Ie Jaargang N° 2 1 Februari 1917. LOVEN BOVEN OorlogsM uitgegevcn door de Wapentiroeders van Leuven en omliggeÉ aan lie! front. Stichter-Opsteller: A. FESTRAETS 1 S. M. C 209 6° O Belgisch Léger. LOVEN, ZAL UIT DE PUINEN RIJZEN DE GLORIERIJKE STEE TE MIDDEN 'T BRABANTSCH LUSTWARANDE IN ONGESTOORDEN VREE ! Secretaris : HENRI DOTHÉE C 181 C. A. V. Abonnement: 1 frank per trimester Met vaste medewerking van : de heeren P. Simons, J. Weelis, R. Costrop, R. Van Butsele, W. de Knop HERINNERING AAN LEUVEN Leuvensche Studentenleven Gij vraagt mij, Arthur, iets neer te pennen over onze vroeger Leuvensche studiejaren. 't Is mij een plicht uwen wensch in te willigen « Hœc olim meminisse juvat» Ons hart verheugd zich bij de herinnering van die aangename vervlogene tijden, wij hadden daar in de Petermansstede willen blijven,met Sint Pieter uitroepende: « Heer, laten wij hier onze tenten opslaan, want wij zijn hier toch zoo goed. » Wij, dokters, overtuigd dat, in het werke-lijk leven getreden, het met het vroolijk en jeugdige jongelingsleven uit en amen zouge-weest zijn, hebben nevens het ernstige der studien ook het gezellige voor onze jeugdige gevoelens getracht te bekomen. Leuven is waarlijk de Belgische Universi-teitsstad die het kenmerk van het studieleven draagt. Hoe zoude het anders kunnen zijn ? Leuven met zijne Petermannen, eigenaar- dige karaktertijpen en de drijduizend bloeiende studenten in de gilden gedrild. Wij hebben het Leuvensch leven goed medegeleefd zelf wat te veel kennis gemaakt met het Bachusnat, misschien er ons leven wat nutteloos ingekort ; wij bezitten toch al-tijd de voldoening dat wij onzen tijd niet in ledigheid hebben omgebracht. En als het werkelijk leven soms wat te lastige plichtenoplegtdan getroosten wij ons dat wij in Leuven onzen tijd gehad hebben, en dat er daar door een grcote voorsprong bestaat van het verzet op de tegenspoede van het leven. Wij onderhielden stiptelijk voor wat het jeugdige aangaat de geboden der Leuvensche studie : zij luiden als volgt : Ik kwam naar Leuven om te studeeren de Medecijn Ik wilde eens probeeren of met studeeren geluk kan zijn Ik begon te zoeken in al die boeken o tyranij Maar wat vond ik in al die boeken? o zagerij ! Breng den beker 't Is de wreker Van de kommer, van 't verdriet Moedig gedronken Vreugdig geschonken Na het blokken 't doet ons deugd gerstenbier ja jacobsbier Na het blokken 't doet ons deugd! Gedurende onze eerste studiejaren, gedu-rig door de makkers overhaald, of ze zelf overhalende zwierden wij door de Leuvensche straten en trokken onze cafeetjes binnen, waar hetsierlijkejuffertje onshetschuimende bier aanbood, en met ons, onder het aange-naam spelen van het pianororgel rond de herberg in een sierlijk schotischje henen vloog. Van 't een cafeetje zwierden wij naar een ander, overal waren wij wel ontvangen, en overal vertrokken wij welgezind, tevreden met een eenvoudigen « wel bedankt mijn-heer ! » en plaats makende voor de andere vrienden die op hunne beurt wat verstrooid-heid of vermaak kwamen opzoeken. Op het einde van het studiejaar, dan waren wij ernstig geworden, de ernstigste der studenten. De verloren tijd moest ingehaald worden. Dat was toch voor enkele weken en als wij op 't exaam het welgekend perka-ment of ezelvel bekwamen dan mochtenwij met voile blijker zingen :

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.