Ons land

1316 0
05 november 1916
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1916, 05 November. Ons land. Geraadpleegd op 18 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/416sx6542t/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

4de iaarerang. Nummer 27. Prrfs : 5 Ceatismen 5 November 1916. ONS LAND STAATKUNDE — WETENSCHAP — KUNST — TOONEEL — LETTERKUNDE ABONNEMENTS PRIJS : Per jaar h- 3- — Voor 6 maanden • • 1.75 Voor 3 maanden ... ... >• 1.— men schr1jft in ten bureel van het blad. Opstelraad en beheer : Markgravestraat, ii-i3, Antwerpen AANKONDIGINGEN NAAR OVEREENKOMST. Ongeteekende stukken worden niet opgenomen. Betooging IMX ROOSES EEN SCHANDAAL Terwijl dagelijks een honderdtal men-schen te gare staan, rechtover de Twaalf-maandenstraat, op de Meir, terwijl links en rechts nog samenscholingen plaats grijpen, als 's ochtends, in de nabijheid van den Koninkl. Nederl. Schouwburg, durft het stadbestuur het aan zich op een verordening te beroepen om het neerleg-gen van een palm op het graf van den VI. Strijder Max Rooses te verbieden. In dit geval kànhet stadsbestuur niets anders handelen dan uit haat van àl wat VI. is en zich in deze tijden durft Vlaamsch te verklaren. Wij onthennen het stadsbestuur dat recht. Tegenover de gevoe-lens en de gedachten van de inwoners, voor zooveel die gevoelens en gedachten, medeinwoners geene schade berokkenen, heeft het bestuur neutraal te blijven. Wat het daarbuiten doet is of onrechtmatige bevoordeeling of hatelijke dwanguitoefe-ning, — in eik gevfl mishruik van macht. Aan het graf van Max Rooses zou volksvertegenwoordiger augusteyns.eene rode uitspreken. Wij hebben haar ont-vangen en de dagbladen hebben haar meegedeeld. Zij is te lang om in ons weekblad in haar geheel opgenomen te worden. De achtbare volksvertegenwoordigoi brengt hulde aan Max Rooses, ter wille zijner taaie werkzaamheid en vooral otr àl wat hij deed voor het vervlaamscher van de Hoogeschool van Gent. Aangaande de aanvaarding zegt hij : « Moest hij nu nog geleefd hebben, dan zou hij ongetwijfeld met ons hebber ingezien, dat dîze beweging, die eer rechtvaardige strijd is voor rechtsherstel geen oogenblik mocht worden onderbro ken, waar de belangen van hetVlaamsche volk bedreigd waren of niet bevorderc konden worden. Met zijn degalijken, ge-zonden zin zou hij met ons de reclus-gronden hebben gebillijkt die er ons to« hebben aangespoord om uit de hander van het tijdelijk bestuur van België di rechtsherstel te aanvaarden ; met d( objectiviteit die hem kenmerkte, zou hi met ons geoordeeld hebben, dat het geer onvaderlandsche daad was, dit recht ni aan te nemen, dat het integendeel eer vaderlandsche plicht was er voor te zor gen dat ons land zoo sterk mogelijl stond tegenover buitenlandsche invloe den, van waar die ook mochten komen en dat juist de vervlaamsching der Gent sche Hoogeschool ons in staat zou stellei beter aan die invloeden het hoofd t bieden. Met ons zou hij hebben begrepei dat wanneer het deel van België Vlaande ren sterk gemaakt werd, het geheel er de te sterker zou om zijn. Daarom zijn wij er van overtuigd, da wij in zijn geest hebben gehandeld, doo op dit oogenblik aan de vervlaamschin van de hoogeschool van Gent onze goed keuring te hebben gehecht en aan haa welslagen te hebben meegewerkt. En wanneer wij hier nu aan dit grs staan, als vertegenwoordigers van d jongste gedachten in de VI. beweging gedachten die de tijdsomstandighede nog verjongd hebben, dan doen wij d niet alleen uit dankbaarheid jegens herr die zoo machtig heeft bijgedragen oi mogelijk te maken wàt nu verwezenlijl werd, maar ook, omdat het eene behoefi voor ons is, boven den dood heen, getu genis af te leggen van den gemeenscha] pelijken geest, die bij Rooses de natuui lijke evolutie zou geweest zijn van zijn te het einde van zijn leven toe gezon gebleven denkkracht en waartoe wij or hebben weten op te werken ». ONS LAND. Vaststellingen Er zijn menschen, die tôt onze tegenstanders behooren, die zich zelfs tôt onze vijanden voelen,omdat ze heelemaal te goeder trouw, overtuigd zijn dat wij, aktivisten, handelen ten spijt van de aange-nomen moraal. Zij hebben gedu-rende de jaren van hunne opvoe-ding geleerd precies wat ze doen en laten moeten, — och ! neen, niet om helden te zijn ; — maar wat men heet een goed doorsnee burgerman. Al wat daarboven ligt, maakt hen duizelig en ang-stig; voor al wat lager ligt sluiten ze,voorzichtigheids-ofkieschheids-halve de oogen. Noch 't een noch 't ander belet dat er dingen liggen hooger dan hunne begrippen en andere die lager zijn. Wij vinden het beter het hoogere flink te durven aanschouwen om het te kennen en te beminnen,ten einde het te kunnen betrachten en daar-door juist adel aan ons leven te geven. Wij achten het goed open oogen te hebben voor àl wat laag ! is, ten einde laagheid van onze levensbaaa te kunnen verwijde-ren, — van de onze en van die van onzen naaste. Treft ons daarom het verwijt,dat wij op ons-zelf bedacht zijn en schouwen naar ons belang, dan kunnen wij onze daden voor ons laten spreken, en langs daarom bewijzen hoe wij, 1 dienende ons eigen Vlaamsch be-1 lang, terzelfdertijd dienen het belang van de heele gemeenschap ; ...van het volk. Dit is nieuw. Daarom verontrust het als aile nieuwigheid ! Wij, menschen, ! die men om de gemakkelijkheid Belgen heette, maar die Vlamin-i gen of Walen waren, wij zijn het i nooit gewend geweest het volk te dienen na onder aile ander be-c lang het volksbelang te hebber uitgekozen. En thans, wijl het lot var 1 Vlaanderen, deel van België, ver 3 bonden is aan de oorlogskans, dienende het Vlaamsche volks s belang, kunnen wij àlles verliezen En, gaan wij onze wegen, zondei t ommezien, bewust van het heer r lijke van ons werk, dan is he = omdat wij niet vragen wie e: ~ oogsten zal van het goede zaad dat wij strooien, maar ervan door f drongen zijn hoe het zaad dat wi e strooien vruchten geven zal, op groeien tôt rijken oogst in een Q nabije of verder-afgelegen toe lt komst. Eens wordt een nieuw Q Vlaanderen geboren. :t Het gaat niet af van eenig e stelregels der persoonsmoraal t 1 nemen, — natuurlijk, die mei zelf goedkeurt omdat zij de alge >t meene gedragingen regelen, d. i d deze waarbij men meer profij s dan verlies heeft, — en die to te passen op de zedelijke ver plichtingen van de volkeren. Dat wordt maar aanvaard door menschen die plezier vinden in het simplistisch denken, of die boven de gedachte een algemeen gevoel plaatsen, of die belang hebben,— een kaste-, partij- of belijdenis-belang — bij het vangen van menschelijke geesten in de netten van valsche redeneeringen. Die redeneeringen schijnen niet valsch ; zij schijnen logisch, zij beletten niet dat toegegeven wordt aan sentimenten van haat en wraakzucht, zij worden ver-sierd met al wat eene holle retho-rika vinden kan rond het denk-beeld vaderland en het gevoel tôt den grond der geboorte. Het is een sluwe manier om de macht te dienen en hcl v&îk te vangen ten einde het verblinde en doof-ge-prate volk te doen meewerken, — eigenhandig ! — aan zijn eigen, nog meer verslaafde onderwer-ping...De begrippen der persoonsmoraal hebben heelemaal niets gemeens met de begrippen eener gezonde politiek, geleid door een volk, dat zich-zelf bewust, gevoeld heeft hoe het is vernederd gewor-den en thans niet meer bidt om zijn recht, maar zijn recht eischt met àl de onverbiddelijke wils-kracht, die ontstaan is uit de ter-gendeonverbiddelijkheidwaarmeede meesters van dat volk gewei-gerd hebben het volksrecht te er-kennen, verkiezend een vreemd belang te dienen liever dan een nationaal belang en daarom het fransch en het verfranschend ele-ment in België op aile wijze be-voordeelend.Van i83o tôt op heden hebben de Regeeringen in België den flamingant altijd als een tegenstan-der of een vijand aanzien. Elke Vlaamsche wet, die afgebedeld werd, kwam verminkt in het staatsblad, werd nooit in haren geesttoegepast. De Regeeringen, diezôô handelden,konden het niet : zonder een vreemd belang boven het Vlaamsch volksbelang te t plaatsen. En in geweten, wij vra-r gen het u : Welke regeering heeft > dàt recht ? Of zijn de volkeren er dan voor de regeeringen of zijn zij 3 er voor de volkeren ? Hierop is maar een antwoord 3 mogelijk voor den modern-den-kenden, historisch-onderlegden mensch. Steunend op deze logika, weten wij onsgerechtigd en voelen e wij ons verplicht den strijd voor s ons Vlaamsch-zijn aan te gaan. 1 Tegenover de Regeering in het bezit van àllemachtsmiddelen was de strijd zeer ongelijk. Vanaf i83^ t tôt 1914 konden we, en nog we! e door de verschrikkelijke lamheic van sommige onzer eigen volks vertegenwoordigers, nederlaag na nederlaag opteekenen. De ver-bittering onder de nationaal-voelende Vlamingen was ten top gestegen en wij zagen het moment aanbreken dat in eene heel nabije toekomst het tôt hevige botsingen ging komen. Thans is de Regeering uit Havere verzwakt. Een deel harer machts-middelen kan ze niet meer ge-bruiken. Wij trekken profijt uit dezen toestand. Hiertegen kan men zeggen wat men wil. De historié is daar om aan ons en aan eenieder, die lezen kan, te leeren hoe wij gelijk hebben en logisch handelen. Komt eenmaal de Regeering van uit Havere weerom, dan moet ons volk, dat, als de kaart van Europa zal worden herzien, gééne vertegenwoordigers zal hebben, die Regeering plaatsen vôôr heelemaal voltrok-ken feiten. Dan... Dan willen wij dier Regeering die feiten toonen en haar herinneren voor wat ze het volk van onze landen in het vuur heeft gejaagd... Hare verklaring, die van Goblet d'Alviella, die van E. Van de Velde, die van Carton de Wiart willen wij herhalen... Het recht der kleine volkeren, die zijn te kennen aan hun taal en aan hun starn !... En dan willen wij aan die Regeering zeggen dat zij al het gestichte te erkennen heeft, wijl wij ons volk dienend ons vaderland hebben gediend, en van dat vaderland voor ons en aile Vlamingen een beter vaderland gemaakt, wat een recht en een plicht is, — te allen tijde ! Wie durft het aan te beweren dat eene gezond-voelende, modern-denkende, plichtbewuste, nationaal belang-willende-beijveren regeering den droeven moed zal hebben om, met aile middelen waarover ze beschikt, in een land dat al zijne krachten moet be-steden aan den heropbouw, eene nationaliteit uit te moorden ? Dat kan geene regeering tenzij ze, in het verholen, een vreemd belang dient, het dienende land-( verraad en volksverraad pleegt, | zich onwaardig maakt van de I plaats die ze inneemt. j Zulke regeering moet weg ! Zij zou eene ramp zijn ! George P. M Roose. ■ Al is « ONS LAND » geen vrije tribuun, wil het toch het zijne bijdragen om zoo breed mogelijk de Vlaamsche gedachte tôt uiting te iaten komen. Daarom ver-schijnen de opgenomen artikels onder de verantwoordelijkheid van de onder-teekenaars.De redactie-sekretaris. Als wij z wij gen. We zouden het gedachtenverschil dat passieven van aktieven scheidt kunnen terugbrengen tôt een psyohologisch ver-schijnsel, — ik bedoel hier natuurlijk de passieven, die het werkelijk goed meenen,— dat zal man altbans inzien na een der voornaamste argumenten onzer zwijgers op den keper besehouwd te hebben : «Door vandaag voor Vlaanderen te strijden », roept men toe, « haalt ge u den volkshaat op den hais, en slaat ge u zelf voor de naaste toekomst met machteloosheid.Theo-retisch hunt ge 't bij rechte eind hebben, maar praktisch is uioe werking nadeelig ». Daarom nu laten velen.— waaronder die behoorden tôt onze kloeke strijders van voorheen, — zich lam- en stomweg meêslepen in den machtigen stroom der gebeurtenissen, wachtend, — wachtend maar, — tôt ze, — wanneer het oogenblik zal zijn gekomen waarop ze het nuttig en noodig zullen achten de handen weer aan het roer ta slaan, — zullen worden meêgesleurd... waar ? ja ?... ja, wààrheen? En dan lijkt het er wel erg naar of de grofste begripsverwarring heeft in hun geest huisgehouden .. * * * Ik waag het zelfs te betwijfelen of ze wel inzien in welk een toestand hunne handelwijze ons brengen zou !... Nemen we de veronderstelling als zou, na den oorlog, — want 't is dan tooh dat ze hun stemmen zullen laten weergalmen, niet ? — al wie, ook maar heel bescheiden voor Vlaanderen uitkomen durft, niet voor landverrader zal geschol-den worden, aan, al is de tegenoverge-stelde hypothesis niet minder waarschijn-lijk, — onze tegenstrevers zullen er zich wel meê gelasten dàt te bewerken... Welke zal dan de belooning zijn voor dat heldhaftig zioijgen ? Naar ons gedrag te oordaelen hebben wij het Vlaamsch belang boven het Bel-gisch belang gesteld, wat, zeggen ze, zeer verkeerd was ! Van dankbaarheid, anders dan in woorden, heeft onze Regeering 'n heel elementaire begrip, — daarenboven onze « Bondgenooten » hebben haar dat geleerd. Ons volk, aan den anderen kant, zal een der zwaarste crisissen hebben door-gemaakt, die een volk te doorworstelen hebben kan. zonder aan zedelijke kracht te hebben bijgewonnen, — integendeel enger zal het verstrikt liggen in sophistiek en icanbegrippen, en daartoe zal het zwij-gen hebben bijgedragen. Voor de zuiver opgevatte,Vlaamsche idee zal men dus niet kunnen uitkomen, want, op 'n wenk van de Regeering, al heeft die dan ook maar de flauwste schijn van recht, zal het volk z'n eigen levenswekkers kruisigen, z'n eigen Arteveldes ter dood brengen .. En des te zwakker zullen dan die levenswekkers staan, daar ze hunne taak nog van den beginne af zullen moeten aanvatten... Is dan de nederlaag, in het brein der passieven (die zooveel van de macht van het aantal schijnen te verwachten) niet verzekerd ? Radicale, zelfs min of meer radicale, oplossirgen zouden onmogelijk zijn en nochtans zijn het diegene waaraan we de dringendste behoefte hebben. Schipperen door allerlei watertjes, ontfutselen van kruimeltje na kruimeltje en brokje na brokje ; en dat ailes nog onder vreemde gedaanten — en eindelijk, het moeiiijk sanienvoegen van al dat afgebedelde tôt 'n gezond orgaan der gemeenschap in Vlaanderen, ziedaar wat de taak der flamin-ganten worden zou ! 'n Aar.iokkelijke puzzle, niet ? En, of ik gevaar loop voor 't overige mijner dagon als 'n bangerik door te

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Ons land behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Antwerpen van 1915 tot 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes