Onze taal: weekbladje voor de Vlaamschsprekende krijgsgevangenen

1264 0
02 september 1916
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1916, 02 September. Onze taal: weekbladje voor de Vlaamschsprekende krijgsgevangenen. Geraadpleegd op 19 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/br8mc8sg4c/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Nr. 66. Weekbladje voor de vlaamschsprekende krijgsgevangenen. 2? September 1916 Heksenprocessen in Duitschland. De vroegstbekende ter dood veroordeeling van heksen (mulieres divinatrices) vallen eerst in de 15do eeuw; Hamburg (1444), Ileidelberg (1446), Basel (1451), Bern (1454). Wanneer, na 1475, de voor Hoog-Duitscliland en den Hijn aangestelde inkwisitoren der ketterij, de dominikanen Heinricb Krâmer en Jae. Sprenger, tegelijkertijd heksen-vervolgingen wilden inrichten, stuitten zij op den grootsten tegenstand. Toen wendden zij zick tôt den paus Innocentius VIII en deze veropenbaarde nu op 5den Dec. 1484 de Bulle " Summis desi-derantes„ die aanleiding gaf tôt de heksenprocessen in Duitscliland en ontelbare brandstapels deed oprichten. Yolgens deze bulle vindt de hekserij haren grondslag in een verbond met den duivel; de afzwering van God en christendom gaat vooraf. Met behulp van den duivel brengen tooveraars en heksen aile mogelijke schade aan mensclien, vee, boom- en veldvruchten en weilanden. Op grond dezer Bulle en om den nog immer voortdurenden tegenstand van de geestelijkheid, die het geloof aan heksen voor bedrog verklaarde, te breken, schreef Jac. Sprenger met de hulp van zijn gezel en van Johann Gremper uit Constanz de dogma-tiek van het bijgeloof, den Heksenhamer : " Mal-leus maleficorum „ dewelke door de Keulsche theologische faculteit goedgekeurd en door de strafrechters der 16de Eeuw als het wetboek voor heksenprocessen aangenomen werd. Yan nu af aan werd de hekserij als bondgenootschap met den duivel en als duiveldienst aangezien. De heks zwoer God en Christendom af, zij gaf zich over aan den duivel met lijf en ziel, aanbad hem als heer en God, leefde met hem als bijzit, echter zonder vreugde en zonder vrucht. De heks moet schade en onheil stichten op bevel van den duivel. Daartoe gebruikt zij aile middelen : gebrouwde dranken, poeders, kruiden, zalven. Met de heksenzalf bestrijkt zij zich even-als den bezem en de vork voor hare nachtelijke vaart door de lucht. Ook door spreuk en vloek, zelfs door den blik kan zij schade aanrichten. Bij de groote heksen vergaderingen die niet alleen op Walpurgisnacht1 en op den Brocken2, (die slechts de heksenberg was voor Neder-Saksen) maar ten allen tijde op bergen en weiden plaats-grepen ging het er toe zooals er van de ketterver-gaderingen, ja van de liefdemalen in de eerste chiistene gemeente, naverteld wordt : eerst houdt men de duivelsinis, dan volgt een feestmaal, en daarop de wildste ontucht. Wij zwijgen maar liever over de onzeggehjke ellende der heksenprocessen, over de afschuwelijke handelwijze van de heksenrechters en heksenver-volgers, over de ruwheid der beulen en willen slecht3 aanslippen dat de slechtbefaamde, duistere middeneeuwen daar geen deel aan hebben. De 16de en 17de eeuw' zijn de eeuwen der beksen-verbranding en het heeft heel wat moeite gekost om in de 18de Eeuw de slachtoffers van kwaad-willigheid en bijgeloof van den dood te redden. In Pruisen werden de heksenprocessen door (1) De nacht van 30enApril tôt lsteii Mei ; toen werd het groote beksensabbat gefeest, waar de heksen zich bij den dans verlustigden en zich met mensch- en paardenvleesch vergastten. (2) Hoogste berg van den Harz (1140 mt.) : f*aar vierdd men de groote heidensclie offeifeesten, die het christendom als duivelsdienst brandmerkte.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Onze taal: weekbladje voor de Vlaamschsprekende krijgsgevangenen behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Göttingen van 1915 tot 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes