Ons vaderland: tolk van het Vlaamsche front

1294 0
07 oktober 1916
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1916, 07 Oktober. Ons vaderland: tolk van het Vlaamsche front. Geraadpleegd op 19 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/3r0pr7nd1t/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

| Nummei* 538 Prij s : S Oentiemon ZateMaff 7 October 1§16. ONS VADERLAND S^Orukker.Uitgewer : A. TEMPERE-IBUYLE "întarkel»*». SB, DE PAUME <BelCi=) v<,„r fV«afc'<ii* 1 17, eu* de Vio, CALAIS. 0F8TEL i J- BAECKELANÙT, rue Nlortet, 17, CALAIS. LJt<1 , | | f _ >t|| w v * RECHT DOOR, VRIJ EN VRANK ■*■ ■* *- ■*■ VOOR GOD EN VOLK EN LAND -1'1 J • '- ' -".^•: • • :" '-'-I- ■ -■■■■'■ -'WftW-' . ' " ■" '**13 A' *--- ■- IABONNEWENTENa Belg'e Frankrijk Engeland en HoMai I.SO fr. per maand 1.80 f is per maand 2 70 Ip. pep maai I 4.00 fp pep tpimester 5.00 fp. pep tpimester 8.00 fp, pep trim. Vf an «nVinHft in • >79 vn« Ph or»Hll v« 94 Vil « ni a Rt Tlorifa Poleia on V\i 1 al nA7i Van over twintig jaar ! Ik. heb hier voor me, een propagandï zegel liggen : S. K. V. H. Velen vragen zich af wat dit wel maj beteekenen. die witte papierkens, die zoe plots en zoo veeltallig zijn komen opdui Ken Andertn denken te weten van«aai pe Komen, en zeggen : a Dat is wt ereei oastoorswerk tegen de zedeloosheid. » I* Nog anderen geven daarover uitleggin ■ gen die beinvloed zijn, door hun weter I of goed of slecht opvatten, en aile dager Ikrijgt men een nieuwen (welgemeender of schimpenden) uitleg. I, ga hier het programma dier vereeni ging niet neerpennen. Dat kan ik niet JVlaar wat ik )/an, is u verzekeren dat di< vereeniging dient geholpen te worder door al wie «mensch» is, hij weze ni pastoor, jesuiet of vrijdenker. Die vereeniging, bekampt de zedeloosheid, niet om de daad zelve, maar on van ons volk te redden wat er nog van t< » iedden is. Het is niet genoeg waaraeggers te aan | hooren en te schatten hoeveel patetten o I zakken graan de Duitschers nog hebben Het is niet genoeg het einde van dei I oorlog te berekenen of te betrachten.. Het is niet genoeg plannen te maker I voor later ; « als dat sport zal gedaai I zijn... » Het is niet genoeg schoone dichtjes i ^ H maken of te lezen... Als de oorlog gedaan is, zal de oorlo | eerst beginnenl Iànam als opschrift van dit stuk : Vai [ over twintig jaar ! ltc had beter gezegd I « Gedurende twintig jaar. » Sedert dit tijdverloop heb ik al hee I wat jongens leeren kennen en feitjes mee geleefd. Een daarvan wil ik u eens aanhalen Het past bij dit art.kel. Toen iknog fourrier was, werd ik een gelast notas te nemen van den burgir lijken stand der rekruien. Ik stelde nrj in de groote kamer de soldaten en deed « de.schachten » eei voor een, voor me i-otnen. Ik oodervroe ze en teekende aan, volgens hunn [ antwoorden. Een, uit de Vlaanders, kwam voor me [ gaf naam en voornamen, geboorte enz en toen ik hem mijne verwond. ring uit drukte dat zijn tamilienaam deze de: moeder was, gaf hij mij ten antwoord aa I i?jn vader, — die Jaak heette, — eei [ vèire familielid was van de moeder. Voo mij - 3S de verklaring natuurlijk voldoen f de. I scî?reef voort en voleinde het werk Dien aelfden avond, het was missr-hiei al «el 11 uren — ik zat nog te scbrijvei op het bureel — komt er een zachtgeklo op de deur. • Binnen » roep ik. Twijfelend wordt de deur geopend ei ik zie het bedutste hoofd te voorschij komen van den jongen v iens vader Jaa h66tt8. Slinks, gelijk allemaal de schachte: lomt hij tôt binnen de deur, slurt z I zorgvuldig en, — aan zijn doeriing wa het te mer en. — kwam tôt bij me zon der faite!ijk te weten wat hij me te zeg ■ gen had. « Hewel » zeg ik « wat nieu^s? Om 1 uren van den nacht? Waarom zijt g nietin uw bed ?» « Fourrier » begon het « ik heb al i mijn bed geweest maar ik kan niet sh pen. Ik zag van in mijne kamer, dat t nog licht op « den bureau » was, en be terug opgestaan. Ik zou u iets wille zeggen. » « Goed jongen, laat hooren. » Eerst begon hij vreesachtig, woorder zoekend te vleien « Fourrier, ik wett d; geeen brave mensch zijt, die rede ve staat... en daarom zou ik iets willen vr, gen... zeggen... « Ja, laat maar hooren, » sprak ik. « Fourrier, ge hebt dezen namiddag i de kamer den naam gevraagd van mij vader en nmdat er zooveel jongens ron stonden, heb ik het niet durven 2 ggen' « Wat hebt ge niet durven zeggan ? > De arme jongen was eoo rood aïs ee vuur, van scLaamte en stamelde eind< lijk tusschen een koppel dikke trant die hij met een half vuile z*kdoek wej H droogde: « Ik heb gelogen, fourrier, ik... Verder ging het niet. Ik had reeds ge-vat dat ik te do^n had met wat men zegt: een familiegeheim ! I < galoof eerder dat het « een familie marteling » was. « Kom, » zegde ik « pak dien stoel en zet u naast mij, sefïens zullen we vqort-praten. » Na eenige minuten van pijnlijk snik-ken eneven pijnlijk wachten hervatte hij weer • « Fourrier, ik heb u gelogen als ik gezegd heb, dat.... mijn.... vader.... Jaak... heette Weer volgde een nieuwen tranenvloed, doch ik trachtte niet hem te stoppe . « ik heb.... geenen vader, fourrier.... of nooit, gehad Weer een snikken. Wanneer er meer kalmte gekomen was, sprak ik : « Hoor eens, ik ben geen priester dus ho*rft ge aaw mij geene biecht te spreken. Maar zeg m-: nu eens «aarom ge loogt aan mij en waarom Komt ge nu de waarheid zeggen 7 » « Luister fourrier. Ikben geboren te X. doch kwam er nooit. Eenige dagen na mijhe geboorte, is moeder te Z. gaan wonen en woont er nog. Wij hebben al-tijd op een kwartier gewoond en nooit heb ik vader gezien. Als ik groot gewor-den was en ik sprak van hem, dan was 3 moeder altijd droef. Di^wijls vertelde ïe mij dan weenend, dat mijn vader Jaak i heette en een zeeman was, die vroeg ver-ongelukt was. Vroeger kwam er soms een 1 oude boerevrouw, maar die is nu al lang • dood. Dat was moeder's moeder. Andere familie ken ik niet. 1 Altijd bleefik, in die gedachte aan va-" der voortleven, tôt den avond voor ik naar hier kwam. De laatsten tijd scheen moeder lijdend, zij verbleekte en ver-magerde zichtbaar. 3 De laatsten avond dus, omhelsde zij " me weenend l< dacht dat ze droef was om mijn afscheid en wilde haar gerust-r stellen, maar toen begon ze een verhaal, 1 dat ik geen tweemaal zou willen hooren. I Kartl, zegde ze, morgen gaat ge wpg. 3 Ge begint morgen etn nieuw leven. Tôt heden hadt ge een moeder zonder vader, ' morgen zult ge niets meer hebben. Ge zijt nu geen kind meer. En wat ik u vroe-" ger verdook, ga ik u nu zeggen. Karel jongen, als men in de kazerne de naam van uwen vader vraagt, wat zult ge I dan zeggen ? Ik ant*oordde verwonderd «Jaak ». Welnu, sprak ze, dat is een ligenl De ' man die mij belogen en bedrogen heeft, 1 de man die reeds getrouwd en vader 1 was, en mij l&f en valsch kwam strikken ? spannen, ja die man heette « Jaak », maar uwen vad?T noemde zich noch Jaak noch iets anders.. . gij zijt een natuur-1 lijk kind en hebt nooit een vader ge- l had !... » Weer volgde een poos stilte op het bu-reel, die enl el door een smartvol «nikken l en het haastig getiktak van het voor mij 3 liggend zakuurwerk gestoord werd. s Weer hervatte hij zijn verhaal : « Ge begrijpt nietwaar, fouirier, hoe ik ver-" steld stond ! Ik wist niets ta vragen of te ,, zeggen. Dan ging moader voort: Karel,ik heb eenige dag^n na u*e geboorte, X. l] verlaten met u, en kwam er niet meer wper. U ^e familie die er nog woont, is heel deftig en welstfllend, maar nooit l~ hebben zij naar u of mij gevraagd, Ik be-grijp dat sn ben er niet boos om I* heb misdaan en moet dus maarboeten, maar gij, jongen, hebt grootelijks uw deel gehad in deboete, en dat heeft me dikwijls gepijnigd. Maar tôt heden waart ge zelve 7 niet bekend met het nadeel ten u -en op-" ?ichte, dat gevolgd is op uwe geboorte. Morgen zal een nieuw leven beginnen voor u ; in de kazerne weet de overheid dal ge geen vader hebt Daarom verwitiig ik u, omdat ik het wil zijn die het u zeg. Dieoverheid, misschien ruw en hard, zal A u zeggen dat ge geen vader hebt. De an-, dere jongens zullen dat hooren en u mel 8 d'-n vinger wijzen. Ze zullen zeggen: daai n Karel, dat is een bastaard ! Dat woord sehokte haar en mij zeei diep en weer volgde eeT oogenblik stilte y Dan zegde ze weer : Karel, luister : moest ik u nu vragen wat ge daarover denken zoudt of doer zult, dan zoudt ge mii allés vergeven, ik weet dat, is gtvoel dat, een moederhart voeltveel.... Ikvraagu daarover dus niets. Morgen misschien, zal dat woord « vader-loos» of «bastaard » u reeds naar den kop vli -gen. Niet hier in den kleinen huiskring waar we ^«ederkeerig veel ver-geven kunnen, maar... in de kazerne! waar honderd mannen om u zullen staan om u ta beschimpeo, en om u te vermij-de nadien Dan eerst mit ge voelen dat gij 00k boet voor mijne misaaad, want dat is eene misdaad Maar moeder, ouderbrak ik, een mis-stap hoogstens, maar toch geene mis-daad?!Ja, wedervoer ze, volgens de wetten is dat zoo, omdat de wettn door « mannen » gemaakt ûjn. Maar waren *ij gemaakt geweest door « menschen » dan ware het geen « misstap » maar een « misdaad » geweest. ïZe noemen een «misdaad» iemand : omverschieten of omversteken. Maar dat duurt maar een minuut en dan is ailes l gedaan ! Het lijden is dan uit ! Maar een l dochter bedriegen, dat maakt twee slachtofîers in de plaats van één. en die twee slachtotïers lijden, jaren en jaren, een heel le'-en zelfs ! God weet als gij eens ninderen zult hebben, of de menschen dan niet zullen zeggen « dat is het kind van een bastaard! » En dat ailes volgt op • een misstap ! » « Maar moeder, zei ik ge gaat te ver !j» « Zwijg daarover jongen, hervatte ze. Morgen, overmorgen, binnen een jaar, als heel de ka?erne u al zal toegeroepen hebben « gij zijt een bastaard » dan zult ge wel anders spreken. Dan, fourrier, dan zweeg moeder. Ge begrijpt wel" zelf, hoe de rest van den avond voorbijging. Nu, in den namiddag, heb ik gelogen op uwe vraag en omdat ge geene missin-gen zoudt doen, kom ik u verwittigen en verschooning vragen. » Ik antwoordde weinig, want, rechtaf, ik was dichter bij het weenen dan bij he1 iachen. « Fourrier » hervatte hij « zou ik nog dikoijls zoo Godslasterend moeten lie-gen.t « Neen », «ei ik « ik denk het niet. Ik , zal eens trachten voor u iets te doen. In 3 elk geval, aan al wie naar uwsn vadei - vraagt, zegt ge maar als vroeger. Een dezer dagen zal ik u daarover meer zeg- 3 gen. Ga nu te bed en spreek er niemand 3 meer van.» Twee dagen nadien werd Karel bij den Kommandant geroepen. Deze gebaarde ) van niets te weten en kort na het einde , van de instruktietijd was hij «ordonnance » b j g^gd officier. Het was een brave kerel tôt het einde t06. * u S. K. V. H. ! ja S. K. Y. H. ! Wanneer, om Godsnaam, zullen de menschen nu toch eens beginnen verschil te maken, tusschen « een mensch » en « een straathond » ? Wanneer zullen ze toch eens vatten. dat ze hier op aarde een roi te vervullen hebben? éntegenover he: zelve én teger-over anderen? Isj het niet «raakroepend te moeten hooren « dat is weer een pastoorswerk » als men van eene vereeniging spreek! tegen de zedelooshid ? Moeten da ni t aile menschen, dat soorl 3 schruft uit onzen stal trachten te ioeien t Ja. ik weet wd, er zijn jongens di* om - godsdienstige relen^n zich uit dien po <i 3 houden. Anderen nog uit vr^es voor de r gevolgen ^elkehun persoonlijk ten na- - de«d Ssunnen worden. Maar zi|t* er 00k s wel die niet goed zou den doen, bov^naan-e gehaald feitj eens rijpelijk te ov^rlezeni Vt weet wel, de domste volzinnen, hoe hol 00k, worden ter verrechtveerdigiog 1 aangehaald ! Nog ovfcr eenige dagen w rd i het me gezegd : « Bah ! de ma is om te g vragen en de vrou-" om te weigerr.n ! >: i- Aangeromm dit dia aartsstotnmiteil 1 waarheid bevalte. maar zeg dan eens - grootpraters : « En de kinderen ? O n wîjI t zi'n die er dan ? On d^n scharidenaani r tpJdraa^n di^ aii zelve niet druft dragen?): Vooruit ! S K. V. H ! Vooruit ! Red r wat nog te redden is, en tracht in ons zoe ». zwaargeteisterd Belgie, jongens in t< brenaen die fier en sterk zijn, omdat zi 1, rein bleven, en die WEERDIG zijn eei o eigen haard te stichten ! De verbondenen sleken de Cerna over. Yenikoye, en de slalie van Kenali bezet De Bulgaren în aftocht . %ij«« gr<«ep nh|e«oei«i t Salorisa, 4 Oet. — De Bulgaren hernieuw j dsn gisteren hunne aanvallea cp de Eagelsch< stellirg'en Tan den Siruaia. Gedurenda den dag geluste de vijand ernie in den i} erdraad te uaderen. Gedurende dei nacht konden eenige vijaaiiga grospen nade ren zander eveawel onze loopgrachten te be 3 reiken. i> Een klei: e greep van 20 mannen werd doo t onze zoeklichten opaeinerkt en door de artil t le rie y .jlkomen vernit 1 i. | Pe «oorpon^en der veï-boisde t nen o«et.»ehri}dea de» Ce*-mj 3 Salonika 5 Oct.— De strijd wordtopgapsc 1 het front yoordeeiig voortgjzet. 9 De voorp®sten beginnen den Cerna te o<rei e schrljden, in de streek van Dobrovei Brod. , Zij hebben Buf en Pc pli bereikt. . De En£«!seheii slaam «««wslles t s SalcDika 5 Oct. — Op 3 Oct. veroverde onze troepen een deel van Yemkeuy. n r\~ r>.,i i a1,'t /i; I drie malea achtereen af^eslagen werden. Di vijand oaderging groote verliezen. 3 - Y«nikony vrroverd i - t Lo; der: 5 0#'. — Wij yeroverden volledi j het dorp Yenikouy. De vijand onderginj groote verliezen. §er»ier« b**etteM de van liaaeli Florina 5 Oct. — De bezettlng van de ststj van Kaneli wordt be»estigd. Deza statie ligt 0 600 m. van bel dorp te midden de vijandig « weetstanf<slijn. a Man markt eene groote ongerustheid oj seiert de Russen den Donau overschrede ^ hebben. Geiurende den winter mogen wij belanj rijke gebeuitenissen verwachtea. De Bnl^aren doen in hun nen ni «oeht brngfen apringrn Silanika 5 Oct — In den naeht van den tôt 3 Oct. ont uimden de Bulgaren huni n stellingen tenge^olge van de tegenslagen e de drufeïine: der Sar»iers. RUSSISCH FRONT 1 Oe SHiasstïâ driive» den wijaad aeiDieruit Pat.ograd5 Oct. — Op de lijn van dei i zerweg Vladimir-VoltL sky tôt aan den Dnie ? s er heyige gerechten. 1 Wij -eroverden vijandige stellkgen ei drevdn voorpostec achteruit. 5 ulM . t De oorlog in Azia. r Perse» fer#B6«n d» 'ffarSies veïlk'ïen <0© Petrograd 5 Oc'c. — Op de kust gi^gen wi 1 op eea u.tgestrdkt fron* yooruii en vero»erûei siel ingen. i Op de Karabourna ten Z W. van Kilkltte 3 cbi-itlik brachteo de Perzen, de Turken groot De oorlog in Roumanie De Eoeme^ea op lSulg«ar»ch ^ ^?ondgebied Bukarest, 4 Oci. — Officieele telegrammsn die seinen dat den Docau door bèla^grijko n troepecmachten overschreden werd cabij Ra-5- hovo heeft giooie geestdrift verwakt. De Boemeaeîi zijn er met eenige lichte vaar-n tuigen in geiu'it deze breede rivier te «>er-j schrijdea ea sterke stellingen te bezetten in Bulgarie. ! Het ge'ïozen punt ligt op eenige ?m. ^an de Roemeensch Balgaarschegren» van DabroUdja Het schijnt dat de Bulgaren, overtuigd van de onoverschreidbaarhtia van den Donau, a zich hebben laten yerrassen: Da vijand nsemt maatregelen om een hard- nekkigen aanval uit te voeren. i) 0 »- , Abonneert u op « ONS VADERLAND » " j korÎRQericiit o» uitg«breid. officieele mededeelingen pdrij«, 5 Oei. fl& n. \ Kalme mcht op gansek het front.. . .. . n j Gedurende den vooruitgang ten O. vân Morval namen wij gisteren V Ica- : nonnenva,n68 mm. _ „ * 5 Oet ,W « ' Ten N. van de Somme maken wij nog vooruitgang ten N. van Morval. Wij sloegen een hevige Duitsche tegenaanval af, op de stellingen door ons ^ i: ver over d ten N. van Fregicourt. • j i : Ten Z. van, de Somme is de artillerie nog zeer bedrijvig in den sector ^ Barlcux-BdU], Deniecourt en Quesnoy. < In Woeore nam onze zware ar illerie een militaire statie onder schut en ^ : veroorzaakte een grooten brand. ' Verders niets aan te stippen. JEin$et«etk I«gftst'beriefeii4 ■ : Londen, 5 Oct , 10 u. 20. — Bombardement ten Z. van den Ancre. : Ten N. van, Schwaben heeft de vijandige infanterie erg geleden tijdens de : aflossing. Een vijandig bataillon be'propfde vruchteloos m onze loopgrach- : ten le dringen. Londen, 5 Oct., 22 u. 10 — In de streek van Thiepval sloegen wij twee ^Tusschen 17 Juh en 30 Sept, namen wij op de Somme 29 zware obusiers [ 92 veldobusiers, 103 tranchéekanonnen, 397 mitrailleuzen en een grooten voorraad buit. n Ï%«lg5»c& îe5£erb**rieH< Le Havre, 5 Oct. — In de streek van Diksmuide en ten N. van deze stad ! Hevige strijd'tusschen de veldartillerie en de tranchéekanonnen nabi] î Steenstraete en Boesinghe.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Ons vaderland: tolk van het Vlaamsche front behorende tot de categorie Katholieke pers. Uitgegeven in Calais van 1914 tot 1922.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes