Het volk: christen werkmansblad

557097 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1916, 08 Juni. Het volk: christen werkmansblad. Geraadpleegd op 20 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/w08w952334/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Zes-en-TwinligsIe im< ■ -H <32 fiodsdleitst — Hmsgeziu — EigenÈom DsjWag, 8 tei 1916 Aile br?cf*ris6eîiogffl& yTBtJrf-▼rij te zenden aan Aug. Van Iseghem, uitgever voor-de »a«œi. maalfch. « Drukierij Het Volk», Meersteèg, n° 16, Gent. Bureel voov West-Vla&nderen» Gaston Bossuyt, Recolletten* etraat, 14, Koitr^k. Mon scbrijft In : Op (vile pastkantoren aan 10 fr. per j&ar. Zes maasden fr. 5.0®. ï>rie maanâen fr. 2,50. Aankondiglngen î Prjjs volgens tarief. Voorop t« betalen. Recbterlijke herstelling, 2 ft> per regel. Ongeteekende brieven worden gewcigerd. XELEFOON N* 137. Gent. Verschynt O maal per week CHRISTEN WERKMANSBLAD 3 Centième» Siet nummer < ELK VQ9R ZICH ZELVEN. > Dezer dagen door eene geweldige stortvlaag overvallen, waren we met de jongens ergens binnen gevlucht en zaten daar met hen te wach-ten op eene zegepraal voor de zon, die zich na een goed kwaart uurs aankoi^Sbde. Tijdens dat kwaart uurs waren we stilzwijgend getuige van eene bespreking, of Iiever : van eene betwisting over de sclu'.omelijke winsten, welke sommige voortbrengers van zekere levenswaren en koopmans in dezelfde waren thans van hun work of van hunnen handel halen ten koste der verbruikers in 't algemeen. Wijl het tusschen onderlinge kennissen ge-beurde, voor wie wij zelf een vreemde waren, hadden we ons in hun gesprek niet te mengen ; maar gezien dit gesprek een volkomen algemeen belang gold, meenen we hier ook voor 't algemeen welzijn te mogen wijzen op de onmaat-schappelijke gedaehtenriehting, welke ons uit dat gesprek tegenklonk. Want mot spijt moesten we vaststellen dat vier van de vijf personen, welke daar samen aan den kout waren, geheeht bleken aan de onharte-îijke stelling : nia den oorlog is 't elk voor zich zelven. » Welnu, burgers, door aan die stelling geheeht te blijven, zijt gij de schuld dat uwe eigen kin-deren en de kinderen van velen uwer medebur-gers moeten derven wat hun zeer goed zou van pas komen. Nemen we bij voorbeeld de groenten en andere moestuinvruchten, waarover in gezegd gesprek geredekaveld werd. Die landvruchten, zoo nuttig aan de volks-gezondheid, — uit hunne eigen bestanddeelen en uit de smakelijkheid welke zij aan andere voedingswaren ten bate van kinderen en andere zwakke of lastige eters kunnen geven, — zijn thans voor de beurs van middenstanders en werklieden volslagen onkoopelijk door hare verschrikkelijke duurte : Een bussel roode wor-teltjes, dien men andere jaren te dezen tijde voor dertig of veertig centimen kocht, moet men thans 1.50 fr. tôt 1.75 fr." betalen, 't is te zeggen : vier tôt vijfmaal zooveel. De memsdhen kunnen aan geen genietbaar eten geraken en de moestuinbouwers winnen eohatten van geld. Dat is 't gevolg der praktijk van 't « Elk voor zich zelven ». Welnu, die praktijk is effenaf onredelijk en onmaatschappelijk, gelijk welke levenswaren zij in deze lastige tijden moge gelden. De moestuinbouwers en andere jagers op onmenschelijk oorlogswinsten redeneeren zoo : « De opkoopers, onverschittig voor wie of voor wat ze koopen, komen mij drie of vier maal en nog meer de waarde bieden voor de helft of de drie vierden mijner voortbrengsels. Welnu, voor de andere helft of voor het laaiste vierde moeten mijne medeburgers mij evenveel per gelijke hoeveellieid betalen ; vermits mijne voortbrengsels voor de opkoopers zooveel waard zijn, moeten ze evenveel waarde hebben voor mijne medeburgers, of anders Jcrijgen zij ze niet. Ik strijk des te meer winst op : 't is ELK VOOR ZICH ZELVEN. » Maatschappelijk ■ gezien, zou men gansch integendeel als volgt moeten redeneeren : « De opkoopers laten mij schatten van geld verdienen met mij drie tôt vier maal de waarde voor de helft of de drie vierden mijner voortbrengsels te betalen, terwijl de vier vijfden mijner medeburgers in nood verkeeren en geen voldoende levensivaren kunnen koopen. Oezien ik daaraan zooveel geld win, zal ik de overige ftelfè of het, laaiste vierde mijner voortbrengsels des te beterkoop (in plaats van duurder dan anders) afleveren aan mijne nooddruftige medeburgers. » En zulks zou de redeneering moeten geweest zijn voor aile handels- en levenswaren gelijk voor de voortbrengsels van den moestuin. Vooral in tijden gelijk de tegenwoordige is het t Elk voor zich zelven » iets afschuwelijks. Het is de zellzucht, de onredelijkste onmaatschappe-lijkheid tôt algemeene, al-opslorpende heersche-res verheven. Het is de nood van kinderen en andere zwakken uitgebuit voor den persoonlijken geldzak. Het eerlijko volksgemoed komt daar tegen op en de jagers op zulke onredelijke winst teh koste van allen, mogen rekenen dat het verleden ge-leerd heeft hoe aldus verworven geld niet gedijt en hoe de verachting van gansch een volk het genot van onbillijk verworven rijkdom tôt een zwaren last kan maken. En deze last zal maar billijk op de winstjagers wegen, al spijt het ons zulk argument te moeten gebruiken, waar rede, hart en gewefcen zouden moeten volstaan om den onredelijk duren eisch voor levenswaren uit schaamte te doen dalen ; we zijn er ecliter toe verplicht, want wie zich aan hooger geschetste praktijken overleveren, zijn voor gewetensschaamte niet meer vatbaar en moeten in hunne belangen aangesprokea worden. 't Is hetgeen namens «lie getroffen belangen gebeuren zal, en met reeht en reden, indien de jagers op oorlogswinst niet weldra eenen anderan keer nemen. Lord Kilchener waarschij&lijk verdronken AMSTERDAM, 6 Juni. — Uit Londen wordt ambtelijk medegedeeld : De pantserkruiser Hampshire, op weg n$ar Rualand met lord Kitchener en zijnen staf aan boord, is gisteravond gezonken Westelijk de Orknay-eilandeiî, Noordelijk van Schotland. Het s chip ging plotseling naar onder. De oor-zaak is nog niet bekend. Bij den hoogen zeegang bestaat weinig hoop, dat schipbreukelingen konden gered worden. LORD KITCHENER. Na den hertog van Wellington heeft de Engel-sche generaal Kitchener eene der schitterendste loopbanen gehad. Lord Kitchener was enkel 56 jaren oud. Als soldatenkind trad hij zeer jong in de ingenieursakademie te Woolwich, die hij verliet om deel te nemen aan den Duitsch-Fran-schen oorlog, in het Fransch leger der Loire. Als luitenant ingenieur was hij bij het Engels-ch onthaal in Syrie en Palestina, was ook werkdadig in Turkije, aïs konsul, tôt wanneer de expeditie in Egypte hem de gelegenlieid gaf, zich in grootere wcrkkringen te doen gelden. In 1886 reeds werd hij gouverneur in Suakim, dan gene-raal-adjudant van het Egyptisch leger en in 1892 opperbevelhebber van 't zelfde leger. Bij den Boerenoorlog was hij in 't begin staf-overste van lord Roberts en dan zelf opperbevelhebber. Altijd gaf hij bewijzen van organisatie-talent, hetgeen hij ook bewees bij de herinrich-ting van het Indisch leger In 1911 werd hij veldmaarschalk en diplomaiisch vertegenwoor-diger in Kaïro. Tôt bij het uitbreken van den oorlog bleef hij daar. De tegenwoordige oorlog riep hem naar Engeland terug, waar hij geduren-de eenigen tijd aan het hoofd stond van het veld-leger, tôt hij het ambt overnam van minister van oorlog. esn AœiMrai mmv. De Rotlerdamsche Courant meldt uit Le Havre dat de Amerikaansche ijzerenwegkoning James Hill aan koning Albert eene som van 25 millioen franlc heeft nagelaten, tôt herstelling van Bélgië. AMER 184 EN M VH. Na eenige redevocringen van de partijleidérs der verschillende groepen van den Rijksdag, nam de rijkskanselier von Bethmann Hollweg nog-maals het woord, om te antwoorden op eene verklaring der konservatieve partij. Daarin was gezegd dat Duitschland eene vredestusschen-komst van voorzitter Wilson van de hand wees, daar Duitschland in hem het vertrouwen niet heeft, de Duitsche belangen te waarborgen. De rijkskanselier antwoordde daarop : Ik heb in de dagbladen gelezen dat voorzitter Wilson het inziclit toegeschreven werd, in den vrede te willen tusschenkomen. Heden nog heb ik gelezen dat de Engelsche pers zich daar be-paald tegen verzet. Aan mij is officieel geen woord toegekomen dat voorzitter Wilson wiltus schenkcmen. Daar wij bij eene vredesonderhan-deling geenen druk op ons mogen laten uitoefe-nen, die ons de vrnchten onzer zegepralen zou kunnen beletten, geloof ik, dat gij van mij niet zult verlangen, dat ik ook nog deze bepaalde verklaring doe, dat ik voor eene dergelijke tusschenkomst niet ben. DVE_ MOTTE. Er was geschreven geweest dat de heer Motte, burgemeester van Robaais, samen met den heer burgemeester Max, van Brussel, te Celle in Duitschland gevangen zat. Nu wordt dat nieuwsken geloochenstraft. De heer Motte was geen burgemeester meer te Robaais on verblijft tegenwoordig in vrijheid op zijn kasteel La Ber-lière, dicht bij Brussel. DE SPAANSCHS BEGB00T1NG. ( Havas verneenat uit Madrid dat de minister van financiën zaterdag in de Kamer do begroo-ting voor 1917 heeft neergelegd. De ontvangsten woi-den geraamd op 1.303.612.000 pesetas en de uitgaven op 1.447.652.000 pesetas, hetgeen dus een deficiet geeft van 144.000.000 pesetas. De v minister heeft voorée een ontwerp van wet neergelegd, houdendo heffing eener belasting van 25 tôt 40% op de buitengewone winsten sedert n 1915 gemaakt. OVKftLEDHH, ô Uit Shanghaï wordt gemeld dat Yuan-Chi-kai maandagmorgen vroog overleden is. Voor acht dagen kwamen telegrammen uit ® Peking die zegden dat de voorzitter der Chines- 11 sche republiek Yuaa-chi-kai vergiftigd was. Daar werd weinig geloof a.an geheeht, dooh nu ^ schijnt zulks bevestigd te worden. De opvolger, ondervoorzitter Lijuanhung, zal geene gemekkelijke baan hebben, met de over-name van het' Hemelspho Rijlc, zoo juist na de 8 groote moeilijkheden dîe China in zijne Zuider- ® streken heeft te doorworstelen gehad. Sinds 1911 was het leven van Yuan Chi-kai ^ een onophoudelijke strijd tegen binnen- en buitenlandsehe vijanden. Hij streefd'e ora het ° stamvoratenhuis Knanghfu langa omwegen lc terug op den troon te brengen. De korte en rechte weg om daar toe te komon was versperd 8; met kronkelsteenen en 't is daarove» dat hij, 81 niettegenstaMido zijae omwegen, gevallen is. ^ OiDcieeleMededseiiugen 2 In Vteaaderen, FrankrSjk en Elzas. (Dmtsche Melding.) rj BERLI.JN, 6 Juni. (Wolff.) — Uit het groote o hoofdkwartier : l Op den Oostelijken Maasoever werden de stel-lingen der dappere Oostpruisen op den Fumin- v rug in den loop van den nacht, na hernieuwde g zeer sterke voorbereiding, wederom viermaal t zonder den minsten uitslag aangevallen. v De vij and h ad onder ons samenwerkend artil-lerie-gordijnvuur, machiengeweer- en infanterie- 1 vuurbijzonderzwareverliezen. Voor 't overige is de toestand onveranderd. \ (Fransche Melding.) t PARUS, 6 Jum. (Reuter.) — Ambtelijk be-richt van maandegachternoen Oostelijk de Maas zetten de Duitsehers des avonds en 's nachts hunne aanvallen voort tegen 2 de Fransche stellingen in de streek Vaux-Dam- ] loup. ' Binst den nacht hsd een verbitterd gevecht plaats tusschen de bezetting van het fort en Duitsche afdeelingen, die onder aanwending van stralen brandendo vloeistoffen traehtten c daar in te dringen. Ondanks rijkelijke aanwending van die doenwijze verhinderden de Fran-schen aile vorderingen van hunnen vij and. Op den linker Moasoever bcschieting met on- 8 derbreking. In de Vogezen namen de Duitsehers bij eenen aanslag drie graafsectors Westelijk ' Carspaeh. Door eenen schier onmiddellijk onder- r nomen tegenaanval werden al die graafstukken , weder veroverd. — Ambtelijk bericht van maandagavond : ® Aan het front Noordelijk van Verdun ver- r hindert slecht weder de verrichtingen. Men meldt geen infanteriegevecht. Binst den dag duurt het gesèhutvuur tamelijk hevig voort in do streek van Vaux, Damloup en c de vesting Vaux, waar de toestand onveranderd ^ bleef. £ Op den linker Maasoevér artilleriestrijd met f onderbrekingen in den sector Avoeourt. Aan het overige front, ook aan 't Belgi3che, was de dag rustig i (Engelsche Melding.) LONDEN, 5 Juni. (W. T. B.) - Sir Douglas r Haig meldt : 1 Bij Zillebeke is geen wezenlijke verandering 1 ingetreden. De nacht was rustig, maar er werd t van weerskanten veol gevuurd. Aan andere plaatsen van het front deden de £ Duitsehers twee en de Engelschen vijf overvallen. Twee Britsche afdeelingen doodden veertig ^ Duitsehers. c De vijandelijke overvallen werden met gemak i afgeslagen. het Oostelijk Geveehtsterrein. {Duitsche Melding.) BERLIJN, 6 Juni. (Wolff.) Uit het groote jofdicwartier : Aan het Duitsch front geen bijzondere voor-illen.(Oostenrijksche Melding.) WEENEN, 6 Juni. (Wolff.) Ambtelijke mede-lededeeling : De veldslagen in 't Noordoosten duren sehier in gansch het 350 kilometer lange front met iverminderde hevigheid voort. Noordelijk Okna namen wij gister, na zware isselvallige gevechten, onze troepen uit de in-ïBchoten e.erste stellingen naar eene vijf kilo-leter Zuidelijk voorbereide linie terug. Bij Jaslowiec aan de beneden-Strypa, ging de ij and hedea vroeg na sterke artillorievoorberei-ing ten aanval over. Hij werd overal verworpen, ier en daar in handgemeen. Westelijk Trembowla brak ter zelf der tijd een -erke Russische aanval onder het vuur van ons ssohut ineen. Westelijk en Noordwestelijk van Tarnopol erd eveneens vorbitterd gevochten. Waar ook 8 vijand tijdelijk voordeel behaalde, werd hij nvorwijld weder verworpen. Vôôr een batail-msfront liggen 350 Russische lijken. Ook bij Sapanow voerden de talrijke voor-■ooten van den vijand tôt geen wezenlijken uit-ag.Tusschen Mlynow aan de Ikwa en in het ruim Westelijk Olyka, waar de Russen zich voort-urend versterken, is evenals vroeger eene ver-itterde worsteling aan den gang. (Russische Melding.) St-PETERSBURG, 6 Juni. (W. T. B.l Amb-îlijk van maandag : ^ Duitsche artillerie beschoot het bruggehoofd rexkull. Bij Dunaburg Noordelijk de spoorbaan aar Poniewiez beschoot de vijand bij verrassing nze stellingen en trachtte daarop aan te vallen. [ij werd evenwel afgewezen. Gister, den 4 Juni, namen de gevechten aan-ang van aan de Prypec tôt aan de Roemeen-3he grens. In eenige sectors behaalden onze roepen, door de artillerie ondersteund, noemens-raardige gevolgen. Als de aanval aangezet is, schiet onze artillerie mgzamerhand de vij andelijke werken en indek-ingen in duigen; daarop gaat de infanterie ooruit volgens de ter plaats bereikte artillerile-itslagen en bezet de vijandelijke stelling. Bij do gevechten van gister werden van onze ■appere aanvoerders overste en regiments-ommandant Lourie gedood en overste Ontsigler waar gewond. )eOostenpijkscb-ItaliaanscheCorlog (Oostenrijksche Melding.) WEENEN, 6 Juni. (Wolff.) Ambtelijke mede-ieeling : Do toestand is onveranderd. Een eskader van zeevliegtuigen viel gister-lacht de baanwerken van San Dona di Piave an de Livenza en van Latisana aan. Onze land%'liegeniers belegden de spoorstatiën an Verona en Ala Vienza overvloedig met bom-aen.Sinds het begin der maand werden 9700 talianen, waaronder 184 officieren, gevangen enomen, dertien machiengeweren en vijf ka-lonnen buitgemaakt. (Italiaansche Melding.) ROME, 6 Juni. (W. T. B.) Bericht van 5 Juni : In het dal van Daone vielen vijandelijke af-leelingen den 3 Juni bij verrassing een onzer 'ooruitgesehoven post-en bij Malga Stavoletto an. Ais versterkingen aankwamen, deden wij enen tegenaanval en sloegen den vijand op de 'lucht. In het Ledrodal krachtige bedrijvigheid der 'ijandelijke artillerie. In het Lagarinadal beproefde de vijand gister, ta de gewone beschieting met het zwaarste ka-iber, eenen schijnaanval tegen den sector van iet front Monte Giovo-Tierno, terwijl hij krach-ig de stelling van Coni-Zugna aanviel. In den Pasubio-sector strijd der wederzijdsche ■rtilleries en botsingen van kleine afdeelingen. Langs het front Posina-Astach ondemam de ■ijand na eene overvloedige artillerievoorberei-ling eene nieuwe hevige inspanning in derichting an den Monte Alba en den Col Posina. In de streek van den Monte Cengio dwong een MENGELWERK 21 Eene Zoiderlisge YerdwijijEg door A. K. GREEN. « Wel, » zei M. Gryce op cen geheel anderen toon, « ge zult het vernemen. Ik wfl u verlialen alhoev/el het niet strookt met ons beroep, •waarom ik, lid van het policiekorps, dorst te het huis treden van een man zooals u, en hem ondervragen wegens zijne dienstboden. M. Blacke, laat ons verondcrstellen dat ge in cen detectievebureel zijt. Eene vrouw treedt- in, de hursbewaarster van een geachten burger; ze maakt ons bekend dat eene bij haar in dîenstzijnde naaistfcr den nacht te voren uit het huis haars meesters is verdwenen op de meest onverklaarbare wijze, ze denkt zeker te zijn dat ze langs het venster is opgelicht. Eene diepe ontroering overmeestert haar, en dringend îs haar beroep op bijstand, alhoewel ze bckent met het meisje niet verwant te zijn, en enkel te handelen uit menschlievendheid, « ze moet gevonden worden; » verklaart ze, niet latende vermoeden uit welke bron ze putten zou wan-,neer haar mager bezit onvoldoende zou geweest zijn tôt bevorderen der opzoekingen. Wij vragen haar of haar meester geen belang stelt in de H»ak, en ze wordt bleek en trekt af. Hij laat liaar al doen wat ze wil met de dienstboden, en feekamuïert zich om dezen niet, enz., ze versclirikt • wanneer we zeggen hem te gaan raadplegen. Beeldunu zelf de intrede der detectiven in, in het huis van den gentleman. Gij treedt 's mcisjes kamer binnen, wat springt u van eerst af aan in 't oog? Wel, dat ze niet alleen eene der beste kamers van den huize bewoont, doch, dat ze opmerkenswaardig is door hare scliikking, om niet te zeggen sierlijkheid. Meer nog, de schijn is er, dat 't meisje boven haren staat is gehuis-vest, aangezien er overal boeken over dicht-kunst, geschiedenis liggen, eene omstandigheid die de liuisbewaarster erkent Ge merkt op dat de gewelddadige oplichting langs het venster maar een schijn van grond heeft en 't feit dat ze uit eigen beweging weggeloopen is mogelïjk is. Daar de huisbewaarster protest ecrt, en beweert dat karakter en omstandigheden bewijzen, dat ze niet uit eigen beweging wegging.... overigens de verwrongen gordijnen en de bloeddroppelen op het dak, en verder op komen hare meening bevestigen. Een aantal andere feiten worden bijgebracht, ten eerste, een pennemes wordt op 't gras van het voorhof beneen opgeraapt, dat ons den oorsprong der bloeddroppels aanduidt. gevloeid uit de wonde, met dat voorwerp toege-braclrt. — Het was een pennemes, met elpen-beenen hecht, behoorende tôt het schriifbureel, staande op de tafel, en 't fijn licht samenstel bewees, dat het door 't meisje gebruikt werd, en dat tegen hare aanvallers; dat die aanvallers twee in getal, en booze menschen waren, is door jtifvrouw Daniels bewezen, die hunne stemmen hoorde. c Feiten als deze, M. Blacke, wektcn onze nieuwsgicrigheid op, vooral wanneer de meester ; des huizes op het tooneel te voorschiin kwam, hij gaf niet den minsten blijk van vriendelijke belangstelling, terwijl zijne huisbewaarster, ondanks haar, schrikte voor zijne tegenwoordig-heid, en weer in haar schik kwam, toen hij heen ging. « Ja », riep hij uit, oriverschillig den ver-bolgen blik van M. Blacke afwerend, «en wat wonderlijk was, 't is dat naderhand feiten ons ter ooren kwamen, als de volgendî, dat de zo» derlinge meester van den huize in den hof Stond op het uur van 's meisjes heengaan, dat hij te kijken stond door de baren van het hek als zij, ontsnapt voorzeker aan hare oplichters, huis-waarts keerde met het oprecht inzicht weder binnen te treden, maar, hem ziende door eene onredelijke vrees aangetast, weer terugkeerde, om te recht te komen in de armen liarer oplichters. Hebt gij iets aan te merken, Mijnheer? » vroeg M. Grvce slimweg kijkend naar de toppen zijner schoenen. M. Blacke schuddebolde : <; neen », zei hij kort-af. « Ga voort ». Doch de laatste aanmerking van M. Gryce had klaarblijkend indruk gemaakt. (t De ondervracîing verder, bracht twee of drie belangrrjke feiten aan 't licht, ten eerste, dat de gentleman, alhoewel bekend om zich nooit op tè dringen bij damesverkeer, zijn ledigen tijd gebruiltte, met te gaan wandelen in de gemeenste straten, waar hij meer dan eens is gezien geweest, pratend met een arm meisje aan den lieek eener straat, of langs andere wegen; de laatste met welke hij een gesprek voerde, bleek, vstgaws haar uiterlijRe, dezelfde te zijn die uit zijn hais was verdwenen. » « Genoeg nu «, sjwak M. Blacke op gezagheb-beaden toon; • nu ziji ge mi», dat 's onraogelijk. » • En waaromî t « Het meisje, waarop ge zinspeelt, had gulden haar, terwijl deze die in mijn huis woonde, zulk geen haar had. » « Is het wel zeker zoo ? Ik dacht dat ge 't meisje dat voor u naaide, nooit hadt opgemearkt, mijnheer.... Weet ge niet hoe ze was van uiter-lijke? » t Ik zo» hî4 beiusrkt hebbe», >çdien ze een haarbos had gehad, zooals ge meent. » M. Gryce lachte en haalde zijn notaboekje trit. « Ziehier een staal van heur haar, mijnheer », zei hij, een dunne très van blond haar te voor-schijn balende, en het toonende aan den gentleman, die voor hem stond. « Blakend ziet ge, en gulden aïs dat van het ongelukkig schepseî, waarmede ge spraakt, den anderen nacht. » M. Blacke richtte zich op, en kwam nader met eene zichtbaar bevende hand. «Waar hebt ge dat haar gevonden? » vrpeg hij eindelijk, de très driftig aan zijn hart drukkende. « Het komt uit den kaai, welken 't meisje had gebruikt, den nacht te voren. » De fierc gentleman wierp het haastig van hem weg. «We verspillen onzen tijd », M. Gryce kraclitig in 't gelaat ziende ; «Ailes wat ge aan-bracht bewijst de noodzakelijkheid uwer tegen-woordigheid hier niet, noch den toon op welken ik ben aangesproken geworden. Wat houdt ge achterwege? Ik ben geen man met wien men gekscheeit. » M. Gryce stond recht. « G§ hebt gelijk », sprak hij, terwijl hij ^nîj bekeek, « afles wat ik gezegd heb zou mogelijks mtjn indringea in dtt huis niet verrechtvaardigen Indien.... », en hij bezag hem strak in ds ooge». < Verlangt ge dat ik voortgaî «vroeg hÇ. fl Verwlet). .1 vijandelijke, met overmachtige kracbten Jiitge-* voerde aanval in den nacht vôôr 4 Juni onzf troepen, "hunne stellingen te ontruimen en zich' terug te trekkeri op eene verder achterwaart# gelegen linie in het dal van Canaglia, die gereed voorbereid geworden was. Wij houden de Westhelling van den Mont# Cengio tôt Schiri bezet, waarop in denzelfdeiï nacht vôôr 4 Juni twee hevige vijandelijke aanvallen bralcen. Op het overige front tôt aan de Brenta artilleriestrijd. Aan den Isonzo brachten onze afdee-' lingen van koenë ondernemingen buit aan wàii pens en gevangenen in. Nog de Zssslag aaa 't Skagerrak (Op last der Duitsche overheid vertalen vrij volgende melding uit de oorlogsuitgave der Kolnische Volkszeitung :) BERLIJN, 4 Juai. (W. T. B.) — Van be-trouwbare zfjde wordt ons over het verloop vaif den zeeslag tegen de Engelsche vloot vôôr het: Skagerrak in aansluiting met de berichten welks tôt nu toc aangekomen zijn, het volgende mede-' gedeeld : De Duitsche valle-zeestrijdkrachten warea' vooropgevaren om Engelsche vlootgedeelten,' die in den laatsten tijd meermaals aan de Noorsche Zuidkust waren gezien geworden, tôt den slag te dwingen. De vijand kwam den' 31 Mei om 4 uur 30 's namiddags op ongeveef 70 zeemijlen vôôr het Skagerrak, eerst ten getalle van vier kleine kruisers der « Kalliope »-klas in het zicht. ©nze kruisers begonnen dadelijk de vervolging van den vijand, die met vollen stoom Noerdwaarts stevende. Om 5 uur 20 zagen onze kruisers in Wcstelijke richting twee vijandelijke kolonnen, die zes slagkruisers en een groot aantal kleinere kruisers en verdelger» bleken te zQn. De vijand ontwikkelde zich Zuidwaarts. Onze kruisers gingen op ongeveer 13 kilometer afstand stelling nemen en openden, bij van Zuid naar Zuidoosten gericliten koers, een zeer werkdadig vuur op den vijand. In den loop van dit gevecht werden twee Engelsche slagkruiseri en een verdelger verzonken. Na een gevecht van anderhalf uur kwameu ten Noorden van don vijand andere zware vijandelijke zeestrijdkrachten in 't zicht, die later vijf schepen der « Queen Elisabeth »-klasse bleken te zijn. ICort daarop greep het Duitsche gros bij het gevecht in. De vijand draaide dadelijk Noordwaarts af. De vijf schepen der « Queen Elisabeth »-klas lieten zich door de Engelsche slagkruisers op sleeptouw nemen. De vijand zocht door eene snelle vaart zich aan ons werkdadig vuur te onttrekken en daarbij met Ooste-lijken koers onze schepen te omtrekken. Onze vloot ^lgde de bewegingen van den vijand in snelle vaart. Tijdens dit deel van hot gevecht werden cen kruiser van de « Achilles »-of de « Shannon »-klas en twee verdelgers ver-; nietigd. De laatste schepen van onze vloot linie-schepen konden toen wegens huime liggingrug-waarts den vijand, bij dit gevecht niet ingrijpen. Kort daarop daagden van uit het Noorden opnieuw zware vijandelijke zeestrijdkrachten op. Het waren, zooals weldra kon vastgesteld worden, meer dan twintig vijandelijke liniesche-pen van het nieuwe model. Daar de schepen van onze linie op een zeker oogenblik van beide kanten beschoten werden, werd de linie op de» Westkoers geworpen. Terzelfdertijd werd onze vloot van torpedobooten ten aanval tegen den vijand aangezet. Zij hebben zeer kranig en met zichtbaar gevolg tôt driemaal achtereenvolgens aangevallen. Op dit gebied van den slag werd een Engelsch groot slagschip vernield, terwijl eene reeks andere zware beschadigingen hebbea moeten lijden. Deze slag tijdens den dag tegen de Engelschç overmacht duurde tôt het donker werd. Wij tel» den, afgezien van talrijke lichte strijdkrachten, ten minste vijf-en-twintig Engelsche groote slagschepen, zes andere slagkruisers, ten minst* vier pantserkruisers, tegen zestien DuitschB groote slagschepen, vijf slagkruisers, zes groote linieschepen, geen pantserkruisers. Bij het invallen der duisternis gingen onze smaldeelen tôt den nachtaanval tegen den vijand over. Tijdens den nu volgenden nacht haddea kruisergevechten en talrijke torpedobootaan-vallen plaats. Hierbij werden een slagkruiser; een kruiser van de «Achilles »- of « Shannon »-klas, een, waarschijnlijk echter twee kleine vij« andelijke kruisers en ten minste tien vijandelijke verdelgers vernietigd, waarvan door het slagschip dat vooraan stond, alleen zes. Onder hen waren de beide nieuwe leiders-verdelgers Turbulent en Tipperary. Een smaldeel oade Engelsche linieschepen, dat vanuit het Zuiden kwam toegesneld, kwam eerst 's morgens, bij het einde van den slag asm en draaide weer af, zonder aangevallen te hcbbeq of ook zelfs maar in het zicht van het gros onzef vloot gekomen te zijn. || ■çrs ^ ^ ^ ^ WaardmrzeMlaff; (Duitsche Mededeeling.) Van nu af zijn kistjes met opgegeven waarcU weder toegelaten in verkeer tusschen Antwor-pen en Turkije alsmede Hongarije, verders vafl Antwerpen naar Bulgarije. De verzendingskosl voor ieder kistje bedraagt : Bulgarijefr.2.50,daarbij 25o. ) ve«ekeriDESI.o5t Turkije » 3.00, » 38 c. > roor elke 3co frank Hongarije» 1.50, • 15c. 1 opefgeTeii waarde. Hoogstbedrag der opgegeven waarde 10.000 fr. Bij ieder kistje is eene tol-inhoudsverklaring te voegen. Tegenbewijzen niet veroorloofd. Spoedbestelling slechts voor kistjes naar Hongarije. Gelasting met renJaoursement toegelaka in 'b verkeer met Turkije (800 mark = 4009 piaster) en Hongarije (800 mark = 1000 kronen.) (Niet geldig voor het Etappengebied.) Gent, 6 Juai 1916.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Het volk: christen werkmansblad behorende tot de categorie Katholieke pers. Uitgegeven in - van 1891 tot 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes