Hooger leven: algemeen weekblad voor ontwikkelde katholieke Vlamingen

961 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1914, 23 Mei. Hooger leven: algemeen weekblad voor ontwikkelde katholieke Vlamingen. Geraadpleegd op 28 maart 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/z892806g5z/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

INSCHRIJVINGSPRIJS België : 5 fr. 's jaars Nederland : 3 gulden Andere landen : 7 frank Men schrijft in bij het Beheer of op de postkantoren. Losse nummers t lOcentiemen. J AANKONDIGINGEN : o.25 fr. per drukregel Volledig tarief op aanvraag. Algemeen Weekblad voor Ontwikkelde Katholieke Vlaraingen Briefwisselaars gelieven telkens hun volledig adres op te geven. _ Aile bijdragen, waarvan de inzender zich aan de Redactie met volkomen bekend maakt, worden onverbiddelijk geweigerd. Beheer en Opstelraad : Minderbroedersstraat, 44, Leuven. Gedrukt in DE VLAAMSCHE DRUKKERIJ Bestuurder Hugo Bomans, Minderbroedersstraat, 44, Leuven. GEESELSTRAF. Over die straf, zooals ze bestond in vroegere eeuwen, willen we hier niet schrijven. Maar we kunnen ons afvragen of, 00k in onzen tijd, zulke straf in sommige omstandigheden met deugdelijk zou zijn. In Engeland heeft eene wet van December 1912 ze voor bepaalde misdadigers weer ingevoerd. In Denemarken werd ze, in de eerste jaren van deze eeuw ingebracht, om, na enkele jaren, na den val van minister Alberti, te verdwijnen. Ook in Frankrijk heeft men zich in de laatste tijden meermalen afgevraagd of, voor jeugdige mjsdadigers, de geeselstraf misschien niet het beste middel van bestraffing zijn zou. Verleden Zomer deed de XXme Siècle hierom-trent een onderzoek : de meeningen werden ge vraagd aan verscheidene van onze meest bekende criminalisten en over 't algemeen was men daar tegen. Zulke straf, zegt men, is onteerend, met alleen voor hem die de straf ondergaat, maar ook voor hen die de straf toedient. Ten andere, geeselstraf zou men maar toepassen op jonge misdadigers of op werkelijk verdorven kerels ; zou op hen zulke straf wel invloed hebben ; zouden ze misschien, daardoor zelf, niet slechter worden, geen haat opvatten tegen de maatschappij en geen behoefte voelen aan wraak ? ~ Eene voorname beweegreden, door de tegen-standers van 'de geeselstraf ingeroepen, is dat ze in Denemarken werd ingebracht door eene wet van 1 April 190S en reeds in 1911 werd afge-schaft. Maar is dit nu werkelijk eene reden ? \\ e vroegen hieromtrent uitleg aan een Vlaming, die in Denemarken verblijft, en ziehier zijn antwoord : « De geeselstrafwet (Prygleloven) werd alleen-lijk ingevoerd als eeneproef, om de steeds toene-mende misdaden te Kopenhagen te keer te gaan en zij was in 't bijzonder gericht tegen de aan-randingen en aanvallen op onschuldige men-schen.Over de uitwerksels der wet kan men niets zeggen, daar zij de proef nog niet onderstaan heeft. De bijzonderste reden, waarom zij afge-schaft werd, is dat het eene Alberti-wet was. Gij kent de geschiedenis wel van den Minister van Justitie, die 16 millioen gestolen heeft en nu m 'ttuchthuis zit. Vervolgens heeft het radikaal god-deloos dagblad Politiken eenen hevigen jstrijd ge-leverd tegen de « pryglelov ». Politiken is het best opgestelde dagblad. Het spot met ailes wat eerbiedwaardig is en heeft eenen grooten invloed om de openbare denkwijze te vormen. De toestand is nu als volgt : Criminalisten hebben verdeelde denkbeelden, juristen zijn er tegen. De burgersbevolking is er gansch voor .» Er blijkt genoeg uit dezen brief dat er volstrekt geen argument uit de afschaffing van de Deensche wet kan gehaald worden. Wij zitten te veel met de spitsboeven in en de 3 overgevoeligheid die nu mode is komt hun ten goede. Kwaadzullen zedoen aan de maatschappij, 1 ook zonder die onteerende straf, als ze er maar \ t voordeel bij vinden. ' En dat geeselstraf geen indruk zou maken op 3 menschen die reeds geheel en gansch verdorven 3 zijn, mag men niet al te gemakkelijk aannemen. 1 Velen, die met misdadigers moeten omgaan, 3 beweren dat, van natuurwege, zulke menschen 1 bangerikken zijn. Verleden jaar, schreef de r bestuurder van het laboratorium van crimineele 1 anthropologie in de gevangenissen te Brussel, in den XX"" Siècle, dat hij denkt dat zulke straf voor jonge misdadigers werkelijk schikken zou, maar, voegde hij erbij, zij zal niet gemakkelijk in 3 België aangenomen worden ; die nieuwigheid zou r eerder binnendringen kon bij ons, evenals in * Engeland, de misdadiger seffens na het plegen v van het misdrijf gestraft worden. Wanneer, twee jaren geleden, de kinderwet tôt stand kwam, schreef de advokaat-generaal 5 M. Bodeux van Luik in de Revue de Droit pénal et 5 de criminologie, dat hij gaarne had gezien dat in ' sommige uitzonderlijke gevallen, en waar men te 1 doen heeft met slechte kinderen, de geeselstraf zou toegelaten zijn. Geeselstraf heeft men in Engeland altijd ge-3 kend, maar feitelijk werd die in de verledene h eeuw weinig toegepast. De wet van i3 December 1912 is gekant tegen de handelaars in blanke 3 slavinnen. In het Engelsch Parlement en ook in 3 de Engelsche bladen werd er veel hierover ge-: handeld ; waar het koppelaars en souteneurs geldt, mag de rechter bepalen dat, nevens de uitgesprokene gevangenisstraf, er nog eene geese-1 ling zijn zal ; deze wordt niet in het openbaar toegediend en het vonnis moet het getal slagen en het geeselinstrument vast stellen. Over 't algemeen was de openbare meening 3 voordeelig gestemd en wonder is het om zien hoe 1 in de verschillende politieke partijen er voorstan-ders en tegenstanders waren. De liberale bladen J schreven er meest tegen en 't was voor hen moei-1 lijk verstaanbaar dat een liberaal minister ten 1 voordeele van wat zij noemden eene zoo reactionnaire wet kon spreken. De behoudsgezinde " bladen waren meest aile ervoor. Om te beletten dat tusschen het stemmen der * wet en het in kracht treden daarvan nog handel t in blanke slavinnen zou gedreven worden, kwam e de wet in gebruik denzelfden dag als ze door den Koning werd bekrachtigd en het is een feit dat 1 des avonds, vooraleer de wet de koninklijke r bekrachtiging kreeg, veel handelaars in blanke " slavinnen Londen verlaten hebben en naar het vasteland zijn afgereisd. Is dit niet het schoonste bewijs dat geeselstraf wel degelijk afschrikt ? Geeselstraf mag in Engeland maar toegepast worden op mannen ; de tegenstanders hebben doen gelden dat misschien wel vrouwen dit onzedelijk beroep, door de mannen verwezen, nu zouden aanvatten ; eerst binnen eenige jaren, natuurlijk, zal men weten wat daarvan is. Voor ons staat het vast dat er maar ééne soort menschen voordeel trekt uit de overgevoeligheid van de bijna algemeenheid onzer hedendaagsche strafrechtschrijvers en wetgevers, namelijk de boosdoeners. E. Vliebergh. - Rechtsphilosophie ? Het zoo roerend schrijven van wijlen den heer Arthur de Vos drukte in treffende bewoordingen uit, wat zeer vele katholieke beoefenaars van het Recht op het hart weegt : onze beschamende onkunde op het gebied der beginselleer van het Recht. En toch, klagen dat bij katholieken zelfs de bekommernis daarmee afwezig blijkt, kan weinig baten... Voor wie trek heeft in pessimistische - overwegingen, voegen we erbij, zonder vrees voor weerspraak : « er bestaat weinig of geen kans van beternis, tenzij... » Geen studie is zoo lastig misschien, en brengt zulke haast onoverkomelijke zwarigheden mede dan de rechtsphilosophie, wanneer ze moet aan-gevangen zonder een degelijken, vasten onder-grond. En die ondergrond bezit, bij 't verlaten der Hoogeschool. tegenwoordig niemand, volstrekt niemand : klinkt de waarheid hard, ze blijft er niettemin de waarheid om. Wat zouden doctoren in de Rechten bekom-merd loopen met zoo'n ontmoedigende studie : heel het juristenbedrijf wordt één gegoochel met onbegrepen stellingen zou gauw van de kale letter der teksten wordt afgeweken ! En schuld hebben ze er niet aan, of weinig met de tegenwoordige inrichting der rechtsstudie ter Hoogeschool is zulks onvermijdelijk. Zeggen, dat aan de Rechtsencyclopedie onder-half uur in de week wordt besteed, gedurende een half jaar. Een zaak staat vast : geen ernstig student die, in't verder verloop zijner studiën, niet de gedu-rige kwelling voelt van een tekort aan grond-kennissen, zonder een uitweg te weten om zijn schade in te halen. Treffend bleek dit o. a. dit jaar op eene der vergaderingen van het Rechtsgenootschap te Leuven. Een der leden kwam een vluchtige ont- leding te geven van een werk van den duitscher Jellinck. Een bespreking ving aan, maar eindigde achter vijf minuten, met aller instemming, om de verwarring die niet te ontwijken scheen. Wil men dien toestand zien verdwijnen : aan de Universiteit moet begonnen. De mogelijkheid is er stellig. Het derde studiejaar (kandidatuur) is ver van overlast, en men kan gerust de Rechtsencyclopedie drie maal meer tijd gunnen. De rechtsstudiën ingezet met en voorts immer gegrond op een degelijke beginselleer, zou dan geen ommekeer te verhopen zijn ? En zouden de moeilijkheden die nu velen, eens de Hoogeschool uit, afschrikken, niet grootendeels vervallen ? / Indien ik het goed voor heb, 1s 't langs dien weg dat verandering licht zal aangebracht : op de overheid der Leuvensche Aima Mater dient aller-" eerst gewerkt. Pennincsen. ■:z=r=v.=;rrrr:„.. _ —-——zzizrrrzzz:» Albert Vogel. De groote kunstenaar is zoo pas t'huis gekomen van zijne tweejarige wereldreis. Het is een echte triomfreis geweest waardig van zijn bewonderens-waardig talent. Vertrokken in Mei 1912 bracht hij eerst een bezoek aan Carmen Sylva bij wien hij in zeer hoog aanzien staat en die zijne groote beschermster is. Daarna scheepte hij zich in voor Engelsch- en Oost-Indië en verbleef er acht maanden, de heer-lijkste indrukken opdoende in dat tooverachtig tropenland, en er een ongeevenaarden bijval inoogstend. In Jan. xgi3 zette hij zijne reis voort en nu ging het naar Singaporen, Hong-kong, Kanton, Shangai, Kiolo, Tokio, Nagasaki en Yokohama. Overal werden de voordrachten in het Duitsch gehouden, behalve te Shangai waar eene belang-rijke hollandsche kolonie is en hij dus zijn hart eens duchtig kon ophalen in het Nederlandsch. Dan weer verder gezwalkt naar de Hawaïeilanden in Oceanië, naar Honolulu, de schoone. Zijn succès was er zoo groot dat hij er door de mooiste meisjes (en de anthropologen beweren dat op Hawai het schoonste menschenras verblijft), bij zijn vertrek met bloemenkransen werd omhangen die naar het gebruik daar, bij het wegvaren van het schip, weer worden teruggeworpen in het water, één voor één, terugdrijvend naar de milde schenksters als dankbare groetenissen. Nu kwam San Francisco aan de beurt waar insgelijks eene hollandsche kolonie is. Nevens zijne declamatie liet hij er ook nog een paar staaltjes bewonderen van zijne militaire kunst want de bladen gewagen van een paar pootige militaire oefeningetjes. Dat deelt hij van zijn vader die colonel was en herin- Warden Oomsche Kunst. Uit ons volk en voor ons volk. (vervolg.) Warden Oom heeft recht dat men zijne romans beoordeele van zijn standpunt. Zijn standpunt zet hij als eene levensleus vooruit: nUit ons volk en voor ons volk ». Dit is een echt vlaamsch- en volks-gezinde leuze en door het woordeke « ons » wordt bedoeld de physische en psychische gtmeenschap der vlamen. TJit ons volk. Door het volk bedoelt de schrijver niet het grauw, het gepeupel, het socialistisch-heidensch stadsvolk, noch de groot-steedsche ellendelingenmassa, maar wel deoorziel van Vlaanderens volk, lijk zij leeft en spreekt, denkt en dicht, zingt en schreit, werkt en lijdt in het volk van te lande, het volk van de hoeven of van de kortwoonsten, waar geen vreemde taal noch vreemd gedoe binnensloop, waar gulden harten onder ruwe schorsen kloppen, waar ailes echt en waar is, lijk een kind, waar weinig wordt be-geerd maar het hart groot is, dat volk waarover Ver-riest, de beste synthetiker van de ziel van 't vlaamsche volk, schrijft in zijn Regenboog en Op Wandel. Geen heilig volk maar Rubeniaansch wild en driest. Geen wild volk alleen maar Memlingerwijze mystiek. Geen volk zonder zedelijke gebreken, maar een volk met zijne onhebbelijkheid, gemeen-heid, dronkenschap, onreinheid en andere meer, maar dat ailes als aanwas, als abnormaliteit, en riiet als essentie van dat volk. En daardoor onderscheidt zich Warden Oom vah de landelijke schrijvers als Buysse, feirlinck, Styns, Ver- meersch, Virginie Loveling, Baekelmans enz. wier kunst Pater Pauli, S. J. met recht kranig aanklaagt (1) « Overal moet laaien de roode gloed der passie ; 11a wulpscheid vervallen zij tôt moedeloosheid, op het erotisme volgt het zwartgallig pessimisme. Van daar die gewaagde moderne romans, vol geestverlam-mende afdwalingen, vol akelig wee, die zoo ontzettend veel kwaad doen. Aangebrande lectuur zonder zedelijk gehalte. Dit is geen overdreven kieschkeurigheid, geen paterachtige schroomvalligheid, ik ben niet blind voor hunne brokken van zware mensche-lijkheid, en levenswee, ik ook wensch niet steeds dat de held zegeprale in Bengaalsch vuurwerk, ik ook laat mij dragen op hun sappigen stijl die den geur draagt van het land, maar daarvan zeg ik toch : dat is ons volk niet en dat is dus ook niet voor het volk. Dat is wel het volk in verval, of beter vervallen enkelingen uit het gezonde volk, maar dat is ons vlaamsche volk niet. Wij priesters die dat volk koesteren, kweeken, bespreken, bepreken, biechten, bezoeken, het volgen van de wieg tôt aan het graf : wij hebben het volk hooren zijne schoone, goede, zedelijke, godsdienstige ziel uitschreien in wroeging en gelaten wee, uit-schateren in geestdrift, uitbidden in bergen-verzettend geloof. Van ons volk van te lande snapt men niets, zoo men in zijn woorden en daden, leven en betrekkingen niet de trillingen volgt, niet de nawerking naschouwt van de gave des geloofs, die door de eeuwen henen, van ons volk heejt gemaakt een in merg christelijk volk. En ook den grooten Meester Streuvels spreek ik geen woord te na, als ik beweer dat hij Rubeniaansch goochelt met het wonderlijk licht (1) Jong Dietschland. Paaschaflevering, bl. 190. in de natuur, dat hij de zielen, de kinderzielen als fijn kantwerk, met aristocratische vingers openplooien kan als niet een, maar dat zijne personen ofwel uitzonderingstypen zijn, dus niet algemeen volksch, ofwel te idealistisch, te kunst-schoon om volksch-realistisch te zijn, ofwel te veel natuurmenschen, zonder godsdienstige ziel om vlaamsch-volksch te zijn. Streuvels ook mag zijn standpunt kiezen. Uit zijn standpunt moeten ook wij hem beoordeelen. Zijne kunst is hooger, is anders, is meer kunst met een woord maar minder volkskunst. Waarden Ooms kunst is volkskunst : daarin vindt het volk zich zelf terug lijk het is daar diep in de sublimiteit van zijn ziel waar God waakt. En daarom is zijn kunst voor het volk waaruit zij is : zij is volksontwikkelende kunst, lijk Consience's kunst voor het volk was, lijk Pastor Calleberts helaas te veel vergetene kunst voor het volk was, dit wil zeggen : iets dat het volk leest, verstaat, gevoelt, waardoor het zijne eigene onbestorvene ziel voelt naar boven komen, zichzelt louterend in zijn gebreken, om zijn natuurdeugden hun vrijen weister te laten als daar zijn : liefde, rechtvaardigheid, toewijding, ; eenvoudigheid, rechtzinnigheid, reinheid. En ja, t 'k wou het schreeuwen aan gansch Vlaanderen dat bimbambont van woorden als volksontwik-keling en hoogeschooluitbreiding voor het volk : maar wat deden wij doelmatigs voor dat volk ? Wij spreken en schreven voor dat volk maar boven dat volk, boven zijn geerte en zijn draag-kracht ; en de schrijvers ze schreven voor de kunst alleen en we spraken van een groote vlaamsche kunst. En idealisten tegen klippen en bergen in, van uit academiezalen en buitenwerkelijkheid, wilden een meer volksverheffende kunst. Och 't volk 't zal altijd 't volk zijn : 't zal nooit zoogezegde hooger kunst verstaan, 't volk draagt zijn schoonheid en zijn kunst in hem zelf : ontsluiert ze hem : dat het zijn ziel zie, zijn gezonde ziel, vol geloofszin, traditie en innerlijk-heid. En als nu door een zegen Gods een schrijver opdaagt dien 't volk leest en herleest, zullen wij hem verketteren of als minderwaardig voorbijzien, omdat zijne kunst er geen Streuvelsche of Ver-schaevensche is. Peist 'n keer dat Walgraeve zelf er over weeklaagde dat zelf Gezelle's kunst niet populair is tôt nog toe. (1) 't Gaat goed op vlaamsche meetingen over volksbeschaving te declameeren : maar begint 'n keer : het gaat niet met hooggeleerdheid noch met ultraprinciepen, maar het volk moet zich zelf beschaven uit zich zelf. Wij priesters, leeken, schrijvers moeten het daarin helpen met liefde, ja maar ook met taai geduld en eerbied voor hem opdat geen goud uit zijn ziel wordt weggebroken en vervangen door vlaamsch verguldsel van elders. Zoo schaaft Warden Oom de volksziel en 't bewijs dat zijn kunst voor het volk is, is dat het volk hem leest, terwijl zooveel vlaamsche schrijvers die volksliefde ontberen. Dit is geen kleineeren van die schrijvers maar elke vogel zingt gelijk hij is gebekt, en hoort het volk een vogel die zingt gelijk zijn bloed, zijn vlaamsch bloed, zouden wij het niet willen hooren ? Een kunst uit het volk en voor het volk zal eer e psychologische kunst zijn. Het volk houdt niet va« (1) Biekorf, 190^. Feçstnumjner, Negende Jaargang. Zaterdag 23 Mei 1914. Nummer 21

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Hooger leven: algemeen weekblad voor ontwikkelde katholieke Vlamingen behorende tot de categorie Katholieke pers. Uitgegeven in Leuven van 1906 tot 1914.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes