Onze kop

2303 0
21 februari 1914
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1914, 21 Februari. Onze kop. Geraadpleegd op 19 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/3t9d50gt4f/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Zaterdag 21 Februari 1914 4e Jaargang. Nr 130. ONZE KOP Die kop die moet er op ! Wie kan dat zien ? Wie kriigt het op I Een beeld te laten zonder kop... fie zou, als hij dat ziet, zijo handen kunnen [houwen fie zou dat lateo er dien kop weer op te douwe* t Beteekent niets toch zonder kop ! Die kop die moet er op 1 Ik weet een beeld, een heerlijk beeld, Het beeld van gansch een volk, geteeld l't veie weideland, waar Lei en Schelde [stroomen Beeld van een volk zoo groot, zoo yol ook nog [van droomen En 't staat ocharme zonder kop ! Die kop die moet er op ! Een beeld ja zonder kop dat is 't 1 Een volk dat hooger leven mist 1 a hooger leven is de school in eigen taie : at volk en adel drinke uit de eigen gouden| [schal# Dat is ons kop, ons Vlaamsche kop ! Die kop die moet er op I • • 1-3 t Zie reeds in gouden aureool Dien kop ! Die Vlaamsche hoogeschool 1 j 'k zie dat opschrift tôt de lagere geslachten Lands kinderen waren 't die dit hier tewege |b achten Studenten op I Die kop ! Die kop die moet er op ! DE LILLE Een Weekblad voor de Vlaamsche Hoogeschool, i en dus ook voor de heele Herleving van Vlaanderen. g «MESS— -«WRCVf :.w* VfflS«r3CW.Î!C: " - TTill illUll^—■ I ■ —1 I I I II I II WT——■'m———IM II IIIWIW ■■ I——I «■■■M — Gent aan de Gentenaars ! — Vlaanderen aan de Vlamingen ! PRIJS per Jaar 3 Frs — Het Nummer 5 Cs. AANKQNDIQINQEN 20 es den regel, of anders, bij den uitgever En DRUKKER-UITGEVER : VICTOR DELILLE, MALDEGEM Wij eischen de Vlaamsche Hoogeschool ! - De wereld is zoo vredig aïs een lentemorgen. AiJeen de prins von Wied Ioopt bekommerd rond van 't een kasteel naar 't andere om te weten of hij ja of neen zou gaan « koningen » in Aibanië. Hij is toch alzoo reeds koning ge-kozen..,. niet door de Albaneezen, maar hunne oomen en neven. Het gelijkt een opgedrongen hu-welijk.Een blad van Parijs schildert hem uit op weg naar zijn land met een revolver in zijn vuisten en met het opschrift eronder : Als ik nu maar geen van mijn onderdanen ontmoet ! In den carnavalstoet van Nice ver-scheen von Wied als een mastklimmer. Maar hij moest over dolken en pijken omhoog naar de kroon. 't ls het beeld niet alleen van den armen von Wied, maar van elkeen die tôt iets wil komen, met dat ver-schil dat gewoonlijk iemand die tôt iets komt, dit te danken heeft aan eigen wilskracht en von Wied het moet aan anderen gaan vragen. Nu zit hij te Londen. j B1NNENLANDS. | Dat is hier een pbototje van den koning dat getrokken is op straat kort voor den val van zijn peerd Koning Aalbrecht deed Dinsdag voormiddag zijn gewoon uitstapje t( paard naar het Soniënbosch. Er lag daar een kasseisteen ondei de blaren en het paard struikelde er viel op zijne knieën. De koning bleef zitten en gelukte er zelfs in zijn paard weer op t« krijgen, maar dan viel het nog eens naar links en de koning zat er onder. Hij bewaarde gansch zijne kalmte, maar in 't opstaan kreeg hij nog een lichten slag van het paard op de lin-ker bil. Dan was zijn gezel M. du Roy bij hem met zijn pikeur. Mijn linker arm doet meest zeer ! zei Zijne Majesteit, misschien is hij gebroken. Oij moogt niets aan de koningin ervan zeggen ; ik zal het haar zelf melden. 't Is een alledaagsch ongeval. î^De moeder van M. du Roy de Blicquy woonde daar juist dichtbij er ze gingen daar te voet naartoe er telefoneerden naar het paieis om eer automobiel. Daar was ook bij moeder du Roy een nonneken en zij bond den arm van den vorst in een winde. Toen koning Aalbrecht thuis kwam was hij zeer bleek, maar dadelijk trok hij naar koningin Elisabeth en ver-telde ailes op luchtigen tooh. De dokter bestatigden dat de arm gebroken was dichtbij den schouder ; hij moet zes weken in den plaaster, en de koning heeft geen koorts ; hij heeft zelfs den dag door, ver-scheidene stukken geteekend. De dokters lieten 's anderen daags (den woensdag) weten dat Zijn toe-stand zeer bevredigend was, zoodat wij allicht mogen zeker zijn dat ailes ten beste zal vergaan. Hetgeen vborzeker het land door met vreugde zal vernomen worden, want onze vorsten worden zeer geern gezien, vooral om hun een-voudig huiselijk tevten. 't Had immers kunnen slechter uitvallen. Kort geleden bestierf het alzoo kolonel Picquart en ook de pikeur zelf van den koning, en zijn oud-nichtje, Maria van Burgondië, liet immers ook het leven door van haar paard te vallen. Maar koning Aalbrecht is, gelijk we zeggen, niet gevallen ; hij heeft zich kranig recht gehouden, en 't ware zonde geweest, hij die in de lucht durft varen, hij die gansch Zuid-Afrika is doortrokken en die in de laatste legeroefeningen nevens den simpelsten soldaat in 't zweet stond, dat hij nu zou moeten veron-gelukken bij een wandelingje naar buiten ! De keizer van Duitschland, de koning van Engeland, de voorzitter van Frankrijk, hebben seffens een telegram naar Brussel gezonden en wij voegen onze beste wenschen bij deze van alzoo heel de wereld. Koning Aalbrecht zal als 't Qod be-lieft, na een maand genezen zijn, maar of het nog zu^keen goede miter zal zyn is niet gezegd, 'tls waarlijk spijtig. m • * In de Belgische Kamer is eindeiijk gedaan gemaakt met de ondervraging over de handelingen der ambtenaren in Congoland en een stemming van /ertrouwen in de regeering behaalde )9 stemmen tegen 75 en 2 onthou-iingen.* * * Woensdag ook werd de schoolwet n tweede lezing gestemd, nadat libe-alen en socialisten al gerucht maken >uiten waren gegaan. We zullen dus alleen zijn, zei M. X'oeste, om deze wet te stemmen ! let zij zoo ! Maar we zijn gerust egenover ons geweten en tegenover let volk. Dan werd de wet gestemd door le aanwezige 98 katholieken. MM. Daens en Fonteine onthiel-len zich. Wanneer de naam van minister 'oullet afgeroepen werd, barst heel le kamer in luidruchtige toejuichin-;en los. * • • Dienzelfden Woensdag namiddag tad de regeering uit haar zelf verbe-ering voorgesteld in zake de moe-lertaal in de dorpscholen. De liberale en de socialistische 7laminganten zegden dat dit geen 'erbetering was ; de katholieken ichter hadden er vrede mee, hetgeen >evestigt dat ze met den minister laarover overeen gekomen waren. De gestemde tékst luidt als volgt : In al de gemeenteîijke, aangenomen >i aanneembare scholen is de moeder-aal der kinderen de voortaal in de inderscheidene graden van het lager inderwijs. Tôt het eenigszine verzactat toepas-len van bovengemelden regel kan, 'olgens de behoeften der scholen nachtiging worden verleend te Brus-el en in de voorsteden van Brussel ilstnede in de gemeenten op de taal jrens. Die verzachte toepassing mag liet ten gevolge hebben, dat het ;rondig aanleeren van de moedertaal ;eschaad wordt. De ministerieele besluiten tôt mach-[ging worden in het Staatsblad be-:endgemaakt.Het gezinshoofd verklaart welke de îoedertaal of de gebruikelijke taal s. Acht het hoofd der school, dat het kind niet bekwaam is om de lessen in de door het gezinshoofd aangewezen taal met vrucht bij te wonen, dan kan het gezinshoofd in beroep komen bij het schooltoezicht. Elkjaar brengt het schooltoezicht een bijzonder verslag uit over de toepassing van bovenstaande bepalin-gen.'t Hadde beter geweest ware de wet in plaats van den huisvader gekomen, want door hoogmoed en domheid zullen er Vlaamsche huis-/aders zijn die Fransch zullen vragen, maar Waalsche huisvaders die Vlaamsch zullen vragen zullen niet te vinden zijn. Vliegt de Blauwvoet? In een bladje dat uitgegeven wordt, « Aïs 't Past >, in de Zwar-tezustersstraat 12, te Leuven, lees ik [Februari 1914, 2d* blz. boven) : Van de toezegging der staatsgelden in 1912 ont vi ng Vlaanderen 27 millioen, Brabant 68 en het Walenland Î8 millioen. Is 't leugen ? Maar dan moet de iasteraar vervolgd worden I Is 't waarheid ? Dan... schande /oor onze wetgevers ! Schande I Schande !! Wat zullen de wetgevers zeggen }f doen ? Maar ik geloof dat wij zelf een Deetje de wetgevers zijn... in de ciezing 1? Derviche Hurleur. Dproep aan het Krlsten Vakparsoneel. Eenige maanden geleden kwam de e Bond van het Kristen > t a a t spersone el » tôt stand, lie zich ten doel stelt, door het iamenscharen der Kristene ambte-taars, bedienden en wetklieden van ilie Staatsdiensten zonder uitzonde-•ing, derzelver godsdienstige en zede-ijke belangen op afdoende wijze te rrijwaren. Op dit oogenblik telt die SINTE GODELIEVE VAN GHISTEL DOOR WIJLEN KAPELAAN VAN HAECKE, Toen de moeder des anderen dags haar kind kwam helpen opstaan en kleeden, kon zij nauwelijks hare oogen gelooven. Zonder aitstel bracht jij haar genezen kind naarj de kapel van Sinte Qodelieve om de Heilige te bedanken. Honderden menschen kwa-nten het kind aan«chouwen, waar onder de reeds genaamde arts, die na een nauwkeurig onderzoek, verklaar-de dat het kind op zulke wijs gesteld en genezen was aïs of het nooit geene de minste breuk had gehad. Den 5 juli 1592 gebeurde het dat eene vrouw van Brugge, Katriene Van Hoeye genaamd, eenen bedevaart naar Qhistel deed en er eene Mis liet lezen voor haar meisken, dat in den hais eene afschuwlijke mismaaktheid had. Het kind werd gezegend met de Relikwie der Heilige, en eer de Mis eindigde, was het volkomen genezen van zijne mismaaktheid. Den 4 jali 1594 woonde te Ghistel een doctaterken, Paula Kerpens bij naam, dat zijne acht jaar bereikt heb-bend, dikwijls de valleade ziekte kreeg, Sens lag het als levenloos se-dert negen dagen, en tôt spreken of ttea oabekwam. De moeder van dat kind wendde zich tôt Sinte Qodelieve, Ben werd aanstonds hare hulp gewaar. Paula immers, als of zij uit eenen zach-ten slaap kwam, lachte hare moeder toe. Ondervraagd wat er met haar om-ging. antwoordde zij : Ik bevond mij als bij eenen waterloop daar eene : smale brug overlag, en wijl ik stond " om er over te treden, zoo kwam daar eene deftige vrouw in sneewwit ge-•s waad en met eene dwaal om haren n hais, en haar naam was Godelieve, — e zei zij mij — en zij bevool mij haar te it gaan dienen in het klooster waar hare :1 Relikwiëen rusten, met belofte dat ik e er zou op staanden voet genezen. l- Dat hoorend sliep de moeder er niet i- op, maar aanstonds ging zij naar het a Godelieven klooster, deed er haar - kind opwegen tegen koorn en was, d en beiden vereerden er de Relikwiëen e van Sinte Godelieve. Genezen was het kind1 en genezen bleef het. it Hoe vele vrouwen verkeerden in n den nood, die op het aanroepen van rt Sinte Godelieve uit hare benauwdheid !t geholpen werden ! n Te Blankenberghe was er eene d vrouw ellendig gesteld sedert drie jaar e dat zij getrouwd was. Jacob Bree-s meesch verdiende zijn brood op zee, n en wat hij won met de vischvangt wil-de hij geerne genoeg besteden bij de >1 heelmeesters die zijne vrouw, Anna ij Adriaensens, verzorgden, had het i- maar eenigszins geholpen. In haren e hooploozen staat, gaf Anna aile i- menschlijke huîpmiddels op, en wend-if | de zich tôt Sinte Godelieve, Zij liet tjzich naar Ghristel voeren tôt bij h e t P u t j e, deed er een vurig gebed, dronk er een beker van het zalig w a-t e r k e n, en niet alleen bekvram zij er eene volkomene genezing, maar vol gezondheid hernam zij welbaast hare sedert zoo lang opgegevene be-zigheden, en eenige maanden later, deedzij haar eerstelingsken kersten onder den naam van Godelieve. Zulks heeft zij als echt en waar verklaeird te Ghistel, bij een geestlijk man Erasmus Zeghers, en bij den heelmeester Joos Walgraeve, en hare verklaring os der-teekend den 4 April 1674. Op een dorp, dat in 1672 onder den naam van Thilst aangewezen wordt, bevond zich Judoca Debruyne, huis-vrouw van Pieter Coussens, in den uitersten nood. Haar tijd gekomen zijnde, verkeerde zij vier en twintig uren lang in zulk levensgevaar dat er voor haar geen bidden meer schee n te zijn. In den akeligsten oogenblik harer gesteltenis aanriep zij Siat>e Qodelieve en beloofde haar eenen bedevaart, en op dien oogenblik zelf werd zij verlost en uit aile gevaar geholpen. Weinige weken na de geboor-te van haar zoontje, begaf zij zich naar Qhistel, op hare schouders eene maat graan dragend als offergifte voor Sinte Qodelieve. Zij verklaarde de on-standigheden van haar geval bij de ° pastoor van Qhistel, Nikolaas Vande-zande, den kaplaan van het Godelieven kersken, Jan Seghaert, en Joorïs van Mullem, stads Schepene, het welk zij onderteekende tôt aile waarheid, den 5 april 1672. Op hare beurt, verklaarde de vroedvrouw Johanaa Rey- lof genaamd, dat, natuurlijk gespro-ken, zulks teenemaal onmooglijk «ras, alhoewel zij het nogtans had zien gebeuren. Een duitscher uit de omstreken van Keulen had in 1672 dienst genomen onder de aardewerkers van het Sas ven Slijkens bij Oostende. Ben zware domp veldsteen viel eens zoo gewel-iig neder op zijne rechtere hand, dat ieze gansch verpletterd was. Tien weken lang poogden verschillige* heelmeesters zijne gekwetste hand te ge-lezen ; doch in plaats van be'eren rerergerde zij zoodanig dat er spraak iras dezelve af te zetten. Wacht, zei rheodoor Sterck, eer dat gij mijne rechtere hand afzet, weet iknog eenen aatsten middel : Al mijn betrouwen vil ik op Sinte Qodelie stellen, en selieft het Haar mij te helpen, ikzal jp bedevaart gaan en ze te Ghistel jedanken. — Terstond gevoelde hij jeternis. Op zijn aandringen ontbon-len de heelmeesters de winde zijner rerpletterde hand, en ziet, zij was eenemaal genezen I Den 7 oogst ging sterck naar Ghistel. Men schreef er :ijjn verhaal op, en onbekwaam onder îetzelve zijnen naam te schrijven, îaar hij ongeletterd was, teekende hij let met een kruisken, daar toe zijne echtere hand gebruikend, die zoo wel tersteld wes dat men hem des anderen. ligs reeds aan het werk zag bij het] Sas van Slijkens, als had er hem nooit ets v erhinderd. Hier volgt nn een ander verhaal van ;enezïng door Sinte Godelieve bemid-leld : Ik onderschreven Tossanus de Si-bier, vaandeldrager bij het regiment vanmarkgrarf de Boumonville, ver-klaar op mijn soldatenwoord als volgt : Wij lagen in garnizoen te Dixmude. Elf maanden lang zat ik daar zoo gestadig met de overanderdaagsche koorts ge-fruit, dat er mij noch doktoor noch apotheker uit nesten kon helpen, Eens hoorde ik spreken van de machtige voorbidding van Sinte Qodelieve. Aanstonds zond ik al de apothekers naar den bliksem en mijn wijf naar Qhistel. Mijne vrouw, moet gij weten, is de goedheid zelve op sommige dagen, Zoo dat zij. met mijne groetenis naar Sinte Godelieve op bedevaart, ging en er Mis deed lezen voor mij ; en op mijn woord, dien dag kwam mijxe overanderdaagsche koorts niet op ; en nogtans om te doen naar ge-woonte, het was haar dag om mij te komen zagen, Wat beter is, te huis gekomen, bestelde mty mijne vrouw eene kruik die zij met water gevuld had uit Ixetivermaard Putje van Qodelieve, en zij deed mij beloven er-uegen dagen lang een borrel van te drinken. Al heb ik nooit in mijn leven veel trek gevoeld voor klaar water, ik heb negen dagen van dit zalig wa-terken een halveken genut ; en sedert dien ben ik nooit niets meer gewaar geworden van overanderdaagsche koorts of welkdanige andere. En zulks verklaar en onderteeken ik, opdat het een ieder wete. Geschreven te Brugge den 14 november 1672, Tossanvs Dr Sibibr Vaandeldrager bij het legioen van

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Onze kop behorende tot de categorie Katholieke pers. Uitgegeven in Maldegem van 1910 tot 1914.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes