Ons land

1561 0
17 december 1916
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1916, 17 December. Ons land. Geraadpleegd op 19 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/k35m90350f/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

4dc jaargang, Nummer 33. Prî}s : 5 Cerrtiemea 17 December iqtô ONS LAND STAATKUNDE - WETENSGHAP — KUNST — TOONEEL — LETTERKUNDE ABONNEMENTSPRXJS : Per jaar fr. 3.— Voor 6 maanden . . 1.75 Voor 3 maanden ... ... . . . . » 1.— men schr1jft in ten bureel van het blad. Opstelraad en beheer : Markgravestraat, ii-i3, Antwerpen AANKONDIGINGEN NAAR OVEREENKOMST. Ongeteekende stukken worden niet opgenomen. Wijlen Julius Everaert In Septamber van 1914 kreeg ik uit G?nt van wijlen mijn diepbetreurden vnend Julius Evernert, viijwilliger in 't Be'gisch leger, onderstaanddn prach igen buef. (De iezer neme me niet lcwaiijk dat ik de al te intieme passages, die er in voo'komen acbterwege laat). De onpartijdige « De Tièie's kring » te B orn waarvan hij medestichter en bestuurlid was.te zamen met deBoomïche bevo kmg bracht dien edelen zoon reeds een groo'sche hulde In zijn toespraak zei de vooizitter van hoogergenoemden knng dit edel kind van Vlaanderen herdenkende : « ..een zoon die de hulde van gansch het land waaidig is. » Welnu ja, wijd en breed moet hij gekend zijn, elke Vlaming moet hem... hooren omdat Julius Everaert een stoere stambewuste we ker was, die reeds op i5 jaria;rn ouderdom een welgeslaagd tooneelstukje: « Ieder Huisje zijn K'Uisje » schreef. maar vooral omdat hij een onzer bioeders is die suijdende in blinde plichtsbetrachtmg, wanhopig zwijgende heeft geleden, zedelijk geleden meer dan wellicht iemand denjten kan. Met betraande oogen bezie ik dat goede wezen en als ik dien brief overlees denk ik er aan, o! zoo diep treurend, wat een edel veelbelovend hart het bittere noodlot ons eilaas ontnomerl heeft. O! Julius, Gij ontvak Vlaanderen... doch !... een tioost voor ons en een edele hulde aan uw dierbare nagedach-trms, — gij ontvalt het met heel en al ! Want meewaiken voor Vlaanderen zult ge nog, meebtrijden voor zijn groot-makmg zult ge nog door uw woord, uw prachtig woord dat gij ons gelaten hebt, dat ons klmkt als uw iaatste. veiheven bede, die we, naar de inspraak van ons geweten, moeten verhooren en laten hooren aan hen die onzs volksgenooten zijn, en die we verheffen moeten ! En weet dan wel, wanneer uw woord 00k zal dooigedrongen hebben tôt bij de dooven. w nneer Vlaanderen zal groo'gemaakt zijn, wanneer Gij, zooals gij zelf zoo heeiiijk zegt : ...ln den dood zult segevieren !... (1) O ! Ja mijn goede, dan zal er één plaats zijn, een verheven heerlijkî plaats waai gij leven zult,immer leven zuh.omstraald door den hemelschen glans der glorie en die plaats zal zijn... in de harten aller oprechte, dankbare (1) Klinkt dat riiet als een variante op Rodenbach's prachtige : « O I mocht ik dat winnend, sneven 1 » j Vlamingen die genieten zullen dank zij uw woord, van het vrije, herboren, Grootwordend Vlaanderen ! Gent, Zuidstatie Post. Mijn goede, beste Sylvain, Hier hebt U dus mijn beloofde, breed-voenge brief. In alh-rhaast, natuutlijk. want we doen hier niet wat we wnlen en wrf zijn hier 00k met gelogeerd als thuis. « A la guerre comme à la guerre » he, jongen, en schrijven op een tafel, pardon op een ion moet nu 00k al eens ge-beuren. Maar nu moet ge met denken dat ik hier voor een ton ztt. Neen, neen, jongen, 't is in de post nevens de Zuidstatie dat ik aan 't knbbelen ben. Versrrooid genoeg van de in- en uit-loopers en wat erger is er liggen hier, wel 20 pennen maar geen enkele die deugt, 'k heb al een paar malen aan een brouillon bezig geweest, maar daar komt niets van in buis, als ik er zoo, maar in eens met dootbij en nu met van d'occasie profiteer. 'K heb het U beloofd he en dus moogt ge niet te exigeant zijn. 'k Gaf U reeds in eenige woorden op mijn kaaitje van vôô eenige dagen mijne opeenvolgende gemoedsverande-rmgen weer. Ik zei U hoe men eindelijk weer terug tôt bi-zinning komt, zijn vroeger leven herdenkt, zijn ouders, de vrienden en onder deze eerst U terug ziet Ja mijn beste Sylvain, ik zie U weer 'k heb vele stonden met U doorgebracht en geloof me, Sylvain, 't is met om U te fleemen, maar 't zijn thans mijn aangenaamste herinneringen. Gij zegietzoo dikwijls dat wij, Vlamingen, niet berusten kunnen in een tegenslag in 't leven zonder dat onze zedelijke inborst in gevaar kwam. Lijden nochtans, zeidet gij altijd, is verheven en edel het loutert de ziel ...Want nu herinner ik mij zoo goed, hoe ik aangenaam Kestemd werd als ge mij van Guido Gezelle hadt voorgelezen. 't Schoone, verhevene in 't leven, in de natuur, de liefde ..,de gezelligheid in den buiseljjken kring zijn bij ons ver te zoeken. ...Ons volk ontaardt ja, maar wat is er aan te veranderen Ik denk dan dikwijls aan het droomheeld van onz<-n « De Tière » en de edele zending dien hij zou kunnen volbrengen als hij werd opgevat zooals het than: gebeurde. Maar iets tcch bsdroeft mij maakt me zelfs benauwd voor de toekoms; van ons volk. Uwe verwachtingen vooi na den oorlog ! Och kom, maak er eer kruiske over. Waarom ? Omdat ik hier veel zie en hoor ! Och, ge zijt zoo argeioos. Godsvrede hé ? Bij U thuis en bij ons thuis ! En ool toen onze groote, sympathieke koning zei : « Vlamingen, gedenkt den slag dei Gulden Sporen ». Ja dàn hé? Weet ge nog hoe we gezongen hebben (op den trein, le jour à jamais mémorable met dat baaltje koffie' Ja we zongen dat hooren en zien ver-ging onzen « Viaamsche Leeuw». Maar, jongen als ge nu hier bij mij zijn moest, Voôr eenige dagen nog hoorde ik als stellig beweren, dat het nu uit zou zijn met de Viaamsche complimenten, die we maken Ik hoorde zeggen dat gelasterd mag worden en gelogen op 't edelste van wat we hebben: zoo bijv.-. De «Viaamsche Beweging is een heel D':itsch spel.Vader Willems stak zijn Duitsch patriotisme niet onder stoelen of banken. Dit Iaatste be weer de de heldhafnge uitschelder da1 het zeker zoo was, vermits het in eer Antwerpsche gazet had gestaan. Ik dacht daarover al veel na : Heel plezierig is het voot een Vlaming al niel in 't leger te dienen. Men voelt al rap genoeg dat wij als vreemdehngen worden behandeld. Voor mij is dat zoo erg niet, maardenk eens aan de taliijke eenvoudige simpele boerenjongens en werkjongens. Oh ! Zij die den weg des harten niel kennen,zij die geen woorden over hebben om zich doen te begrijpen.om den moed, de vaderlandsliefde aan te wakkeren, zij zijn vreemden voor de meesten. Oh ! Sylvain, voor ons is 't zoo erg met, maar denk aan de sukkelaars. En dan dat onderduimsch stoken hé i Die leugens, goedschiks toegelaten. Waar blijven onze leiders, onze broe-ders ? Nuik ailes in werkelijkheid zie !! Zwijgen, altiji maar zwijgen en blijven bloed offeren is het waanzinnigste wal er ooit kan gebeuren op dit oogenblik. Ja, Sylvain ik vraag mij af : Waarotr zwijgen onze leiders nu in't hachelijksts Van t gevaar ? Waar is Borms, die « zoogezegd ! r. altijd (?) in 't vuur des gevaars in de bres stond voor 't heil van Vlaanderen? Waar zijn Van Cauwelaert, Franck er al die groote heeren ? Ja, vroeger tafelspringers en lawaaima-kers genoeg, maar nu ? Wdarom stellen zij nu geen \oorwaar-den, zij kunnen toch met ziende blinc zijn ! En zij laten ailes gebeuren ! Ja nu is 't te ernstig, nu is 't geen eerepostjc voor ons dubbel bedreigd Vlaanderen t< spreken. Dubbei bed eigd, j,a ; aan de eene zijde Duitschland, aan de ander< Frankiijk en de franskiljons. Heeft Kusland met eerst aan Poler zelfbestuur gcgeven en Engeland aar Ierland.Home-Rule beloofd aanstonds n£ denvrede?En wij,zullen wij nutteloosbloec vergieten ? O ja, dat moest de beloonin' zijn na de 80 jaren druk die op ons werc geiegd. Nu er werkeiijk Wiaakroepend( grieven zijn en gebeuren, nu laten geer enkel van al die groote seigneurs de sten hooren. Wij, natuurlijk, mogen of kun nen niets ! Onze taak is te vechten ge trouw en dapper. Ik zelf ben een zwak keling, dat weet u genoeg. Moest il nevens u staan dan wel, maar nu ! Docl Gij zijt vrij.mijn beste. Gij moet elke ge legenheid te. baat nemen. Hoort gij he goed, denk aan onze toekoxnst en d uwe. Ik kan het met hard genc eg roepen Gij zijt argeioos, gij droomt van Gods vrede die er niet is. Oh, als ge vfîst ho- s onze vijanden onderduims wroeten en op post zijn. Ja, Sylvain, mijn vrfend, gij die een hart en liefde voor uw volk en zijn taal en zijn roem hebt, gij, ja, zult er naar luisteren ? Hoe ? och, kom in uwe omgeving; en zeker al onze «De Tière's»-mannen (de meesten zijn onder de vlucht allen vrijwilligers geworden. S. C.) waar-schuwen voor het gevaar, voor Vlaanderen en als dusdanig voor België. Ja, als de anderen te tam zijn om te roeren.om hun invloed te gebruiken, doe gij het dan, ik bid er u om, doe gij dan 't geen ge kunt, Aangenaam zal 't niet zijn, dat weet ik, Maar 't geen wij hier voor u doen is 00k nier zoo plezierig, Later, ja, zult ge mij gelijk geven. Ik ben niet de eenige die klaagt. Ik zie maar al te dui-delijk waar dat naartoe giat. Oh ! Dank aan onzen kring, denk wat mooie plan we hadden ontworpen en hoe ailes, als we ons niet schrap zetten, verloren zal gaan, zoo gij u in dien overspannen, ab-normaîen geestestoestand laat meedrijven door een dom patriotisme. O ! Borms, die eens zoo gevierde Borras en die. heilaas.'ook zwijgt. Edel opofiferend blijven wij m de bres staan voor 't heil van 't land, aangemoe-digd door ons subliem gevoelen van trouwheid en gehechtheid aan koning stam en taal. Oii, doe wat gij kunt Sylvain. Ik zeg, îkkar., ik durf ik mag niet. Maar gij die oprecht en vrij zijt, gij zult niet waar ? Ja, gij zult ! En dan zullen wij zegevierend weerkeeren naar huis... in 't bevrijde Vlaanderen in een volledig her-steld ware, België. En zoo we sneven mochten SylvSin. . oh, ja, edel zal 't zijn voor ons, dan met betrouwen den goeden dood in te gaan. Ja. dan, oh, dan... zuilen wij in den dood zegevieren. Uw Jules. Met haast. Groeten aan de vrienden en tôt weeraien. I Nog een woordje van mij waarde lezer. Hebt u dien brief met weiwillende belangstelling gelezen ? Hebt u den diepea ernst en de tragische waarheid ervan naar waarde geschat ? Ach kom, lees en herlees die woorden of liever die innige smeekende bede van mijn dierbaren vriend, mijn broeder, uw broeder, den zoon van en uit ons volk ! Ja lees en herlees ze dikwijls opdat ze als verhit vloeiend lood in uw hart bran-den en u eindelijk aanzetten zouden om het gevaar dat ons volk bedreigt mêe te helpen afkeeren. Want weet dat ginds verre aan den Yzer, verie van vader en moeder, van vouw en kind, 80 °/o van het Be'gisch leger 00k Viaamsche broe-ders zijn, die 00k voelen moeten heel dikwijls boe wreed het is door vreemden, net als Roodhuiden of Negers, in een i vreemde taal te worden geleid naar... den ! dood. O ! ik bid u, haal niet onverschillig de ; schouders op. gaat niet koud en harte-îoos voorbij ! Spot niet of k zal u voor de 1 naakte werkelijkheid brengen, of 'k zal u 1 ons arme, dank zij het franshiljonisme in 1 Vlaanderen, iaaggezonken volk toonenin i al zijne walgeiijkheid en verdierlijking ; O ! spaar mij d -st. want ellendig is't, hart-l verscheurend ellendig tôt bij de lieve ; kindertjes de sporen der verdierlijking 1 rééd.; te vinden : ja meisjes zelfs van 8 tôt 1 12 jaar, woorden, walgelijke zinnen op muren te zien schiijven ; zonen, deftig doende zonen van gegoede burgers, mid-den op straat de mtesi onteerende, viese-c lijkste dingen te zien doen... 1 ijke men-1 schen... och kom, neen. wees niet kop-pig, niet ziende blind ! Zeg met dat ons t volk nitt bedreigd is als een Raymond s Colleye (in l'Opinion Wallonne) vrijelijk : mag rondbazumen, geiugsteund door regeeringsbladen als de hatelijke XXme î Siècle : « que la Belgique de demain sera latine ou ne sera pas » (dat het België der toekomst Fransch zal zijn of niet zal zijn) en onze verdedigers als onze René de Clercq worden gebroodroofd, om te protesteeren tegen aile de doodsbedrei-gingen het Viaamsche Volk en zijn dierbare zonen naar het hoofd ïreworpen. Oh ! Gij mannen die U volksvertegen-woordigers duift te noemen:.. en die erom betaald wordt, ia gij allen waar biijft gij thans ? Gij die de stem hoort van een zoon geboren uit het volk, die leed en streed met het wapen en h«t woord om zijn volk ! nu zegt ? Maar die zonen zullen wij vereeuwigen die zonen zullen wij benuttigen omdat de opofferingen voor hun volk zij hen spontaan en echt zijn. . omdat het bij hen geen koele... geldberekening is. Gesterkt door hun woorden, door hun lijden, zullen wij gaan recht tôt de harten van het volk en de grootste belooning die wij de dierbare nagedachtenis dier moedigë kereis kunnexr brerigen is de verwezenlijking van hun ideaal,hun Iaatste bedete verhooren : De volledige rechts-! lierstelling van ons dierbare, eens zoo bloeiende Viaamsche Volk. S. Carsau. 0 Janseinijn, o Jansemijn Hoe kunt gij zulk een flauwerik zijn ! Vlaamsch zijt gij van naain, van stam, [van bloed, Vlaamsch van gestalte en Vlaamsch vansnoet. Nog onlangs hingt gij met virtait Den onverschrokken Vlaming uit... Toen kwam de groote Moerlemeie. 3e Viaamsche zaak had afgedaan, En, ach, daar vingen reien bij reien Van Flaminganten te ruiven aan. Gij rnifdet meê. Gij liet u scheren, Liet propertjes aw kazakke keeren En strijkt nu, vroom en onvervaard, 9e franskiljonoen siroop aan den baard. Weet gij, wat Pater Poirters zei Lang voor de groote Moerlemei ? Hij zei : " Om wille van het smeer Likt de kat den kandeleer. " P. P.—rs. KERN Flamingantiese overtuiging is de vrucht gedijri uit het harmonies huwelik van Rede en Gevoel, in de ontvankelike schoot van het sentiment gewskt door de stuwkracht der klare gedachte. De on-scheidbare sameukoppeling van harte-gloed en geestbeheersing zet haar om in de vleeschgeworden behehaming, die Daad heet. Heldere verstandeiikheid neemt het vaderschap waar in het flamin-ganties hmshouden. Haar oplossingen worden door het gevoel ge'ugsieund en bekrachtigd. In de Daad konsentreren zich beiide elementen tôt een tweeledige dubbel-eenheid Wederzijdse doordrenking weer-houdt haar ginds van onbedachte tomei-loze onbezonnenheid, hier van koele, dorre, onvruchtbare teoretizermg. G. Bardemeyer.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Ons land behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Antwerpen van 1915 tot 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes