Onze taal: weekbladje voor de Vlaamschsprekende krijgsgevangenen

930 1
19 november 1916
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1916, 19 November. Onze taal: weekbladje voor de Vlaamschsprekende krijgsgevangenen. Geraadpleegd op 29 maart 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/1v5bc3tv6q/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

ONZE TAAL Nr. 75. Weekbladje voor de vlaamschsprekende krijgsgevangenen. 18? November 1916 = Wat te doen ? = II. lk zei dus dat wij, krijgsgevangenen, meer gezamentlijk moeten optreden. We kunnen ons opsluiten in onze kamers, ons yerdiepen in boeken en doof blijven ,yoor al lietgeen daarbuiten ge-beurt. Dat brengt ons een beetje meer wijsheid, maar het verbreedt, het verheldert onzen gezichts-kring niet. En dat is hoofdzaak. Afzondering brengt ons geen stap nader. Maar ik sprak tôt hiertoe slechts van persoonlijk voor-of nadeel. Op ons weegt een pliclit. We vinden ons vaderland niet terug zooals we 't verlaten hebben. En wij jonge mannen hier vormen toch een deel van de toekomst van ons land. Maar al ware het niet zoo, ieder goed ontwik-keld mensch voelt in zich niet alleen de zucht naar meer-weten, maar wat hij weet wil hij ook aan anderen leeren. Onze krijgsgevangenen, ik bedoel onze volks-jongens, zijn vatbaarder geworden voor een beetje intellektueel leven, dan dat ze dat waren gedurende de eerste maanden van de krijgsgevangenschap en zelfs meer dan in het " werkelijk „ leven. Toen de ellende algemeen en zeer groot was, waren ze niet uit de barakken te krijgen. Ze lagen er droomerig en verwaarloosd op hunne stroozakken. Nu, echter, zijn ze moeilijker binnen de barakken te houden. Ziet eens in het kamp als het zonneke schijnt. Ze poetsen zich wat op, draaien den snor, blinken de schoenen en de knoppen en gaan eens wandelen. En 's zondags trekken z' al een beteren frak aan, rooken een schieter en loopen zoo fier als pauwkens door het kamp. Onze jongens laten het aan hun hert niet komen en z' hebben gelijk, maar wij moeten daar gebruik van maken. Wij moeten maken dat ze niet alleen de droeve herinneringen van een te lange balling-schap naar huis meênemen, maar ze moeten ook een beetje meer wijsheid meêkrijgen. En hoe kunnen wij daartoe komen? 0! er zijn zooveel middelen! Wij komen te weinig met onze volksjongens in aanraking. Wij leven te veel * onder ons Er wordt te weinig met hen gesproken. Dat is stilaan gebeurd zonder dat we 't zelf merkten. Het is voor velen onzer zeker een groot geluk geweest " Onder ons „ te kunnen leven en aldus ons weten frisch te houden en uit te breiden. Maar àl de voordeelen daarvan voor ons houden mogen we niet. Een deel moeten w' er van afstaan aan onze medegevangenen die het geluk niet hadden hun weten te verrijken, aan hen die te jong naar de fabrieken en werkhuizen moesten om het karig loon van vader aan te vullen. Zij die kunnen moeten dus ailes achterwege laten om b. v. les te geven in onze " Vlaamsche School „, op te treden als voordrachtgever in de voordrachten die eerstdaags zullen aanvangen, te schrijven in het blaadje voor krijgsgevangenen en zoo meer. Dat men niet afkome met princieps-kwestie's. Zulke argumenten hebben uitgediend, houden geen steek meer We kunnen van meening verschillen over gebeurtenissen buiten het kamp. We kunnen daar met elkaar over praten zooveel en zoolang we willen. Na den oorlog hebben we, indien het moet, allen tijd den strijd uit te vechten. Maar

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Onze taal: weekbladje voor de Vlaamschsprekende krijgsgevangenen behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Göttingen van 1915 tot 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes