Onze taal: weekbladje voor de Vlaamschsprekende krijgsgevangenen

1384 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1917, 09 Juni. Onze taal: weekbladje voor de Vlaamschsprekende krijgsgevangenen. Geraadpleegd op 23 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/513tt4gp4z/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

ONZE TAAL Nr. 103. Weekbladje voor de vlaamschsprekende krijgsgevangenen. 9* Juni 1917 VAN STAAL EN IJZER AAN MARTEL, Nr. 97. Al ken ik u niet, mijn beste Martel, — ten-ware ge soms nog oyer Uilenspiegel geschreven hadt, — en al kent gij mij niet — tenware..., neen niet uit de biecht spreken — toch zullen we, hoop ik, mekaar goed verstaan. Ik ben bijna zeker dat mijn mening tegenover de uwe zal zijn als 'n "vox clamantis in deserto" maar helemaal zeker ben ik dat een opvatting niet min waar noch waard is omdat men ze alléen voorstaat, en, voor mijn deel, heb ik 't liefst zo : dan hoef ik niemand naar de mond te praten. Met uw algemene beschouwingen nopens oorlog, recht en sterkte ben ik 't nagenoeg eens, toch blijft voor mij de oorlog immer en altijd uit de boze al deed hij dan nog zozeer de sterke overwinnen en al sloeg hij lamvaards en vadsige als kaf zo plat. Ook ik verlang niet dat het recht bij de vadsige zij, maar als het nu eens bij de zwakke is en die zwakke moe'ten het dan uitvechten met de sterke, wat dan ? Door vredige wedijver in nijverheid, kunst en wetenschap kunnen de gezonde, de sterke zich laten gelden en meteen gerechtig-heid en goedheid dienen en gedijën doen. Er is geen volk te veel op de wereld en de zon moet niet verloren schijnen. Ik droom zooals u, Martel, van 'n jong, schoon, groot volk, "vlam in 't herte, vlam in d'ooge", maar nopens de weg om ertoe te komen denlc ik anders, of liever, ik meen dat sommige uwer gezegden niet passen in het raam uwer gezament-like uiteenzetting. Ja, ik hoor de merels fluiten en de nachtegalen slaan en wondere zangen zingen in mijn ziel; maar in die zang' der vogelen, in die zang' mijner ziel zingt het groote wee van deze tijd. | Ja, ik heb en houd taaie zenuwen en blijf steeds gelijk van humeur; maar dat humeur is geen humor; lijden is het, medelijden met die duizende en nog duizende broeders die geofferd worden "aan de onbekende god". "Het helpt toch niets" schouderschudt ge, Martel. Misschien, maar zeker helpt het niets dat we lichtjes en luchtjes over ailes heenstappen, leute màken alsof niets gebeurde en brave Hendrikken blijven gelijk te voren. Ja, ik wil me kwellen met die vraag en met duizend andere vragen nog, totdat ik lien, mijn vlees en bloed geworden, als een klaarte omdraag in mijn Ieven. Mensch zijn is strijder zijn, ja, Martel ; en bedenk dan wat er omgaat in 'n jongelingshart dat gedoemd is tôt niets-doen in 'n tijd van staal en ijzer, terwijl met de teerlingen geworpen over het lot van zovele volkeren, ook van bet onze, Martel, van het iiwe, het mijne ! Geen klaagliederen, neen; maar 'n epos dees' tragiese tijden waardig : smartmonumenten van staal en ijzer ! Geen klaagliederen, neen ; maar ik wou, als we 1 van hier weggaan naar huis, dat op onze gelaats-trekken, als in graniet gehouwen, stond de hoge ernst en het grote lijden te lezen van deze tijden, tôt 'n blijvende herinnering en 'n blijvende waar-schuwing voor het geslacht dat leeft en de geslachten die komen zullen. Dan ware ik zielsblij om al mijn lijden, als het dienen mocht om aan andere later wat meer vreugde door meer vrede te brengen ! Daar, mijn beste Martel, al mijn gai is uitge-spuwd. Misschien staan onze opvattingen niet zo ver van elkander af en heb ik wat meer over staal en ijzer gesproken terwijl u het hadt over ijzer en staal.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Onze taal: weekbladje voor de Vlaamschsprekende krijgsgevangenen behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Göttingen van 1915 tot 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes