Onze taal: weekbladje voor de Vlaamschsprekende krijgsgevangenen

1148 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1916, 03 Mei. Onze taal: weekbladje voor de Vlaamschsprekende krijgsgevangenen. Geraadpleegd op 29 maart 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/z892806c3h/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

ONZE TAAL. Nr. 57. Weekbladje voor de vlaamschsprekende krijgsgevangenen 3? Heï 1916 Zij die helpen.. Met uitgestoken hand gaan zij rond; kijken met klare wijde oogen om zich heen ; neigen naar aile smarten zorgvol neder; hopen tegen aile hope in; van zelfzucht vrij, draaien zij het hoofd niet om als ze langs verlompte menschen voorbij wandelen. Zij luisteren naar 't geen men hun te zeggen heeft. Ze meenen niet altijd den besten pijl te schieten. Ze beschermen niet: ze helpen. Heel eenvoudigjes, zonder frazes, zonder aan-stellerij, zonder voorbedachte méthode, zonder yooroordeel, houden zij zich op met de smart of den last van anderen te yerlichten, den levens-stroom bevaarbaar te maken voor ben, die zich voor de hindernissen ontmoedigen. Nooit waren ze strenge rechters, altijd gereed om te laken of te veroordeelen. Ze gaan om, bereid om aan hen, die hunne hulp opzoeken, liefdevol te zeggen : hier zijn we. Missehien beschikken ze over geen geld en in plaats van almoezen uit te deelen hebben ze wel-licht meer reden om hulp te vragen. Maar wat schort het! Ze komen de anderen helpend bij met hunnen goeden wil, hunne verstandheid, hun medevoelen. Ze zien een klein jongetje dat luid gil-schreit omdat het in de modder is uitgegleden, zijn broekje scheurde, of van zijn mainatje erg bedoried zal worden : ze blijven staan om naar de reden te vragen van dit luid verdriet; ze vegen het netjes af, halen hun zakdoek uit om zijn neusje te snuiten en zijn traantjes op te droogen. Ze tikken het vriendelijk-aaiend tegen de kaakjes en stellen het gerust met een: och neen, de scheur is zoo erg niet en moedertje zal zoo hard niet kijven... en 't knaapje rent half getroost verder de straat op. Lang nog wellicht zal het denken aan hen, die zijne nood begrepen en medeleden met zijne droefheid. De openbare kwaadaardigheid, de ijverzucht en de menschelijke dwaasheid trekken hardnekkig samen op tegen den man, wiens misdaad niets anders is dan dat hij uit den rang is gestapt, dan dat hij den slagweg niet blijven volgen wil, dan dat bij anders denkt dan die macht, die menigte heet. Ze groeten hem als hij voorbijkomt met een zekere soort eerbied, die hem niet ontgaat, ; een woord, een gebaar laten hem verstaan dat zij hem begrepen hebben, dat zij hem goedkeuren. Aan- gemoedigd, opgebeurd, stapt hij koen verder op met nieuwe kracht en, als hij eindelijk zegeviert over den tegenstand die zijn werk belemmerde, hij zal het missehien te danken hebben aan die ongekende vrienden, in 't voorbijgaan opgenomen, die hem zoo krachtvol steunden met hunne warme doch bescheidene sympathie. Ze denken er veel minder aan te klagen over 't geen niet al te best draait dan zich te verheu-gen over 't geen wel verloopt. Ze meenen niet dat er moet gezwegen worden als een sermoen, een boek, een krant-artikel, een tafereel, een concert hen bevallen heeft en dat er enkel te . spreken valt als ze de een of andere opmerking te maken hebben. Ze verkonden' luide hunne bewondering, het genot dat ze voelen of hunne goedkeuring, lijk de andere luidop hunne laking of hunne misnoegdheid laten blijken. Bij een volkstoeloop, weten zij zich klein te houden om anderen plaats te laten; in een ver-gaderzaal, vergeweldigen zij de bankhoeken niet, in het leven schermen ze niet met schouders en ellebogen om zich kost wat wil een weg te banen, zonder acht te slaan op het recht van den even-mensch.Nooit roept men te vergeefs hunnen goeden wil ten steun. Altijd staan ze gereed om de zwakken te helpen, om hen die waggelen te ondersteunen. Ze doen de slachtoffers der ondeugd niet bukken onder 't gewicht van een pharisëer-schen hoonlach, ze zijn ervan bewust dat zij hunnen toestand te wijten hebben aan hunne omgeving, hunne opvoeding, aan de tijdsomstan-digheden meer nog dan aan hun eigen persoon, en, omdat zij het weten, jagen ze niemand achter-uit en voor de diepst gezonkene en de zwartst inziende medemenschen laten ze nog de hoop lichten van eene môgelijke ontferming. Het mag zijn dat zij jong, te* onervaren, te onbehendig zijn opdat hunne' woorden of daden van groot belang worden en toch, juist omdat zij glimlachen, juist omdat ze zingen, juist omdat ze met zich dragen en vreugde en blijheid en leven, helpen ze machtig mee. Een kind dat zijn handje zachtjes drukken laat op de harde vuist van een onbekende, dien het in droefheid kwijnen zag, al fluisterend met zijn zoeterig stemmetje : " Waarom heeft u verdriet?" zal soms een rouwçnde ziel hebben bijgestaan, zal haar missehien tôt zelfbesef

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Onze taal: weekbladje voor de Vlaamschsprekende krijgsgevangenen behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Göttingen van 1915 tot 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes