Het Vlaamsche land: Vlaamsch orgaan voor België en Nederland

1714 0
27 februari 1915
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1915, 27 Februari. Het Vlaamsche land: Vlaamsch orgaan voor België en Nederland. Geraadpleegd op 25 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/t72794296p/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

||lli|ll voorBelgië enhlederland]!^^^®5—^^SjgBjB, Weekblacl onder Hoofdredactie vmii Dr. JOZEP CRBTS. >k Redactie en Administratie: ORANJESTRAAT 4—6. jjw^^Jr __ , ABONNEMENTSPRIJS: = AD VERTENTIËN : __ __ , , -, V Voor Via an de r en! !'er 3 maa^. franco per post. /o.75. Voor Nederland! Per jaar », 3.-. to Enkele nuramers 5 cents. " = = Voor meer dan 35 regeIs 20 rabat ONS EERSTE WOORD! Dit woord is een woord van hulde! .... Wanneer, in Ylaanderen, een kind ten doop wordt gebracht, tooit men het zoo schoon en rijk moge-lijk; en hieraan wordt de meest drukke zorg besteed. Eerst wordt het wicht een lang kleed van zijde, laken of katoen aangetrokken, zoo lang en wijd dat het bijna den grond raakt, wanneer het kind sla-pende ligt in de armen der baker die den kostbaren last ter kerke dragen zal; daarbij, wordt het ten-gere hoofdje met een fijn, sierlijk iiiëi. strlkjës en v où wij es Veîsîeiù i hoedje getooid, waaraan een kanten sluier, even lang als het kleed, wordt vastgehecht en voor het reode ineengetrokken gezichtje wordt ge-hangen. Dat ailes is zuiver wit, wit en vlekkeloos als het schepseltje zelf, dat voor de eerste maal onder het daglieht verschijnt, en de ouders besteden al hun zorg opdat de vrucht hunner liefde zoo mooi, zoo heerlijk mogelijk uitpakke. Ja, ook de arm-sten onder hen spannen het onmo-gelijke in om toch maar aan dien ouderlijken plicht niet te kort te komen. Wij wenschen vandaag, bij de blijde geboorte van ons kind, te handelen naar dit voorvaderlijk ge-bruik, en wij dragen den doopeling naar de doopvond in een glanzend en schitterend pak, trotsch en fier als we zijn over ons petekind dat het leven, het hoopvolle leven ingaat onder onze aanhoudende be-scherming, en dat de zon begroet die verrijst uit de akeligheden des winters als de gloed waaruit het licht moet stralen, het schitterende licht dat, wars van aile duisternis, zijn geest klaar houdt en zijn wegen beschijnt, de zon, die zijn hart verwarmt, met de warmte van het groeiende leven! Aan de wieg van dat kind waken twee leeuwen, beide even krachtig en even trotsch, en juichend, drukken twee broeder-volken den vredezoen op zijn snoesige koontjes. "Wij hebben een feestpak aangetrokken en voeren, hierdoor, een nieuwigheid in, die bepaald afbreekt met het gewone, en wij weten waarom. Wij begroeten het leven, dat vrij in onze aderen wordt gegoten, het voile blakende leven dat ons gezond bloed geeft, waarbij wij een toe-komst tegemoet gaan van eer en roem voor het thans lijdend en strijdend België! Wij begroeten het leven, dat ons bezielt, omdat wij, hierdoor, voor het aanschijn der wereld kunnen optreden, vrij en vrank, om te zeggen wat wemeenen, en uiting te g'even aan onze innigste verzuchtingen ! Wij begroeten het leven, omdat wij voelen dat we spreken moeten en zeggen wat wij zoo lang, al te lang in ons hart begroeven, omdat wij, Ylamingen en Nederlanders, spreken willen en lucht willen geven aan onze zoetste verlangens, te leven voor de verdediging onzer gemeen-schappelijke belangen en behoefte hebben aan wederzijdsche genegen-heid, "die geboren werd uit de liefde eenerzijds, uit de dankbaarheid anderzijds ! Wij begroeten het leven omdat wij, Belgen, niet langer zwijgen kunnen, niet langer zwij-gen mogen over de smarten die ons werden berokkend, over het lijden onzer rampzalige landgenoo-ten, en over het droeve lot dat wij, ter wille van Recht en Eer, moesten ondervinden ! Wij begroeten het leven, omdat wij, Nederlanders, meevoelen en meelijden, waar tal-loos vele zwakken en kleinen den ontzettenden geesel van den oorlog hebben leeren kennen, zij die toch niets anders deden dan de onschend-baarheid hunner woningen en de veiligheid hunner levens verdedigen ! En, op het oogenblik dat zoovele zonen eener kleine, doch roemrijke natie, sneuvelen en sterven voor de groote zaak van Eer en Recht, komen wij tôt het leven, wij die fier zijn bij die natie te behooren, tôt het kloeke frisch opbruisende leven om hââr te dienen, waarvoor zij als helden gevallen zijn! Ook is dit, ons eerste nummer, hoofdzakelijk een bewijs van diepe, nederige hulde aan een Yorstenpaar waar, op dit oogenblik, heel de wereld vol bewondering naar opkijkt, èn aan een Koningin die, bij de man-nelijke karaktersterkte waarmee ze de teugels van een staatsbewind vasthoudt, het edelhartigste voor-beeld paart van de bewonderens-waardigste naastenliefde. Inderdaad, de gezegende namen van Koning en Koningin Albert en Elisabeth liggen op ieders lippen. Wie kent „de held der helden" niet, hij, die niet geaarzeld heeft Zijn konings-kroon tijdelijk af te leggen om het zwaard te omgorden en te leven het smartvolle, verschrikkelijke leven der loopgraven en der slagvelden, aan de zijde zijner trouwe, dappere soldaten en, naar het vuorbeeld der Klauwaarts en Eranchimonteezen, tôt den laatsten ademtocht te vech-ten voor de vrijheid van zijn over-rompeld vaderland' Wie draagt niet in zijn hart den gezegenden naam der engelenko-ningin Elisabeth, zij, die moedig nederknielt bij den gewonden held, om hem met harekoninklijkehanden te verzorgen, hem te troosten, hem met hare zachte stem te spreken van de dierbaren die op hem wach-ten, gihder verre in eenzame en verge ten plekjes des vaderlands, waar ze bidden vwr het behoud van den vader, den zoon, den ge-liefde die dââr nu stervende ligt aan haar voeten hem het eeuwige afscheid lichter, minder pijnlijk maakt, en hem voor immer moeder-lijk de oogen sluit! Maar ook, wie ter wereld paart den geëerden naam niet van H. M. Wilhelmina, de liefdekoningin der Nederlanden, bij de twee namen der Belgische vorsten ? Is liefde dan de zuster niet van moed en zelfverloochening ? Wanneer, enkele maanden gele-den, de arme belgische bevolking zich ijlings verplicht zag voor de overmacht te vluchten, uit haar woningen werd verdreven of dezen voor hare oogen in vlam en puin zag vergaan, wie was het, die toen, vol liefde de armen reikte naar die menigte rampzaligen, die schreiend door den duisteren killen winter-nacht ijlden om hulp en troost? Was het Koningin Wilhelmina niet, Zij de edelmoedige Vorstin die, ettelijke jaren vroeger, de Gel-derland zond om het oude Staats-hoofd van het vrije Boerenland, trots de weigering van machtiger Staten, in haar lachend en gastvrij land als een liefdezuster te ontvangen? Was Zij het niet en hare groot-hartige onderdanen die, in een nobel onvergetelijk gebaar van reine men-schenliefde, de afgetobde kleinen, de van wanhoop vertwijfelde vrou-wen en de aan honger en ontbering lijdende mannen opnamen, hen eten, verzorging, troost en onderkomen verschaften, en fier alléén den last dier liefdedaad wilden dragen? En is het nog steeds Zij niet en, met haar, het edele Nederlandsche volk, die, als ware het een onverzuim-baren plicht, duizenden noodlijdende Belgen met de schatten harer onuit-puttelijke barmhartigheid overlaadt? Ook daarom, en uit diepgevoelden dank,verschijnenwijinplechtgewaad. Dank ook zij U, Regeering van Nederland, die Uwe warmste belangstelling en Uw medelijden met ons leed onzen armen vluchtelingen vanaf het eerste oogenblik zoo groothartig deedt gevoelen, en door Uw toedoen ge-lukkig waart hen, met 's lands penningen, hulp en redding te brengen. Dank ook Gij, heer Consul-Gene-raal F. HUYLEBROECK, brave, minzàme magistraat, die, op zoo verheven wijze, ons dierbaar Bel-gie alhier vertegenwoordigt. Wel ontveinzen wij ons niet dat, wat wij thans op deze plaats over U schrijven, Uwe goedkeuring niet weg-dragen zal, omdat wij, hierdoor, Uwe al te groote nederigheid kwetsen, maar de aandrang die we voelen in ons hart om het toch te doen is zoo onweerstaanbaar, zoo over-weldigend dat onze wil er geheel door verlamd en door gebroken ligt. Verge'ef het ons dan, hoog-geachte Consul-Generaal, indien ons dank woord tôt U geestdriftig uit onze borsten stijgt, en wij vrijer ademen nu de troostende overtui-ging ons bezielt geheel onzen plicht te hebben gekweten! Want wij weten beter dan wie ook hoe, sinds meer dan zes maanden, Gij heel Uw tijd, al Uw krachten, al Uw gaven, heel Uw leven wijdt aan de verzachting van het droeve lot Uwer arme landgenooten, en hoe blij het U maakt den schamelen bescheiden, zeer bescheiden een helpende hand toe te reiken ! En dan ziet men wel eens Uw goedige oogen vochtig worden onder de grijze wenkbrauwen, en hoort men Uwe zachte, vaderlijke stem trillen van aandoening ! Dank ook Gij, heeren en dames der steuncomités voor Belgische vluchtelingen aller steden en gemeen-ten van Nederland, die, als spontaan in het leven geroepen, zoo oneindig veel gekende en onbekend gebleven weldaden aan de Belgen hebt be-wezen, en ze kwistig strooit als rozen voor hun voeten! Dank ook Gij, bestuurders en redactie van Nieuwe Rotterdamsche Courant, Rotterdamsch Nieuwsblad, Maasbode en andere couranten, Gij particulieren als Mevrouw Knight, de zoo verdienstelijke en liefdevolle weldoenster van zoovelen onzer ongelukkigen ; Mr. B. Denekamp, een der flinkste advocaten dezer stad, de edele menschenvriend, die, in een gebaar van nooitvolprezen philantropie, door middel der pers, zijn hulpbehoevende confrères uit België tôt zich riep om ze belang-loos te steunen en bij te staan ; • de heer Van Lennep, de ziel van het Rotterdamsch Steuncomité voor Belgische vluchtelingen, en zoovele anderen wiens namen wij niet noe-men kunnen omdat wij het geluk niet hadden ze te kennen. In een woord, aan al de vrienden en v\eldoeners der Belgen, weze hier, onzen wel-gemeendsten en hartelijksten dank gebracht! En waar wij ook niet mogen aan te kort blijven, is, bij onze intrede op het wereldplein, dezen vol erken-telijkheid te gedenken wier namen onze vierde pagina sieren. Zij zijn het, inderdaad die, door hunne kostbare aanmoediging, onze eerste stappen door het leven hebben willen steunen. Daarom doet het ons goed, zonder uitzondering, al de groote en kleine firmas, nijveraars en handelaars van Rotterdam, van harte te danken omdat zij ons den onmisbaren steun schonken op onzen verderen levensweg. En ons werk zal voor België en Nederland onschatbaar wezen. Ons levensdoel is, immers, het belgisch vaderland te dienen en de Belgen, die tijdelijk alhier of elders verblij-ven, met raad en daad bij te staan, de ware belangen van het roemrijke Belgische volk, met het oog op het stichten van een gelukkiger België, nu en na den oorlog openhartig in het licht te stellen, de broederlijke betrekkingen met Nederland, bijzon-der na den oorlog, levendig te hou-den en, uit de gemeenschap van taal en gebruiken, ook een intiemere gemeenschap der beide broederlan-den te doen ontstaan, om, namelijk alzoo, in de gelegenheid te worden gesteld den toi van dankbaarheid te betalen aan het volk dat België, om zijn weldaden, nooit vergeten zal en waaraan dit land, maar bijzonder Vlaanderen, nu nauwer dan ooit verbonden is. De Redactie. Nummer 1. 27 Februari 1915. 1ste Jaargang.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Het Vlaamsche land: Vlaamsch orgaan voor België en Nederland behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Rotterdam van 1915 tot 1917.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes