Onze taal: weekbladje voor de Vlaamschsprekende krijgsgevangenen

1165 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1915, 21 Juli. Onze taal: weekbladje voor de Vlaamschsprekende krijgsgevangenen. Geraadpleegd op 20 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/hh6c24rs80/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

ONZE TAAL. Nr. 21. Weekbladje voor de vlaamschsprekende krygsgevangenei 21? Juli 1915 De Gedachte : Vaderland. (Vervolg.) Zoo er, spyts de inspanning die er zoo onaf-scheidelyk van is, een diepe zefvoldoening ligt in elk ernstig gedachtenwerk, by den staatsman, die gcnoegzaam doordrongen is van vaderlandsliefde, wordt die zelfvoldoening vooral mogelyk. Noch de meetkundige, die rekening aan rekening nieuwe waarheden nastreeft, noch de sterrekundige, die het geheim yan gebeurténissen, toekomende tyden voorbehouden, doorpylt, of werelden ontmoet den menschen tôt dan toe onbekend, noch de natuur-kundiee die de wetten der natuur vastgrypt, noch de heelkundige wien onvoorziene middelen, om de lydende mensch-heid te kalmen, zicli veropenbaren, kunnen onmogelyk een genoe-gen ondervinden dat te vergelyken ware met dit van den burger, die, met de macht bekleed omze te verwezenlyken, zich opheft tôt een gedachte die voor zyn land kan vruchtbaar zyn aan weldaden. Hy begenoegt zich niet met de gedachte, hy be-reidt de daad voor. Hy smelt moeilykheden en hulpnnddelen samen, hy voorziet de hindernissen en ruimt ze by voorbaat uit den weg ; nu ryst hy op en put uit de vlucht van zyne verbeelding nieuwe krachten op, dan daalt hy in den afgrond van den geest neder en dooi'loopt met een wyze traagzaamheid de oneindige kringwegen van de verredening. Nochtans komt het dikwyls voor, dat de verwezenlyking van zyne ontwerpen wordt tegenbestreden door gevallen, die ongemerkt en opeens opdoemen en al zyne wysheids bereke-ningen verydelen, of door listen en onderkruiping die hy niet heeft kunnen ontweren of liever nog door het onvermydelyk gebrek van de werktui-gen, waarvan hy zich gedwongen zag gebruik te maken. Maar in dien nood zelve, blyft hem het bewustzyn getrouw dat hy gehandeld had naar het recht, de wysheid en de vaderlandsliefde, en zonder zich te laten ontmoedigen of teneerdruk-ken, berustend op zichzelf en zyne vrienden, die dezelfde gedachten vormen en de zynen sterken door den overgang over de hunne, richt hy met klare kalmte zyne blikken naar de toekomst en, lyk de koene zeevaarder met het woeden van het weer den spot dryft, verandert hy naar de omstandigheden de beweging van zynen gang, maar, spyts wind en vloed en storrn, gaat hy altyd verder. Terwyl het den grootsten hoop der burgers ffenoes' is. zoowel om lipt bfilanfl' dat hfin 't va- Bure Dankwarderode in Brunswyk. derland moet inboe-zemen als om de per-soonlyke diensten die zy het land te bewyzen hebben, een algemeene gedachte te bezitten van zyne inrichtingen en zyn zaakbelangen, hoeveel byzondere stu-die en kennis heeft hy niet van noode, hy, die het aandurft recht-streeks in de wetgeving of de regeering van zyn land tusschen te komen ! Indien er zulk een lange leertyd dient te worden voorbehouden voor den dienst in zoo fifvn (rfim fifin f> lonnba.an wat een leertyd moet hy niet doorstaan om zich waardig te maken een openbaar ambt te bekleeden ? Indien er geen beroep bestaat dat hooger reikt, kan ook geen enkel moeilyker en ingewikkelder zyn en, om naar behooren vervuld te worden, een fynere vereeniging van natuurlyke en aangeschafte gaven vereischen. Niets van 't geen de gezamelykheid of de byzonderheden van de maatschappy aar.gaat, mag hem vreemd zyn. Zoo we met aandacht het onderzoek naoogen, deinzen we teiug voor de ontzagwekkende kennis die wy in dien zin dienen op te doen. Ook, indien meest aile wetgevers erop geduid hebben by de burgers slechts in den rypen leeftyd zich met de staatzaken te bemoeien, mag men vry geloo-ven dat zy hierdoor de nuttigheid hebben aange-

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Onze taal: weekbladje voor de Vlaamschsprekende krijgsgevangenen behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Göttingen van 1915 tot 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes