t Volk: godsdienst - huisgezin - eigendom

1445 0
14 november 1918
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1918, 14 November. t Volk: godsdienst - huisgezin - eigendom. Geraadpleegd op 25 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/m03xs5kt39/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Heden, ten dage dat onze Koning, de ] hoogste verpersoonlijking van ons Bel- £ gisch volkswezen, zijn plechtige 1-jrin- . trede te Gent doet, hebben wij nog een bijzonderen plicht te vervullen. We hebben onze Jongens en hun wak-kere strijdmakkers begroet. We begroetten, heel natuurlijk, op gansch bijzondere wijze onzen innig be-minden Vorst en zijn familie. We zijn inzonder ook een groet ver-schuldigd aan onze Belgische regeering. — Een volk heeft de regeering welke het verdient, zegt een oude spreuk. In aile landen van de wereld zegt en schrijft men dat wij, Belgen, het ver-dienstelijkste van aile volkeren zijn. Uit dien hoafde mogen we besluiten, dat wij dus de beste aller regeeringen waard zijn. Welnu, die hebben we. In het verslag der gedenkwaardige Parlementszitting van den dinsdag 4 Augustus 1914 lezen we onder meer : « Het laatste antwoord van Huitschland, zegt hoofdminister de Broqueville, hoeît geen verder be-toog.» Het woord is nu aan de wapens. Wij zullen onzen phcht doen, gansch onzen plicht. Wij kunnen overwon-nen worden, maar nooit zal men ons te neer slaan. Geheel ons hart, gansch onze hoop berust in het Belgisch volk. Zelfs moest het over-wonnen worden, toch zal men het nooit kunnen onderdrukken ! «Tien minuten lang juichten het Parlement, het publiek en de parlementaire dagbladschrijvers dit antwoord toe. — « Leve Belgiê ! Leve onze onafhankelijkheid 1 Leve het Vaderland ! » was al wat men hoorde. »M. de Broqueville werd door al de partijen, door Ylamingen en Wa-len toegejuicht met ongemeen# en indrukwekkende geestdrift. Honder-den handen werd en hem toegesto-ken.» M. Delvaux, ouderdomsdeken, riep te midden van een nieuwe uif-barsting van geestdrift : «W if stel-len al onze hoop in de regeering. Het eendrachtig België zal niet vergaan ! » De zitting werd daarop geheven. Velevolksvertegeiiwoordigera weenden.» Dit Verslag betroî de zitting van Ka mer en Senaat te zamen. Geen half uur nadien hadden beide lichamen elk een afzonderlijke vergadering. In het verslag van dezc der Kamer lezen we : « Hoofdminister de Broqueville verklaart dat, gezien de medewer-king door de leden van al de partijen tôt 's lands verdediging verleend, de Koning, op voorstel der regeering, M. Vandervelde tôt staatsminister benoemd heeft. » Liberalen en katholieken gaan samen met de socialisten M. Vandervelde de hand drukken en hem gelukwenschen. »M. Vandervelde antwoordde be-wogen : « Ik heb maar één woord te zeggen, menheeren : Ik aanvaard ! » Al de kracht der regeering berustte in het volk. Al de hoop van de vertegen-woordigers des volks berustte in de regeering. Deze nam haar politieke tegen-«tanders in zich op, want na M. Vandervelde volgden Hymans, Lorand en an-deren.Allen één ! Zoo wilde het toenmaals de regeering en zoo is het gebleven tôt op dezen dag. Is M. de Broqueville in den laatsten tijd vervangen door M. Coo-reman, 't is waarschijnlijk omdat de man die den vreeselijken verdedigings-strijd aanging, de man der vredesonder- ! handelingen niet kon zijn. Maar de geest j » VER«*CHIJNT « M A AL. PEPt WEËK S CENTIEMEN HET NUMMER I ■ van 1914 is ook de geest van heven nog : 1 Allen één ! In dien geest heeft onze regeering, op " 't initiatief der meerderheid samenge-' steld uit mannen van aile partijen, meer dan vier jaar lang ons aller belangen " waargenomen in een tijd der hoôgst 1 drukkende spanning. Zedelijk en stoffelijk heeft ze ons van 1 uit Le Havre bezorgd, ons beschut tegen I hartelooze kwellingen, ons gevoed en jjgekleed onder den druk van roofzieke ^ ' overweldigers, onze Jongens behartigd ! op zulke wijze dat zij de best verpleegde 1 van aile soldaten waren. I Ze komt thans in ons midden terug, J die regeering, welke door haar leven be» I wezen heeft waarlijk de verpersoonlijking j I van geheel ons volk te wezen. I l \ Allen leven we in haar éénig wezen 1 g elijk zij vier jaar lang het onderhoud van ons aller leven was. I Bij haar teruglcomst begroeten we haar thans in erkenning van haar waar-achtig volksleven. ~ Haar danken we voortaan, door één j te zijn met haar, gelijk zij met ons allen I één is geweest en. gebleven. Onze Vorsîen te Gent M 10 y2 ure. Wij bevinden ons aan het grensgebied Mariakerlce-Gent einde der Palingshuizen. " Heer hoofdkommissaris Van Doorse-'.'e laere heeft er post gevat. Een velorijder komt hem verwittigen dat de koninklijke n stoet aan het Staaksken zooeven ver-trokken is. De eerewacht, aangeleid door majoor - Blanpin, der gendarmerie. J Vervolgens de Koning, de Koningin en de Kroonprins aile drie te paard, gevolgd door een staf van meer dan t honderd ofîicieren, samengesteld uit ver-' tegenwoordigers van de verbonden lan-. den. ni Wij hebben nog tijd een eindje de stad L in te gaan. e_ Wat volkstoeloop toch 1 En hoe gezind | er de menschen uitzien ! Men lacht, men dxukt elkaar de hand, men jubelt wanneer een auto of velorijder n_ passeert. En welke prachtige versiering. " Juist over de De Smetbrug heeft de gebuurtedekenij eene prachtige eere-1 ] poort opgericht. De schoolldnderen der Grijze Zusters, iet net j es opgesmukt, vlagjes in de hand, zijn in rei langs den weg opgesteld. |CI Inderdaad, Gent is bereid ons Vorsten-je_ huis waardigte ontvangen. lt_ De koninklijke stoet betreedt het ,ve grondgebied der jubelende Gentsche stad. ^ Achter de eerewacht, de koning in het je midden, de kroonprins rechts, onze konin-aj gin links. Het volksgejubel is onbeschrijf-?a- u.ik- en Kinderen en jonge jufïrouwen werpen er_ en bieden bloemen. Hier staat het Geirt-(. sche werkvolk ! Vive le Boi I Leve de Koningin ! Leve de Kroonprins! Onze kongin lacht en groet, de lach met eene uitdrukking op het jeugdig, ge-zond aangezicht dat v&n eene innige jcl ontroering getuigenis geeft. ■ Einde de Paiirigshuizen. Een burger-" lijk muziek heft de Brabançonne aan. în' De stoet maakt hait. n'" Vooruit ! la Tien, twintig duizend menschen ju-mr belen in onbetoomde geestdrift. Een îen weesjongentje wordt bij den Koning ge-lag bracht. Een weesmeisje der Grijze Zusters biedt bloemen. Ile Wij passeeren d e De Smetbrug. er- Wie kan ze schatten de menigte ! jen Moeder Overste der Grijze Zusters de met een klein weesken op den arm treedt ig, uit de menigte ! ter Het weesken reikt onze Koningin een tuil. Moeder Overste krijgt een fermen an handdruk, ook van den Koning en van m- den Kroonprins, beiden in oorlogstenue. em De De Smetstraat is prachtig opgesmukt.be- Men stroiot bloemen, blanke bloemen, ' te zoo blank als het wapenschild van he ' ! » I Belgisch Vorstenhuis. in Het volk roept, lacht, weent, zwaait, en- geeftmetalle mogelijkemiddelert uitdruk-re- king aan zijn getrouwheid aan onzen en- trouwen onwankelbaren Koning, aan er- onze edele Koningin, aan onzen 17jarigen m- erfprins, reeds tweemaal gedekoreerd voor zijn betoonden heldenmoed in de als verdediging van den verkrachten vader-tot grond. in 10.50 ure. do- Van Wittenbergstraat 1 Hait ! de Lieve kinderen verschijnen. Bloemen gs- en huldebetuig 1 De Koning nijgt zich er- diep ora goed te hooren wat een kinder-îst mond Hem te zeggen heeft. In de Rabotstraat regent het bloemen 1 uit de zwart ziende vensters in de onbe-dwingbare volksmenigte langs beide zijden der straat. In de Peperstraat en ki de Hoogstraat ! sneeuwt het bloemen, en 't gejubel der menigte neemt zoo mogelijk nog in geestdrift toe. En zoo gaat het voort, immer in stij- ; gende dank en feestbetuig van een ver-lost volk, over de Koornmarkt door de Veldstraat, naar den Kouter waar de aangekon^.igde wapenschouwing plaats heeft, van de twee divisies die onmid-dellijk de Vorsten in den stoet volgen. 't Is een heerlijke uitbarsting van geheel het volksharte geweest voor zijn duurbaarste pand : ons beminnelijk en innig diepbemind Vorstenhuis ! Maklank van 't Frôntlsïen. L. Goudet, die sinds een paar maanden door Der lîund, van Berne (hoofdstad van Zwitsorland ), aia onzijdig oorlogscorrospon-dent naar het Entente-front in Westelijk Europa gezondon werd, schroof den 1 Octo-ber laatstleden volgenden brief aan zijn blad : — Sedert den 18 September hebben do Britsche legeraj die van Cambrai tcrt St. Quentin opgesteld zijn, m onafgebroken opeen-volging ofîensiofaverrichtingen doorgevoerd, waarvan de govolgon aan de lezers bekend zijn uit de ambtelijke meldingen. VersGheîdene van die gevecbten heb ik zelf bijgewoond, in 't bijzonder den 18 Sep-t-erabei-' bij Epéhy, op 27 en 28 September bij de bossehon van Bourlon en Hargicourt. Bij deze gelegenheden heb ik kunnen spreken met talrijke Britsche gekwetaton, lange treina Duitsche krijgsgevangenen naar het binaenland zien wegvoeren en mij met een heel aantal dezer gevangenon vermoge'n te ondërhonden. Op die wijze kon ik de zede-lijko overmacht der eenen, de zedeîijke neer-geslagenheid der anderen vaststellen, welke factoren onlanga door Foch als onderpand der zegepraal voorge3told zijn. Bij de Britten, hier lichtgekwetsten die, elkander ondersteunend, langzaam naar de verbandplaats toowandelens daar zwaarge-wonden, die door kameradon op een berrie weggedragen worden. Welk een geest hen bozieit I Wel verwringt de sniart de gelaatatrekken, maar de oogon glansen 1 Zij hebben gczion hoe hun wapen-broeders doodelijk getroffen werdenj do scherpe knal van 't geschut, het suizen der kogels en granaten doet hen huiveren; maar wat geeft het I De zware artillerie- en mu-nitiekolonnen welke zij ontmoeten; het ge-anork der aigen vliegtuigen, die naar de vijandelijke linies toezwevons al het be- I drijvig oorlogawoelen in detegonovergestelde richting van hun lijdensweg; dat ailes zegt hun dat de zaak goed staat, dat do kamoraden glnds in de voorste Unie, vaa welke zij zooeven torugkeorden, vooruitrukken en de hun aan<?ewezen doeleinden bereiken ! Een beeld zal ik nooit vergeten, — dat-gene van een op de berrio uitgeatrekten sol-daat, wiona bloed noerzijpeldo on een groote roode vlek vormde, maar die, bij het voor-bjjrijden van onzen auto met de kleuren van het hoofdkwaïtier, moeizaani zijn doods-bleek gelaat naar ona keorde en ons toe-laohte !... Op de verbandpteata staat een flinlcgw-bouwd Anstrali&r. Bjj wijst lachend op zijn hand, door een grams&tsohot verpletterd; een geschu+splinter in het vleeach vormt een zware buil onder de huid. Ben Ameri-kaansch officier met verpletterden arm en doorsohoten beon vertelt ons, hoe zijn bataillon, dat voor de eerste maal aan het ge-vecht deelnam, zulkon onstuimigen ijver aan den dag heeft gelegd, dat de officieren het sleohts met moeite konden ternghoi^don, opdat het niet in 't gordijnvuur der eigen artillerie geraakte. De eerste vraag, welke de gekwetsten, officieren en soidaten, allen op onzen terug-rit van het front tôt ons richten, luidt steeds : «Wat nieuws is er? Hoe staan de zaken? » Overal en hij aîlon betocmen zich gloeiende ijver, taaie besliatheid on onbegroasd ver-trouwen.In gamch hetopeuzenorgarjism der Britsche levers ruiJet het naar zegspraal. Beier dan het fijnste bederfelijk gas dringt deze geur door-hoen de linies, en hîj heeît zich onder de Duitsche troepen dusdanig verbreid, dat hij hun langs aile poriën ingedrongen is. Herhaaldelijk hcrbben mîjn konfraters der neutrale drukpers en ik zelf met Duitsche officieren en manachappen gesproken. — «Wij zijn er vol van, de oorlog duurt te lang !» is altijd weer het antwoord, dat we te hooren krijgen. Sinds een week zijn meer dan 2000 ge-vangenen van alla mogelijke rogimenten en divisies langs ons voorbijgetrokken. Bevinden zich daaronder ook nog gansch jonge knapen van 19 en 20 jaar, a'sook een aantal oude vorsloten manschappon, toch zien zij er door elkander krachtig en gezond uit, zoodat men in aile geval een krachtdadiger weerstand mocht verwachten. Blijkbaar is evenwel bij de Duitsche troopen een zedeîijke gedrukthoid voorhanden. In dat opzicht be-vestigen talrijke, den Engeîschen in handen geraakte schrataiukken, voor liet geze,m»ti- lijk front de vàstetellingen, welke ik zelf o^> kleinen maatstaf gerlaan heb. Behalve ongetelde soldatenbrieven, in tvelke sprwalc is van arbeulingen en ontmoedi-ging, en waarin bevestigd wordt dat ten ge-volgederdagélijksche gevechten en der veel-vuldige tanksaanvallen, het leven ondraag-lijk geworden is en er zoo spoedig mogelijk, onverschillig op welke wijze, een einde moet aan gesteld worden; behalve de verhooren van gevangenen, uit welke blijkt, dat de stemming in het regiment slecht is en bataillons in het vijandelijk vuur geen stand ge-houden hadden; behalve dat, heeft de En-gel sche berichtendienst ons nog een reeks dagordes en onderrichtingen der Duitsche legerleiding voorgelegd : « In de maand Jull heeft mijn loger 23S man aan vermisten ingeboet en sleohts 48 gevangenen genomen, » zegt generaal von Below; « dat bewijst de tegenwoordige overmacht der Engelschen in de gevechten met onze troepen in Niemands Land. Die overmacht moet den strijdgeest onzer infanterie verminder-en. » De kommandant der tweede Garde-divisie bevindt den 27 Augustus, dat de infanterie bij andere divisies zelfs bijna geen gebruik gemaakt heeft van haar geweren, doch in-tegendeel dat enkele compagnies infanterie niet zelden doorheen hun artillerielinies te-ruggegaan zijn, zonder dezer gesteld ver-langen om beschutting in acht te nemen. Hij beveelt derhalve de strengste maatrogelen aan, opdat togen zulke plichtsverzaking krachtdadig worde ingegaan. Volgen hier nog een paar uittreksels van een bevel dos generaals von der Marwitz, gedagteekend op 28 Augustiis : « Ik begrijp niet hoe hopelooze lieden in den laatsten tijd ganseh ongelooîlijko geruchten kondon ver-breiden. Overal zagen zij tenk-eskaders, cavalerie-massa's en dichte infanteriekolon-non. » — Na eenige geruststellenda bemerkin-gen, besluit de g'eneraal : « Er bestaat intus-schen niet do minsto reden tôt paniek. In-tegendeel hebben onze troepen aan het front zich nog nooit zoo zeker van de overwinning gevoeld als juist nu. Dit bevel moet aan aile eehbeden modegedeeld worden. »• 1k zou de lijst zulker a&uhalingen kunnen verlengen. Daaruit blijkt, dat de opperste legerleiding der Duitschers sinds do maand Augustus de zedeîijke gesteltenis harer troepen in oogmerk genomen heeft. De sindsdien ingetreden politieke en militaire gebeur-tenissen laten too er op te wijzen, dat aan dezen wezenlijkenfR,ctor, bij de door Duifcsoh-land en zijn bondgenooten geleden terug-slagon, eenhoofdroltoekomt en vermoedelijk ook verder zal toekomen. D. GOUDET. Plunderaai's. Het Vaderland, Belgisch dagblad van 7 November, dat voorloogig te Parijs gedrukt wordt, schrijft onder meer : De Duitschers hebben verleden week stelselmatig gestolen en geplunderd ; zij namen ailes mede wat maar eenige waarde had en beroofden de vrouwen zelfs van hun kleeren en kousen. Ik ben van deze plundering getuige geweest, zegt de correspondent, en ik weet heel goed dat de Duitschers Brussel afpersen. De huizen waar officieren hebben gelo-geerd, werden van onder tôt boven neer-gehaald; pianos, schilderijen, meubels, tapijten, ailes verhuisde naar Duitsch-land.Zij willen ook de koolmijnen doen springen en de fabrieken. De Duitsche officieren verklaren dat dit ailes zal ver nletigd worden of de Bondgenoten zouden hun woord moeten verpanden, dat zij er geen gebruik zullen van maken voor den vrede. Ik ben overtuigd dat het eenigste middel om de uitvoering van deze be-dreigidg te beletten is, openlijk al de eigenaars van Duitsche mijnen en fabrieken te verwittigen dat zij zullen verantwoordelijk worden gesteld voor de j Çepleegde verwoestingen en gedwongen België te bevoorraden tôt de Duitsche werklieden de schade zullen hebben her-steld.Bcmerking. — In Gent weten w'er ook van te spreken. IP^AT^IDZEnST.. Uit La Nation Neige van 1 November : Twee kwesties aan de waakzaamheid der regeering opgemerkt : Gelijk te Brugge hebben de Duitschers in gansch Oost-Vlaanderen, vooraleer af te trekken, al de paarden en al.het hoorn-vee medegenomen. Wij vragen de regeering of maatrege-len genomen zijn om de slachtoffers dier bandieterij te vergoeden. * « + Het wordt bevestigd dat de Belgische regeering eene overeenkomst gesloten heeft met de Nederlandsche regeering om 30.000 paarden aan den Belgisclien landbouw te leveren. leest sa vsweîût HEï VOLE Kieuwe Kanselier cr Ondsr^aaseliôr. Men meldt dat de oiïicieele socialist Ebert kanselier en de onsffliankelijke socialist Haase onderkanselier in Duitsch-land benoemd zijn. Banken stop gezet. Uit Amsterdam wordt geseind, daar de Banken tôt Berlijn door hun klanten belegerd woiden, daar ze hun betalingen staakten. BESLU IT. De Aigemeene Stafoverste van het Bel gisch leger, Gezien het artikel S van het besluit-wet en van het artikel 2 van het konihklijk besluit van don 11 October 1916; Gezien de noodzalcelijkheid de zekerheid van het leger, de veiligheid van den Staat on het handhaven der goede orde te vrij-waren in het gebied der kantonneeringen van het Belgisch léger: BESLUSTi TITEL 1. VERELIJF EN VERXEER. HOOPDSTUK 1. Optelling der bevolking. — Eenzelvigheid» kaarten. Art. 1. — De terugbezette gemeenten worden verdeeld in twee reeksen: de reeks A bevat al gemeenten waarvan de bevolking méér dan 5000 zielen bedroeg, op den datum van den 1 Oogst 1914 alsook de hoofdplaata van elk arrondissement, wat ook het cijfer dezes bevolking weze ; De reeks B bevat aile andere gemeenten. GEMEENTEN VAN REEKS A. Art. 2. — In de gemeenten der reeks A is het bestuus gehouden, binnen de 6 dagen volgende op het aanplakken van het togen-woordig besluit, de optelling te doen : 1) der personen méér dan 15 jaar oud, waarvan het verblijf in de gemeente heeft aanvang genomen na den 1 Oogst 1814; 3) der porsonen dio de Belgische nationali-teit verworvon hebben na hunne geboorte. Art. 8. — Zullen later bepaald worden, de tijdverloopen binnen de welke elk persoou, die toegelaten is in de gemeente te verblijven, voorzién moet zijn van een éénzelvigheid*-kaart, dewelke behoorlijk moet geteekend zijn voor « Gezien » dote het gemeentebestuat en door doze afgeloverd worden. GEMEENTEN DER REEKS B. Art. 8. — In iedere gemeente der reeks B, zullen binnen de 48 uren van het herstellen van een gemeentebestuur, één of twee g«-meentocommissiën ingericht worden; den» zullen gelast zijn : 1) do verklaringen te ontvangen welk* voorzién zijn bij de hiesvolgende artikels; 2) de iijst op to ma<cen der personen toegelaten in de gemeente te verblijven; 8) hunne éénzelvigheidsstukken te tee-kenon voor « Gezien »; 4) het gemeentebestuur ter zij de te staan voor de policie der gemeente; Art. 5, — Zijn gohouden zich vôôr d« gemeentelijke commissie aan te bieden : 1 ) binnen do 48 uren volgende op het aanplakken van het togenwoordig Besluit s a) elken persoon méér dan 15 jaar oud, waarvan hot verblijf in de gemeente aanvanj heeft genomon den 1 Oogst 1914 ; 5) elken persoon van vreemde nation»li-teit.o) elkenparaoon vanBelgische nationaliteit, dio deze verworven heeft na zij no geboort«5 2) Binnon de 4 dagen volgende op het aanplakken van het togenwoordig besluit: Al de meerdorjarige inwoners niet ver-mold in 1). Zij zullen vôôr de gemeentelijk» commissio eeno verklaring doen van verblijf voor hen en hunne kinderen boven de 15 jaar. Elko persoon in het togenwoordig artikel vermeld on die zich ter zitting der gemeent®-lijko commissio niet kan begeven, is gehouden onmiddellijk de commissie te verwittigen.Art. 6. — Elk persoon meec dan 15 jaai oud, geoorloofd in de gemeente te verblijven, in het bezit en dragèr te zijn eenor eenzolvig-heidskaart, geteekend voor « Geaien » doc® de gomeentelijke commissie, nadat zijne één-zelvigheid best&tigd is on zijne hoedanigheid van inwoner der gemeente erkend is. Ta dien einde, de porsonen dio zich vôôr do gomeentelijke commissie aanbieden om er d« verklaringen te doen voorzién bij het as» tikel 5, moeten voorzién zijn van hunne ééa-zelvigheidsstukken tijdens de vijandelijk» bozetting afgeloverd. — Dezo stukkon, n» geteekend te zijn voor « Gozien » door de gomeentelijke coromiasio, zullen hun tôt voor-loopige éénzolvighoidskaart dienen. HOOOPDSTTJKII Voorwaarden tôt het verblijf in het gebied det kantmreeringsn van het Belgisch leger, Oniruiming. — UUdrijving. Art. 7. — Zullen alleen geoorloofd zijn Sa het gebied dor kantonneeringen van hot Belgisch loger to verblijven : a) de personen die er zich zullen bevinden op het oogenblik der terugbezetting van hd grondgebied en die zich zullen gedragas volgens de besohikkingen voorschreven bij <i! voorgaande artikels; l 6) de personen dio bîjzonderlijk zullen ge-; oorloofd zijn door ons in dit gebied te drin« | gen om er zioh te vestigen of er tijdelijk tt verblijven. Deze toelatingen zijn tijdelijk en onwoder-' roepelljk. Totale of gedoeltelijke ontruimingen de( bevolking zullen altijd mogen bovolen wos> don door do bemachtigde overheden. ) Art. 8. — Het uitdrijven van elk persoo* i wier aanwezigheid niet wenschelijk is, mag i ton allen tijdo bevolen worden door ons en [ door deD.militairen Gouverneui" der Provincia. Mag tiitgedreven worden, elk persoon di« , ziah niet schikt volgens do besluitea es j voorschrlften der uoilitaise ovorhsdon. SSiTOigt^. 28e Jaarj — H' 264j Codsfllenst — fiolsgezln — Elgendom Donderflati, 14 so?emii8F 1918 I

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks t Volk: godsdienst - huisgezin - eigendom behorende tot de categorie Oorlogspers. Uitgegeven in - van 1891 tot 1918.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes