Onze taal: weekbladje voor de Vlaamschsprekende krijgsgevangenen

1028 1
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1916, 10 Mei. Onze taal: weekbladje voor de Vlaamschsprekende krijgsgevangenen. Geraadpleegd op 23 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/pr7mp4wv0v/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

ONZE TAAL. Nr. 58. Weekbladje voor de vlaamschsprekende krijgsgevangenen 10? nei 1916 De standpunten en het standpunt. Zich iets te goede doen op een gang naar stijve beginsels, zich afzonderen van de wereld en ailes anders doen dan de geworie menschen, hooge reden voeren en bitter oordeel vellen; dit is menschenhaat. Dit betrachten de wijzen in de bergkloven, die de wereld veroordeelen, die een-zaam lijk een kale boom vôor een afgrond staan. Yan liefde spreken en plicht, van getrouwheid en geloof, van eei'bied en gematigdheid, van bescheiden-zijn en bevalligheid : dit is zede. Dit bestreven de wijzen die de aarde willen tôt rust brengen en boete prediken, de predikheeren en de leerieveraars. Yan groote werken kavelen, zich een grooten naam bezorgen, de vormen vaststellen in 't verkeer tusschen vorst en knecht, de verhouding bepalen tusschen overheid en onderdaan: dit is politiek. Zoo zoeken het de wijzen bij het hof die hunnen heere eeren en hunnen staat sterk willen maken en hunnen arbeid zoo schoeien dat ze andere staten kunnen inlijven. Zich terugtrekken bij sompen en zee, in een-zame dellingen wijlen, visschen vangen en niets doen : dit is quietisme. Zoo wenschen het de wijzen, langs stroom en zee, verre van de wereld hun leven leidend in zalig niets-doen. Snuiven en den mond opensperren, uit- en inademen, de oude lucht uitstooten en de versche opzuigen, zich uitrekken lijk een beer, en uit-strekken lijk een vogel: dit is de kunst om 't leven te verlengen. Zoo willen het de wijzen die ademoefeningen doen en hun lijf verzorgen om oud te worden lijk vader Peung. Maar verheven zijn zonder vastgezet beginsel, zedig wezen zohder 't betoonen van liefde of plicht, ailes ordenen zonder roem of werken, zalig zitten zonder in de eenzaamheid te gaan, een hoogen ouderdom bereiken zonder gymnastiek, ailes vergeten en ailes bezitten in oneindige gelatenheid en daarbij toch al het schoone doen ontstaan: dit is de ZIN van hemel en aarde, het LEYEN van den beroepene wijze. Daarom staat er: rust, smaakloosheid, gelaten-heid, deemoed, verloochening, niets-zijn, niets-doen : dit is het evenwicht van hemel en aarde en het wezen van zin en leven. Daarom staat er: de beroepene wijze laat ailes af. De verzaking brengt evenwicht en lichtheid mêe ; evenwicht en lichtheid baren rust en smaakloosheid : daar kunnen leed of smarten niet binnengaan, de slechte invloeden kunnen daar niet bovenspartelen. Zoo wordt het leven vol en de geest zonder vlek. Daarom staat er: het leven van den wijze is een werking des hemels; zijn streven is 't veranderen van lichaamlijke vorm. In zijne stilheid is hij ééns met het wezen der nacht; in zijne beweging is hij eens met de baren van den dag. Hij zoekt niet het geluk te voorkomen of het ongeluk tegemoet te gaan ; hij beantwoordt slechts aan de aanhitsingen, die op hem werken: hij beweegt zich slechts onder dwang en verheft zich alleenlijk als hij anders niet doen kan; hij werpt vooroordeelen en herinneringen af en volgt enkel de richtlijn des hemels. Daarom treft hem geen straffe des hemels noch een verwikkeling door de dingen, geen menschen-laking noch geestesonrust. Zijn leven is als een zwempartij, zijne dood als een ruste. Hij doet zich geen zorgen' aan en smeedt geen plannen; hij schittert uit zonder schemering, hij zegt waar zonder groote frazes. Zijn slaap sluipt droomloos heen, zijn waken leeft hij lijdeloos uit. Zijn geest is rein, zijne ziele blijft onvermoeid. Lêegheid, niet-zijn, rust, smakeloosheid beduiden ééns-zijn met 't hemelsche leven. Daarom staat er: droefheid en vreugde zijn verschijnsels van 't leven ; lust en gramschap zijn zonden tegen den ZIN. Toeneigingen en afkeer zijn verlies van LEVEN. Daarom, als het herte vrij is van droefheid of vreugde : dit is 't hoogste LEYEN. Eenzaam zijn en onvervormbaar: dit is hoogste stilheid. Geen tegenstribbelen kennen : dit is hoogste lêegheid. Geen verkeer hebben met de buitenwereld : dit is hoogste smakeloosheid. Yrij zijn van aile ontevredenheid : dit is hoogste echtheid. Daarom staat er : Als het lijf zich afmat zonder ruste, geraakt het tenden op ; als de geest onop-houdelijk dadig is, wordt hij moede. Moedheid leidt tôt uitputting. Het ligt niet in den aard van 't water, dat het rein is, als het niet bewogen wordt. Wordt het ingedamd en opgehouden in zijnen loop, dan vliet het wel niet, maar het verliest zijne klaarheid. Ditis een beeld van het hemelsch leven.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Onze taal: weekbladje voor de Vlaamschsprekende krijgsgevangenen behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Göttingen van 1915 tot 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes