Polder en Kempen: wekelijksch nieuws- en aankondigingsblad

685 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1914, 10 Mei. Polder en Kempen: wekelijksch nieuws- en aankondigingsblad. Geraadpleegd op 18 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/mk6542kd7s/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

IZondag 10 Met 1044 Prijs per ur 5 centiemen 10e Jaar, r, Nr 19 ■yoegsel aan POLDER EN KEMPEN Wekelijksch Nieuws- en Aankondigingsblad Inschrijving-sprijis : 3,io £r. p*r jaar. Voor den vreemde de verzendingskosten erbij. Men schrijft in bij den uitgever, bij de briefdragers en jl de postkantoren. Drukker-Vitgever : A. DE BSEVRE BBASSOHAAT Aankondigingen : Volgens tarief. Brieven, p»kken, enz., franco toesturen. Het recht annoncen en artikels te weigeren is voorbehouden IRIJE TRI BU U N :ur- eo Stedeschoon : meer dan eens lees ik in Polder :pen brieven vôor en tegen een rbreeding in Hoogboom. De laat-[ van het protesteerend komiteit met veel genoegen gepubliceerd, iaarin eenige wenken aangaande en stedeschoon stonden vermeld, ns inziens bij onze gemeente-maar al te zeer uit het oog worden i, Er werd naamlijk geprotesteerd le blufferige straatverbreedings-n en rond Antwerpen. En met al te dikwijls wordt het schoone loosd, of voor schoon gehouden ; het niet is. me toe eenige algemeene gedachten n aangaande schoonheid in con-, zij het bij huizen- of stratenbouw ke constructie dient eerst en voora of rationneel ineen te zitten, d. i ebouwd worden in overeenkomsl regels der techniek of bouwkunst ; bouw weze doelmatig, praktiscl ît, hij béantwoorde aan ziji indelijk mag de schoonheid nooi ter zij gelaten. drie eigenschappen : rationneel .tig, schoon, die elk menschenwerl r of mindere mate moet bezitten il malkander ondergeschikt, t. t. z .oone, daar waar het met de ander :happen zou kunnen in strijd komen s plaats voor het doelmatige, ei elmatige eveneens voor het ration in de technische uitvoering. Di ;emeene regel, want in de meest :n gaan de drie eigenschappei er zijn uitstekende ingénieurs daarenboven als kundige kunst gelden, die beweren dat, wa . is, rationneel is, en omgekeerd i regel aangaande schoonheid al :kt waar vooruitzetten, is mijns in vel wat gewaagd, maar een gron aarheid steekt erzeker in. geef een voorbeeld. In sommig cerken lagen oorspronkelijk klein œn tegels tôt bevloering. Dez kent men heden nog, en men ka goed namaken. Bij de restaurati :erken is het besproken geweesi i die tegels opnieuw voor den vloe ibruiken. Aldus stak de bouw vo! in zijn middeleeuwsch kleedj( tide zoo als aangename herinnerin : knnst onzer voorvaderen. Weln le tegels zijn niet terug in 't gebrui «n, enkel omdat ze na korte jare n. Dus, hier was wel het schoon it rationneele opgeofferd. weze nochtans voor gewaarschuwc ien dien regel niet als algemee ■ Bezit een bouw een groote kunsl waarde, dan worde deze geëerbiedigd tôt spijt van het ongerieflijke of ondoelmatige. Het ware natuurlijk aartsdwaas het heden veel te klein geworden stadhuis van Leu-ven b. v. af te breken, en een grooter op de plaats te zetten, met de bewering dat het schoone aan het praktische ondergeschikt is. Al heeft men het nooit zoover gebracht, toch moeten we met spijt bestatigen dât onze vaders en grootvaders der 19e eeuw veel vandalenwerk gesticht hebben met het afbreken van oude huizen, straten of plaatsen, of met lichtzinnige, zelfs onkundige restauraties van bouwwerken. Voor wat den stedebouw betreft, noem ik enkel de groote markten van Antwerpen en Leuven : degenen die dertijds bevolen bressen te maken in de zijkanten dier plaatsen, teneinde een breeden uitweg te bekomen, zijn in mijn oogen effenaf heiligschenners. Onze middeleeuwsche ar-chitekten, die insgelijks de Brusselsche Groote Markt hebben verwezenlijkt, waren mijns inziens niet dom aangaande schoon-heidsleer, en de flaters die de gemeente-besturen van de 19e eeuw begingen met ; de twee bovengenoemde markten te ontsieren, zijn een eeuwige schande voor t de raadsheeren van dien tijd ! t Op 't bovengenoemde ben ik tamelijk lang uitgeweid, omdat ik den lezer mocht t doen inzien het groote belang dat er hoeft gehecht aan de ware schoonheid, zoodanig zelfs dat in sommige gevallen c het praktische aan het schoone moet worden opgeofferd. * * î Komen we nu terug naar onze heimat, naar Polder en Kempen, en naar den 1 zoozeer besproken stratenaanleg. Verre van mij te willen beweren dat t veel onzer straten te eerbiedigen heilig-e dommen zijn, dit is ongelukkiglijk genoeg \ op verre na niet het geval. Maar toch moet ik bekennen dat op gebied van verfraai-ingen en praktische inrichting van het t verkeerswezen, nog andere wegen kunnen worden ingeslaan dan die in en rond s Antwerpen door de besturen gevolgd. Men wil slechts rechte, regelmatige, i breede straten. Nu stel ik de vragen : e 1. Is een rechte breede straat mooier e dan een smalle licht gekromde ? — Neen, e zeker en vast neen ; men vergelijke a slechts te Antwerpen de de Keyzerlei met e de Leysstraat, Tietz en omstreken. Het :, verschil is oneindig. r En zoo kan ik menigvuldige voorbeelden aanhalen. En om aan te toonen hoe wonder ;, de mentaliteit van sommige menschen is : g er zijn er die het een prachtige idee vonden a de breede de Keyzerlei door te trekken k in rechte lijn tôt aan de Lieve-Vrouwe-n Kerk en deze te ontblooten. Dan zag men e volgens die lui de kerk van aan de statie, en omgekeerd, en dit vonden ze schoon. I, Me dunkt dat ik den L. Vr.-toren al hoor n zuchten, hij die daar nu zoo fier en trots die middeleeuwsche straatjes en kleine huisjes beheerscht, en aldus des te beter zijn macht en pracht doet uitschijnen. 2. Vergt in onze dorpen het verkeer — zelfs der toekomst — die zoo breede straten welke men tegenwoordig projeteert ? — Ik geloof het niet, want zijstraten in een dorp op 26 m. breedte te willen bren-gen, schijnt me niet noodwendij. In onze gemeenten rond Antwerpen vind ik de wegen doorgaans slecht : slecht gebouwd en slecht als bouwopvatting. Zoo b. v. is het plan der meeste gemeentestraten, volgend : een slechte kasseiweg, een kar-spoor, een velobaan, een paar voetpaadjes buiten de boomenrijen. Welnu, met een prima-kasseiweg, ofwel.op sommige wegen, een goede klinkertbevloering zooals in Holland, ofwel het nec plus ultra : een asfaltweg zooals men ze in Duitschland zelfs in kleine steden vindt, kunnen èn karspoor èn velobaan goed worden uit-gespaard, aldus de breedte van den weg merkelijk verminderd, ofwel tôt een ander doel benut, een tramlijn b. v. Overigens zie ik niet in, waarom zelfs op groote banen rond Antwerpen het karspoor behouden blijft. Zoo 't schijnt verslijten de boeren er minder hun karren op. Als dàt het eenige voordeel is, dat men het dan maar dadelijk afschaffe, want dat kan niet opwegen tegen het ongezonde, vuile stof en 't slijk dat het meebrengt, ten nadeele van alleman. Ik herhaal dus mijn stelsel ; één goede middenbaan van een vijftal meter, met afschaffing van spoor en veloweg. Dan kan men nog trottoirs en trambanen toevoegen, als het noodig is, maar nooit nuttelooze verbree-ding, want dàt ontsiert : hier 00k kan men zeggen dat, wat redelijk is, schoon is. Zonder twijfel kost een goede rijbaan veel geld. Maar mogen onze gemeenten die de hoop koesteren een voorname voorstad of een rijk villa-oord te worden dan niet eens groote vooruitziende uit-gaven doen. En dat de burgers, die aller hun eigendom in waarde zien stijgen, niel mompelen als de belasting al wat verhoogt Daarenboven vergete men niet, dat de prijs van een degelijke maar dure baan doch zonder verbreeding, gedeeltelijl wordt uitgespaard door vermindering van onteigeningskosten. Zonder te ver-geten dat dan menig mooi plekje de verdelgingsschup ontwijkt : ik noerr slechts den weg van Brasschaat naai de Donk. Dat is een weg wiens breedte wel wat af of toeneemt, en met eenige lichte krommingen dicht bij dit laatste gehucht tusschen een paar breede grachter slingert. Over deze grachten buigen zicl een aantal oude poten, aan den overkanl bloeien overgroote rhododendronstruiker die tôt in t water reiken. Een typische brok, niet van eenige schoonheid ontbloot Ware 't in mijn vermogen, dan zou ik die plek volstrekt bewaren. Welnu ,er zijr ontwerpen geweest tôt verbreeding er rechtmaking dier baan, dat vind ik effena mis. Ik weet wel, dat 't bovengenoemdi geen kunststuk is, waar men van heind< en verre komt naar zien, maar toch kan het later wel een aangename verrassing : zijn, midden dier tergende dorpsboule- i vards, stofferig of slijkerig, die we binnen { een twintigtal jaar met de regelmatigheid < van een damspelbord over onze gemeenten zullen verspreid zien, als men op den hui- ; digen weg voortgaat. j Hoe het nu met de in Polder enKempen zoozeer besproken baan van Hoogboom : gelegen is, weet ik niet. Die straat is me i niet goed bekend, doch, naar ik hoor, kan daar insgelijks het schoone geëerbiedigd worden zonder aan het praktische en gerieflijke te schaden. Is dit zoo, dan ben ik het natuurlijk met het Komiteit, dat zich tegen het Eekercsbe gemeentebestuur verzet, volkomen eens. Cyriel DE BIEVRE. Berlijn, den 5 Mei. Kamer yan Volksvertegenwoordigers Vervreemding van onroerende Domein-goederen Zitting van 6 Mei 1914. De heer voorzitter. — De heer Devèze heeft het woord. De heer Devèze. — De minister van oorlog stelt voor het eerst voorziene plan voor de vesting Antwerpen te wijzigen. Het plan der tweede linie werd breed-voerig bestudeerd door eene commissie die, na rijp overleg, het plan aannam. Sedert lang vroegen belanghebbende personen alsmede het spoorwegbestuur en de gemeente Eekeren eene wijziging van dit plan. Reeds in 1910 antwoordde generaal Docteur dat het volstrekt on-mogelijk was die wenschen in te willigen. De heer de Broqueville was eene andere meening toegedaan en op 6 Augustus 1913 heeft hij eene belangrijke wijziging van het goedgekeurd plan, toegelaten. Maar de algemeene inspectie van de genie en het beheer der openbare werken deden op-merken dat de ministervan oorlog het recht niet had, op eigen hand het plan, door de wet bepaald, te wijzigen. Zoo is het dat de zaak voor de tweede maal aanhangig wordt.Ik verwijt den heer minister dat de beslissing zonder voldoend onderzoek werd genomen ; ik verwijt hem vooral zich door geen enkele strategische reden te hebben laten leiden. Het nieuw plan geeft aan de tweede verdedigings-linie een uitspringend gedeelte recht over een inspringend gedeelte van de eerste linie. De twee linien worden aldus gevaarlijk nader bij elkaar gebracht. De heer minister zegt ons : Het geldt hier 't belang der gemeente Eekeren, die op het eerste plan t wordt in twee gesneden. t Ik heb het plan gezien en het is onjuist E dat het eigenlijk het bebouwde gedeelte : der gemeente in twee snijdt. (Tegenspraak - rechts.) De heer Royers is het volkomen eens net mij. De heer minister haalt financiëele "edenen aan en wijst op de besparingen ten jevolge van het feit dat men geene dure mteigeningen zal moeten doen.De diensten /an den heer minister zouden ons dien-langaande nauwkeuriger inlichtingen noeten geven.» Te vergeefs zou de heer Minister ons seggen dat hij Donk en Mariaburg wil )ntslaan van krijgsdienstbaarheden, Ofwel zijn de krijgsdienstbaarheden roodzakelijk en dan dienen zij behouden, jfwel zijn zij het niet en dan moet men ze Dveral afschaffen. De heer de Kerchove d'Exaerde. — Men kan ze vervangen door redoutes op sommige punten. De heer de Meester. — Bij de eerste onderstelling 00k bestonden er dienst-baarheden.De heer Devèze. — Ik houd staande dat de regeering ons in twijfel laat betref-fende de uitgaven der voorstellen die zij ons onderwerpt. De heer Henderickx. — En gij houdt hoegenaamd geen rekening met de belan-gen van 't volk. De heer Devèze. — Welke besparing zal men verwezenlijken. De heer de Kerchove d'Exaerde. — Het geldt hier geen besparingen ! De heer Devèze. — Men zegt ons niets omtrent de besparing en anderzijds bekent men een bijkomend tekort ! Want, het geldt het opbouwen te dier plaats van zes pantser-redoutes, 't zij eene bijkomende uitgave van 2,380,000 frank. De heer de Kerchove d'Exaerde. — En de 150 lusthoven die men zou moeten onteigenen ! Gij houdt er geen rekening mede. De heer Devèze. — Het geldt hier noch militair-, noch geldelijk belang en ik vermoed dat de Regeering uit kies-belang handelt. De heer De Meester. — Dat is gemak-kelijk gezegd. De heer de Broqueville, minister van oorlog. — In zijn klein requisitorium, — hij spreekt er zoo gaarne uit — heeft de heer Devèze erg overdreven wat hij noemt eene verkwisting uit kiesbelang. Wanneer men van naderbij de uitvoering der ontwerpen onderzocht, heeft men in-gezien dat men groote schade ging be-rokkenen aan de gemeente Eekeren, en het gemeentebestuur heeft zich tôt de regeering gewend. Ik heb de vraag doen onderzoeken door de genie, en deze acht dat het zeer goed mogelijk is de belangen der nationale ver-dediging overeen te brengen met de even eerbiedwaardige belangen der gemeente. De voorziene onteigening omvat 75 huizen en aan 17 andere ontneemt de tuinen ; zij schendt de andere, en dat bewijst dat de eerste richting van het plan, wat de heer Devèze_ er 00k .van zegge, dwars door de kom van het dorp liep, i.ET0N VAN Polder en Kempen. DE ROEDERS COPPENS Novelle 'GUSTAAF SEGERS ier Koninklijke Vlaamsche Academie e broeders droegen gebloemde pan-door de meid gestikt. Zij zater « tninkamer », en rookten eene 'Uwsche pijp ; voor ieder stond eer 1 baksken om de asch in uit t< hebt het gehoord, Louis ? » spral Wat gehoord, broer ? vroeg Louis fou van den Pastoor is in hari Erg is 't genoeg. Waar moet da e ? Jou was de eenige in hee >ven die deugde. Lou daargelaten. » ■s en Comelis deden eenige korti ■uit hunne pijpen, bliezen blauwi tjes voor zich heen, alsof daa: 'rijskamp in uitgeschreven was ®en diep na te denken. ,r°er », begon Louis opnieuw °et het u toch zeggen ». Ik weet waarover ge wilt spreken » njelis. « ik wist niet, dat gij he ' mgezien hadt ». — « Sinds ruim 8 dagen. Ze was in den hof. Een geslagen uur stond ze met Fons te praten ». — « Wat mij het meest van al ongerust maakt, is dat de hof in 't geheel niet meer 1 bewerkt wordt gelijk vroeger. Lou doet alsof ze dit niet ziet. Tist Stillekens zei het me gisteren nog. Cornelis, zei hij, ge moet uwen hovenier onder handen nemen, zei hij. Uw hof ligt vuil, dat het schand is, en ge zult het laatst van heel Laarhovan aan de jonge groenten zijn. Ik heb het gelaten, omdat ik vooruit wist, 1 dat Lou het kwalijk zou genomen hebben ». — « 't Is gelijk het is, maar niet gelijk het hoort », sprak Louis, terneergesla-gen. « Ge zijt met mij t'akkoord, dat er moet gehandeld worden ? » — « Wij moeten ailes doen wat we geleerd hebben, om de meid te houden. Wat zouden we zonder haar aanvangen ? » — « Ik weet het niet ». — « Zouden we Fons Fierens het werk niet kunnen afnemen ? » l — « Dan ware Lou in staat op staanden voet in hare veertien dagen te gaan ». — « Haar doen inzien, dat ze groot ongelijk heeft te verkeeren ? Dat ze 't ; nergens beter kan hebben dan bij ons ? » ; — « 't Zou niet helpen, broer. Indien : wij haar beloofden haar in ons testament te zetten, zoodat zij voor haren ouden dag niets zou te vreezen hebben, als zij , ons aan ons einde brengt ? » — «'t Is mogelijk dat ze dan zou luisteren, , maar ik ben er nog niet heel zeker van. t 't Vrouwvolk is soms wonder. Ik ken een andor midd«l, dat ztk«r zou wtrktn ». « Een van ons tweeën zal met Lou trouwen. Dan kan ze ons niet meer ontsnappen ». — « Ik heb daar 00k al aan gedacht. In aile geval Lou moet kost wat kost bij ons blijven. De meid opende de deur,en zei : «heeren, de soep is gereed ! » IV. Roos Reyntjens, de naaste buurvrouw van de gebroeders Coppens, houdt nog altijd staan, dat Lou het op de slimste manier aan boord heeft gelegd, om haar huwelijk te doen slagen. Roos heeft ailes door de beukenhaag afgespied, die haren hof van dien der rijke jongmans scheidt. Lou had spoedig in 't oog, dat, zoowel Cornelis als Louis met den dag vriendelij-ker jegens haar werd. Alhoewel zij aan den eenen zoowel als aan den anderen kans genoeg gaf, om zijn belang te zeggen, kwam bij geen van beiden het woord er uit, dat er uit moest komen. Louis of Cornelis zegden niets. Dan was Lou Le-naerts van Frits Fierens niet meer weg te slaan. Den ganschen dag hield zij hem in den hof harer meesters gezelschap. Zij was hem behulpzaam. Ze plantte, wiedde, harkte en reef, dat het eind er bij verloren was, altijd in Fierens' onmiddellijke nabijheid. « Cornelis », zei Louis, als ze uit de tuinkamer dit spel nazagen ; « 't moet er van komen ». — « Ge hebt gelijk, broer », antwoordde de oudste. « Hebt gij iets uitgevonden; om uit de moeilijkheid te geraken ? » — « Lang heb ik er over nagedacht, en wie zoekt, vindt ». — « Laat hooren ». — « Slechts een van ons getweeën kan met Lou trouwen ». — « Dat zegt ge maar wel ». — « Wie ? » Cornelis en Louis bezagen elkander met eenen schelen blik, keken voor zich neer, ej^'zwegen. — « Ik ken maar een middel, om aan aile moeilijkheid den pas af te snijden ». — « En dat is ? » — « Strooiken trekken ». Cornelis zegde niets. — « Kent gij iets beters ? » vroeg Louis, nieuwsgierig en tevens goedmoedig. — « Neen », antwoordde Cornelis ; 't is 't eenvoudigste en 't rechtveerdigste. Maar ailes moet juist gaan. Die 't langste strooiken trekt, trouwt met Lou ». — « Aangenomen ! » Louis opende de keukendeur. « Lou », zegde hij, terwijl hij de klink in de hand hield, « we hebben u noodig. We hebben gewed. Er moet tusschen ons strooiken getrokken worden. Maak twee pijltjes. Doch niets laten zien ! » Lou maakte twee strooipijltjes, en hield ze de broeders voor. Louis trok het langste. Lou trad terug in de keuken. V. Een paar dagen later, ging Cornelis Coppens 's morgens vroeg op reis. Hij zou slechts met de laatste tram terug-keeren. 't Was alsof Lou in de gaten had, dat er iets op til was. Daags te voren schuurde zij het huis van voor tôt achter. 's Anderendaags had ze zich netjes opgekleed. Lou had heure donkerbruine haren met zorg ge-kamd, en een versch gestreken voorschoot aan ; het kwam aldus voor, dat die lang opgeschoten meid met haar aangezicht zonder kleur en zonder uitdrukking, niet al te zeer loog, als ze zei, dat ze met Sint Jan zes en veertig jaar oud werd. Lou had lekkere koffie opgeschonken ; het kramikken brood, dat ze gebakken had, was bij uitstek goed gelukt. « Cornelis had rust noch duur », zei ze, als ze de pan hesp met eieren op de tafel zette : « hij heeft bijna niets gebruikt ». — « Hij is naar onzen wisselagent », antwoordde Louis, terwijl de meid in-schonk. « Ik moet u te dezer gelegenheid spreken ». Lou twijfelde niet of Mijnheer zou met eene aanvraag voor den dag komen. Dat hij zoo weinig rond den pot draaide, viel haar echter danig mee. « We zouden samen moeten trouwen », ging Louis voort, alsof hij eene handels-aangelegenheid aanpakte. « Gij zijt daar natuurlijk mede tevreden ». -— « Tevreden, ja », antwoordde de meid ; « in zekeren zin Zoo kan het niet blijven duren. Word ik ziek of zuchtig, dan ben ik verplicht naar 't gasthuis te gaan. Als ik oud en versleten zal zijn, zal ik Mijnheer moeten vragen mij eene plaats in het godshuis te bezorgen. Twee dingen zou ik moeten weten », zei Lou, alsof zij de meesteres ware geweest. — Spreek op. ('t vervolgl.)

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Polder en Kempen: wekelijksch nieuws- en aankondigingsblad behorende tot de categorie Katholieke pers. Uitgegeven in Brasschaat van 1905 tot 1942.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes