Ons land

1664 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1916, 04 Juni. Ons land. Geraadpleegd op 28 maart 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/1g0ht2h57s/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

4de jaargang, Nummer 5. ffltil'ii ■■■ lw7rn?^V^F7^î^iTT^'i^'''*i'mtrr rrrrr~niruttttr—rrnht ~1~~véém Prijs : 5 C«ntiemen. 4 Juni iqt6 ONS LAND ABONNEMENTSfRIJS : Perjaar fr. 3.— Voor 6 maanden . . » 1.75 Voor 3 maanden .... . . » 1.— mbn schr1jft in ten burbkl van het blad. Opstelraad en beheer : Markgravestraat, ii-i3, Antwerpen AANKONDIGINGEN NAAR OVEREENKOMST. Ongeteekende stukken worden niet opgenomen. De Voordracht-Reeksen van POL DE MONT. Wat deze kranige Vlaamsche voorman, deze fijnzinnige dichter en gevierde redenaai in de laatste maanden aan deugdelijk Vlaamsch werk, aan verede-lend vulgariseeren van onze eigen kunst heeft geleverd, moet de bewondering van aile sinjoren, den dank van aile Vlamin-gen afdwingen. Week aan week, onvermoeibaar — (en dat raag, ja moet er bij gezegd worden — gansch onbaatzuchtig !) trad deze immer jonge flamingant op, in 't Kon. Muzeum met voordrachten over Nieuwe en Oude Schilderkunst, — in 't Kon. Atheneum met voordrachten over Onze Vlaamsche Dichters. De eerste reeks omvat reeds een twintigtal spreekbeurten, terwijl heer Pol de Mont tôt op heden vijftien voordrachten hield in de tweede. Hij sprak meestal gedurende twee voile uren telkens 1 over K. L. Ledeganck, Pr. Van Duyse, J. M. Dautzenberg, — Jan Van Beers, Julius J. de Geyter, Geeraard Jan Dodd, Jul. Vuylsteke, de Gezusters R. en V. Loveling, Frans de Cort, Guido Gezelle, Albrecht Roden-bach, en laatst nog over C. Van Ofïel en René de Clercq. \ Deze beide behandelde bij vergelij-kenderwijze : de fijne dichter-teekenaar Van Offel, met zijn gepolijste verzen uit Bloei en Getijden tegenover den dichter bij Gods genade, den krachtigen « jon-gen van den buiten » René de Clercq, sterk als een eik, en die met steeds afwisselenden, maar altijd even eigen-aardigen rythmus zingt van zijn Vlaan-deren,van zijn schoon, en jolig Vlaamsch volk ! Zooals Pol de Mont die gedichten las, ging geheel de Vlaamsche kultuur aan 't schateren en aan 't jubelen !... De gansche,tallooze schaar van bedui-dende moderne Dichters zal nu voortaan in dries àfdeelingen besproken worden : de dichters der natuur en van het volks-leven — de subjectieve dichters — en ten slotte de dramatische. Onder meer zullen hun beurt krijgen : Raf Verhulst, Hub. Melis, V. de Meyere, L. Lambrechts, Hilda Ram, Rich. de Cneudt, A. Sauwen, Willem Gyssels, — Helène Swart, Constant Eeckels, Omer Laey, Vict. de la Montagne, P. Van Langendonck, Karel van de Woestijne, — Alb. Rodenbach, Hendrik Baelden, Antoon Moortgat. De volgende voordracht zal plaats grijpen a.s. Donderdag, 8 Juni, om 3 lj2 Torenuur in het Koninklijk Atheneum : heer de Mont zal spreken over Raf Verhulst, Hubert Melis en Victor de Meyere. De toegang is gansch vrij en kosteloos ! Wij kunnen onze lezers en lezeressen niet genoeg aansporen, deze prachtige lessen — want dat zijn ze ! — regelmatig bij te wonen. Zij zullen er hun Dichters, Zieners van ons Volk, nog méér door jeeren waardeeren, genieten en lief-hebben ! K. A. Twee geestdriftige vergaderingeû juichen ^==§s=^nDr. A. JACOB toe.(3^^^s] Zaterdag avond kwam dus een van de door de Haverse regering gestraften zijn standpunt voor de Brusselse leden van het A. N. V. uiteenzetten. Nog nooitwas de opkomst vooi een ve-gadering van het A. N. V. zoo druk geweest als op dezen avond. Allen, die eenigszins kon-den, wilden hun instemming en hun solidariteit met Dr A. Jacob's meningen komen betuigen en leverden daardoor het bewijs hoe gering het aanzien van hetVlaams passivisme in de hoofdstad is ge-worden.Geen zwerm van passie straalt uit Dr A. Jacob's rede. Hij is bij uitstek de nuchter-wetenschappe-like geest, waaraan wij sedert het heengaan van Lodewijk de Raet in Vlaanderen een zodanige be-hoefte hebben. Zelden — om niet te zeggen nooit — hoorden wij zakeliker, steviger-gedokumen-teerd, logieser, konsekwenter be-toog dan dat van Zaterdag-avond. Daarenboven in een sierlike taal uiteengezet, maakt deze avond zeker tôt de meest geestverster-kende, die wij tijdens den oorlog beleefden. Dr A. Jacob gebruikt noch het breed gebaar, noch het geweld van de klanken, noch de roes van de volzinnen, noch het valse meetingpathos om zijn publiek te vangen. Hij wordt niet telkens Dnderbroken door geestdriftige toejuichingen. De hele zaal zit integendeel ademloos, met ge-spannen aandacht te luisteren naar de ijzer-vaste, betogende lijn van zijn wetenschappelike ge-îchiedkundige les in de Yaamse Beweging. Uit zijn voordracht krijgt men als het ware de indruk, dat het aktivisme en het passivisme in de Vlaamse beweging tijdens den oorlog zich verhouden als rede en gevoel, als wetenschip en romantisme, als logika en fantasie. Het blijkt duidelik uit de veel-vuldige brokken, die Dr A Jacob voorleest dat de grootmeesters van de Hollandse passieven zon-digen uit onkunde, dat zij zich, om redenen,die ons niet aangaan, verstarren in struisvogelpolitiek. Zij hebben in de Vlaamse Be-wegingnooit wat anders gezien dan een aardig thema, waarop steeds weer nieuwe aria's konden ge-brodeerd worden, maar van de diepe wortelende genesis van onze valse toestanden tonen zij noch kennis, noch vermoeden te be-zitten.Ons verleden is voor hen een boek met honderd zegels en het heden hebben zij, los van aile ge-neties verband, in een geheel vais iaglicht geplaatst. Spijtig genoeg laat de plaats-rnimte het niet toe hier een breed- voerig verslag te schrijven, want elke zinsnede van Dr A. Jacob droeg bij tôt de gehele struktum van zijn betoog, zodat feitelik dit korte schéma enkel een zeer flauw vermoeden kan geven van wat de Brusselaars twee dagen na elkan-der te genieten kregen.'sZondags was Dr A. Jacob inderdaad nog uitgenodigd geworden door onze flinke Groenmgerwacht en trad hij op voor een gehoor, dat nog wel dubbel zoo groot was als daags te voren. Het waren de huidige passieven, die in deze oorlog het eerst de noodzakelikheid voor de Vlamin-mingen betoogden zich niet schijn-dond te houden. In een nummer van de Nieuwe Amsterdammer van Desember 1914 schreef Fr. Van Cauwelaert inderdaad, dat de Vlamingen zich moeten laten gel-den bij de Belgiese regering om de schijn niet te wekken, dat alleen de Franskiljons goede dienaren zijn. In De Beweging van Januari wees een Vlaming op de zedelike verplichting van de Belgiese regering, die immers toch voor de zaak der kleine volkeren beweert te strijden, de Vlamingen recht te laten wedervaren. Is het echter wel waar, dat de Belgiese regering voor de zaak der kleine volkeren strijdt ? De propaganda door onze waar-digheidbekleders gevoerd bij een klein volk, ni. het Noorse, weet alleen te spreken van de kleine nationaliteiten. Wij weten wat dit woord moet betekenen in de mond van Belgiese woordvoer-ders als Goblet dAlviella, Van der Velde en Carton de Wiart ! In Mei igi5 zette Van Cauwelaert zijn thesis uiteen voor de Utrechtse hoogstudenten. Hij zeide,dat de toekomst hem niet in het minst bezorgd maakte, maar dat hij geb/even was wie hij was: de bestrijder van de Belgiese wantoestanden op taalgebied. Aan de hand van Van Cauwe-laerts boeken betoogt Dr. A. Jacob dat onze politieker inderdaad ge-bleven is wie en wat hij was. In zijn opstellen beweerde immers Van Cauwelaert dat de vijand van de Vlamingen de Vlaming zelf is. En in Utrecht herhaalt hij die mening : Wij zijn ziek, zegt hij. Maar daaraan hebben wij zelf schuld. Onze strijd gaat tegen onze eigen zwakheid. Dat is een besliste miskenning van onze geschiedenis, van de-welke Van Cauwelaert trouwens niet op de hoogte is, hij heeft steeds zijn gebrek aan wetenschappelike kennis van ons verleden verborgen onder romantiese, momenteele indrukken en Iraseo-logie. (Vervolg 2de bladz.) : De Stem van Klokke Roelandt : Eerbiedig uit bewondering aan Dichter René de Clercq opgedragen. Mechelen. Van uit den toren, grijs in 't zwerk, zie 'k ijzersterk de Clercq. Mwmoedig, onwrikbaar en plichtbéwust, als man van het woord en de daad, zoo staat hij pal ten strijde gerust. En hang ik nu stom in mijn torencel te rillen van het verlangen, om storrem te stormen dreunend en hel, om wakker te schudden de bangen, toch is er éen die mijn lied doet dreunen, toch is er éen die mijn doel verkondt, éen die het boompje xal stutten en steunen tôt het een boom zij in ijxeren grond, Waardoordestorm zal sttiemen...enkreunen. En hang ik nù in mijn torencel Te rillen van heet verlangen, dàn zal ik donderen triomgeschal en sprankelen zegezangen : « onverduitscht, onver/ranscht, V laanderen die Leeuwe danst ! » Van uit den toren, grijs in 't zwerk, zie 'k reuzensterk dp. C.l.p.vr.a G. Burssëns JAN BLOCKX Bij de yerjaring van zijn sterfdag. Van hem mag gezegd worden, dat hij inderdaad den roem der Vlaamsche toon-kunst heeft verbreid. Een Antwerpenaar van geboorte — hij werd in de Scheldestad geboren op 25 Januari 1841 — had hij op zijn toon-kundig palet, die frisch-Vlaamsche tonen, die 00k het kenteeken waren onzer Ant-werpsche schildersschool. Hij werd dan 00k wel eens, niet or.juist, den «Teniers» der Vlaamsche muziek genoemd. Op zeer jeugdigen leeftijd gaf hij reeds blijken van een bijzoaderen aanleg voor de toonkunst : op i3-jarigen ouderdom gaf hij al muziekonderwijs. Zijn eerste leeraar was Aerts, terwijl hij te Brussel de lessen volgde van Vadder voor klavier, Hoeben voorviool, Mertens voor alto, Callaerts voor orgel, en voor theorie en compositie-leer, van Hoenner. Later studeerde hij nog bij Brassine, maar zijn eigenlijk artistieke opleiding ontving hij te Antwerpen van den muzi-kalen Antwerpschen reus Peter Benoit. Zijn eerste werk dat 't licht zag was een bundel volksliederen Ons T aderland ge~ titeld, in 1876. In een Vlaamsch zang-spel Iets vergeten, openbaarde hij zich kort daarna, als een oorspronkelijk talent, dat later zoo welig zou ontluiken. Na eene kunstreis — in 1879 — naar Duitschland en Italie, zette hij een gedicht van Jan Van Beers : Een Dr00m in 't Paradys op muziek, weldra gevolgd door het ballet Milenka, het symfonisch gedicht Kermisdag en de pantomime Sint Niklaas. In 1892 werd zijn tweede opéra ver- toond : Maître Martin, alhoewel Fransch van vorm, toch door en door Vlaamsch aard. Sinds i885 was hij tôt leeraar van harmonie benoemd bij de Antwerpsche Muziekschool — in 1897 tôt Koninklijk Conservatorium verheven. — Maar 't is slechts van af 1895 dat Blockx beroemd zou worden en wel na de eerste vertoo-ning, den i«n Oktober, — op de Vlaamsche Opéra van Antwerpen, — van zijn meesterwerk, het zoo pittige Vlaamsche zangspel Herbergprinses op tekst van Nestor de Tière. Gansch de beschaafde wereld door bracht dit gewrocht de faam van den grooten meester. Dan volgde Thijl Uilenspiegel in 1900, en de triom-fantelijke Bruid der Zee in 1903 In 1901 was Blockx Peter Benoit na diens afsterven opgevolgdin den bestuur-dersstoel van het « Koninklijk Vlaamsch Conservatorium. » In igo5 werd van hem nog De Kapel opgevoerd en in 1907 Baldie(Liefdelied). Tusschen al dit groote werk schreef Blockx de Kantaten Vaderland (igo3), Jubelcantate ( (6o5), F test in den Lande (igo5) enz. Onder zijn bestuur werd het « Conservatorium » het dichtst bevolkt instituut van ons land (1100 leerlingen !) Bij zijn dood, 26 Mei 1912, werd als zijn opvolger aangeduid, de Vlaamsche Meester Emiel Wambach, toondichter van de lieve opéra Quinten Massijs. K A DUT T U

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Ons land behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Antwerpen van 1915 tot 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes