Het Vlaamsche nieuws

1001 0
01 september 1915
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1915, 01 September. Het Vlaamsche nieuws. Geraadpleegd op 20 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/8911n8058x/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

p^oensdag- i September 1915, Eerste Jaarg. ISIr. 229 Prijs : 5 Cenfeiemen door geheel België Het Vlaamsehe Nieuws Hat kftit inseîicht en meest verspreid Nieuwsblad van Beïgttë. • VerscKijrit 7 m&al per wedk ' ABDN.NËMEHTSPR1.SZEN 'ti meeic t.3ï j Fer 3 Juaaadea 4.— ■tr m&snd 1.50 | P« 8 aiaaaden 7,59 Ver jaar 14.— AFGE VAARDIGDEN VAN DEN OPSTELRAAD: Dr Ah£. BORMS — Albert VAN DEN BRAN DE BUREELEN : ROODESTRAAT, 44. ANTWERPEN. Tel. !**» ïweede bltuia., pcr regel 8.50 j Vverde bladz., pcr regel.. « m Oerde blad., id. 1.— ] Doodsbericht t.— Voor aile MMioacen, wende ma h zich : U OODÏÎSTP, A.A T, 44. TAALONDERWSJS ■ >aar aanleiding van het hoofdartike I;;tjerwijstoesîanden in Antwerpen, vei ■chenen in het « Vlaam»che Nieuws ■au 10 Augustus, wenschte ik om wa Hcdezeggenschap te vragen. Alhoewc Hck in het schoolwezen, heb ik nooit he ■peiibaar onderwijs uit het oog verloren Heef ik steeds in betrekking met leer Heesters, stelde ik voortdurend belan. H schoolboeken, hield ik mij op d Hogte van nieuwe methoden en kreej H: ioo veel te meer jelegenheid mi Henaangaande te liefkebbereu sedert il Het een onderwijzeres in het huwelijj Hn getredeu. Voornamelijk voelde il Bip tôt het taalonderricht aangetrokken ■ a zaak, die nu juist elk overtuigd fia Hingant ter harte gaat. ■ Nadat de verschijuing van Bossaerts miderlansch Taalboek werd aangekon ■ri, heb ik er kennis van genomen ei Hbniikte mijn echtgenoote het dadelijl Hoor eigen handboek. Voor een platte Hndsschool met twee klassen is he Hgenlijk niet bestemd als handboek voo H leerlingen ; daarvoor is het werk t Hitgebreid. Overigens is dit wel de mee Hiig yan den schrijver, waar hij doe Hpaerken: «Ons taalboek wil beschouwi Herden, als een maximum van taalwerk Hat in gunstige omstandigheden kan on Htrwezen worden. » Het verwonderd Hij verder Reenszins van een onderwij Hr eener Brusselsche voorstad te hoo Ha, dat hij het voor zijn school, evenal H<[ andere lagere scholen van Brusse Hiomtrek, te moeilijk vond. Het ver Henelijk verbasteringsstelsel, dat aldaa Hwtij viert, zal er wel de voornaamsfc Ht'uld aan hebben. Een andere reden i Hiiidelijk, wanneer men nagaat dat Bos Herts, in het Voorbericht zijner Hand ■n'ing, het citaat van H. Van Strien i: H tiweging geeft : « Een taalboek da H s geeft wat noodig is en niets mee Hn noodig is, voor aile scholen in he Hftleland, is een onmogelijkheid. » Hiu, mijn oordeel is dat zoncler verwij Hhettaalonderwijs overal, in de lageri Hrool voornamelijk, met de onde sleu H -t afeebroken worden. Wij allen heb Htn vroeger onzen tijd moeten verbeu Bien met te veel theorie, te moeilijki Hfinities en misplaatste spitsvondighe Hk die te weinig praktisch nut oplever Hen. In het moderne onderricht word Hmar gestreefd, met een minimum vai Broie, meer en gezonder kennis te be ■ftien in aangenamen en bevattelijket H'in. Wie de overvloedige regels en on Herduwbare bepalingen van onze verou Herde spraakknnsten op zijn duimpje H'r< zal zijn taal minder Roed kennei Hn iemand, die een desrelijk praktiscl Ha'ondcrrieht heeft doorloopen. Daaren Hv«n zal de eene spoedig vergeten, zoo Hmeti lieht zwaren rommel afsrooit.ter Hil de andere voor het latere leven ste H1' otiderleg'd is. ■-\*a al de papegaaiendressuur met woor Hnkramerijen, die het verstand dei Htiooltinderen te boven gaan, wordt d( Hest afeebeuld en versuft, zoodat er var H^oefeningen, die toch het eigenlijk< H moeten uitmaken, bijna niets meei Hr^t komt en er geen tijd meer over-■'"et voor wezenlijk taalonderricht Hf-|'er de-/es heeft zulks al t* kla.irblij-H'iik ondervonden : na in de hoogste H se van een middelbare school, be-■®d voor een der beste des lancis, der Hrsten Pnjs in Nederlandsche taal be-Haald te hebben, kwam hij later tôt hel H*-' dat hij zonder verdere studie zijr ■cedertaal niet grondig genoeg machtip H®en heeft hij zich na zijn schooljaren H'-r zelfonderricht voldoende be- ■ Wie aan de hand van Bossaerts' Ne-Hr!^cfc Taalboek een lagere school ■wrioopt, ontvangt beter taalinzicht dan l'Ji die met ons de lessen eener middel-H'.' onderwijsinrichtiiig volgde. Dooi H'^eld werk zullen de leerlingen onein-Hsbetpr met de levende taal, béschaafd H;,'erlandsch, vertrouwd raken. Het Hfdt gelijken tred met het taalonder- in Noord-Nederland en met de H . n van den tegenwoordigen tijd, die H. ®voering van een vereenvoudigde ■i;njftaal moet voorbereiden. H'I''ie onderwijzers van lagere scholen B °Jis land zouden Bossaerts* Taalboek HlClen bezitten. Zij vinden daarin een H ?,t van oefeningen, waarmede zij hun H:"one taallessen kunnen aanvullen of H|'5en' en een ruime keus van ge- ■ "'jte diktees, die zij bezwaarlijk uit ■ ®lei andere handleidingen zouden op- ■ >'oor Vlaamsche scholen, waar Bos-Wt's niet als handboek der leerlingen ■J1 'agevoerd worden, zou ik verder op ■L'^enblik geen beter werkje kunnen J'elen dan de Kleine Nederlandsche H ^hvst fw oef eningen voor volks- 1 j school, door Alleuaert en Abeele, ver -j deeld in twee stukjes, een voor den mid » i delgraad en een voor den hoogefei t graad. Ook deze schrijvers zijn voorstan 1 ders van de • nieuwe richting, evenal t Prof. Vercoullie, Bossaerts, enz. , Leverde Bossaerts, met het oog op he - lager onderwijs, een uitgebreid werk ? zoo gaven de laatsten éen beknopt boek e je, daar zij uitgaan van het standpunt ï « Op de volksschool kan en moet nie j meer onderwezen worden, dan dit boekji s bevat. » i De onderwijzer, die Allegaert ei £ Abeele als handboek aan zijn leerlingei . geeft, heeft dus, zooals wij hierbover - zegdeu, gelegenheid om, naar ejgei goedvinden en volgens de omstandighe- ' den, af te wisselen met oefeningen ui - Bossaerts. Beide werken kunnen samer i dienstig zijn, daar er voor geen verwar î ring is te vreezen. Laten wij hier nog terloops aanvoerei t dat geen onderwijzer(es) van den lagerer r graad, die het wel meent met de zaal s van een degelijk taalonderricht, mag on - bekend zijn met een werkje van lietzelf t de tweetal : Aanvankelijk onderwijs it 1 de Moederlaal, bestaande uit een hand , leiding voor den onderwijzer en vijf lees - boekjes voor de leerlingen,- waarvan dris î. voor het eerste leerjaar en twee voor he: - tweede. Dr. L. F... betreurt,volgens hij in zijr s artikel te kennen geeft, dat er geen mo-i derne taalwerken zouden bestaan ten ge> ■ bruike van scholen voor middelbaar er r meer uitgebreid lager onderwijs (*) - Daarop lazen wij het ingezonden ant-s woord van den heer G. De Jode, die me- - dedeelt dat hij een vervolg op Bossaerts ■ werk heeft samengesteld en aan den Ver-1 beteringsraad van het onderwijs in de t stad Antwerpen heeft onderworpen. Wi; r verheugen ons dat er zoo veel toewijdins t ontstaat voor het afbreken met der ouden slenter en hopen dat de ontwerpei 1 van het nieuwe boetc~er uTTnoge ge- - slaagd zijn een nieuw deugdelijk werk r geleverd te hebben. Het is echter te voorzien dat het gedurende het komen-de schooljaar niet zal klaar zijn om nog gebruikt te kunnen worden. Wat nu in afwachting gedaan? Wi; zijn overtuigd dat, vôôr het verschijner t van gemeld boek, met vrucht zal kunner 1 gebezigd worden : de Bekncpte Neder- ■ landsche Sfiraakkunst voor scholen mel 1 voortgezet lager onderwijs (4den graad) ■ en middelbare scholen, door Allegaert er ■ Abeele, alsmede Oefeningen bij de Be knopte Nederlandsche Spraakkunst, vai 1 dezelfde schrijvers. 1 Wij hebben het werk zelf niet bij de ■ hand, doch wel de uitgebreidere Neder- ■ landsche Spraakkunst voor onder,wijzers • en onderwij zeressen, van geuoemoe ■ schrijvers, in bezit gehad. Voegen wij ei bij dat de aangehaalde werken door den ■ Verbeteringsraad van het Lager en het ' Middelbaar Onderwijs aangenomen wer-' den. 1 Wij meenen dus goed gedaan.te heb-' ben met Dr. L. F... te willen inlichten ' over hetgeen hii voor een nog bestaande • leemtè aanzag en, zonder de minste be-doeling het loffelijk streven van den • heer G. De Jode te willen tegenwerken, ' een middel aan de hand te doen om voor- loopig, in afwachting van verbetering, waarvoor aile menschelijk werk vatbaar is, het beste en bruikbaarste te nemen wat voor de hand ligt. Constant. (*) Men ver wri.-e het gallicisme « lageTe hoofdscliool a,waarvoor m school voor m. u. 1. o. » (in de omgangataal bij verkorting «mulo» ge-heeten) d« goede en gangbare uitdrakking ie. Ds Gemoedstoestand van esn HooglBeraar m te Leuvensclie Hoopscliool Dit schrijft priester Dr. J. De Cock in de (( Vlaamsche Stem » : « Al het leed der Viamingen schrijnt opnieuw in mijn gemoed. Ik herinner me dat ik, voor een paar weken nog de be-stuutlijke scheiding van Vlaanderen en Wallonië heb bepleit, als zijnde het eenige afdoende middel om eindelijk vrij te komen uit al de geestelijke ellen-de en den stoffelijken nood, die ons drukt en stikt sedert het bestaan van « België » : verfransching van 't bestuur, verfransching van 't leger, verfransching van 't gerecht, verfransching van 't onderwijs, verfransching van al wat verfron«chhaar is, ni dr trenrige gevolgen ervan : achterafstelling der Viamingen als tweederangburgers, be-lemmering van den natuurlijken groei der Vlaamsche volkskracht en der Vlaamsche beschaving. Dat ailes herdeu-kend, komt heel mijn ziel in verzet tegen . zooveel smadelijk onrecht, zooreel dul-. delooze vernedering en het wordt me i klaar bewust — men mag het afschu-welijk onvaderlandsch vinden, maar het 5 is wààr — dat de oorlog, die ginder woedt,-mij niet treft als woedende in mijn bloedeigen vaderland, tegen mijn j bloedeigen volk, maar slechts als een al-! ! geineen menschelijk verschijnsel, dat me' . ? even droevig zou stemmen als ik het t waarnam in Italië of Spanje. « Ame ; belge », ge zijt nog niet in mij gevaren. Voor mijn persoonlijk bewustzijn zijt ge noe: altoos een sprookje, een verdichtsel, een verzinsel. Bestaat ge wel werkelijk ? Ik weet het niet. Ik heb geen kijk ôp andermans ziel. Ik verbeeld me dat uw bestaan maar voorgewend wordt door hen, die belang hebben bij uw bestaan, bij verfi'anschte Viamingen en derge-lijken. Ik weet alleen dat de « âme belge », met ailes wat tôt « den papieren l staat België » behoort, aan Vlaanderen t weinig goeds heeft gebracht... » ; Onze Leftarkondip Prijskamp ; Hugo Verriest 1840 L Indien iemand veel heeft gedaan voor . den roem en de kennis van deze drie L groote Westvlamingen : Guido Gezelle, Albrecht .Rodenbach en Stijn Streuvels, dan is het dé wondere redenaar en schrijver Hugo Verriest, en dit doende erken-den wij dat hij met hen in een adem moest genoemd en geroemd worden en nu zeggen wij : Guido Gezelle, Albrecht Rodenbach, Hugo Verriest en Stijn Streuvels. Hugo Verriest is nu rustend pastoor te Ingooigem en Stijn Streuvels leeft er op zijn Lijsternest, eu ze zijn cr de twee gelukkigste menschen van de wereld. Nu is de stilte van het hemelbreed en pracbtig golvende landschap gestoord en dag en nacht rolt door de lucht Het ge-bulder der kanonnen van den eindeloo-zen veldslag bij den IJzer, die begon in ! Oktober en nu op 1 September nog on-[ beslist voortduurt. Wat een tafereel voor een1 schilder van : binnen een paar honderd jaar : pastor Verriest en Stijn Streuvels luisterend naar het geweld van den reusachtigsten . strijd waarvan de geschiedenis gewaagt, L naar het gehamer en gebonk van die hel-sche smidse waar Kyklopen nieuwe lan- ! den en rijken smeden. En boven het gevoel van wee van al het lijden dat daar toegebracht wordt bij elken dreun door de lucht, hebben ze toch deze sterkende gedachte en deze hoop : uit den chaos rijst wellicht in een herboren België het zelfstandige en vrije Vlaanderen. In de algemeene driestheid die het menschdom heeft aangegrepen, blijven ze twee rustige menschen, met klaren blik en klaar geweten ; twee denkende menschen, die hun helder oordeel, de waarheid, de rechtvaardigheid met prijs-geven. Dat is dan ook een gruwel in de oogen van al wat niet denken mag, niet denken kan, niet denken durft. Daarom ging er gehuil op en wraak-getier, doch het viel spoedig als een stof-wolk die ee.i oogenblik door wervelwin-den wordt opgedreven, dve een stond ver-duistert en verblindt. en dan weer op de baan het stof wordt dat ge met de voeten treedt. Velen wreven hun oogen, zien nu weer klaar en zijn beschaamd. Ze hebben alleen zichzelf te verge-ven ; ze misdeden niets noch aan Verriest, noch aan Streuvels, want geen rimpel kwam er op de helderheid van de twee groote zielen. Hugo Verriest is niet alleen de « pastor van te lande » te Ingooigem, hij is ons aller pastor, wij zijn a^len zonder onderscheid, geloovigen of ongeloovigen, van zijn parochie. Hugo Verriest, de groote verkondiger van Guido Gezelle, mede een geestelijke vader van Albrecht Rodenbach, is een der schoonste en edelste apostels van het Vlaamsche recht en het Vlaamsche idcaal in Vlaanderen. Geboren te Deerlijk (Westvlaanderen) 2G November 1840. Den 17n December 1864 tôt priester gewijd en toen aange-steld tôt professor in Sint-Lodewijk te Brugge ; drie jaren later, professor van Poësis in 't klein Seminarie te Roeselare, waar hij in 1874 professor van rhetorica werd. Vervolgens bestuurder van het bisschoppelijk kollege te Ieperf-n, onder-pastor en pastor te Wakken, eindelijk pastor te Ingooigem, waar hij nu « rust » Werken : Regenboog (1899) ; Dru geesteliike voordrachten (1900) ; Twin tig Vlaamsche koppen (1901); Opwandt (1903) ; Voordrachten (1904) ; en vel verspreide opstellen.vooral in De Vlaan sche Vlagge, de Nieuwe Tijd, enz. Wie denkt nu niet aan dien wondere: feestdag te Ingooigem, 16 Augustu 1913, waar vijfticn duizend Vlaminge; te zameii gestroomd waren om den ou den voorman te huldigen? Het Vlaam sche land, ja, ook Noord-Nederland heeft dien dag betui<ïd hoe hij ons aai 't harte ligt, en wij hopen ook spoed;! den dag, te beleven, dat wij hem in be Vlaamsche Mekka wederom zullen be groeten om hem het bewijs te creven vai ons onkreukbare trouw en aanhankelijk heid. Want hij die in 1872 het woord sprak ((Vlaanderen moet herworden », is hedei î iiog- de onwrikbaarste, innigst-overtuigdi strijder voor het goed recht van on: volk, en er is er géén onder ons die me' meer recht « de goede herder » van di lijdende volk mag genoemd worden. * * * Morgen zullen wij een schoone blad-zijde geven over Verriest, van een on zer vrienden. Vandaag, in onze « Bloemlezing » Steenen gedachten en gevoelens in dt Kunst, tevens-zoo luchtig en zoo diep er zoo goed Verriest weergevend. Morger zijn toespraak in de Feestvergadering ir de Tentoonstelling te Brussel en een zeei mooi gedicht van hem : Avondstilte. janos, de voerman In het « Berl. Tagebl. » vertelt een t< velde staand soldaat : Toen de ordonnans van den staf de di visie-vlag plantte kwam er een klein hui lend jongentje door het gedrang- naai hem toe en trok hem aan zijn jas. Ieder« poging om van hem af te komen, verer-gerde den tranenstroom, zoodat de offi-cieren zich spoedig met hem bemoeiden. Duitsch spreken kon hij niet en een Rus-sischen tolk verstond hij niet. Alleen de oppasser van den kapitein, een oude, trouwe Pool, kon helpen. Hem schonk df jongen zijn voile vertrouwen. Janos, zoo heet de kleine, is dertier jaar oud. Onder zijn kleverige, zwarte pruik zit een kinderhoofd, zooals Murillc die schilderde. Als hij zich zijn soep ui de veldkeuken gehaald heeft en de mooi< en daarbij zoo smerige handjes he vleesch van elkaar trekken en tusscher de witte tanden schuiven, dan komt met tôt de overtuiging, dat de viezigheid bi deze figuur behoort als het platina bi oud brons. Toen de Duitschers Jarislaw haddei ingenomen en de zware bagagewagen: in het dikke zand van de Galicische we gen niet meer verder konden, huurden di kleinere troepen-afdeelingen de Galici sche wagentjes en paarden, namen di eigenaars als voerman mee en troklcet zoo verder achter de Russen aan. Eei kompagnie van het een of andere régi ment was bij den vader van Janos geko men en de brave Galiciër had met paarc en wagen zijn oudsten telg als voermar mee gegeven. Zoo was Janos dan met de Duitscht soldaten mee getrokken, had uit de Duit-sche veldkeuken gegeten, in Duitschc soldatenjassen gehuld geslapen, Duitsch« tabak gerookt en op zijn Duitsch vloeker geleerd. Zijn paarden luisterden niet alleen naar Poolsche, maar ook naar Duit sche kommando's en zijn wagen werc meer dan eens door Duitsche handen ge repareerd. Hij was steeds mee getrokker tôt naar Rawa-Roeska en toen men Rus land binnen ging marcheerde ook Jano: steeds dapper mee. Hij had Tomasjev mee gemaakt en toen voor de bestorminf; van de sterke stellingen van Maidan-Bo now Russische granaten tusschen onzi tjagage vlogen, had hij geen spier ver trokken en was dapper verder gereden Met trots liet hij een kleinen granaat-splinter zien, die zijn benedenarm ge-schramd had. Zoo was hij mee gekomer tôt achter Lublin. En hij had nooit er aan geloofd dat men wat hem op kon zeggen. Op een dag echter had de sergeant-majoor hem een enveloppe gegeven met Duitsche bankbiljetten gevuld en had hem, voorgeteld dertig, veertig, vijf tig mark. Toen had hij een legitimatie-be-wijs gck egen en kon hij wegrijden. Voor pioviand onderweg was natuur-lijk ook gezorgd. Met bezwaard gemoed had Janos de terugreis aanvaard. Hij was niet ver gekomen. Na eenige uren hadden kolonnes, waarvan een wagen bezweken was, hem den zijnen afgeno-men. Mon had hem zijn proviand in een zak op zijn rug gebonden en hem met een bon, de koopsom vermeldende, weer verder laten gaan. De arme Tanos, Nu staat b'sj feulpe'oos e in het tôt de knieën reikende zand van >- den Russischen landweg. Achter hem gl donderde kanonnen, knallende schrap-!e nells, hamerende machine-geweren. Voor i. hem ligt de verlatene, in de zon gloeiende vlakte van Rusland. Daar moet hij nu n doorheen marcheeren tôt hij na vele, vele is weken misschien, misschien ook niet, a zijn vaderhuis terug vindt. En wat zal L- zijn vader met hem doen, als hij zonder i- wagen naar huis komt? [t Nu zinkt den kleinen Janos het hart tôt-il in de schachten van zijn veel te groote g Pruisische soldatenschoenen. En hij be-•X sluit een groot geweeklaag aan te heffen en daarmede de soldaten te roeren en hen op hem opmerkzaam te maken. Dit is hem ook gelukt en hij heeft ongekenden voorspoed daarbij gehad, de kleine Janos. De generaal liet zich zijn legitimatie zien. De oppasser moet hem nu gaan vragen of Janos blijven mag. Hij zal zijn loon kriigen en weer een wagen besturen. Zelfs een, die vee! mooier is dan die van hem zelf. De zwarte spitsboevenoogen van Janos zullen vroolijk flikkeren, hij zal een veel te groote soldatenjas aantrekken en een sjako over zijn vieze ragebol zetten en mee gaan tôt de oorlog is afgeloopen. Dagelijksch Nieuws i VAN RENE DE CLERCQ IN DE : «VLAAMSCHE STEM»; : Waar zielen krachten zijn en krachten daden worden, Waar uit het stoute brein een wondre wereld stamt, Waar groote menschen slaan en stormen uit hun orden Gelijk ten bergtop uit, de berg-enziele- vlamt, Waar felle boodschap brandt uit goudgevuurde borden Waar roode razernij op zwarte muren ramt, Waar keldenhanden hoog het heldenzwaard omgorden, ; En naberouw noch spijt den strakken arm verlamt, Daar staan wij, eigenvast, geschoord op beide voeten Getroost met onzen kop . ons koppigheid te boeten En lachen op die spuwt en spuwen op die lachtl Daar staan wij, taai en trotsch, bij-zelf-genade vorsten, Die durven, é^n alleen, wat duizenden niet dorsten, En zwaaien door den wind de losse vaan der kracht. René De Clercq. DE BELGEN IN PERZIE. — Hetge-rucht heeft zich onlangs verspreid, dat : de heer Adolf Paquet, Belgisch onder-daan in Perzië gedood werd. Wij zijn , gemachtigd dit nieuwsje tegen te spre-. ken : de heer A. Paquet bevindt zich nog , in goede gezondheid. Een andere heer Paquet, beambte bij . het geldwezen, is niet gedood, doch wel gekwetst te Ispachan bij den aanslag op i den persoon van den Russischen konsul , aldaar. Hij is op dit oogenblik in Europa j en bevindt zich in den besten staat van j gezondheid. Wij ontleenen deze bijzonderheden aan j een dagblad der hoofdstad, dat door het Perzisch gezantschap aldaar verzocht werd de belanghebbende familieleden door deze mededeeling gerust te stellen. IN ONZE HAVEN. — Op 27 Oogst kuamen onze haven binnen: 3 1 stoomschepen, 4 motorschepen, 1 yacht 1 en 16 binnenschpeen. Er gingen uit : 3 stoomschepen en 37 . binnenschepen. 1 IN DE HAVEN VAN LEUVElC^ ' Er is een weinig meer bedrijvigheid waar te nemen in de haven van Leuven tenge-1 volge van de aankomst van maïs en kool-■ schepen. De werkhuizen en fabrieken lig-; gen nog steeds stil ; deze welke werken ' doen slechts halve dagen ten einde hunne 1 werklieden kunnen bezig te houden. Men doet al wat mogelijk is te doen. • De beurten hebben eenen regelmatigen ' dienst niettegenstaande de ladingen on- • rçgelmatig zijn. 1 DE GRAANVOORTBRENGST IN | DE VEREENIGDE STATEN. — De Regeering der Vereenigde Staten heeft eene statistiek afgekondigd betreffende ' de graanvoortbrengst in 1915. Deze statistiek is gegrondvest op het gemiddeld gttal der 10 laatste jaren en op de ver-slagen der Amerikanen, welke gelast zijn een onderzoek in te stellen in aile landen over den oogst van dit jaar. Voor wat de tarwe aangaat, zou het voorziene cijfer 3650 miljoen scheoels zijn of 100 miljoen ton. Drie landen op zichzelf alleen zullen ongeveer volgens de voorutzichten de helft voortbrengen : de Vereenigde Staten 720 miljoen schepels : Europeesch Rusland 640 miljpen schepels; Frank-rijk 350 miljoen schepels. IN HET SCHOONSELHOF. — Wij ontvangen bittere klachten vanwege de werklieden, die op het oogenblik bezig zijn met het reinigen van de vijvers in het Schoonselhof. Deze menschen, die een dagelijksch : loon van fr. 3.— ontvangen zijn verplicht | over een smalle plank te rijden met een i kruiwagen met slijk gevuld, zoodat ze, zooals het reeds meermalen gebeurde,' uitglijden en in het water of in het slijk va'loa. Ook moeten menschen het ; iwerk op huime bloute voicLen verriehlen, • en irgeval ze daarover durven klageu of [het wagen degelijkc waterlaarzen te vragen wordt hen vlakaf geantwoord dat i ingeval ze den arbeid zoo niet kunnen ! verrichten, ze het maar hoeven te laten staan. Reeds meermalen gebeurde het dat er van die arme dromtnels in oes-terschelpen of in stukken glas trapten en alzoo wonden aan de voeten opliepen. We doen een beroep op de menschelijke gevoelens van den heer bestuurder der stadsaanplantingen opdat zonder ver-wijl verandering in dezen toestand zou gebracht worden en verzoeken hem ook aan de doklui, die dienst doen als toe-zichters, bevel te geven zich een weinig meer beleefd te gedragen tegenover deze arme drommels. DE BEVOORRADING VAN ONS LAND. — Het Nationaal Hulp- en Voe-dingskomiteit, in gemeenzaam overleg met de ministers der Vereenigde Staten en van Spanje te Brussel, heeft aile noo-dige maatregelen genomen om de be-voorrading van het l«nd in eetwaren te verzekeren voor aile soorten noodig aan de bevolking. EEN CHRISTUS-LEGENDË UIT DE KARST. — Het Karstge'oergte, thans het tooneel van den hevigen strijd tusschen Oostenrijk en Italië, behoort tôt de waterarmste streken van Europa. In een oude Christus-legende weten de bewoners van het land elkaar te vertel-len, hoe het land zoo droog is geworden. Eens op een dag wilde de Heer in ge-zelschap van den H. Petrus daar de dorpjes en hun bewoners bezoeken. Voor het gemak verschafte Petrus zich een ezeltje, en, omdat hij niet wist hoe lang de weg was, en of men geen honger zou kunnen krijgen, kocht hij heimelijk een groote ham. De Heer zette zich op den ezel, en de ham werd ongemerkt aan aôt zadel gehangen. Nadat men eenige uren onder warmen zonneschijn gewan-deld liad, wilde men rusten. Petrus hielp den Heer van den ezel en zocht toen een sclîaduwrijk plaatsje onder een notenboom. Christus wilde eten, en Petrus, die zich al verheugde op de ver-rassing voor zijn Meester, ging den ham halen. Maar hoe verbaasd keek hij op, toen hij hem niet meer vond. Terwijl de beide Heiligen in gesprek geweest waren, wag een bewoner van de Karst achter hen aan komen sluipen en had den ham gestolen. Zoo kwam het, dat Jezus zich met een beetje salade moest verge-iioegen. Tôt straf voor dezen diefstal beval Hij aile wateren van het Karstge-bergte te verdvvijnen van den aardbo-dem, en op Zijn gebod droogden aile meren uit en werd het landschap, dat eens een weelderige plantengroei kende, kaal en droog. Van dien tijd af waren de bewoners van het land gcdwongen, ieder druppeltje hemelwater in hun va-ten op te van gen. STAAT VAN BELEG IN DE NEDERLANDSCHE WATEREN. — Een koninklijk besluit roept den staat van be-leg uit voor de wateren rondom de eilan-den Terschelling, Ameland, Schiermonni-koog en Rottum. De eilanden bevinden zich langs de Friesche en Groningsche kust. BELGISCKE KINDEREN UIT DE VERBANNING TERUG. — De « Nieuwe Courant » zegt dat 27 kleine Belg-!-sche kinderen, die zich in het vluchtelin-genkamp te Uden bevonden, per steom-tram naar Turnhout gezonden werden, waar hunne ouders hen opwachtten.^ Er is in het kamp nog een. kleine, wiens familie en woonplaats onbekend zijn. Hij kan alleen zeggen dat hij uit België kwam, dat zijn vader in den oorlog en zijne moeder dood is. DE SPOORWEGLI.IN LARISSA-ÎALONIKA. — Men werkt met groote jedrijvigheid aan de verbindingslijn tus-ichen Thessalië en Macedonië. Een groo-e hoeveelheid materiaal kwam in Thes-►alië aan. Men hoopt dat de lijn zal klaar :ijn tegen het einde vas dit jaac.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Het Vlaamsche nieuws behorende tot de categorie Gecensureerde pers. Uitgegeven in Antwerpen van 1915 tot 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes