ioVieF-en-Twïnligsle Jaar, -IV. 292 GoMsast — Hulsgezln — Eigeiâom n: i m n«aAn,l.«n iai i Aïïs briefwisselingen vrach *rij te zenden aan Aug. Vî ïseghem, uitgever voor de naan Enaatech. « Drukkerij Het Volk Meersteeg, n° 16, Gent. ifereel van Wesfc-Vlaanderer GastCa Bossuyt, Gilde der Ax ÎJachton, Kortrijk Telefoon 5; Bureel van Antwerpen, Br fcant en Limburg : Viktor Kuj Minderbroederstraat, 24, Louv< HET VOLK Ken scferljft lot Op aile postkanfcoren aan 10 tî, per jaar. Zes maanden fr. 5.00» Drie maanden fr. 2.50. Aankondigingen. Prijs volgens tarief. Voorop to betalen. Bechterlijke herstelling, 2 rft per regel. Ongeteekende brieven wordea a geweigerd. I TELEFOON N° 137. Gent. Verschijnt G maal per wee CHRISTEN WERKMANSBLAD 3 CENTÏEMEN HET NUMMER Baltsebs MeMeeMagen. Verordeningi UITVOERVERBOD. De uitvoer voor paarden, runderen, Varkens, schapen en levensmiddelen van iederen aard, uit België, voor aile grenzen, is verboden. Bij tegenhandelingen zal inbeslagneming geschieden. Brussel, 30 September 1914. VERORDENING BETREKKELIJK HET VERKEER MET STOFFEN VOOR OORLOGSBEHOEFTEN. I. -— De hierna genoemde stoffen voor norlogsbehoeîten zijn onderworpen aan de bepalingen van deze verordening : Zilver, koper, messing, lood, zink, nickel, niekelerts, aluminium, tin, anti-monium, ferromanganese, mangaerts, fer-Vosilicium, ruw- en superphosphate, sal-peter, salpeterzuur, solfer-pyrites, solfer-zuur, grahpiet, glycerine, looistoffen, ont-ploffingsstoffen, kamfer, codeine, morphine, opium, vodden, katoen, jute, wol, hennep en de garens en de fabrikaten van deze materialen ; vlas, zakken, vel-len, leder, caoutchouc, ruwe gom, gutta-percha, vetten, mineraal-oliën, benzine, benzol. r XI. — De uitvoer uit België van de in par. 1 genoemde stoffen is, tôt op nader order, onderworpen aan het opziclit van den Commissaris van het Ministerie van «orlog in België, Wetstraat, 65, Brussel. Gegronde aanvragen wegens autorisatie îyan uitvoer, moeten aan den Conunissaris gezonden worden. De stoffen van wie zich aan dit opzicht onttrekt, zullen ver-beurd verklaard worden. t III.—De Commissaris van het Ministerie ■van oorlog(II)is gemachtigd te bepalen, !dat voorraden van de in par. 1 genoemde stoffen aan het Duitsche rijk of aan derden jtot eigendom af te staan zijn, tegen ver-sgoeding der waarde. De waarde der voorraden wordt door eene commissie, be-jnoemd door het Ministerie van oorlog, ïin Berlijn, afdoende vastgesteld. | IV. — Deze verordening treedt onmid-jcllijk in werking. : Brussel, den 26 October 1914. : De Gouverneur-Generaal in Belgie Vrijheer VON DER GOLTZ, \ Generaal-Veldmaarschalk. S Bij dezen maak ik tevens bekend, dat de inkomende rechten, tollen en accijnzen Jvan dezelfde kracht blijven als vôôr de rborlogsverklaring. Het uitvoerverbod no-; [pens bepaalde goederen, blijft eveneens: jbestaan, zooals dit vôôr de oorlogsver-jklaring het geval was. i — GiliciesleMedeiieoiingen Op de beide Oorlogslooueelen. (Duitsche Melding) ■aan de Post (Zuidstatie) te Gent aange-iplakt : *■' Van het groote hoofdkwartier. —-, 13 December, 6.10 ure 's avonds : H Fransche aanvallen bij Flirey (half-Avege St. Mihiel en Pont-à-Mousson) af-'-Jgeslâgen, met verlies van 600 gevangenen, verscheidene verwondenen en dooden ; ibij ons 70 gekwetsten. " In Noord-Polen hebben wij verscheidene vijandelijke stellingen genomen ; '11.000 gevangenen en 43 machiengeweren iveroverd. Elders niets nieuws. In Ylaanderea enFranseh-Noorden. (Duitsche Meldingen.) '• BERLIJN, 11 December. (Wolfï.) — Uit het groote hoofdkwartier : In Vlaanderen gingen wij vooruit. Westelijk en Oostelijk van het Argon-nenwoud werden vijandelijke artillerie-stelllngen met welslagen beschoten. 'I Ten Westen van Pont-à-Mausson werd. een Fransche aanval op het woud Le Pûtu ;afgeslagen. BERLIJN, 11 December. (Corr. Nor-den.) — Op het martoplein te Hazebroek, waar gisteren door de Duitschers bominen geworpen werden, waren juist even tevoren président Polncarré en oppergeneraal Jolïre samen geweest. ; Door de bommen werden negen En gel-sche soldaten gedood en vijftien gekwetst. BERLIJN, 12 December. (Wolff.) — Uit het hoofdkwartier : ■j f Ten Oosten van Langemark werd gisteren een Fransche aanval afgeslagen. Zij verloren 200 dooden en 340 gevangenen. Onze artillerie beschoot de statie Yper om de vijandelijke troepenbewegingen te beletten. Fransche aanvallen in de streek van £ouani-Pertlies mislukten. Wij namen opnieuw een Fransch steun-punt, door mijnen te doen springen. 200 Franschen werden gevangen genomen. (Fransche Meldingen.) , PARUS, 11 December. (Reuter.) — ! Ofîicieele mededeeling : Gisteren was de vijand weer aan het werk in de beurt van IJper. Hij deed ver-schillende aanvallen en bereikte een onzer loopgraven. Wij hebben niettemin vor-deringen naar de vijandelijke lijnen ge-daan.In Argonne hebben wij onze loopgraven vooruitgeschoven en twee aanvallen der Duitschers afgeslagen. De statie Aspach, ten Zuiden van Thann, is door ons genomen. PARUS, 12 December. (Reuter.) — Officieel bericht : In de streek van IJper is een zeer krach-tige aanval der Duitschers afgeslagen. De loopgraaf, dien de Duitschers eer-gisteren bereikte, is door ons hernomen. (Engelsche Melding.) LONDEN, 12 December. (Reuter.) — Mededeeling : Uit Noord-Frankrijk wordt gemeld dat de Duitschers de heuvels ten Zuid-Oosten van La Bassée verlaten hebben, tôt wijzi-ging van liun front in overeenstemming met het verlaten van Vermelles, dat door de Franschen bezet werd. Op fiel Ooslelijk Gevechîsieirein. {Duitsche Melding.) BERLIJN, 11 December. (Wolfî.) — Uit het groote hoofdkwartier : Ten Oosten van de Masurische meren is de toestand onveranderd. In Noord-Polen gaat onze aanval voort. Uit Zuid-Polen wordt niets nieuws gemeld.BERLIJN, 12 December. (Wolfï.) — Uit het groote hoofdkwartier : 't Is in nachtelijke stilte dat de Russen zonder strijd Lodz ontruimden ; zij ble-ven eenigen tijd onopgemerkt, maar hun heengaan was het gevolg van de verliezen der vorige dagen. Aan de Oost-Pruisische grens is de Russische ruiterij teruggeworpen ; 350 Russen werden gevangen genomen. Ten Zuiden van de Weichsel en in "Noord-Polen werden de krijgsverrichtin-gen voortgezet. In Zuid-Polen zijn Rusissche aanvallen door Oostenrijksch-Hongaarsche en Duitsche troepen afgeslagen. WEENEN, 11 December. (Wolff.) — Officieel : In dî Karpathen wordt ons plan uit— gevoard. Bartfeld is terug in onze handen. In Galicië is nog geen beslissing geval-"len. De Russische aanvallen werden afgeslagen.Przemysl is enkel door de Russen om-singeld. Ze deden geen aanval op de stad. (Russische Melding.) \ SINT-PETERSBURG, 11 December. (Pet.-Tel. Ag.) — Van den grooten alge-meenen staf : In den nacht en den dag van 10 dezer werd bij Mlawa een krachtige Duitsche ,aanval afgeslagen. Onze troepen gingen zelf tôt den aanval over en deden den-vijand wijken. In de streek van Lowitsj zijn hevige aanvallen van de Duitschers afgeslagen. Oostenrijk tegen ServiS. (Oostenrijksche Melding.) WEENEN, 11 December. (Wolff.) — Officieel : Geen belangrijke gebeurtenissen zijn van het zuidelijk oorlogstooresl te mel-den.De voorgenomen ontbindingen van het vroegere front gebeuren zonder groote gevechten met den vijand. De Terlcsch-Rnsslsche strijd. (Turksche Melding.) KONSTANT INOPEL, 10 December. (Wolfî.) — Ofïieieele mededeeling : Gisteren landden Russische troepen bij Groncia en ten Zuiden van Batoem, om ons in de flank aan te vallen. Zij werden echter genoodzaakt met zware verliezen terug te treklcen. Wij maakten twee kanoimen buit. In het wilajet Wen sloeg onze ruiterij een Russischen aawal af. Bij Deir, aan de Perzische greris, brachten wij den vijand gevoelige verliezen toe. (Russische Melding.) Odessa, 10 December. (Pet. Tel.-Ag.) — Eene Turksche afdeeling werd te Bourmas ontscheept. Zes wersten van Taroutin werden 23 man met paarden aangehouden. De Turken werden ontwaperid en over-gebracht naar Taroutivo, in het distrikt Akkerman. Oostenrijksche Yddmaarschalk. Weenen, 11 December. (Wolfï.) — De Keizer heeft aartshertog Friedrich, den jpperbevelhebber van 't leger, tôt veld-naarschalk benoemd. Drijvende dorpen in Frankrïjk. Men gaat te Parijs drijvende dorpen rormen, om de talrijke vluchtelingen te jergen, die uit de oorlogsstreken gevlucht sijn. Aan elkander vastgehechte woonsche-pen worden op verscheidene plaatsen der Seine zoodanig ingericht dat zij talrijke ^ezinnen lcunnen herbergen «n nochtans liet verkeer op het water niet belemmerd wordt. Het eerste aldus ingericht dorp is reeds in bezit genomen. Het Gewouiienverrosr. Thans heeft men in Frankrijk de inrich-ing aangevat, van het vervoer te water ràn de krijgsverwondenen. Aldus verliet, over eenige dagen, eene ceeks van vier vaartuigen, de hoofdstad. Die vier schepen waren voorzien van 125 bedden, groote hoeveellieden verbandbe-aoodigheden en het noodige verplegings-personeel.Ailes wordt electrisch verlicht. De aldus ingerichte schepen varen met een omweg zoo dicht mogelijk van het krijgstooneel. Verscheidene andere, dergelijke drijvende verpleegdiensten worden gereed gemaakt. De inrichting van een vaartuig kosfc ge-tniddeld 2500 frank. Van aile kanten stroo-men de giften toe voor dit nieuw werk. Met de besturen der gemeenterilangs waar de schepen varen, is eene overeenkomst ge-sloten, waarbij de gemeenten bij het aanleg-gen van het schip vei'plicht zijn te zorgen dat ailes wat de vaartuigen noodig hebben, zooals voeding, verplegingsgerief, enz., on-imddellijk bij liet aanleggen aan boord moeten gebracht worden. De eerste Militaire Luehtreizigster, Prinses Sjakafskaja is door den opper-bevelhebber van het Russisch leger gemachtigd, bij zijn leger dienst te nemen als luchtvliegster. De prinses heeft Sint-Petersburg verlaten per vliegtuig om zich bij het noordelijk leger te voegen, waar zij ingelijfd is. Prinses Sjakafskaja is de eerste vrou-welijke luchtvliegster bij het leger. De Oorlogssehattiog. Het duitsch Staatsblad Geselz-und Ver-ordmingsblatt kondigt een bes'.uit af, dat de Provinciale Baden in bijzondere zitting bij-eenroep voor zaterdag 19 December te mid-dag (duitsche mir). Deze zitting zal een dag duren en de zitting zal geheim zijn. Het'te verhandelen onderwerp is aldus samengevat : manier om de vervulling te bewerkstellingen van de oorlogsschatting aan de belgische bevolkingopgelegd. Dit officieel bericht is gevolgd van het volgend bevel van generaal baron von Bissing, algemeen duitsch gouverneur : « Aan de bevolking van België wordt eene oorlogsschatting opgelegd van 40 miljoen frank, maandelijks te betalen gedurend een jaar. De betaling dezer bedragen is fcsn laste van de negen provinciën, die gehouden zijn er samen over te beraadsiagen. De twee eerste maandbetalingen moeten uiterlijk op 15 Januari 1915 gedaan zijn, de volgende ten lasïtste den 15° van iedere volgende maand aan de tas van het veld-leger van den algemeenen keizerlijkengou-verneur te Brussel. In het gsval dat de provinciën hunnen toe-vlUcht zouden moeten nemen tôt de uitgave van obligatiën, ten einde zich de noodige fondsen aan te schaffen, zullen den vorm en het bedrag dezer titels bepaald worden door den Algemeenen Keizerlijken Gouverneur voor de banken in België. » Iliiîp Torrento, 10 December. — De eerste minister van Nieuw Scliotland, de heei Murray, heeft aan de andere Canadeesche provinciën laten weten dat de steamet Ireneglas tegen 20 December zal gereed zijn te Halifax voor de kostelooze over-brenging van de hulpmiddelen, vooi België bestemd. Canada zond reeds twee schepen met nagenoeg 6000 ton. Edisons fabrieken afgebrand. New-York, 11 December. (Reuter.) — Bijna het geheele blolc gebouwen van de Thomas A. Edison's maatschappii, te West-Orange, New-Yersey, is heden iracht afgebrand. De schade wordt geschat op 5 mlllioen dollars. Slechts het gebouw, waarin het laboratorium gevestigd was, met de kostbare wetenschappelijke inrichting, die onder reclitstreeksch toezicht van Edison staat, werd gered. Naar men meent is de brand ontstaan door eene ontplofïing in het gebouw der inspectie. Edison, die bij den brand aanwezig was, verklaarde dat hij morgen reeds wilde beginnen de fabrieken te herstellen. H© lijnen ter Z©e- Nu zooveel en zoo dikwijls van mijnen ter zee moet gesproken worden, willen we daarover een en ander meêdeelen uit eene studie, bij een Nederlandsch blad verschenen : Hoewel er zeer verschillende soorten van mijnen bestaan, zullen wij het voor-namclijk hebben over de soort van mijnen, die in den Russisch-Japanschen oorlog en ook thans zooveel van zich doen spreken. Dat zijn de verankerde wakende mijnen, die op eene bepaalde diepte beneden den waterspiegel voor anker gelegd worden en die, eenmaal gelegd, gevaarlijk zijn voor elk schip dat er tegen op loopt, zoowel voor vriend als voor vijand. Hieruit volgt reeds, dat, wil de eigen partij niets van hare mijnen te vreezen hebben, zij precies de plaatsen dient te weten, waar mijnen gelegd zijn en de zekerheid moet hebben dat deze niet wegdrijven. De verankerde mijnen worden reeds betrekkelijk lang in den zee-oorlog ge-bruikt.Hun uitvinder was Robert Fulton, de ontwerper van het e ère te stoomschip. En het is wel merkwaardig, dat hij, die een groot voorstander was van den wereld-vrede, zijne krachten aan deze uitvinding wijdde, niet om daardoor een nieuw zeer gevaarlijk oorlogswerktuig te verkrijgen, maar omdat hij meende, dat deze onder-water wapening de nutteloosheid van groote oorlogsvlotten zou bewijzen, waar-door een groote stap in de richting van den ] wereldvrede gedaan zou zijn. Bij zijne proefnemingen ondervond hij niet veel medewerking. In Frankrijk, waar hij zijne eerste proeven deed, verklaarde de minister van zeewezen, Pléville le Pelly, dat zijn geweten hem niet toestond eene zôô verschrikkelijlce uitvinding te helpen bevorderen. En toen hij daarna steun vond in Enge-land, verklaarde lord St. Vincent, de toen-malige eerste Zeelord, dat het niet in het belang was van Engeland, dat de zee be-heerschte, de ontwikkeling te bevorderen van een oorlogswerktuig, dat geëigend scheen om het de heerschappij ter zee te ontrooven. Na eene zeer goed geslaagde proef, ten overstaan van William Pitt, waarbij de fabriek Dorothea volkomen vernield werd, bood men Fulton zelfs groote sommen aan, indien hij af wilde zien van de verdere ontwikkeling van dit nieuwe wapen. ■ Reeds in 1813, bij de blolckade der Amrikaansche havensdoorde Engelschen, werden de eerste verankerde mijnver-sperringen gelegd in de nauwe vaarwaters bij Fort Hudson en Fort Richmond. Deze mijnen waren geladen met hon-derd pond buskruit en ontploften wanneer een schip tegen een beugel aanvoer, waardoor een geweerloop afgevuurd werd. In den Amerikaanschen burgeroorlog werd deze soort van mijnen veelvuldig gebruikt en daarnaast reeds eene tweede soort, namelijk mijnen door middel van een electrischen stroom ontstoken worden. Deze soort wordt ook thans nog veel gebruikt bij de verdediging van nauwe vaarwaters. Zij hebben het voordeel dat zij alleen gevaarlijk zijn, wanneer de elec-trische stroom (in een observatiepost aan den wal) gesloten wordt. Stoot er dan een schip tegen aan, dan ontploffen zij. Het leggen van dusdanige versperring neemt echter veel tijd, en de versperringen kun-nen alleen dicht bij den wal gelegd worden, waardoor haar gebruik zeer beperkt is. In denzelfden oorlog zien wij reeds eene derde mijnensoort hare intrede doen, namelijk de drijvende strooimijn. De Zui-delijken lieten deze mijnen met den stroom, de rivieren afdrijven, waarvoor de schepen der tegenpartij ten anker lagen, in de hoop dat zij tegen de schepen op zouden drijven, waarbij zij ontploften. In zijn verslag over de krijgsverrich-tingen ter zee spreekt de Amerikaansche admiraal Porter als zijne meening uit dat in dezen oorlog de mijnen eene betere verdediging der kusten vormden dan de forten. Het gebruik der moderne verankerde automatische mijnen is in de laatste zee-oorlogen zeer toegenomen, voornamelijk door het feit dat deze mijnen, met behulp van speciaal daartoe ingerichte schepen (mijnenleggers) in groot getal m korten tijd gelegd kunnen worden. In het begin van den Russisch-Japanschen oorlog legden de Russen verschillende mijnversperringen ter verdediging van de toegangen naar Port-Arthur, maar al heel spoedig legden de Japanners des nachts ook mijnen in die toegangen. Hierdoor was het Russische eskader gedwongen zich bij het verlaten van de haven vooraf te doen gaan door rnijnen-visschers.Zooals onze lezers weten, wordt ook in den tegenwôordigen oorlog, tôt aanval en verdediging gebruik gemaakt van zee-mijnen. In de nieuwstijdingen zijn er sedert vier maanden al meermaals de gc-' volgen van gebleken. De thans gebruikte mijnen zijn aile voorzien van eene inrichting, waardoor zij, nadat zij te water geworpen zijn, (mijn en anker te zamen) zich automatisch op eene bepaalde diepte beneden den waterspiegel plaatsen. Daardoor behoeft dS diepte van het vaarwater, waar de versperring gelegd wordt, niet vooraf opgenomen, en be-hoeven de ankertouwen niet op eene bepaalde lengte afgesneden te worden. De, meestal bolvormige, mijn staat aan boord der mijnenleggers op een afgeknot kegelvormig gewicht, welk gewicht het anker van de mijn vormt. Zij wordt, met het gewicht te zamen, achter uit het schip buiten boord geworpen (langs eene gelei-baan). Het gewicht — het anker dus — is met een stalen ankertouw aan de mijn verbonden. Laatstgenoemde is gedeeltelijk met eene springstof, hetzij triniLotoluo!, schietkatoen of pyroxyline, gevuld (60 à 100 kilogram), doch slechts voor zooveel, dat zij een bepaald drijfvermogen over-houdt.Wordt de mijn te water geworpen, dan zal zij eerst blijven drijven, terwijl het anker zinkt. De automatische dieptestelling ge-schiedt ongeveer op de volgende wijze : Onder aan het anker liangt aan een stalen touw wederom een kleiner gewicht, terwijl het ankertouw om een trommel in het anker zelf is opgewonden. Zoolang dit kleinere gewicht aan zijn touw trekt kan de trommel, waaromheen het ankertouw zit, draaien, Trekt dit gewicht (het zoogenaamd lood) niet meer aan zijn touw, dan pakt een pal in de trommel, zoodat deze vaststaat en het ankertouw niet meer af kan rollen. Terwijl de mijn dus nog drijft loopt het ankertouw af. Raakt het kleine gewicht, onder aan het anker gevestigd, den grond, dan trekt dit niet meer aan zijn bevestigingstouw. De trommel staat stil, het anker zakt verder door tôt op den bodem en trekt de mijn meaê". Op deze wijze komt de mijn even ver beneden den waterspiegel als de lengte bedraagt van het touw, waar aan het kleine gewicht bevestigd is. Worden nu, vôôr de versperring gelegd wordt, deze touwen 2 meter lang gemaakt, dan liggen de mijnen 2 meter beneden den waterspiegel. Stijgt het water, dan komt de mijn na-tuurlijk dieper beneden het wateropper-vlak. Daarom dient er bij het leggen der mijnen rekening mede gehouden te worden of het hoog of laag water is. Nu zit er verder in de mijn : in de eerste plaats een ontstekingstoestel, dat haar doet ontploffen zoodra er een schip tegen aan vaart, en bovendien eene inrichting, die het mogelijk maakt haar veilig te leggen en zoo noodig op te visschen. Laatstgenoemde inrichting moet de mijn ook ongevaarlijk maken wanneer zij van liaar anker slaat. IN BELGIË. Een reisje naar onze Koolmijnen. Ik denk de talrijke lezers van het dagblad Het Volk aangenaam te zijn met hun eenig nieuws te melden aangaande mijn reisje naar : Le Pays Noir of onze Belgische Kolen-mijnen.'t Zou voorzekers vôôr enkele maanden de moeite niet waai'd geweest zijn er over te spreken, maar nu die reis vier dagen tijd vraagt, wilikze gaarne aan uallen vertellen en mijne indrukken mededeelen. Verleden zondagmorgen om 11 uren ver-trokken aan de statie Gent-Zuid, rolt ge per buurtspoorweg langs Oordegem — die ons herinnert aan het onderhoud van onzen burgemeester met generaal Boehn — Erpe. waar verschillige ontmoetingen en scliernuit-selingen plaats haddenen waar benevens liet tais van den. heer notaris Meert. talrijke woonsten zijn verbrand — Aalst, die zooals ge weet ook veel heeft geleden en waar de schoone spoorwegbrug over den Dender door onze Belgische geniesoldaten onbruik-baar gemaakt door de Duitschers reeds door eene nieuwe is vervangen. — Assche, waar ge na vier uren rijdens aankomt. Vandaar te voet of in cariole, zooals het uwe beurs of het weder toelaat naar Berchem-Sinte-Agathe om dan per tram te Brussel-Beurs aan te ko men. 't Is dan reeds avond, en men zoekt of liever men heeft al familie of kennis die u met open armen ontvangen. Na zich wat uitge-rust te hebben, een toertje in stad en of-schoon er wel«j5>eweging is, ziet men algauw dat het Brussel niet meer is van vroeger. Aan eetelijke waren is er geen gebrek. de beenhouwerijen zijn wel voorzien en wat de varkensslachterijen betreft, daar vindt ge ailes in overvloed. Aan bloenien tarwebloem is er schaarste ; integendeel aardappelen en groensel in overvloed. Na voor wat mond-behoeften te hebben gezorgd en gezellig te hebben gepraat — want men is overal nieuwsgierig — begeeft men zich ter ruste om 's andercndaags reisvaardig te zijn. Den maandagmorgend kwaart vôôr acht uren aan Brussel-Zuid, per stoomtram naar Edingen (EDghien) en zoo voorts naar Ber-

Er is geen OCR tekst voor deze krant.