Ons land

1372 0
15 oktober 1916
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1916, 15 Oktober. Ons land. Geraadpleegd op 25 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/n00zp3x167/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

4de jaargang, iriiiiiji Nummer 24. Prijs : 5 C©nti«Mnsen i5 Oktober igi6« ONS LAND STAATKUNDE - WETENSGHAP — KUNST — TOONEEL — LETTERKUNDE A.BONNEMENTSPRIJS : Per jaar tr. 3.— Voor 6 raaanden . . » 1.T5 Voor 3 maanden ... ... .... « 1.— men schr1jft in ten bureel van het blad. Opstelraad en beheer : Markgravestraat, ii-i3, Antwerpen AANKONDIG1M GEJN NAAR OVEREENKUMbT. Ongeteekende stukken worden niet opgenomen. Onze Vlaamsche Hoogeschool Een Akademisch Keurkorps De reeds aigekondigde namen onzer hoogleeraars geven de volledige waar-borg dat de Gentsche Universiteit aan . goede handen is toevertrouwd en wan-neer eerstdaags de derdelijst professoren verschijnt, zal elk bevoegd en onpartijdig beoordeelaar moeten bekennen dat het nieuwe hoogleeraarskorps op verre na voor dit van wijlen de fransche universiteit niet hoeft onder te doen. En het kan dan ook niet anders : immers iedereen die op de hoogte is van de vroegere 'oenoemingen aan onze staats-hoogescholen weet maar al te goed dat c protectie » daarin een grootere roi speelde dan geleerdheid, hetgeen een hooggeplaatst Waalsch magistraat eens deed zeggen : « Les nominations universitaires des viiigt dernières années sont des nominations politiques. Dès lors il arrive fatalement qu'à un moment donné on rencontre beaucoup d'imbéciles parmi nos professeurs d'université ». (De benoemingen aan onze hoogescho-len zijn gedurende de twintig laatste jaren, politieke benoemingen geweest. Daaruit volgt onvermijdelijk dat op een gegeven oogenblik in het leeraarskorps veel krukken te vinden zijn). Zoo was het geen alleenstaand geval, dat een zeer « geprotegeerd » heertje, die een plaats van notaris aanvraagde, en voor een anderen nog meer bescher-menden kandidaat moest onderdoen, als vergelding voor zijn blauwtje, een lee-raarstoel bekwam aan de univeisiteit Hoe wil men dan dat het peil der weten-schap niet zakke aan de hoogescholen. Het moet ons dus ook niet verwonderen dat onze professoren nooit een Nobelprijs behaalden en dat velen onder hen niet eens een wetenschappelijke bijdrage uit-gavenja zelfs zich de moeite nietgetroos-tenhunnen leergang opde hoogte te hou-den van den vooruitgang in hun vak. We zouden hier hoogleeraars kunnen noemen, die twintig jaar en meer, hun kursus hebben gedicteerd zonder er ooit een iota aan te veranderen, en dikwijls zonder een woordje uitleg, zoodat de studenten vansommigen konnen zeggen: « hij zou evengoed zijn knecht kunnen sturen,om dat zoo maaraf terammelen ». Neen,ons hoogeschoolonderwijs stond vooral in de staatsuniversiteiten niet op de hoogte waarop het had moeten staan, ■en zeer gezaghebbende stemmen hebben dan ook herhaaldelijk daarop gewezen. De grootste schuld lag aan de benoemingen, die gebeurden op een wijze welke door aile breeddenkende geesten moest afgekeurd worden. Welnu de nieuw benoemde professoren zijn naar een heel ander stelsel aangenomen : met kiesdraverswerk en politieke dienstjes is niet in 't minst rekening gehouden en enkel wetenschap en werkkracht zijn in aanmerking geno-men geworden. Vandaar dan ook dat het puik van Vlaanderens geleerden : een Dr Claus, de eerste psychiater van het land, een Dr De Keersmaecker, een hel-klinkende naam in de geneeskundige wereld ; «en Josué De Decker, een Lucien Brûlez, «en César De Bruyker en zoovele anderen die ik hier zou willen neêrschrijven, tôt hoogleeraar werden aangesteld, zonder dat men met iets anders rekening hield dan met hun wetenschappelijken aanleg. Moesten wij zoo één voor één de professoren onzer hoogeschool opnoemen en bij iedereen blijven stilstaan, we zouden voor allen kunnen vaststellen dat bij hunne aan- steiling geen anaere maatstai aan nunne bekwaamheid heeft gegolden. En niet enkel hebben we zoo het voor-recht eene uitgelezen schaar van uitste-kende geleerden aan onze eerste Vlaamsche Universiteit te bezitten, maar tevens zijn het mannen van karakter en wils-kracht, die zich hoven haat en wankel-moedigheid stellen en met echt vader-landsch plichtbesef zich geheel aan hun geliefd Vlaanderen willen toewijden. Allen zijn ze vastberaden vooruitge-komen, spijts laster en kwaadwilligheid, als zoovele ridders die voor't verdrukte Vlaanderen in het strijdperk treden. Wicn zal het dan ook verwonderen dat we bij dit keurkorps, dezen vinden, die in den strijd voor ons volksbestaan steeds aan de spits stonden : een Pieter Tack, een advokaat Van Roy, een Raymond Speleers,een LodewijkDosfel, een Julius Persyn, enz. enz. de beste onder de besten. Dosfel heeft nochtans de beslis-sing moeten nemen te midden zijn ver woeste stad, op de puinen van het afge-brand ouderlijk huis, met een wonde in het hart geslagen voor al het leed dat de rampzalige oorlog hem bracht ; en toch weifelde hij niet, de man, die me bij zijn terugkeer in Dendermonde schreef : « Mijn have en goed is vernield, doch mijne idealen zijn onaangetast ge-bleven ». En Persyn in Holland heeft denzelf-den zielestrijd doorgemaakt : hij heeft zich moeten losscheuren van vroegere vrienden, die hem wilden tegenhouden, hij heeft eene benoeming aan de hoogeschool te Utrecht moeten weigeren, hij komt met. zijne vrouw en zes kleine kindjes in het bezet gebied wonen, waar men hem nochtans in Holland heeft van doen afschiikken onder voorwendsel dat zijn geliefden hier hongersnood en allerlei gevaren bedreigden. 's Morgens vôôr hij bepaald zou aannemen, naderde Persyn ter Heilige Tafel en zoo door zijn Heer en zijn God versterkt en ver-licht nam hij het besluit, zoodat waarlijk « zijn aanvaarden voor ons als de wijding is van onze Vlaamsche Hoogeschool *. Mogen wij dus niet met innige blijd-schap vaststellen dat de edelste en uit-gelezenste kinderen van Vlaanderen in het keurkorps onzer Vlaamsche Hoogeschool zijn getreden en dat met zulke mannen als hoogleeraars de stellige zekerheid bestaat na enkele studenten-geslachten ons volk voor goed gered te ! zien ? Dr Aug. Borms. llîij milieu nid unaeiiren, mu!) uerbastmit " Snmsott ", $oost J)on &cn ïtonbel. Wij berichten onze abonnenten | in het Etappengebied. dat wij eerstdaags den abonnementsprijs zullen lat«n ontvangen en hebben voor dezen dienst een persoon van vertrouwîn aangesteld. Vriende-lijk verzoek een goed onthaal te bezorgen opdat deze inzameling geene vertraging zoude onder-gaan.De beheerder. Wat wij beoogen v v jlj oiaaii clo-ju. vvciv. uiuii vvci cdlû lIUCIliL een keerpunt van degeschiedenis. Steunend op wat de historié ons leert : hoe ver-anderingen zich voordoen nà elk groot en schokkend wereldgebeuren, — is het onbetwistbaardat ook na dezen heroïschen strijd van volkeren tégen volkeren, wel de machtigste van aile episoden uit de wereldgeschiedenis, — wijzigingen zullen doorgevoerd worden. De gang der ge-dachte in het bewustzijn van de Mensch-heid is vlugger geworden ; mogelijk-heden worden ingezien en hoop op verwezenlijking van verre droomen mag worden gekoesterd. Immers, wij weten hoe nà dezen tijd er komen zal een nieuwe tijd-van-vrede, beklarend eene Menschheid, gezuiverd door den strijd, levend in nieuwe ge-voels- en gedachtenmiddens. Wij voelen ons gaan naar den nieuweren tijd toe; wij weten hoe hij beter zijn moet, rein ge-maakt van aile vroegere dwalingen : -daarom rechtvaardiger voor ieder mensch, omdat thans ieder mensch, ten minste, door lijden en smart, verdient, voor hem en voor het nageslacht, de schoonere toekomst. Ons natuurlijk rechtvaardigheidsgevoel komt in opstand tégen de gedachte dat deze som van lijden, — voor velen ook van werken, — zou zijn bijeengebracht tôt niemands voordeel. De Menschheid moet er bij winnen of men moet voor al tijd wanhopen gaan... Maar moet heel de Menschheid winnen, dan moeten wij ook, Vlamingen, er bij winnen. Laat ons goed nadenken. Nà dezen oorlog komt de vrede. Deze vrede kan duren eene onafzienbare reeks van jaren. Gedurende dien langen tijd kan ons volk komen tôt voile krachts-ontplooïng of kan het opgeslorpt worden.Voojtbestaan en heerlijk vrucht geven op aile gebied of kwijnen of opgeslorpt worden, sterven, is de inzet. Wààr ligt onze plicht ? Uit don Quichotte 'sche pose, uit ziekelijk-valsche mooidoenerij, uit verkeerd-begrepen ridderlijkheid mogen wij, mag niemand de toekomst van een volk op het spel zetten. Thans behoeven klare hoofden koel te denken... Geen volk bezit het recht tôt zelfmoord, zelfs niet tôt zelfmoord uit verblindheid van liefde of van haat. Elk volk heeft het recht van voortbestaan ; daarom ook den plicht om aile middelen te gebruiken om zijn voortbestaan en zijne krachtsont-wikkeling te verzekeren. Immers het is omdat het zou voortbestaan. De volkeren, die in den loop der tijden of opgeslorpt of weggestorven zijn, behooren tôt hen, die of krachteloos waren of in de ure van gevaar voor het voortbestaan hebben geaarzeld de middelen ter hand te nemen om hun leven te verzekeren. De middelen?... aile middelen?... Ja, ja .. en nog eens, ja, want niets heeft de waarde van het leven. En kan men des-noods den man vergeven, die verkiest zich te zelfmoorden boven te leven met, naar huichelachtige wetten van eene samenleving gebouwd op bezit, bedrog 1 en uitbuiting,een blaam op het geweten; ; nooit of nooit zou men den zelfmoord van een volk kunnen goedpraten. De Menschheid heeft het recht te mogen rekenen op al de schatten van de volkeren ; de volkeren hebben den plicht elk lid van het volk het midden te geven waaraan het behoefte heeft... Het past den volkeren niet het recht der Menschheid noch dat zijner indivinuen te be-schamen.Maar let op wij zeggen volkeren en niet staten. Staat en volk zijn ver van heelemaal hetzelfde te zijn. Men denke i ctctll JDClgiC iilOl Z,IJli V Cil VV diCU, menschen van twee volkeren en heelemaal verschillend. Behartigen de regeer-ders van den staat de belangen van de volkeren, levend binnen het staatsver-band, dan zijn het goede regeerders, maar ook niets meer. Zij behoeven ook niets meers te zijn. Verwaarloozen zij de belangen van een of meer van de volkeren levend binnen het staatsver-band, werken zij er voor om aan eene van die volkeren voorrang te verschaffen boven de andere, dan zijn ze slechte regeerders en moeten ze worden verjaagd en vervangen door menschen, die rechtvaardiger zijn en daarom goede regeerders kunnen heeten. Wordt een van de volkeren, levend binnen het onrechtvaar-" lijk geregeerd staatsverband, er 2ich van bewust, dat zijne regeerders slechte regeerders zijn, omdat zij hetvolksbelang ofleren aan een vreemd belang, aan het staatsbelapg of aan het uitsluitelijk belang van een ander volk levend binnen de staatsgrenzen,— dan moet dat volk, zich der onrechtvaardigheid bewust geworden, aile middelen gebruiken opdat zoo-haast mogelijk de bestendiging van het onrecht onder hetwelk hetlijdt, een einde neme. Elke dag zonder aktie tegen het onrecht is een verloren dag en niet vrij te pleiten van lafheid. Keeren wij de oogen naar België toe. België, ontstaan uit de onderlinge mach-teloosheid der Groot-Mogendheden in i83o, méér dan een ander land der wereld, staat op een keerpunt der historié. Méér dan een ander land ? — Ja, want zoo België er is, kan het niet wijzen op Belgen. Wij zeggen het niet. 't Is mijn-heer Jules Destrée, in zijn brief aan Z. M. den Koning. Die afwezigheid van Belgen maakt dat niemand meer van België wil; — wel te verstaan het België van vôôr den oorlog. (Menschen, die dit gezegde voor een verraad aanzien,plegen zelf dagelijks verraad, daar zij de Regee-ring in Havere goedkeuren, zij, die, zoo min als wij, nog van het vorige België wil). De regeering, die nieuwe plannen voor een ander België koestert, rekent niet op de landskinderen ter verwezenlijking van die plannen, zij rekent op de hulp van bondgenooten, en daarom heeft zij, hare neutraliteit ten spijt, troepen gezonden naar Rusland, den oorlog ver-klaart aan Turkije en Bulgarije. Wij willen nu weer eens niet onderzoeken of de regeering het zedelijk recht had tôt het plegen van die daden ; wij weten hoe zij dat recht niet hebben kon. Want, merk aan, het belang van het nieuwe België, (vergroot door annexaties, unificeerend en franeizeerend) belang dat nu reeds onze regeering dienen wil is vooreerst geen zuiver Belgisch belang, veeleer een Fransch-Engelsch belang, dat van België een vazal- een knechtstaat zou ma-ken, — en daarenboven regelrecht in strijd is met het Vlaamsch volksbelang. Moest de regeering er in gelukken, met hulp van Frankrijk en van Engeland hare plannen door te drijven, dan was het uit met Vlaanderen en met de Vlamingen ; dan duurde het geen eeuw meer, gééne eeuw, of het Vlaamsche volk was dood, vermoord door vreemden virus, inge-spoten door Belgische handen. Zoomin als de regeering, willen wij het België van vôôr igi^terug; edoch, in plaats van annexaties, in plaats van België te zien worden een knechtstaat, in plaats van een bruggehoofd België, liggend op verdedigingskaarten van Engeland en Frankrijk, willen wij een fede-ratief België, neutraal, bevriend met een-ieder, waar onder één vorst leven twee volkeren, zich te huis voelend in dat I hernieuwde België, thans vaderland voor eenieder geworden. Zoo doet de verdedi-ging van ons volksbelang geen afbreuk aan den staat België en er voor werkend dat het Nederlandsch element in België zoo sterk worde, dat geene vreemde, Fransch-engelsche, Engelsch-fransche in-menging, er iets tégen vermag, zijn wij verzekerd hoe ook Duitschland het niet meer zal noodig achten, zelfs bij schitte-rende overwinning, over te gaan tôt vir-tueele aanhechting onzer gewesten. Vlaanderen, door de ontplooiïng van zijne volkskrachtzalin staat zijn vreemde invloeden te neutralizeeren. Dàt heeten wij de vaderlandsche daad bij uitnemendheid. Wij dienen Vlaanderen en België, wij zorgen er voor dat in den nieuwen staat, de staat er zij om het volk, wij bewerken dat Vlaanderen in voile kracht opbloeie en alzoo politiek zijn historische roi van Germaanschen voorpost vervullen kan. George P. M. Roose. VLAMINGEN ! Leest en verspreidt : : - • • V ii Ij A. 11D Te verkrijgen in aile dagbladwinkels en kiosken tegen den spotprijs van S centiemen per nummer. HET BEGRIP NEUTRALITEIT Wij lezen in De Nederlander,schrijvend over een mogelijken inval van Engeland in Nederland, waarvan de bedreiging zich heel onlangsnog, omzette in schimp-artikels, verschenen in het Engelsch weekblad John Bull, deze regelen over het begrip : neutraliteit. Wij achten ze der overweging waard. O. L. <• Indien Engeland ooit zulk een schur-kenstreek uitvoerde als de schiijver on-derstelt, dan blijft ons land geen keuze ; dan hebben wij slechts één antwoord : wij laten u niet door, en verzetten ons met aile macht, het koste wat het wil. Wij hebben ons « neutraal » gehouden, omdat wij ons niet het recht toekennen voor den een of ander partij te kiezen, wij zijn een soevereine staat, en hebben alleen ons eigen recht te verdedigen. Maar dat verdedigen wij dan ook ! Daar-toe hebben wij ons bovendien uitdruk-kelijk en openlijk verbonden ; o.a. met Engeland en met Duitschland zelf. En dit recht verdedigende, verdedigen wij tevens een groot internationaal belang ; immers toonen wij daardoor wat wij,ook in de toekomst, voor onze buren waard zijn, mits zij ons met vrede laten. Wij zijn dan de natuurlijke beschermers van een deel der grenzen van onze buren ; en deze zelf zullen ons t® hulp komen, ook in hun eigen belang. » Maar trelcken wij partij voor den een of den ander, dan zijn wij in den vervolge voor al onze omringende landen onbetrouwbare buren. » Onze neutraliteit berust op ons goed recht. » Dat willen wij handhaven, en dat zullen wij. » Gingen wij gedwongen, mee met Engeland, dan waren wij geen vazallen, maar lafaards ; geen neutres, maar pleutres, zooals de Franschen ons, ge-lukkig nu nog zonder grond, schelden.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Ons land behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Antwerpen van 1915 tot 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes