Syndikaal mededeelingsblad: van de Algemeene Federatie der Vakbonden van Antwerpen

826 0
09 oktober 1915
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1915, 09 Oktober. Syndikaal mededeelingsblad: van de Algemeene Federatie der Vakbonden van Antwerpen. Geraadpleegd op 28 maart 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/610vq2sw1s/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

S1TNDIKAAL van de Algemeene Federatie der Vakbonden van Antwerpen De redaktie behoudt zich voor, ingezonden stukken al of niet te plaatsen VERSCHIJNT BIJ GELEGENHEID Redaktie en Administratie * Plantijnlei West, 66, Antwerpen ALMOES OF RECHT II Waarom nu de arbeider niet eene op zichzelf staande eenheid wezen kan hoeft niet veel betoog dan voor dezen welke, als echte egoïsten, zich nooit met de toestand eener andere klasse of van anderen hunner klasse bezig hiel-den.Het is immers eeneeuwigekringloop dien de arbeider in de huidige kapita-listische werkinrichting maken moet. Een echt « rad der fortuin », even om-hoog, weer omlaag, waarvan de juiste midden is : enkel het noodige om de eerste behoeften te voldoen. Omlaag staat hij in den toestand van ontberen en verlangen naar beters, naar wat hem ook toekomt. Omhoog is het hem gelukt door eigen of aktie der vereeniging verbeteringte krijgen, 't zij hooger loon, 't zij betere werk-voorwaarden of dergelijke, doch on-middelijk wordt hij v. ;er naar beneden geduwt doordat de schade (??) door het hooger loon veroorzaakt, op hem verhaalt wordt onder den vorm van hooger afzetprijzen, hooger belastin-gen, hooger levensmiddelenprijzen en hooger huurprijzen. Wanneer die kringloop volbracht is, zit hij weer beneden, en zoo gaat het immer voort. We bekennen dat het niet anders kan in de tegenwoordige verhouding van kapitaal tôt kapitaal. Zootang kapitalen als eenheid daar staan zal het een altijddurende strijd wezen om alléén te staan en zal die strijd om elke nevenstaanderdengrond in te boren, en die men, spotternij, concurrentie noemt om de vuilheid te verbergen van het stelsel «ailes voor mij !», op den rug derzwakken, dezen die niet méér ontberen kunnen en dan moelen toegeven, gestreden worden. Temeer omdat ditzelfde stelsel de arbeider zelve gebruikt om hem neder te trekken. Het kapitalisme kweekt «voorraad» aan arbeidskrachten door zijne rela-tieve snelle loop naar de groot-indus-trie, welke «voorraad», als een deel der arbeiders « boven op het « rad » staat, er mede opspringt en door zijne zwaarte doet zakken. Wanneer een vak zich in loonen en werkvoorwaarden boven anderen ver-heft, komenuit de «onderste voorraad» de verlangenden in 't vak zich opdrin-gen en houden niet zich op de hoogte, maar trekken onvermijdelijk de eerste mee naar beneden, dus weer naar beneden, dus weer naar de nivellee-ring der massa. Waar blijft dan, bui-ten eenige uitzonderingen, de eigen schuld in het armoe lijden ? Waarom dan eene almoes en geene schadeloosstelling in de huidige benardheid, wanneer vroeger de on-mogelijkheid om zich als « onafhanke-lijke eenheid » te verheffen, absoluut was? Eene almoes is voor dezen wien schuld aan eigen toestand hebben; een uitvloeisel vanmenschlievendheid; een verouderd begrip; het andere is: recht. Ook omdat weer de kringloop zich herhalen zal. Verschillende gevoelens hebben bijgedragen om bezittenden te doen besluiten in de steunbeweging bij te dragen. Allen lof aan dezen welke begrepen dat dit een aan den werkman toekomend deeltje was van het vroeger ook door hem verworvene; soort van restitutie. Op dit en het andere kan de arbeider aanspraak maken als noodig deel van het raderwerk, dat gereed moet zijn om de schade, na dezen tijd, in te halen. Wordt er niet gedurig gehamerd op het overigens logiek feit, dat er hard zal moeten gewerkt worden? Wiens schade zal moeten ingehaald worden ? Dezen van den door den arbeider ge-ledene honger ? of versletene kleeren ? Dat is allerkleinst deeltjeslechts.Neen, de schade door anderen geleden, huis-heeren en zoo verder en ook de schade veroorzaakt door deit sieisirc diea hij zelve genoter» heeft. Met den tôt stelsel geworden kringloop is het weer hij die, in de periode van «omlaag op het rad» door ontbe-ring de schuld zal dekken van gemeen-ten, provinciën, staat, zonder zijne medezegging aangegaan, althans in de meeste gevallen. Afgezien nog van de phrase: de arbeider is de voortbrenger van allen rijkdom, komt het feit dat, in de huidige omstandigheden, de arbeider, strikt genomen, wasi zich zelves? leent, wat op toekomstige ontbering neerkomt, de theorie van het recht op steun nog versterken. # * * We weten zeer goed dat we door dit epistel weinig of geene van de over-zijde zullen overgehaald hebben om anders, niet te denken, want dat doen wel velen, maar te handelen. Het oude spreekwoord : « Iedervoor zich zelve en God voor allen » zoo miezerig nog van opvatting is nog verdraaid in het alleszeggende: « Ieder voor zich zelve en God voor mij alléén! » Daarom moet ook ook «de» arbeider zich zelve helpen en zich geene almoe-zen maar recht, onder aile opzichten, verschaffen. Jiveh. BERIGHT aan de kameraden der buitengemeenten In elke gemeente onzer provincie zijn er werk-lieden, parti]genooten of goedgezinde personen welke zich met den werkeloozensteun in hunne gemeente bezig houden. In vele dier gemeenten bestaan nochtans geene werklieden groepeeringen waar overleg kan gepleegd worden in noodzake-lijke gevallen. Wij willen deze personen er op wijzen dat door hen immer inlichtingen en medehulp kan bekomen worden nopens aile kwestiên van steun, regle-ments-bepalingen, steunregeling en deszelfs opvatting op het bureel van het Steunkomiteit, Plantijnlei, 66, Antwerpen, 't zij schriftelijk of mondeling, bij voorkeur in den voormiddag. Het is wenschelijk dat bovenbedoelde personen met ons in betrekking komen in het belang der ernstige behoejtige arbeiders. F. D. S. J. V. Bange Tij den n. Ik beloofde, in het vorig nummer, terug te komen op de kwestie Steun aan de Werkeloozen, in betrekking met wat deze is in Brussel. Het is niet mijn bedoeling, critiek te oefenen, ik wil enkel bereiken : meer steun voor onze werkeloozen, want met den voor de deur staanden winter zal dit wel hoogst noodig zijn. Daarvôôr dient mijn betoog en voor anders niets. In Brussel, of lieverin Groot Brussel (Brussel en voorste-den) wordt aan de werkeloozen verstrekt : Voor elk LID van 't gezin (niet verwarren met HOOFD) : per week 3.5 kilos aardappelen, het rantsoen brood, 50 gram-men koffie, 50 grammen bitterpeeën, suiker, enz., al het noodige, tôt een bedrag van ongeveer fr. 3.60. (Dit wissel af volgens de daling of stijging der prijzen). Dit voor wat den gemeentelijken steun betreft. Daarbij komt nog den steun van het Nationaal Komiteit (3 frank voor elk lid van 't gezin boven de 16 jaar ; 2 frank voor de vrouw en 1 frank per kind onder de 16 jaar). Voor elke persoon in 't gezin heeft men dus minstens fr. 4.60, boven de 16 jaar, fr. 6.60 Als men dien steun eens vergelijkt met Antwerpen, dan blijft men hier nog al wat ten achter. Hoe het komt, dat men daar zooveel kan geven en hier niet ? Waterleiding, tram en gaz, wordt daar in regie uitge-baat en gaan deze winsten in de kas der gemeente, niet in den zak van enkelen. Nog eens : ik wil niet kritikeeren, maar geef het enkel ter overweging voor later. Dit ailes nu nog ter zijde gelaten, meen ik dat met wat goeden wil de stad den steun aan de werkeloozen toch nog merkelijk verbeteren kan. Komt men in de Komiteiten, welke over die punten te beslissen hebben, personen tegen, die HARDHOORIG zijn wanneer men daarover spreekt, dan kan men die heeren wel eens de ooren, of liever den bol wasschen, want. zonderling genoeg, zijn de eerste en hevigste tegenstanders van dergelijke dingen, personen die van werkerstoestanden en van het daaruit voorsprultend leed volstrekt niets afweten, Dit isdan ook de reden waarom zij er zoo oppervlakkig over spreken en zoo licht over heenstappen. Wilde men den raad inwinnen van menschen, die er wat meer van weten, omdat zij het aan den lijve ondervonden of ondervinden, dan zou de zaak spoedig opgelost zijn en zouden ook wel de middelen aange-wezen en gevonden worden, die daarheen kunnen leiden. Niet alleen tegenover Brussel staan wij, onder dit opzicht, ten achter ; ook Gent geeft ons hierin een lofwaardig voor-beeld.Daar wordt aan de vereenigden een grooteren steun ver-leend dan aan de onvereenigden, en het is maar billijk ook, dat degenen die vooruitziende waren in het gebeurlijk geval meer gesteund worden dan zij, die er heelemaal niets voor deden. Daar komt nog wat bij, en wel het belangrijkste : degenen die werken moeten afdragen voor de werkeloozen en aldus helpt men nog mede de bonden in stand houden, want de vereenigde die met tegenzin zijne bijdrage zou betalen, ziet er nu geen baat bij de vereeniging te laten varen. Het is wel een heerlijk gedacht, degenen die zoo gelukklgzijn te kunnen werken, te laten afdragen voor hunne ongelukkige makkers. Uit wat ik hier neerschrijf, zijn misschien nuttige wenken te trekken voor degenen die zich bezig houden met den steun der werkeloozen. Mochten zij er het nuttige uit putten, wat ten goede zou kunnen komen van de tallooxe ongelukkigen, die met bene-pen hart den winter tegemoet zien. Want, zooals ik in mijn eerste artikel zegde : Bange tijden staan voor de deur, veel ellende zal.er dezen winter verduurd worden, veel meer nog dan verleden winter ; indien er niets gevonden wordt om de rampaaligen wat meer te steunen, de ongelukkigen, die, van ailes ontbloot moeten leven van den steun welke hen door onze stad geschonken wordt. Wil de stad en degenen die zich met de inrichting van steun bezighouden in die richtingiets doen, mochtzij desgevallend de medewerking van anderen noodig hebben, dan ben ik stellig overtuigd, dat de Algemeene Federatie van Vakbonden, de Werkersbond en allen die zich om de werkerzaak welge-meend bekommeren, niet op hunne medehulp zouden laten wachten, want, zij zijn er nog al spoedig bij om hunne mee-ning te zeggen over dingen welke zij denken niet in den haak te zijn, even snel zullen zij op de bres staan om mede het werk de goede baan in te sturen. En zôô moet het gaan ook. Leborûne. Een bijzondere goede Maatregel Naar aanleiding van ons schrijven, in het vorige blad, het nu door het «Hulp-komiteit » van Borgerhout ingerichte atelier ter herstelling der schoenen van de kinderen der werkeloozen, deed men ons opmerken dat door de stad Antwerpen ook eene zulkdanige werkplaats is ingericht. Zooveel te beter ! Het ware te hopen dat maar spoedig de andere gemeenten dat goed voorbeeld volgden. Want wer-kelijk, nu de scholen weer geopend zijn, kan men in de nabijheid daarvan roe-rende staaltjes zien van wat sommige moeders moeten zorgen en zwendelen om hunne lievelingen op eene eenigszins fatsoenlijke wijze te doen voorkomen. En dan kan men zich tevens voorstellen hoe met regenweer zulke kinderen t'huis aan-komen.En mocht men maar spoedig dit hoogst nuttige, ja volstrekt onontbeerlijke v/erk, kunnen uitbreiden tôt de volwasse-nen.Wantdat erookdaaronder heel velen zijn die heel goed moeten oppassen dat zij tegen geenen uitstekenden straatsteen stooten, is onbetwistbaar. Wij weten wel dat het inrichten zulker ateliers zoo maar niet op wieltjes loopt en niet alleen van den goeden wil en energie der goed samengestelde comitei-ten afhangt; de centenkwestie is natuur-lijk de groote vijand in zulke zaken. Nu de winter echter reeds aan de deuren kloppen komt moeten de gemeentebestu-ren maar eens zoo diepmogelijk in hunne geldkist grijpen. Zoo ook dezen die nog met een boel renten zitten en waarbij er velen zijn die hunne schrokkigheid trach-ten te bedekken onder het beruchte fabeltje der crême-glaceetendeencinema-bezoekende werkeloozen. Arbeidersontwikkeling Wiruterkursussen Daar heden avond de eerste kursus der Opvoe-dings-centrale gegeven wordt, herinneren we par-tijgenooten en vakbonders er aan dat het eene eenige gelegenheid is voor de ERNSTIGE leden om zich in te wijden in wat anders voor de bestuurleden voorbehouden blijft. Dit als antwoord op een paar vragen ons toege-komen van leden welke gaarne dien kursus zouden volgen. De meening der Opvoedings-centrale nopens de vraag; wie gerechtigd is deze lessen te volgen is, dat wel de kursus voor de bestuurleden gegeven wordt, maar dat in de huidige omstandigheden wel uitzondering kan gemaakt worden voor leden welke vast besloten zijn tôt het einde te volgen. Hier komt dus geene nieuwsgierigheid bij tepas. Het moet met vast voornemen aangepakt worden, want er is niets « plezants » aan verbonden. Eerst goed bedenken dus en ook het lidboek medebrengen. Opv.-Centr. Vrijwiîlige Bedienden Toen de oorlog uitbrak, kwamen er, met het aangroeien der werkeloosheid, verschillende stem-pellokalen tôt stand. De bedienden, daar werk-zaam waren vrijwilligers. Men gaf die in 't begin één frank per dag ver-goeding. De vrijwilligers waren daarmee tevreden, in den waan verkeerende dat de oorlog slechts enkele weken duren zou. Ze waren dus toch van de straat af en wisten hoe hunnen tijd door te brengen. De oorlog duurt nu reeds veertien maanden, en in de stempellokalen zitten nog altijd vrijwilligers, 't is te zeggen onbetaalde bedienden. Wie nu weet wat van die diensten afhangt, die zal met mij erkennen, dat zulke diensten niet door vrijwilligers kunnen gedaan worden, duidelijk gezegd: het zou beter zijn, dat die bedienden betaald werden voor de verantwoordelijkheid die zij dragen. Eerlijk zijn en vrijwillig iets doen, heeft ook zijn grenzen. En dit is hier mijns in-ziens vergeten. Zoo moet ik mededeelen, dat diezelfde bedienden daar, na eene eerste vraag om opsiag, nu fr. 1.40 per dag verdienen. Naar het schijnt, hebben die jongens over eenige weken hunnen oversten, M. Schepmans weer eens gaan spreken en hem ZATERDAG 9 OCTOBER 1915 t"e JAARGANG nr t5

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Syndikaal mededeelingsblad: van de Algemeene Federatie der Vakbonden van Antwerpen behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Antwerpen van 1915 tot 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes