Ons vaderland: tolk van het Vlaamsche front

1969 0
24 december 1918
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1918, 24 December. Ons vaderland: tolk van het Vlaamsche front. Geraadpleegd op 29 maart 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/xp6tx3645m/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Belgisch dagblad verschijnende aile dagen der week _____ _L_ INSCHRIJVINGEN Voor een termijn van 3 maanden ... 6 fr. 50 >> » » 6 » ■■■ 12 ?r. 50 > » » » 12 » ■ ■ ■ 24 fr. RECHT DOOR VRIJ EN VRANK VOOR GOD EN VOLK EN LAND ) Stichters : J. BAECKELANDT en A. Tempere Opstel en Beheer : Huurdochterstraat, 8, Gent LEUGENS Als men in Midden-Vlaanderen van groote leugenaars sprekende is, roit Ket er gewoonlijk van de lippen : Als die menschen waaihsid zeggen, vliegt er een ekster uit hun broekgat al schetlerende ! Wat al opgehemelde dingen zagen wij plots, toch eindelijk in het licht der waar-heid en' werkeliikheid beschouwd, in één hoopje vallen.! Wat al gerepuleerde kleine dingen hoog op riizen ! Staàt geheel die vervloekte oorkg nu niet voor ons als een ko'ossale leugen? 1s ieder volk door dag-bladen en geschriften alleihande niet toi walgens toe bedrogen en belogen geweest? En zien wij nu reeds niet veel neve's oplrekken, in naakte waarheid ontliullend toesfanden, gebeurtenissen, lanr'en en per-sorten? God! wat veianderen de oordeelen dagelijks? — Ja, nu reeds vier eeuwige jaren, is een lijd gtweest van liegen en bedriegen, van stelen en rooven, van valsch-heid en dubbelzinni heid, die riet enkel tusschen afzonderlijke personen, maar tus-schen bestuur en bestuurden in ieder land en ook tusschen de verschillende volkeren, zoowel bevriende als vijandige, heel de wereld door; als dan ik-ik-ik maar voldaan is, is leugen deugd en daarln gaf Duitsch-land het roorbeeld. Sedert wij uit ons ballingschap weder in onze geliefde slreek het einde van den oor-log zagen, kwamen wij van ver terug, doch van veel verder kwam ons oordeel over personen, gebeurtenissen en toestanden terug. O. m. hoeveel vernofmde dooden gaven wij al niet de hand ! Aan hoeveel schijn-etrlijke menschen hadden wij hever de hand te wei-geren f Hoeveel hoorden wij ertnoorelen: 'Vive la Patrie ! die kermend, om hun Jodenwinsten, het einde van den oorlog zagen ! Hoeveel slordigaards hoorden wij anderen niet belasteren, of, om hunne eigene vuiligheid te dekken, of, uit verdoe-melijke wraakzucht, of, om voor eigene voldoening, hebzucht en begeerlijkheid, vrienden en magen van den belasterden af te keeren en des te gemakkelijker, en, in schijn te rechtveerdigen, laffelijk te kunnen aanvallen en uit te baten. Meermaals waren we in gelegenheid zulke toestanden te zien en te kunnen bestudeeren onder onze oogen, en, dit geldt niet bloot voor enkele personen, maar ook voor volkeren. Om hier in dit kort artikel maar van een land te spreken, wat is er al op reken'ng van Holland niet uitgestrooid en rondgevent gew«est? De Belgen waren er slecht ge-zien... slecht onthaald... onbroederlijk behandeld... en, bovendien, ze leden er honger... Hebben wij dat ailes ook niet tijdelijk ge'oofd? Hewel, er het fijne willende van weten, en, in staat gesteld zijnde om de pure waarheid te achterhalen, ondervroegen wij ver-scheidene geïnterneerden uit Holland terug, en, allen — verstaat ge wel? Allen — waren het eens en 's eens, om met lof en dank te spreke» over onthaal, verblijf en behandeling bij het Hollandsche volk; velen onder de teruggekeerden verloren er zelfs hun ruwe pel en komen van ginder netjes terug, hoor ! niet meer ongesnoeid, maar als fijne, wel-gemanierde menschen, ginder gedresseerd en opgeleid, mooi, nou. Indien er soms wat verkoeling kwam, dan waren er de verblij-vende belgen dikwijls de schuld van. Een onzer soldaten, H. L..., die ginder knecht bij een bakker was, vertelde rnij, dat reeds den derden Zondag van zijn verblijf in die ' •treek, «en belg peeidelam-stakestijf-dron-ken op «traat liep. De g'eposeerde hollandsche menschen kwamen uit hunne huizen, om dat spektakel te aanschouwen, want het was er, in dat dorp, de eerste maal, dat ze een dronkaard in het openbaar zagen vlechte-beenen. Dat zulke beestigheden eerbied en liefde doen verflauwen en zelfs wegnemen, moet niemand verwonderen en kibbelen verontschuldigt met. Dat er in Holiand verblijvende belgen, waar hier, waar daar, redens tôt klagen vonden, rerandert niets aan den algemeenen toestand; uitzonderingen bèwijzen niets en die *indt men OTeral en in aile toestanden. En wat de klachten over schaatschheid in zake van bevoeding betreft, het is genoeg gekend en geweten, dat de Hollanders zel-ven niet veel meer onder den neus kregen, in de laat.te oorlogsmaanden. De waarheid behoort gekend en de onwaarheidder slech-te behandeling onzer landgenooten valt dood nevens den peerdeleugen van den door-tocht der Duitschers door Limburg in 19/4. W. O. OP DE SLAGVELDEN VAN DEN YZER De Panne, 8 December. Vanmorgen, al heel vroeg, zou de tocht naar Diksmuiden en naar het bosch van Houthulst gaan, maar de -mensch wikt en de auto beschikt. Mijn commanoant gelooft, dat de beschikking ditmaal van onzen chauffeur kwam, die het gisteravond al bijzonder moeiîijk voor ons verbergen kon, dat een reis op Zondag hem al zeer matig toelachte. Wat er van zij, pas hadden we de laatste duintoppen van de Panne achter den rug, ut onze wagen begon een leven te maken, alsof hij een pantserauto in voile actie was, en op de Groote Markt van Veurne geko-men, verklaarde onze chauffeur, dat hij voor niets meer instond. Ik meen dat hij met een stalen gezicht verzekerde, dat de Spaansche griep thans onder de automobielen uitge-broVen is, en dat de zijne haar op de meest bedenkelijke manier te pakken kreeg. Goede raad was duur als trouwens ailes in dit land. Het er op wagen, op gevaar af, de auto allen dienst te zien weigeren. midden in het Hauthulsterbosch, waar de duivel-zelf op het oogenblik niet meer voorbij durftkomen ? Of terugrijden naar de Panne, een nieuwe auto uit Brussel doen komen, en heel dezen Zondag verliezen, die zich zoo veelbelovend aankondigt in zijn wasig-zil-veren ochtend-sluier? We nemen het laatste besluit, en daaraan zal ik dan dit kijkje méér van dichtbij op het leven te Veurne en in de Panne te danken hebben. VEURNE Veurne schijnt niet zoo giuwel k toege-takeld als Nieuwpoort, maar geen huis toch is onbeschadigd gebleven, en de drie kwart van de stad mistens zal totaaî tegen den erond moeten worden gehaald, A's door een mirakel staat het fraaie Beifort nog overeind, en fier glimt en fonkelt de draak op zijn spits in de bleek-gouden stralen van de morgenzon. * Het laat zich merken dat het leven hier snel zijn rechten weg zal hernemen. Enkele burgerszijn reeds teruîgekeerd, enwande'en in hun Zondagsche pâkje, stil pratend, door de led ge straten. Hier en daar is reeds een zaak weer open. Een bakkertje, een schoen-makerlje, een kappertje. Tegenover het station, dat bijna geen schade heeft geieden, is reeds een café geopend, en tôt op straat hoort ge het zachle clastische tegen-elkaar-botsen van de ballen op een biljart . Geen ruit in heel de stad is heel gebleven. In de huizen, waar weer menschen wonen, heeft men de ramen zoo goed en zoo kwaad mogelijk met planken cf karton d chlget'm-merd. Hier en daar verraadt slechts een rookpluimpje, dat blauw en ijl uit den schoorsteen omhoog wappert, leven in huizen, die wel graftomben lijken, en ergens achter uitgeschoten ramen, die staren als oogen van een doodshoofd, zingt vroolijk een kanarie. Veurne is niet voor de kunst verloren.De mooiste gebouwen hebben het minst geieden. De merkwaardige logetta van het stadhuis werd reeds bij den aanvang der beschieting stuk voor s uk uit eikaar geno-men en weggevoerd, evenals de kostbaar-heden uit de kerken en het stedelijk muséum. De schilderachtige Groote Markt is zonder veel moeite weer in. haar vorigen staat te brengen. Doelloozer bombardement dan dat van Veurne, heeft zich nauwelijks laten voor-stellen.Sedert 1914 was de Belgische générale staf hier reeds verlrokken en nooit namen Belgische of Britsche troepen nadien nog hun weg do^r de stad. Nabij het station werd een schuit ge'ost. Dat karweitje knappen een dozijn Duitsche krijgsgevangenen op, en een verkennings-patrouille van drie Veurnschestraatsjongens, staat er op te kijken. Wat we gisteren reeds overal vastgesteld hebben, gebeuit ook hier. De boches ver-dienen hun dagelijkseh brood op aile manie-ren, bch.lve dan in het zweet huns aan-schijns. Met z'n drieën pogen ze een baal geperst, stroo-naar boven te sjouwen, maar het gaat niet !... Daar moet nog een man bij. Groote vrcolijkheid onder de straatjon-gens.— Viere!... schreeuwt er een 't zijn d'r ol viere!... 't Zin d'r sterke, wee-je!... 't Laat de boches steenkoud. De vierde man steekt even z'n smerige, grove handen uit de baal blijft waar ze was, en.... de Herrschaften gaan er boven op zitten. Waarom zouden ze zich te sappel maken? Het Belgische witbrood smaakt goed, en van de drilmethodes in de Duitsche ge-vangenenkampen schijnt nog niet het mirste naar h er overgewaaid. IN DE PANNE In de groote ambulance van dokter Depage zijn nog wel vier honderd Duitschers, meest allen ziek, hierachterge' leven. Verrninkîe Duitschers zag ik hier niet. Belgen des te méér. Allen hebben ze thans gezondheid te koop, — de boches bedoel ik, — maar ze bevinden zich in cen toestand van onbeschrijfltjke smerigheid. Ik zag slechts éin — en dan was het nog een Feldwebel — die het nog de moeite waard achtte, zich te wasschen, zijn kleedefen te schuieren en ziin laarzen te poeisen. Aan het werk hebben ze allen hetzelfde broêrtje dood, maar eten doen ze met des te meer overtuiging^ln het Bolsjewisme schijnt nog heelemaal met tôt hen doorgedrongen te zijn, want 't is de moeite waard om te zien, hoe ze luisteren naar het fluitje van.- hun commandant. Vanmiddag, toen ik de ambulance be-zocht, hadden ze juist het drukste oogenblik van hun dag; ze moesten n.l hun soep naar de keuken halen. Voor de rest reinigen ze zoo wat de ziekenzalen en spelen ze voor brancardier. Naast dit hospitaal, op een hoogen duin-top, is een eenzaam graf. Een zwart houten hekje, rond eenige paarse chrysanten, waarop uauv/drnppHartvl'e-veî'sek-geweeitde tranen, fonkelen in de winterzon. Onnoo-dig dat er een naam op staat : — hij ligt op ieders lippen. Hier rust Madame Depage, de echtge-noote van den oprichter en d recteur van dit enorme hospitaal, die op de « Lusitania » verdronk, en wier lijk werd teruggevonden. Ruim drie jaar lang heeft schier heel de wereld de Panne voor de verblijfplaats van den Belgischen generalen staf en van de koninklijke familie gehouden. Thans behoeft het geen gtheim meer te zijn, dat de staf zetelde te Houthem, terwijl het koninklijke gezin verbleef te Moere, beide dorpjes vlak bij de Fransche grens wel twintig kilometer hier vandaan. Doch de koningin bracht het grootste deel van haren tijd in de ambulance door, en dat ze onder de honderden roode krui-sen, op de daken van het Hôtel de l'Océan en de barakken er omheen, niet veiliger was dan de soldaten aan het front, toonen nu nog de litteekens aan, die de ambulance draagt. Slechts weinige dagen vôôr het sluiten van den wapenstilstand kwam een monstergranaat op het waschhuis terecht en doodde méér dan dertig vrouwen, en op vele plaatsen, og den dijk als in de stad, Iiggen nog huizen en vlla's jammerlijk in puin. In d'ze ambulance is ook nog Willy Cop-pens, de koning der Belgische vliegers, die ongeveer veertig overwinnii gen op zijn actief heeft. Hij werd door brandkogels uit een mitrailleur getrofftn, die ?ijn linkerbeen zôô vreeselijk toetakelden, dat het tôt aan de knie moest worden afgezet. Maar zijn vader verzekert me, dat hij nog vîiegen wil ! ('t Vervolgt.) De Duitschers uit Ghina verdreven Aan de « Times » wordt uit Peking gemeld : De algemeene wensch der Ver. bondenen, de Duitschers uit China huistoe gezonden te zien, begint den vorm van een georganiseerde actie aan te nemen. Hongkong geeft reeds besloten, geen Duitschers in de kolonie toe te laten, en daarenboven besloten de chefs van de departementen der Zoutaccijns, Posterijen en Buitenlandsche Zaken te Peking, de Duitschers in hunne resp. bureelen te ontslaan, en hen niet opnieuw aan te nemen. Een der redenen van dit optreden was, dat men niet kon verwachten, dat de voor-malige verbondenen soldaten,' die thans in dienst zijn genomen, zij aan zij met de Duitschers zouden werken, hetgeen met , name bij de Accijnsen aanleidining tôt wrijving zou hebben gegeven en een gere-gelden gang van zaken zou hebben belem-merd. , Rsda van Joffre in le Fransche Akademie Président en mevr. Wilson woonden de onitvangst van maarschalk Joffre m de Fransene Akademie bij. Om één uur kwamen de président en zi'jn echtgenoote aan. Wilson zat met Poinearé te midden van 'de leden. Mevr. Wilson zat in de loge van mevr. Poinearé. In zijn rede tot de Akadémiè zeide maarschalk Joffre: De aaneenschakeling der feiten :s oor-zaak, dat ik hier de groots'te hulde breng aan ons leger. Daar het krachtig tôt den sir jd was toebereid, is het in, dezen oorlog de hechte omlijsùing van het geheele bouwwerk geweest. Eu indien het waau1 is, dat het leger zijn krach! ontleemt aan het land. waaraan het ztyn bestaan dankt, was er dan ooit en grooter leger dan het onze?. Het komit mij evemwel voor, dat zooveel heldhaftigheid en vastberaden-he d niet voLdoende zou zijn geweest, indien ,de verbondene volken niet ee.rst naar den oorlog gedrongen waren gewor-■cl -il. vervolgens in den loop van den str.jd geschraagd door de edelmoedige denkbeelden van vrijheid en rechtvaai'-digheid welke hun het besluit hebben in-gegeven en welke hunne dadén bestier-den. 1s het niet uit de overtuiging, dat zi'j streden voor het réels,, dat de verbonden naties de gees'idnft. waarinede zij z'Vh opofierden,' het geloof in de eindoven\ in-n.ng hebben geput. De kracht van zulke edele g'evoelens is door den grooten président Wilson gehuldigd in woofden, die versch in uw geheugo. terwijl d > zelfde kracht hem be>. ' 'om zijn ede moed fe daad te vOLbren^on. ÇTiet zonder diepe ontrocring uk ik terug aan den lijd, die'n ik veivieden 'jaai in jde Vereenigde S ta t en doorbracht., Dat volk, hetwelk zich vaag bewnst was vàn de geweldige kracht. waarovcv het be--sebi-kte, maar. nog. ' h dJv. kracht 'aan te wenderi, Vk i ïîaaf hMremiii doorschemeren in den gloed van zijn toewijding voolr Frankrijk. Hal meende, dat de liefde het inv staat zou stellen zonder verlies van tijd iets grootsch te doen, lefs waardoor de verbondene legers ver-sierkt en verlicht zouden worden. Het heeft zich hierin niet hedrogen. daar die liefde Frankrijk, bijna o\ ■ rstelpt door de ontb nding der Russ'sche troepe.n en de yware beproevin^en van~de lente van 1917, in staat stelde te vo'harden in moeid en vertrouwen. Toen ik, te midden der' Amerikaansche \ olksmassa's, de. schoonste uren van mijn leven doorbracht, besefte ik, dat de wensch, om zich op te offeren. in dit edelmoedige volk was opgeWekl deer de dapperhe d onzeir soldaten en door >de rechtvaardighedd van onze zaak. Opdat Frnnkriijk leven zou, opdat Bel-g ë herrijizen zou, opdat de vrijheid heer-schen zou en opdai', het recht zou ze^e-yieren, stond Amerika op, vastbesloten om y. jn laatsten man en zijn laatsten dollar in den slriijd te werpen. De gescJi'edeis kent geen wondelrlijker beeld dan dat van die miilioenen man-nén, die zich losrukten uit hun vreed-zame. bezigheden, om een met mijnen be-zaaide zec over te steken en, dui-zenden en duizenden mijlën van hun land, hun 'even te offeren aan eén edele zaak en een grootsch,e gedachte. En alsof het niet genoeg was, dat zij hun mannen en zo n-en zonden, hebben die vrouwen,, die va-ders en moedei s gezi^n, die de legers van soldaten over de zee vergezelden en kwamen om onze ellende te verzaehten, onze wonden te helen. Wilj hebben ge-zien, hoe zij, zonder te tellen, hun goud en de sohat'ten van hun hant gaven terwijl zij zaten bij onze in puin geivallen haardsteden. terwiljl zij neerknielden, aan de gravera, terwijl zij onze weezen aan-namen.In een broederlijke omairming hebben Frankrijk en Ameinika. voor het heden en voor de toekomst, hun vriendschap be-zegeld.Dank ziij deze beslissende gebeurfenis heeft Frankrijik, gesteund deor zijn bond-genooten ten glotte de overwinning be-\ocKen, waarop zijn deugden het aan-spraak gaven. Laat het zonder aairzelen zi'jn poging tôt het einde toe voortzetten; het is dit verschuldigd aan zijn dooden, het is dit ver-schu'.diigd aan, het geslacht, dat opkomt, dat geen gevaar behoeft te vr'eezen en vrij zal leven. omdat ziijn va-deren voor de vrijheid zijn ge-storven. Moge heil volk van Frankrijk in de overwinning geîrouw te blijven aan die liachte liefde voor de denkbeielden van vrijheid -en gèrechtigh i cl, welke gedurende den oorlog xjn* kracht ziijn geweest. Moge het dat scïtoone zedelijke evemwicht behouden, dat het in gevaair'lijike uren be-hoed heeft voor een val. Moge het nim-mer vergeten, dat de zwakken en, de kleinen njfet vrij in de wereld kunnen le-ven. indien de sterken en de grooten niet steeds "bereid zijn hun kracht en hun macht ter beschikking van het recht te stellen. Frankrijk moet in de toekomst de wachter blijven bij de vriijheden der volken. De deugden. welke het in dezen oorlog getoond heeft. g'oven het onverganke-1 ijke aanspraken op die roi en de onder-\ i nding heeft geteerd, dat zijn voorspoed de waarborg i s voor de rust der werel<J, EEN INTERVIEW MET WILSON DE TAAK DER VREDESCONFERENTIE Reuier mekit uit Londen op 20 December : De » Times » zal morgen een infer-\ ew publiceeren, hetwelk de Pariijsche conrespondent van dit blad met président W i;_son, gehad heeft. Wilson zette zijn houding uiteen ten aanzien van de geheele, groote reeks van, vraagsiukken, die de volgende maand besp'roken zullen worden. a de om s tanidigheden -\-an het inter-\ ,ew besc-hreven te hebben, vervolgt de correspondwi! : 1k vertelde 'hean bo, weg op de manier van den interviewer, dat er menschen waren, die zic^i afvroegen, wa-airopi de président der Vereenigde •Slaten in dezen -,.jd naar Europa konit, \V d,son aniwoo'rdde : Het antwoord srlnjnt mij toe, voo'i- de hand 'ie Iiggen l)e kwest.es, die op de ikomende ■ ,-onfe-rentie-gerege'd moeten worden, z ijn van zulk overhcerscljènd belang, dat de Vei-eenigde Sta-'en niet kunnen weigeren met hun verbondenen de grooUs veiantwooi-delijkheld tegenov«r de beschaving t;-declen en s.echts door h t meest open-harîige persoonkjk overleg met de skiais 1 e i.'n der ver jondene landen kan ik in 1 » of dp oplossing van de,ze viv-, 0 , i gij.lragen. ■> Tden ik den président vroeg, wat naar z jn oordeel' de groote opzet van de' con ferentie was en het groote doe-!, waar naai a le gydci>-j j-:rden nxies! -n sfrevoir, an,, (\uordd" li.;j : « ik gelonf.v liai aile eetlij denkendc niensciien in |Pe landen l'ïana met ge-sp'annen vcrwa^iiling naar Versa'lles uit-zieu en ik- ben er zeke; van, dat zij zicli dezn ééne v.i-aàg stellen : « Zàl er gejioe w rjslied en vastbi radenheid onrler daar vergaderde' staatsliede'n ijc.oïKi , wo! I u om wa«bfKxj<H, .geiî loekoms-T^ë-boi-!wg<Ti tr-Attic^poir' » De moeilijkheden. en ver<int\voondê'iijk-heden, w-aarondeir zeer dr ngende, die uii de succès vol le beë ndigin.g van den oorlog voortv oeiein moeten natuurlijk door <le grooie naties der wereld als kamera-den van de minder krac,litige gedeeld worden. » Wilson vervolgde: ,« 1k zal ook een be zoeik aan de verbondene landen brengen en daar door persoolijke aanraking zooveel leeren als jk kan van de algemeene gevoelens teh euaiiizien van de voornaam-s!e vraiigstukken. Mijn eerste wensch is natuurliijk het Amerikaansche léger Ce bezoeken. Het was tijdens de vijandelijk-iieden voortdurend n mijn gedachten, Want w-.lj waren verplich. het op aile mo-gelijke wijze te steunen en te onderhou-den. Natuurlijiki ging zijn ot milj zeer ter harie. Ik wensch er zooveel van le'zien ais k met mijn tegepwooird.ge plichten kan vereenigen. A s ik ge n gelegenheid mocht hebben oan de verbondene legers te bezo-ken, hoop ik tenminste iets van onze wapenmakkers in hun oiigen land te zien. ik ben verlangend Ita 1 ë te bezoeken, wusuruit zoovele van mijn landgenooiteh afkomstig zijn en het boezemt mij tege-lijk, belangsMling en vreugde in, te ver nemen, da,; er in het Italiaansche leger zooveel mannen zijn, die- rninstens een deel van hun .leven in de Vereenigde Staien hebben doorgebracht. Ook zie ik met bijzondere belangsteihng ,en voldoe-ning mijn bezoek aan Brussel tegemoeC, dat thans gelukkig uit de handen van, ziljn vija'ilden b&vrijd- en aan zijn e'igen volk en koning teruggegeven is. In de Vereenigde Staten ge,voelden wij ninige sympathie — en wilj trachiten daar ook uiting aan te geven — voor het volk van België en zijn standvastigheîd, alsook. voor de bevolking van Noord l-'ranikirijk en Ita.ië, op wie de last van ■den ooriog zoo tragisch gerust heeft. » Het was met meer dan natuurlijk, dat ik als Engetschiman den président bij zi'jn opsomming van de ver*bondene strijd-krachten n de rede viel met de vraag, of tiij t.jd* zou hebben om de groote vloot te bezoeken. \\rilson ahtwoordde : « Ik vrees, dat ik daar ithans geen tiljd voor ziil hebben. Ik heb van den aanvang af ten vol.e beseft. dat achter de legers de s tille, maar machtige en waakzanie Bnt-sche vloot stond. die voor de verbindin-gen tusschen de verbondenen zorgde. Hc. zou mij weii'ketijk groot genoegen doen, als iik in staat was de groote vloot te bezoeken. Er heeft goede'kameraadschap en loyale samenwerking tusschen de vlo-I n van Groot-Brittanië en de Vereenigde Staten bestaan en ik ben er zeker van, dat ieder in ons land haar beteekenis voor het winnen van den oorlog ten voile-beseft.Bij het bespreken van de roi der Britsche vloot b j het handhaven van wat ten minste 'tiljdens den oorlog de « vrijheid der zeeën » voor de vrije volken der we^ reld is geweest, sprak Wilson mol eene oprecbtheid, welke zich onmogehjik door middel van schrift laat weergeven. Zijn ac-centen overtuigden mij ervan, dat hiij gelooft in de opi'echtiheid van het Àngel-Saksis'che ras en toen ik hem vroeg of iiij tijd had om naar Engelan.d te komen, bevestigde zijn anwoord miijn gevoelen. Hij zeide: Vierde Jaargang « Mummer 1277 Prijs : 10 eentiemen (Avonduitgave) Dinsdag 24 December 1918

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Ons vaderland: tolk van het Vlaamsche front behorende tot de categorie Katholieke pers. Uitgegeven in Calais van 1914 tot 1922.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes