Syndikaal mededeelingsblad: van de Algemeene Federatie der Vakbonden van Antwerpen

1054 0
14 augustus 1915
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1915, 14 Augustus. Syndikaal mededeelingsblad: van de Algemeene Federatie der Vakbonden van Antwerpen. Geraadpleegd op 20 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/sx6445jb5q/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

ZATERDAG 14 AUGUSTUS 1915 is,e JAARGANG nr 11 SYNDIKAAL MEDEDEEELINGSBLAD van de Algemeene Federatie der Vakbonden van jjAntwerpen De redaktie behoudt zich voor, ingezonden stukkeri al of riiet te plaatsen VERSCHIJNT BIJ GELEGENHEID Redaktie en Administratie • Plantijrilei West, 66, Antwerperi Goede vaderlanders De meeste menschen zoo wat overal, leven in de meening dat, uitgezonderd de bewoners der vijandelijke landen, heel de wereld niet alleen de onverdiende rampen der Belgische bevolking mede-voelt, maar zelfs elke gelegenheid zou aangrijpen om haar te helpen.Dat spreekt zoo schijnbaar voor zich zelve dat daar wel zoo goed als nergens aan zal getwij-feld worden. Die menschen zouden ongetwijfeld verrast opzien wanneer wij in de moge-lijkheid moesten zijn om hen dit te be-twisten. Maar zij zouden ons denkelijk met verontwaardiging den rug toekeeren als gemeene leugenaars, indien wij hen moesten kunnen zeggen : dat dit deel der menschen dat geen medelijden met de Belgen heeft, 00k niet zinnens is hen te helpen, maar integendeel nog ailes in het werk stelt om hunne martelingen, hunne ellende nog grooter te maken, dat dit deel onder de Belgen zelve te vinden is. En toch is het zoo ! En als er zijn die ons niet gelooven kunnen, noch willen en het zijn eerbare, deftige menschen, dan zullen zij ons natuurlijk wel het recht en de gelegenheid verleenen, om aan te too-nen dat wij geene leugenaars zijn, maar dat integendeel wel degelijk een deel Belgen niet alleen hun medelijden niet waard zijn, maar integeendeel verdienen met reusachtige, zwarte letters in het treurige geschiedboek van dezen rampen-tijd te worden aangeteekend, als kerels die op de ellende hunner medeburgers geld hebben gekweekt. Men kan die Belgen (!?!), wier vader-landsliefde zoo geheel en gansch op den bodem van hun porte-monnaie wegge-kropen is, in twee groote categorieën klasseeren en er later, als de geschiede-nis dezer donkere maanden geschreven wordt, een paar afzonderlijke hoofdstuk-ken aan wijden, onder de benaming bij-voorbeeld van : Woeker op levensmidde-len en Loonafpersing. En om er een goed samenwerkend geheel van te maken kon er dan nog, onder benaming De spéciale vaderlandsliefdederhuisbazen een hoofd-stuk bijgemaakt worden. Sommigen zullen misschien geneigd zijn te zeggen dat de benaming nog al kras is. Maar laat ons eens even zien of de feiten de benaming die wij er aan geven nog niet doen verbleeken. Zoo bijvoorbeeld met de levensmidde-len. Kunnen wij hierin wel geen beter voorbeeld aanhalen dan de handelwijze onzer godvreezende, vaderlandslievende boeren, in wier woningen toch overal eene plaat hangt met een God ziet mij! er op en die dus werkelijk al hunne han-delingen onder Gods 00g verrichten. Toen in het begin van Augustus den oorlog uitbrak was, mede met het voort-durend prachtige weder, den aardappe-len oogst verzekerd. Ware er geen oorlog uitgebroken de boeren hadden al wel tevreden geweest dooreengenomen zeven à acht franks van hunne aardappelen te maken. En wat was het eerste drijven ? Omhoog met de prijzen. Zoo erg werd het dat de Openbare Besturen zich ver-plicht zagen een maximumprijs van 9 franks te stellen. Maar onze goede vaderlandslievende boerkens wisten er wel eene mouw aan te passen; zij hielden de patatten in en dwongen zoo de arme menschen tôt zelfs meer dan het dubbele van dien door de Openbare Besturen gestelden prijs te betalen. Ook de openbare Steuncomiteiten konden geene ge-nade in hunne oogen vinden. Met het gevolg dat de honderd duizende arme menschen, die in lange tijden al geen vleesch en zelfs nog geen voldoende hoeveelheid brood meer gezien hadden, nu zelfs ook met aardappelen hunnen buik niet meer voldoende vullen konden. Bij hoog en bij laag werd, onder Gods 00g, bezworen dat er geen voldoende voorraad aardappelen meer was. En nu, bij het komen der nieuwe, zag men de waarde van die bewering : plotselings zakte de prijs met meer dan de helft, terwijl honderdduizenden kilos nog moesten verrot weggeworpen worden. Honderdduizenden kilos wil zeggen even zoovele maaltijden verloren, en dat in tijden dat zoovele arme maar deftige menschen ménigen avond hunne kinders weenende van den ' honger naar bed moesten sturen. En zoo gaat het met ailes ! Overjaarsche conserven, afkeersel van graanzolders, uitkrapsel van vet- en zeep-vaten, allerlei onmogelijken rommel kor-tom, voor denwelken men in gewone tijden al heel blijde was een wagen van den Reinigheidsdienst te kunnen krijgen, worden nu aan fabelachtige prijzen van de hand gedaan geholpen door de vrees die de menschen kwelt dat er vandaag of morgen wel eens eten te kort zou kunnen zijn. Zoo goed als al wat in den handel in levensmiddelen betrokken is droomt en spreekt onophoudelijk van den eenigen God dien ze nog; kennen en aanbidden : den opslag. En wanneer men bij win-kelier of beenhouwer maar met een half franksken om kaas of verkenskop durft gaan, dan snijdt madame, onder een minachtenden blik naar het klein beetje centen, u met een mondje-pruim heel voorzichtig een paar papier-dunne velle-tjes van het meestal dan nog harde of uitgedroogde goedje, zoo precies of ze aan haar eigen ziel bezig is. * * * Met de loonkwestie is het al niets beters gesteld. Wij kunnen begrijpen dat daar waar door Openbare Besturen werken van openbaar nut worden uitgevoerd, met de bedoeling zooveel mogelijk arbeiders aan den gang te brengen, dit laatste in hand moet gewerkt worden. Maar waarom moeten in gewone nij-verheden, en dat terwijl aile produkten gestadig in prijs stijgen, waarom moeten daarin de arbeiders aan zooveel minder loon werken? In de luxnijverheden zelfs. Oorloogsloonen zegtmen! Wij zouden dit nog kunnen begrijpen indien, wat men de menschen minder betaald, in de kassen der steunfondsen terecht kwam, met telkens eene gelijkaardige bijdrage der bazen. Maar het gaat hier regelrecht in de kassen van partikulieren. Het is dus niet de zucht om het algemeen belang te dienen maar enkel de heb-zucht, het eigenbelang dat de drijfveer is in deze. In ons vorig nummer haalden wij aan hoe er in de diamantnijverheid aan de loonen der arbeiders geknoeid wordt en dat niettegenstaande vele ernstige pa-troons hier, daar beslist de noodzakelijk-heid van ontkennen en door een deel hier en in Holland door vrijwel de mees-ten, goede loonen betaald worden. Maar tusschen de algemeene afperserij waar aan de arbeiders hier ook op het stuk van lsonen blootgesteld staan is toch wel een der meest onbeschaamde wat er in de steenbakkerijen aan de Rupelboorden plaats heeft. In de beginne van den oorlog zijn door tusschenkomst, namelijk van Provincie, de Stad en de Nationale Bank, aan de steenbakkersbazen aldaar zekere kapita-talen bezorgd om deze heeren in staat te stellen hunne werklieden aan den arbeid te zetten en zoo op eene ernstige wijze den nood aldaar te keer te gaan. Om zoo-« veel mogelijk arbeiders aan den gang te zetten werd als voorwaarde gesteld : dat er minder uren zouden gewerkt worden dan gewoonlijk, maar er bij werd tevens vastgesteld dat de gebruikelijke tarieven niet zouden mogen verminderd worden. Men zou nu denken dat zeker daar waar met officieele kapitalen gewerkt wordt en tevens ook officieel werd vastgesteld dat er geen vermindering van loon mocht plaats hebben, en dit dus al zeker niet als noodzakelijk aanzien werd dat zeker daar de bazen het niet zouden aandurven de loonen te verminderen. Als ge dat echter denkt dan zijt ge er wel mee en kent ge nog niet de door letterlijk niets geëvenaarde brutaliteit der heeren patroons. Men heeft de arme steenbakkers, niettegenstaande zij al minder uren werken, nog tottwintig en dertig percent van hunne al niet zoo vette loonen afgehouden. En de eigenaars en aan-neiners moeten ons maar eens komen vertellen of de steen in evenredigheid in prijs gedaald is. Ze zullen er goed mee varen als ze daar moeten op wachten. Maar wat kan men nu anders ver-wachten wanneer men ziet dat zelfs van hoogerhand dit wraakroepend stelsel wordt aangemoedigd en zelfs een Sche-pene van Openbare Werken eener groote stad als Antwerpen eigenmachtig het door den Gemeenteraad vastgestelde loonminimum als vervalien verklaardt. * * * Zoo snijdt de hebzucht nu reeds maanden lang en in stijgende mate een deel van de volksvoeding; verrijken een deel Belgen zich op de ellende hunner medeburgers, ja zelfs ten koste der steun-kracht van de Hulpcomiteiten, wien het niet zelden voor kwam dat zij hunne aardappelen achiien franken de honderd kilogrammen moesten betalen; diezelfde aardappelen waarvan later dan zulke massas verrot moesten weggeworpen worden. Geen of wel doorslecht betaald werk; steeds duurder wordende levensbenoo-digheden; en daarbij de met huisuitzet-ting dreigende zweep van den hardvoch-tigen huisbaas, zoo gaat onze arbeidende bevolking met bange hart, den komende winter en de onvermijdelijke totale uit-putting tegemoet; net als sommige akkers waar men eene heele periode zoo weinig mogelijk insteekt en er zooveel mogelijk tracht uit te halen. En als dan na deze oorlogsperiode, den grooten strijd op handels- en nijver-heitlsgebied zal ontbranden en ons uit-geputte volk niet meer bij machte zal zijn zich met de andere, concureerende vol-ken te meten; dan zullen denkelijk die zelfden die onze volkskracht nu naar hunne geldkoffers hebben afgeleid, de eersten zijn om onze arbeidende bevolking naar het hoofd te slingeren dat zij te lui is. L. V. B. Overal dezelfden, maar niet hetzelfde Bovenstaande dachten wij bij het lezen van een berichtje in het « Algemeen Handelsblad », betreffende een voorvalletje in de Duitsche stad Munster. Wij zijn verzekerd dat onze lezers er wel juiat het zelfde zullen over denken en laten het hen daarom hier volgen. De boteroorlog te Miinster is opnieuw uitgebroken en woedt met nog meer hevigheiddan te voren. Ingevolge het dreigement van de magistraat met maximumprijzen, indien de boter niet voor 1.50 mark per pond als maximum-prijs werd verkrijgbaar gesteld, waren de handelaars en producenten op de jongste botermarkt zeer terughoudend. Zij hadden de boter onder eieren verborgen en stelden den ver-koop der eerste daarvan afhankelijk, dat men hun eerst de eieren afkocht voor 20 pfg. per stuk. De stemming onder het koopend publiek — voor 't grootste gedeelte huisvrouwen — werd daardoor ailes behalve prettig. Een gewond soldaat greep zelfs een mand met boter en eieren en smakte je tegen de keien. Verkoopers werden met eieren en boter gebombardeerd en moesten de vlacht nemen. Zij trokken toen in allerijl af, zonder hun waren aan den man te hebben gebracht. Ze zijn dus wel werkelijk overal van hetzelfde soort de boerkens. Evenwel ziet men aan bovenstaande toch dat men ze zoo maar niet overal hunne plunderzucht ten koste der bevolking laat botvieren. Het wordt tijd dat men hier ook eens paal en perk gaat stellen aan die praktijken en dat op eene afdoende wijze. Men is begonnen met maatregelen te nemen tegen het opjagen der graanprijzen, dat men nu ook maar onmiddelijk hetzelfde doe met de aardappelen. Het beste ware nog dat men de voorraden liet opnemen, een maximumprijs stelde en de provinciale Hulpcomiteiten het recht gaf den verkoop zoo wel aan de plaatselijke komi-teiten als aan particulieren te controleeren. Aan dat speculeeren op den volkshonger kan toch enkel door eene flinke daad van boven af een degelijk einde worden gemaakt. L. V. B. Een intermezzo Een der dagen van de vorige week kwam onze collega H. Van Doeselaer op een verkennings-tochtje betreffende de Steunkwestie langs Schoo-ten, toen hij daar een groep werklieden bemerkte tegen dewelke den heer pastoor eene toespraak hield. Van nature wantrouwig als wij zijn wanneer wij zien dat een geestelijke zich zulk eene extra-moeite getroost voegde onze vriend zich stillekens onder den hoop en hoorde hoe door den eerwaarden heer de jongens een standje in regel werd gemaakt omdat zij er tegen opkwamen dat zij door de gemeentevaderen verplicht waren voor den steun van 't Nationaal Comiteit werk voor de Gemeente te doen, zonder dat deze daar zelve iets voor bijpaste, zooals dat in Antwerpen en grensge-meenten gebeurd. Van Doeselaer moeide zich ten slotte met de zaak en toonde den heer pastoor beleefd en kalm maar proper en netjes aan, dat hij mis was en haalde als voorbeeld daar bij aan hoe de Gemeen-besturen in Antwerpen, Borgerhout, Berchem enz. in zulke zaken handelen. Waarop den heer pastoor, voelende met iemand te doen te hebben welke in deze zaken geene ooren aan te naaien was, er vandoor ging, zeggende, « dat hij daar nog maar veertien dagen was en dus nog niet op de hoogte dier zaken kon zijn », iets waarin onze vriend hem gelijk gaf maar waaraan hij dan toch toevoegde «dat, als hij er dan werkelijk nog niet van op de hoogte was, hij zich maar had moeten onthouden die menschen er de les over te gaan spellen ». Wij die er veel aan houden al die zaken te kunnen bespreken in 't bijzijn van tegensprekers, vonden het natuurlijk prachtig dat onze vriend daar toe nu eens juist daar, en à l'improvist, de gelegenheid had toe gehad. Maar wij wisten ook evengoed dat het daarbij niet zou blijven. En werkelijk hoorden wij den volgenden dag reeds van een deel jongens van daar die ons kwa-men opzoeken, hoe zij onder handen werden ge-nomen door geestelijke en andere heeren, die natuurlijk aanraden van kalmpjes te blijven en zich maar in ailes willoos te sc'nikken naar de be-slissingen de rijke heeren, zelfs als zij verplicht werden voor hunne arme dopcenten vuile moos-grachten te kuisschen, waarbij zelfs zoo het schijnt, een deel van partikulieren. De jongens moesten kalm blijven, maar... men begon met hen die dit vuile werkje geweigerd hadden hunne dopcenten af te nemen, en in de plaats daarvan hen een sermoon op te disschen over het gebeurde met onze vriend, voor wien zij bijzonder gewaarschuwd werden als voor een ge-vaarlijk mensch. Als hij nog eens in de gemeente kwam om in den heer pastoor zijne wielen te rij-den, dan.... was het heusch niet noodig dat zij kalm bleven, dan hadden zij zelfs de voile toela-ting om hem eene goede rammeling te geven. Wat een welopgevoede menschen toch, niet waar ? In ons bijzijn beleefd en achter den rug zijne woede niet meester. En dat allemaal omdat de menschen zich zoo maar niet willoos knijpen laten en wij zelfs tegen een geestelijke heer de zaken durven zeggen zoo als zij zijn. Hebben die heeren nu werkelijk zoo weinig gezond verstand' dat zij niet begrijpen hoe kleinzielig zij zich in de oogen der menschen zelve, die zij zoo gansch: beheerschen willen, aanstellen. Gelukkig voor ons en zoovele anderen dat, hoc

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Syndikaal mededeelingsblad: van de Algemeene Federatie der Vakbonden van Antwerpen behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in Antwerpen van 1915 tot 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Periodes