Syndikaal mededeelingsblad: van de Algemeene Federatie der Vakbonden van Antwerpen

747 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1916, 03 Juni. Syndikaal mededeelingsblad: van de Algemeene Federatie der Vakbonden van Antwerpen. Geraadpleegd op 28 maart 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/x05x63cf9v/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

ZATERDAG 3 Juni ig\6 atle JAARGANG nr 6 SYNDIKAAL MEDEDEELINGSBLAD van de Algemeene Federatie der Vakbonden van Antwerpen De redaktie behoudt zich voor, ingezonden stukken al of niet te plaatsen VERSCHÏJNT BU GELEGENHEID „ i. u, . ,i ■ Redaktie en Administratie : Plantijnlei West, 66, Antwerpen r ■ " r--:;--—- . 1 In onze Gemeenten De pollen omgekeerd We hebben al meermaals aangetoond dat als wij, werklieden, in aanraking moeten komen met de burgerij of over-heden of anderen van dit slach van hoog-begaafden, men ons altijd verafschuwde als lomp, onbeholpen, taktloos en onbe-leefd. Nooitging het over princiepen, om de heel eenvoudige reden dat daar tegen-over niet op te komen was, We Waren eenvoudig menschen waar niet mee over de baan te geraken was ; niet de minste atoom van beleefdheid was bij ons waar te nemen. Beter nog hebben we dit kunnen ge-waarworden binst deze periode van steun, waarin naar aile voorschriften van het Nationaal Komiteit en van rechtvaar-digheid ons eene plaats nevens de zoo-gezegde intellektueelen diende geruimd te worden. Onze van onwelvoeglijkheid beschul-digende intellektueelen hebben nog ner-gens de welvoeglijkheid gehad de ons toekomende plaats aan te bieden. Overal hebben we moeten smeeken, eischen, dreigen, soms dwingen vooraleer de niet-lompe, wèl-beholpen en hunne-we-reld-kennende menschen ons wilden dul-den, waar ze ons niet konden er uit houden. Dit wil zeggen dat we heel wat last gehad hebben om die professors van welgemanierdheid tôt het besef hunner plicht van wellevendheid te kunnen dwingen, doch daarover beklagen we ons niet eens. We willen enkel wijzen op de argumenten die gebruikt werden om ons overal « er uit » te houden. In die argumenten, moeten we het zeggen ? waren weer dezelfde : « die menheer is niet geschikt », « die menheer kent zijne wereld niet », « die is onwel-levend », « die heeft al eens over ons ge-sproken », « die geeft bewijs van onwelvoeglijkheid door zich op te dringen », « die is te onstuimig in zijne discussion » en de drommel weet wat al meer van dien aard. We verwedden er ons rant-soen voor dat van die tien tegenwerpin-gen tegen kandidaten onzerzijds in het Provinciaal Komiteit voorgebracht er minstens acht van die soort zijn. En wat doen diezelfde wellevende menschen ? Als door ons een verzoek gedaan wordt, zelfs schriftelijk en in termen die de beleefdste mensch niet verbeteren zal, zelfs na het zenden van twee, drie « rappels » drijven die heeren de welvoeglijkheid zôô verre ons nitl eens te antweor~ dtn ! En als we bij mirakel eens antwoord krijgen (wat soms eens voorvalt in groo-tere gemeenten) dan mogen we blij we-zen als men ons niet vlakaf zegt : dat we liegen, want dan is gewoonlijk het antwoord : mijnheeren, ge overdrijft, wat ge zegt is niet zoo en wat ge vraagt hoeft niet. Daarmee basta ! We drukken er op dat in de meeste gemeenten men ons, nu eens onwelvoeg-lijk uitgedrukt : « niet eens ziet staan. » En er is meer. Als we ergens eens een vertegenwoordiger hebben en deze wiist met reglementen en bepalingen van Na tionaal en Provintiaal Komiteit in de hand, de plaatselijke Komiteiten op hun plicht of op het verkeerde eener handel-wijze, dan maken de be'ieefde « intellektueelen » onzen man het onmogelijk door hem het woord af te nemen of te beletten te spreken. Maar als dan onze man, sterk in zijn goed recht, doordrijven wil en die heeren tôt hun plicht roept, dan wordt HIJ dadelijk als « chicaneur » doodgeverfd. Zelfs verwonderen we er ons niet meer over om den socialist, die soms 1 tegen 10 zit, de schuld van het verkeerde, wat in't komiteit gebeurd, te zien aanwrijven. Dat gebeurt bijna overal en daartegen mogen onze menschen zich dan weer niet verzetten, niet in 't komiteit want daar worden ze « beleefdelijk » over-schreeuwd, ook niet in 't openbaar want er mag niet over zaken van bel komiteit gesproken worden. Uitleg geven aan behoeftigen mag ook al niet, want « dan ruien de socialis-tische opstokers de gesteunden op tegen het komiteit » onaangezien wat er gezegd is en tengevolge van al die afgrijseliike onwelvoeglijkheden wordt dan dadelijk de socialist buitengesmeten. Ja, in-nerdaad, eenvoudig buitengesmeten !!... daar weet méér dan een onzer van te spreken. En probeer dan maar hem er terug in te krijgen! Zoo komen we dan tôt de vaststelling dat deien, waarover we het hebben, een tweeledige opvatting hebben over wellevendheid, eene tegenover hen zelve en eene andere tegenover sommigen hunner naasten, en ook dat het hen meest altijd met die « argumenten », beter gezegd « kwalifikattén », gelukt hun doel te be-reiken en dan nog h«t best, over 't alge-meen in die gemeenten waar de gemeen-te-overheden, die gewoonlijk de eersten zijn om die argumenten toe te passen, niets aan den steun bijbrengen; waar dus hunne positie zoo sterk is dat ze zich niet gelegen te laten hebben aan den wensch der behoeftigen om van gemeen-tewege den steun te zien vermeerderen ; van waaruit dan verder volgt dat de machtsverhoudingen ook de wellevend-heidsverhoudingen vaststellen, wil zeg. : dat het er daar om gaat wellevend (lees niet : kruipend) te zijn tegenover hunne meerderen en gelijken en ONwellevend tegenover hunne minderen. 'n Flinke, prachtige moraal, inderdaad! Doch we gaan verder en zoeken wat tôt bestendiging van dien toestand aan-leiding geeft en dan komen we tôt het volgende : We nemen nu die gemeenten waar niets bij den steun gelegd wordt en waar men ons met die « argumenten » het sterkste tegenoverstaat. Daar speelt over 't algemeen het ge-meentebestuur, meestal rechtstreeks, den baas. Als we nu daar niet kunnen de ons toekomende plaats innemen is volgens ons de schuld daarvan aan het Provinciaal Komiteit, wiens zwakheid of inderdaad oprechte wellevendheid niet op kan tegen het brutaal terzijschuiven van aile recht, zelfs daar waar ailes van haar goed-dunken afhangt en de gemeentevaderen met haar geld « schoon weder » spelen. Welnu, we zeggen, ook voor het Pro- I vinciaal Komiteit is die toestand onhoud-baar ! ! ! Het Prov. Kom. heeft voor plicht zich te doen eerbiedigen en niet alleen die gemeenten tôt de orde te roepen, maar ook hen aile medezeggingschap over den steun te ontnemen en deze te verleenen aan hen, dus ook aan ons, welke volgens recht en princiep, zonder welvoeglijkheid dan, er voile recht aan hebben. Wat nu onze kameraden in aile gemeenten aangaat, wij houden het vooi hun plicht overal waar maar immers de gelegenheid zich voordoet, zelfs in '1 openbaar, die « welvoeglijke manieren aan te klagen, zonder aanzien van per-sonen of gezegden, al wordt dan ook toi heesch wordens toe « haro » op die on-beschofterikken geroepen. We kunnen gerust den bal weerkaat-sen en aanmerken, met aile recht er reden dat de rechte «onwelvoeglijkheid» bestaat in de daad en daarna eerst he woord kan in aanmerking voor kritiel< komen. Dat we daarmee eene verandering ir de geesten onzer « intellektueelen » zul len brengen, laten we ons niet in 't mins vporstaan; het zijn immers de machts verhoudingen die voor hen gelden, docl dit kunnen we alvast zeggen : dat daai waar die verhoudingen gedwongen heb ben tôt samenkomsten van ons met men schen welke zich hadden laten innemer door die argumenten, velen van dezer hebben moeten toegeven dat niet altijc de onwelvoeglijkheid langs onzen kan is. Dat weet het Provinciaal Komitei ook wel. Jiveh. De Wisselbons Naar we vernemen zullen van a/ Juni de wisselbons van 5, 2 en 1 centien afgeschaft zijn in de bedeelingslokalei voor de gesteunden. Waarschijnlijk zal de regeling voo het brood, althans voorloopig, zoo ge schieden dat voor 2 bons van 25 centie men, in plaats van een broodkaart en < bentiemen wisselbons, 50 centiemen vrij< bons zullen gegeven worden. Dus weeral een stapje dichter naa eene oplossing welke moet zijn: het rech van de gesteunden om in de andere be voorradingsmagazijnen met hunne bon te koopen. Beter nog ware het, die verplichte bon eene oorzaak van onnutte onkosten et grootere administratie, geheel aj te schaj fen. V. 0 ! Die Administratie ! Die heilige blauwkous heeft enz< behoeftigen weer en ditmaal eene droe vige part gespeeld. Deor de weinig» waren welke den laatsten tijd in di magazijnen der behoeftigen, door dei dienst van het Weldadigheidsburee ingericht, voorhanden waren, hebbei de verplichte bons, deze waarmee d< gesteunden nergens anders kunnei gaan, zich zoo in de handen der be. hoeftigen opgestapeld, dat er gezinnen waren welke met een bedrag van 3o fr. bons geplaagd zaten, waarvan ze hoog-stens voor de helft nog waren konden bekomen. Zeggen we aanstonds dat nu niet de harrewar van hooger kwam, want verplichte bons mochten, volgens het Nat. Kom. niet meer gegeven worden. Het is dus weer de heilige administratie die het kunststuk verricht heeft, van de behoeftigen, niettegenstaande het teweinig steun, nog te doen sparen. Naar men ons vertelt zal, wanneer dit verschijnt, waarschijnlijk een groot deel van het euvel verholpen wezen, dank de moeite die onze kameraden zich getroost hebben en niettegen-staaade den weerstand der administratie zelve. Laat ons hopen dat het geen weken meer duren zal aleer de geheele kwes-tie voor goed zal geregeld wezen en er ingezien wordt hoe noodzakelijk het is,elkewijziging van steun grondig i te d®en inzien, niet . alleen door de administratie, maar ook door men-t schen welke kennis hebben van de - toestanden. J. 1 . D&ftige Schoelies. « Wat zijn er toch een groot aantal deftige 1 schoelies in de wereld » zucht Zola, de groote I rom&nschrijver, aan het slot van een zijner werken t (Parijs). En wij kennen ze allen, niet waar? De t gehandschoende zakkenroller, plus de gentehnan-inbreker, zoowel als een groot aantal andere « heeren » die het door misbruik van vertroMwen r in hen gesteld tôt een zekeren rang of positie in de maatsehappij brachten. Voor de zakkenrollers uitgezonderd, werd van overheidswege niet openlijk tegen deze abcessen - onzer «beschaafde» maatsehappij gevvaarschuwd. Maar even aïs het feit dat wolven altijd bestaan, * doch slechts in bij uitstek strenge winters zich in l de dorpen wagen, belust op roo! en buit ; vertoo- nen zich ook nu in den oorlogswinter een talrijke r troep roofdieren voor witn de overheid zich ge-noodzaakt ziet openlijk te waarschuwen. Sterket nog spreekt het feit, dat men reeds hier en daai ~ vereenigingen heeft opgericht ten einde deze m&n-schelijke wolven in hunne holen terug te drijven, Z de woekeraars en vervalschers (ten einde duide- lijker te zijn) in en van levensbehoeften. r Welke afmetingen de praktijken dezer achtens-^ waardige medeburgers hebben aangenomen, leen men het best uit de dagbladen, welker kolommen dagelijks nieuwe mededeelingen en trukken be-s vatten over deze soort zakenmenschen. Opgaver van vervalschte melk, suiker, bloem en vergif-S tigde worst zijn schering en inslag. Ja, men heefi >2 het in deic handelskringen reeds zôô ver gebrachi •_ de meststoffen te vervalsthen. Wie bewonderc daarin niet een beslist fijne smaak en artistieke aanleg uit beir dubbel geld te kloppen ? Daar- - bij komt nog dat Antwerpen en België niet alléén de eer genieten zulke handelsartisten in hun schoot te bergen, maar men internationaal jeuksel van deze diertjes heeft. Het Hollandsche brood bijvoorbeeld dat wij de laatste welcen tusschen onze tanden moeten pogen ' te verpletteren en te vermalen, bevatte reeds " eenige maien bestanddeelen waarop de katten l verzot zijn, maar voor den mensch niet juist eet-5 lust bevorderend werken. En opmerkelijk is he! ■j dat de bestuurder eener Hollandsche Bakkersbond j dezer dagen op een vergadering te Amsterdam eveneens kloeg over de kwaliteit van het brood, 1 waarvan de Amsterdammers buikpijn kregen 1 * Waaruit blijkt dat ook daar dezelfde mensch-\ lievende medeburgers hun stieltje uitoefenen. Daar staat tegenover, dat verschillende Hol

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Syndikaal mededeelingsblad: van de Algemeene Federatie der Vakbonden van Antwerpen behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Antwerpen van 1915 tot 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes