Vlaamsche gazet van Brussel: dagblad voor Zuid- en Noord-Nederland

1276 0
10 januari 1914
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1914, 10 Januari. Vlaamsche gazet van Brussel: dagblad voor Zuid- en Noord-Nederland. Geraadpleegd op 19 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/7h1dj5979q/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Voor Beigig 5 centiemen, voor Sfederlaad S cent liet nummer VIJFTIENDE JAAR Zaterdag* 10 Januari 1914 30, St-Fieterstraat, 30, Brussel ABONNEMENTEN: 1 jaar 6 maand3 m. België, vrachtvrij fr. 14,007,504,00 Nederland, > » 20,00 10,505,50 Andere landen > 32,00 16,008,00 Men kan inschrijven op aile postkantoren Dt inschrijvers voor een jaar (14 frank), keiben recht op eene gratia boekenpremu en een geïllustreerd neheltjXsch bijvoegsel van % blad*. floofdopjteller-Eigenaar : JTJLITJS HOBTE, BBUSBEL van BRUSSEL VERSCHIJNT 7 MAAL PER WEEK BESTUUR EN REDAOTIBi TELEFOON ttl Nr. 10 Zaterdag: 10 Januari 1914 30, St-Fieterstraat, 30, Brasse! AANKONDIGINGEN 4* Bladzijde, per kleine retel < • .fr.0,50 !• Bladzijde»1,00 V Bladzijde . efr. t en»3,00 Rechterlijke eerhers tellingen .>*,0# mm DITTSCHLÀND DE KROONPRINS EN DE VOORVALLEN TE ZABERN Wij hebben gemeld dat de kroonpi ins twee telegrammen had gezonden naar generaal von Deimling, militair ■ is-Lo- Qgen, om hem geluk te wehsehen met zijn houding in zake de voorvallen te Zabern. Het Loodswezen maakt ons de statistiek bekend der scheepvaart gedurende het jaar 1913 in de 8 havens van België : Te ANTWERPEN kwamen 7118 schepen, metende 14,! 17 11") ton, wat eene vermeerdering geelt van 109 sohepen en van 398,996 ton. Er is, zooals men wet, tusschen de opgaven van Loodswezen en van onzen Havendienst DE SCHOOLKWESTIE Het "feminisme "(?) der Rechterzijde. — De Nederlandsche Onderwijs-Kommissie. De onderwijzers en de onderwijzeressen moeten behoorlijk betaald worden. Dat beseft iedereen, en hadden de klerikalen de schoo.lkwestie tot geen ellendige partijpolitiek verlaagd, dan zou men in de Kamer, ook wat de bezoldiging van de onderwijzers betreft, beter werk tot stand brengen. Veel klerikailen gehoorzamen aan een enkelen drang : geld bekomen voor bun partijonderwijs. Al het overige kan hun maar weinig schelen. Op de banken der Rechterzijde zetelen er heel wat « feministen » ; die katholieke Kamerleden zouden zelfs het stemreoht aan de vrouwen verleenen, naar zij beweren^ uit feminisme, maar in den grond, omdat zij weten, dat men de vrouwen nog beter dan de mannen aan de klerikale politiek verknechten kan. Welnu, leden der oppositie stellen voor de jaarwedde van de onderwijzeressen met die van de onderwijzers gelijk te stellen. Er zijn geen zes katholieke Kamerleden, die daarvoor hebben durven stemmen, en het voorstel werd verworpen l Het feminisme der klerikalen is een kluchtspel; dat hebben de katholieke Kamerleden zelf, Donderdag, eens te meer bewezen. Al wat leden der oppositie voorstellen, hoe rechtvaardig en nuttig het ook moge zijn, wordt door de katholieken verworpen. Dehoogere belangen van de katholieke partij schijnen dat te vergen. In elk geval is die verachterde politiek zeer ïiadeelig aan het land ; van de klerikale schoolwet, zooals die thans gestemd wordt, kunnen wij zelfs op onderwijsgebied niets goeds verwachten. Nogmaals stellen wij tegenover de'partijdige handelwijze van de klerikalen de vaderland sche politiek, welke de liberalen in Nederland on schoolgebied willen voeren. Wij zeggen niet, dat men in Nederland den gewenschten vrede op schoolgebied zal kunnen bekomen, maar bij de Nederlandsche liberalen bestaat er in dat opzicht een eerlijke wil. jjabewezen dooi redevoering, welke de h. Cort van der Linden, de Nederlandsche hoofdminister uitgesproken heeft, bij de instelling der kommissie voor het onderwijsvraagstuk. Aan deze redevoering ontleenen wij het volgende : De arbeid, dien deze Staatscommissie gaat ondernemen, is voor de toekomst van ons vaderland van buitengewone beteek ems. Indien gij slaagt, zal de grondslag zijn gelegd voor een krachtige en duurzame ontwikkeling van ons volk, en zal onze nationale eenheid zijn bevestigd. r>it doel, u allen gemeen, moet u vereenagen in de middelen om het te bereiken. In den strijd, die vele jaren lang onze politiek heeft beheersc'ht, hebt erij getracht datgene te doen zegevieren wat gij, indien gij alleen de macht hadt, het meest in overeenstemmmg met uwe denkbeelden zoudt achten. Het standpunt, dat gij thans tegenover deze vrao-en inneemt, is een ander. Gij staat thans tegenover het feit, dat uwe opvattingen over en weder elkaar beperken. Het openbaar en bijzonder onderwijs doen zrich aan u voor als historisch ontwikkelde gegevens. Gij zoekt middelen om beide tot bloei te brengen en beider vrijheid te waarborgen. Gij ^uJt eenerzijds hebben vast te stellen de taak, die aan de overheid tegenover beide takken van ons volksonderwijs toekomt en anderziids de eerbiediging van ieders levensbeschou- : -wing tot leidend beginsel hebben te maken der door u te ontwerpen regeling. Op deze wijze kan ons volksonderwijs in de verhoudingen, waarin wij leven in waarheid nationaal worden. De energie die thans verspild wordt in voortdurenden en onvruchtbaren strijd kunt gij zoodoende omzetten in een levende kracht tot ver lief f in g van ons volk. Waarop de h. Bos, voorzitter der kommissie, onder meer antwoordde: Van de groote beteekenis, welke het welslagen van onzen arbeid kan hebben voor de toekomst van ons volk, in het bijzonder ten aanzien van zijne verheffing door onderwijs en opvoeding, zijn wij doordrongen. Evenzeer ook zijn wij bewust van de groote moeilijkheden, welke ons wachten in de voorbereiding van een eervollen vrede op een gebied, waar langer dan een halve eeuw de strijd zoo fel heeft gewoed. Een_ strijd, die diepe sporen in ons maatschappelijk en staatkundig le•ven• heeft achtergelaten. Zeker kan men niet verwachten, dat de strijders van gisteren elkander heden dadelijk met volkomen vertrouwen tegemoet zullen treden. Was het ooit anders bij het openen van vredesonderhandelingen ? Toch werd zoo vaak een uitkomst verkregen, welke bron bleek te zijn van duur/amen voorspoed voor allen, en niet de fkiomen van niemven strijd bevatte. Welnu, bij alle leden der kommissie, en dit is de hoofdzaak, bestaat blijkens de aanvaarding van hun lidmaatschap, de onrechte wil om te trachten een gcmeensohappelijken grondslag te vinden, waarop zich kan verheffen een deugdelijke inrichting van ons schoolwezen, welke irekenincr houdt met zóó groote verscheidenheid van godsdienstige en opvoedkundige inzichten nis ons volk kenmerkt. Dergelijke beschouwingen zouden ook in "PpÏpip wat meer ingang moeten vinden Thans wordt hier in gansch tegenovergestelde richting gewerkt. In Nederland henben de vrijzinnige partijen de meerderheid bekomen. Zij ondersteunen een ministerie, dat den school vrede wil verzekeren. In België hebben de klerikalen gedurende lange jaren op den scbooloorlog geleerd. Eindelijkwillen zij den leerplicht invoeren, maar clan moet die leerplicht gepaard traan met een schoolstriid. die heviger zal woeden dan ooit. De klerikalen doen niets om den schooloorJog te vermijden, vermits zij er zelfs niet aan denken een nationale kommissie tot onderzoele van de school kwestie samen te stellen. Wij laten iedereen over die onvnderlandsahe en dweepzuchtige politiek oordeelen. 'Araus. FREDERIK WILLEM, Kroonprins van Duitschland Dat deze twee telegrammen gezonden zijn, is niet tegengesproken geworden, doc'li het « Berliner Tageblatt » deelt thans bet volgende mede over de uitlatingen van den kroon pi ins nopens het gebeurde to Zabern : « Toen de kroonprins in verschillende bladen de artikelen over zijn zoogenaamde gelezen had, zeide hij, niet te kunnen ben, hoe men tot de opvatting kwam, dat hij ËlzasLotharingen beschouwen zou als een bijna vijandig land. "Ren dergelijke veronderstellingis onzinnig. Hij weasdhte niet alleen, dat in hot Jlijksland geen verschillen zouden bestaan tusse'hen Al-Duitschers en ElzasLotha-rs, doch ook dat de IClzav-Lotharingers bevolking van het Huk zich gegoede Di '. in het i ten heersehen en dat de wetten niet opge\ behoefden te worden. Omtrent de gebeurtenissen in Zabern zei de kroonprins : « Het eerekleed, da/t de officier draagt, moet onvoorwaardelijk beschermd worden tegen beleed i gin gen, en hij kon er niet aan twijfelen, dat dit ook de overtuiging van de groote meerderheid van het -•♦< ENGELAND HET AFTREDEN VAN JOE CHAMBERLAIN Joe Chamberlain Zooals reeds is gemeld, heeft Joe Cliamberlain, de gewezen minister, besloten zijn mandaat voor het Lagerhuis neer te leggen. Chamberlain was sedert 37 jaren kamerlid voor WestBirmingham, doch kon in de laatste jaren, wegens zijn gezondheidstoestand, de zittingen van het Lagerhuis niet meer bijwonen. liij behoorde aanvankelijk tot de liberale partij, doch scheurde zich daarvan in 1885 af omdat hij zich niet met de Hoine-llule van Gladstone kon voreenigen. Hij stichtte toen de liberale-uniouistische partij, welke geheel samenging met de andere unionisl In 1895 werd hij minister van Koloniën, in welke hoedanigheid hij eene droevige vermaardbeid verwierf tijdens den Boerenoorlog. Nadat hij afgetreden was.als minister, poogde hij zipi partij te winnen voor eene tariefhervorming, doch dit is hem tot dusverre nog niet gelukt en maakt nog steeds een punt van verdeeling uit in de unionistische partij Een schoone uitvinding Londen. 9 Jan. — Een Engelsch werktuigkundia;e M. K. S. Broom heeft een toestel uitgevonden dat, op de autobussen toegepast, deze belet de vooirs te verplet!Proefnemingen werden met dit toestel genomenen met volle welslagen bekroond. De uitvinderheeft niet geaarzeld zich voor de i aderen vaneen autobus re werpen. Hij werd door het toestel opgenomen, zondei zich eenigsznns te hebben bezeerd.x NEDERLAND Nederlandsche reederijen over 1913 De Nederlandsche koopvaardttj.vïooi breiddede zich krachtig uit en op bet oogenblik zijnnog bijnaeVemveeJn aanbouw ah jaar geleden. Waar de meeste der ]>n aanbouw zijnde schepen in 1914 in de vaart /uilenko- vvel minder ruim worden, zàl her aantal in aanbouw zijnde pen het volgende jaar wel een belangrijike daling ondergaan. ! gelukki'Ldigheid is, dat in 1913 van diiot, uit ruim 400 pen bestaande.ênikel verongelukte. De verbind/higen onder Nederlandsche vlag zijn ook zeer wederom toegenomen. De krisis in de diamantnijverheid Het aantal werklooze diamantbewerkers te Amsterdam is deze weck opnieuw gestegen en wel van 48-35 tot 5092- ->~^*fl»~-*- OOSTENRIJK TUSSCHEN HONGAREN EN ROEMENEN Het zoogezegd Servisch-Roemeensch verdrag Wij 'hebben voor eonige dnu ld, dat de Hongaarsehe hooklminis,Tisza, on- derhandelingen had aangeknoopt met de Roenioi iw 'spiekende Hongaren, ten einde deze,door uedetzijdsoho toegevingen, over te halenom mee.I-e i e '.;

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Toevoegen aan collectie

Periodes