Onze taal: weekbladje voor de Vlaamschsprekende krijgsgevangenen

889 0
03 november 1917
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1917, 03 November. Onze taal: weekbladje voor de Vlaamschsprekende krijgsgevangenen. Geraadpleegd op 25 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/1g0ht2h79z/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

ONZE TAAL Nr. 121. Weekbladje voor de vlaamschsprekende krijgsgevangenen. 3? November 1917 UIT DE BRIEVEBUS Zô 'n vasthaken an zulk een bewijsvoering ! Werkelik, mijn waarde, dât had îk van een vooruitstrevende en helderdenkende geest als gij hebt, niet verwacht ! Welhoe ! Staat ge verwon-derd waarom ik niet schrijf zoals gij en zoals nu noch de heersende gewoonte eist ? Waarom, bij deze volkerenoorlog, Ylaanderen noch in een Spellingoorlog jagen ? Laten we toch schrijven gelijk we hebben geleerd : zulks is veel gemak-keliker ! — 0 ja ! Laat me 'ns vertrouwlik op je schouwers tikken : je lijkt wel, weet-je, onze ouwe burgemeester, die, toen men hem sprak over het leggen van een elektriese leiding in het dorp, met zijn verdufte kop halstarrig "nee !" beet, en tussen zijn afgebrokkeld kantelen-gebit bromde : heeft het volk yan nu dan slechter ogen als vroeger : de straa't wordt al zeventig jaar met petrool verlicht, en niemand heeft er ooit over geklaagd ! — Zulk een kreeftegang van uw geest op ons Nederlands taalterrein is waarlik onwaar-dig van u, die zo revolutionair denkt in en over onze Vlaams-nationalistiese politiek ! — En wat haEgt ge daar met de zolder van uw broek te zwadderen an één van de uitgedroogde takkén van de hoogste boom op de "Kemelberg" van onze opeengestapelde Ylaamse taalkundige onzin !? Yindt gij ook de "nieuwe, an de alge-meen-bruikelike uitspraak meer-aangepaste spel-ling" lelik ?! Kom, kom : speel nu 'ns niet het gekje ! Waarom zou bv. bomen, mensen, dageliJcs, buro leliker zijn als boomen, menschen. dagelijksch, bureau ? 't Zijn toch aile latijnse letters ! Of is dan de eerste of twede uo" van boomen zô schoon dat uw oog ze niet missen kan ? Een beetje ogengymnastiek zal u an deze "ongewone schrijf-Lwijze" wel gewennen ! — Ik heb ook gedacht dat voor u de "era van de Bip talen" lang dood was ! Maar ge denkt en ( noch juist gelijk een groot kamergeleerde uit de zalige pruiketijd, voor wie 't Latijn en 't Grieks de talen, de letterkunde waren, naar welk "monster of model" aile andere talen moesten gekneed worden ! En moet ik u zeggen dat men erin geslaagd is monsters ervan te maken ! — Zoals ge wel weet heeft het Latijn en het Grieks eeuwen over de mensen getroond : in deze talen nu gold enkel het ivoordteken, niet de woord-klank, want deze was dood, omdat de oude Grieken en Latijnen dood waren, ea daarom worden ook deze talen dode talen geheten ; maar zulks is niet het geval met het Nederlands, Duits, Frans, enz..., waarvan de woordklank leeft in de mond van het levende volk, en daarom levende talen geheten worden. Wie leven zegt, zegt ont-wikkeling : en dat ligt niet alleen an de klank zelf, die voortgebracht wordt door de spraakor-ganen, onderworpen an de gemakzucht; ook an het voorwerp, dat verandert, vergaat of verschijnt in de loop van de tijden, en de verhouding van klank tôt voorwerp met betrekking tôt de voor-stelling van de mens. — Geschiedkundig en logies is de klank, het gesproken woord, de bazis van de taal : het geschreven woord, het teken is er enkel de voorstelling van, hoewel in onze moderne tijd de macht van het schrift als openbaring van de sociale mens de macht van het woord vaak evenaart, zelfs overtreft. Wanneer de ontwikke-ling van de klank te ver gevorderd is en de verschillen tussen gesproken en geschreven woord te groot zijn geworden, dan moet ook de schrijf-taal opnieuw aangepast worden aan de spreektaal. In zulk stadium is onze Nederlandse taal reeds lang gekomen : het overgrote deel van onze taal-geleerden hebben dit reeds lang vastgesteld : alleen in onze konservatief-burokraties-engwandige ministerie-krochten heeft die eenvoudige waarheid geen doorgang kunnen vinden... Maar ik zie, mijn waarde, dat ik bezig ben mijn geest te vermeien op het stoppelveld van de

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Onze taal: weekbladje voor de Vlaamschsprekende krijgsgevangenen behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Göttingen van 1915 tot 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes