Tweede Kamer begon-nen. Betreffende het stemrecht en meer andere voorstellen, zooals de evenredige vertegen-woordiging en de verplichte stemming, leveren de besprekingen niets nieuws op, ten minste niet voor ons, Belgen, die al de voor- en tegen-werpingen sinds lang keiinen. Alleen in zake van het ondersteunen van 't bijzonder, vooral godsdienstig onderwijs, door Staatstoelagen, levert de gedachtenwisseling eenig bjlang op, doordien de toestanden in Nederland auders zijn dan bij ons. Terwijl velen de volledige gelijkstelling eischen tusschen openbare en bijzondere scholen, zijn er zelfs Katholieken en Protestanten die zoo verre niet gaan en van meening zijn, dat Katholieken en Protestanten eenige geldelijke zelfopofferingen moeten blijven doen, uit vrees voor onverscbilligheid bij de geloovigen, die zich geheel en al op den Staat zouden vertrouwen. 't Is dezelfde ziens-wijze die M. Woeste destijds in België deed gelden, in strijd met het oordeel van hen die wisten, hoe zwaar de persoonlijke zelfopofferingen waren. —o— AMERIKA. — Over den kiesstrijd voor den Voorzitter der Republiek wordt weinig of niets bekend. Alleen is het waarschijnlijk, dat de oorlogsaangelegenheden van Europa, alsmede den twijfelachtigen toestand in Mexico, daarin eene groote roi zullen spelen. Niet minder zullen de groote werkstakingen bij ijzerenweg-en andere maatschappijen, hunnen invloed doen gevoelen. Daarom ook bestaat er nog geen vast voorgevoel, of Wilson ofwel Hueghes zal gelukken. Buiten de herkiezing van Roosevelt, is eene herkiezing voor een tweede tijdvak van vierjaren voorzitterschap zelden voorgekomen. IERLAND. —• De zelfstandigheid van Ierland wordt in 't Lagerhuis van Engeland vurig bepleit. De tijdsomstandigheden laten echter niet toe deze zaak nu op te lossen, maar voldoende beloften en verbintenissen zijn aan-gegaan om de Ierlanders gerust te steilen. Pax Uit de Gazettenwereld Ondanks de groote oplage der voornaamste Amerikaansche dagbladen, hebben zij betrek-kelijk minder invloed dan zulks met gelijke bladen in andere landen het geval is. Dit komt doordien de politieke wetenschap in Amerika leert, volgens M. A. de Tocquev, dat, om de macht der dagbladen krachteloos te maken of te verdeelen, het noodig is er verschillende te stichten. Het kan ook zijn dat het volk in Amerika meer ontwikkeld en vrij is, en zich niet zoo gemakkelijk laat leiden en misleiden als dit van andere landen. Die bladen zijn tevens ondernemingen van groote kapitalisten, die ondanks de politiek willen gelukken en munt slaan, door eene verstandige en beredeneerde uitbating dier bladen. Hildebrand Gedachten over Godsdienstige Opvoeding IV Naast den opvoeder, heeft ook de zoo weinig zielkundige schikking der leerstof de meeste schuld aan den weinigen bij val der godsdien-stige opvoeding in de onderscheidene richtingen. Hoewel ik me deze overwegingen als algemeen geldend voor de onderscheidene godsdiensten voorstel, zal ik me hier echter, gemakshalve, bij mijn eigen Katholieken godsdienst bepalen in tastbare gevallen, ten einde mij niet te ver te wagen op gebieden, die ik slechts schoorvoetend betreed. De godsdienst is een samenhangend wijs-geerig stelsel. Hij is dit althans voor ons, ontwikkelde volwassenen, want bij de kinderen is hij hoofdzakelijk een invloed ten goede, en menige voor ons onontbeerlijke begrippen kunnen niet door de pas ontwakende vermogens der kleinen ouivat worden. Het gaat niet op eene geheele reeks gebeden en een gansche Katechismus te doen van buiten leeren, indien de begrippen, in die woorden belichaamd, niet den kiniierlijken geest, het kinderlijke gemoed kunnen doordringen en er den noodzakelijken invloed ten goede uitoefenen. Er is, in de godsdienstige opvoeding, een onbewuste en een bewuste invloed. De onbe-wuste gaat uit van het goede voorbeeld, doch in onze tijden minder dan ooit mag deze noch onder-, noch overschat worden... wat nochtans regelmatig gedaan wordt. De bewuste invloed spruit voort uit het stelselmatig en zielkundig onderwijs in den godsdienst, onderwijs, dat er niet op uit mag zijn het geheugen te vullen, maar veeleer den geest te verlicuten en het hart' te ontsteken. Het hoofdpunt van den godsdienst — het woord duidt het genoegzaam aan : Godsdienst —, dat ailes omvat en waar ailes moet tôt teruggebracht worden, is God. En daarom is het eerste werk van al te ijverige en al te ondoordachtbare godsdienstleeraars, om zoo te zeggen God het kind naar het hoofd te werpen. Aldus ontstaat een woord dat geen vast begrip medebrengt, omdat men nagelaten heeft het te wortelen in het hart van het kind, het in zijn gemoed te ontdekken. In het eerste hoofdstuk gaf ik twee grond-wetten der cpvoeding op, die regelmatig in ons godsdienstonderwijs onder de voeten getreden worden : van het bekende naar het onbekende overgaan, en van het enkelvoudiqe naar het samengestetde. Bij het stichten van het Gods-begrip uient vooral de eerste in aclit genomen te worden. Men zal mij voorzeker opwerpen, dat het kind reeds in den huiskring deels of geheel het Godsbegrip opgedaan heeft, maar ik durf verzekeren dat dit slechts bij enkele, bij uitzonderingen, het geval is, en dat we onze leerwijzen niet op uitzonderingen moeten steunen. Wat is het bekende in dit tastbare geval ? Het kind zelf, voor zooveel het van zijne persoonlijkheid bewust is, en de omgeving, waarin het kind zich beweegt. Ook zal er in de eerste lessen van godsdienst — hoe wonder dit ook enkelen bij het eerste opzicht moge voor-kornen —, geen spraak zijn van God, maar i wèl zullen de kleinen het Opperwezen voeten \ in hen zelven, dat daarna met den naam van « God » zal bestempeld worden. Nu weet ik, dat menige lezers van mijne verschenen studie L'Ecole et la Vie — ook in 't Nederlandsch verschenen, het opbouwend deel althans, onder titel : Wat de School zijn kan — mij volgende ! aanhaling uit gemeld werkje zullen opwerpen : « — Wat een goeie meubelmaker moet dien boom gebouwd hebben ! » zeg ik hun met het ernstigste gezicht van de wereld, en wijs hun een heel dikken aan. Om mij heen schateren de kinderen 't uit van lachen, en een der stout-moedigste vertolkt de algemeene meening zijner makkers door te antwoorden : « — Het is geen meubelmaker, die dezen boom gemaakt heeft, hij is uit den grond ■ gegroeid. » j » Een gesprek — spreekoefening noemt men dit op school — ontspint zich, en wij ontdekken, dat er een Groote Meubelmaker moet zijn, een Opperwezen, almachtig en goed, Die de menschen lief heeft en Die dezen boom uit de aarde heeft doen komen. » Het was echter mijn inzicht niet zoo spoedig de Godheid ten tooneele te voeren, ten bewijze de voetnota, die ik er bijvoegde : « In de praktijk zal ik me wel wachten reeds den eersten dag tôt het denkbeeld der Godheid te komen ; daarbij de zoo nuttige en opvoedkun-? dige wenken volgend van Félix Ortt in zijne ; Bneven aan een Vriendinnetje. Wie te haasiig is om het nog niet gevoelde denkbeeld met een naam te bestempelen, blijft bij den naam en doet het denkbeeld niet in het hart opkomen. Onderscheidene lessen, over bekende dingen, mogen en moeten als voor-\ bereiding dienen tôt het Godsbegrip, en elke les À moet in het gemoed van het kind een vraagtee-ken plaatsen, waarop dan, diep uit het hart geweld, God te voorscbijn treedt. Nu wordt er gewoonlijk onmiddellijk tôt een nieuw onderwerp overgegaan, wat mijns inziens de reinste onzin en woordenkramerij is. Het begrip van « God » eens bevestigd, hoe vaag omlijnd dit ook is, valt er eerst de vrucht ten goede uit te halen in betrek met het begripsverinogen der kinderen. We moeten nu God leeren kennen in al zijne hoedanigbeden, en elk dezer vereischt bij jonge kinderen, eene geheele les, willen we zielkundig te werk gaan en de leerwijze van Jezus volgen, zooals ik die in het tweede hoofdstuk mededeelde, d. i. bij wijze van vertelling en vergelijking. Men vergete echter niet, dat het hier om den invloed te doen is, en niet om de waarde, in dusverre, dat het van jonge kinderen met mag gevergd worden, b. v., eene opsomming te geven der behandelde hoedanigheden Gods. Het blijkt dan ook klaar hieruit, dat het gebruik van een « Katechismus voor kleine kinderen », « om van buiten geleerd te worden », geens-zins thuis hoort in deze leerwijze. Geraak ik daardoor in tegenspraak met deze of gene overheid, dan troost ik me met dit gedacnt, dat, toen Jezus zijne heerlijke woorden uit-sprak : « Laat de kleinen tôt mij komen », Hij hen geene « tractaaijes » in de nand stopte, noch opgelegde boekjes van buiten te leeren. Het Godsbegrip is zoo oneindig vruchtbaar, en kan daarbij den kinderen zoo echt kinder-lijk-eenvoudig aangebracht worden, dat er veel langer zou moeten blijven stil gestaan worden dan het gewoonlijk het geval is. Wel zal de menschelijke vergelijkenis hoogtij vieren in de kinderlijke gemoederen, maar dat zij, die meenen het geestelijk Godsbegrip den kinderen te kunnen aanbreugen, er eerst goed over nadenken en de poging van Locke eens kritisch nagaan. Bij kleine kinderen is de menschelijke vergelijkenfs geheel en al natuur-lijk, en, ten andere, leeren wij. Christenen, niet God vereeren in Jezus, en Jezus in God ? Terwijl we zoo van het bekende naar het onbekende gingen, dat ons thans ook bekend is geworden, zijn we steeds bij het enkelvoudige gebleven. Dat wil dus zeggen, dat we lang, heel lang wachten tôt we het mysterie der H. Drievuldigheid aanraken, dat, in beirek tôt het enkelvoudige GioAsbegrip, het samen-gestelde uitmaakt. Het is echter op verre na niet voldoende den kinderen te leeren « dat er drie Goddelijke Personen zijn » ; zij moeten dit zelf reeds gevoeld hebben eer we ooit die namen of die drievuldige Eenheid vernoemen. En hoe zullen zij dat voelen ? Door het leven van Jezus. Het leven van Jezus dient eerst kort, een-voudig, kinderlijk verteld te worden, niet in ééne les, wel te verstaan, maar in onderscheidene. Het leven van Jezus, zoo eenvoudig als het maar zijn kan, zonder veel mystieke, noch theologische besprekingen en aanschouwingen, waarmede welgezinde, maar weinig-zielkundige schrijvers het opsieren. Dat leven spreekt uit zich zelven reeds eene zoo heerlijke taal, er gaat zulk een alles-omvattenden invloed van uit, dat het des te meer vat heeft op de zielen naarmate het minder opgesmukt en meer eenvoudig voorgedragen wordt. In dat goddelijk leven ontdekt het kind de openbaring van den Vader, den Zoon en den H. Geest, mysterie, dat ondoorgrondelijk is voor zijnen geest als voor den onzen, maar waarbij het zich gerust neder-legt, niet omdat het dit heeft moeten van buiten leeren, maar omdat het zulks weet door Jezus, door de Opperste Waarheid. Zoo naderen wij het meer » specifieke » in het geloofsbelijden. Hier ook moeten wij de beide hooger vermelde grondwetten in acht houden, en daarenboven niet vergeten, dat we allen, welke ook onze belijdenis en godsdieu-stige overtuiging zij, « kinderen zijn van éénen zelfden -j/ader. » Nergens is de hoogste ver-draagzaamheid noodzakelijker dan in dit deel der godsdienstige opvoeding, maar ook, nergens wordt ze meer onder de voeten getreden dan hier. Het is jammer zulks vast te steilen, maar het is nochtans zoo : de onver-draagzaamheid tusschen geloovigen en god-loochenaars is veel minder dan die tusschen Christenen en andersdenkenden, en zoo ze reeds hoog stijgt tusschen de twee hoofdinrichtingen van het Kristendom, tusschen » Roomschen » en « Protestanten », bereikt zij haar hoogste hevigheid tusschen twee richtingen der zelfde secte, b. v. tusschen de « orthodoxe » en de « moderne » Protestanten... En hoewel de « Roomschen » nu eenmaal den naam hebben « heel onverdraagzaam » te zijn, is dit echter niet altijd het geval, en zou het tegendeel met evenveel recht mogen gelden. * * * Zooals de lezer het heeft kunnen inzien, heb ik me niet ten doel gesteld hier een leergang van godsdienstige opvoeding neer te schrijven, maar enkel eenige overwegingen en aanduidin-gen aan te stippen, waar iedereen wellicbt i

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Het Vlaamsch heelal: katholiek - zondagsblad behorende tot de categorie Katholieke pers. Uitgegeven in Borgerhout van 1878 tot 1930.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes