Vooruit: socialistisch dagblad

1321 0
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1916, 16 Maart. Vooruit: socialistisch dagblad. Geraadpleegd op 25 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/st7dr2r59h/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

friia per nummor : toor Balgië "é sontieaien, voor dan VroemdoS centieaisn - Tetofoon & fBéèaeii# ~JAii ► i'id&taSstraite &845 srraKroraemîBOTiïïSWKrMBBiaKMPKWMjraKTttaKsims; ?v&xmaiK£mssmrœizxBtâGvvœxz3&tt'tim.™T:i3àS£&œ^iHiïBSna'. matBtamÊ/fÊÊmmÊBÊmMWÊÊÊtÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊtKÊÊtiHÊÊÊÊÊÊÊgKÊt^ Hesîïleï'rjaa 16 SHAART 1910 ■ Il IIIIIW——»; 10f«klJ#r-UStge«f«î«f su MaatschappsJ H ET UCHT , bestuerder i », OC VIS CM. LwUberg-Qffnf .. redactse . . ADMINISTRAT^ I0ÔGPOORT. 29. CENT VOORUIT ^ > !.. Illll A80NNEMENTSFPJJS BELQIE .& Drle maanden. , . . , fr. 3.29 £ea maanden > . % , . fr. 6.50 Ë:njaar ...... fr. 12.50 /ij'.Ti a&onnesrt zieli op »ile pesteur#?)*» DEN VREEMDE Drifi maanden !dag«l»j!» verionden). fr. 4.7} Orgaan der Belqisehe Werk/iedenaarfii. — Vemchi/mnde alfy dagen Brief uit den Hemel Waarie Broedtrs mm VoorttU, ■ itmoest U sedert l«ng geschrevon hebben, maar ■iliat, de oorlog heeft al dan tijd mijner meesters inga-Komen en dul ook de mijne. Daar ik eerste «scretaris K vm de H. Driavuldighaid kunt gij wel danken, dat Khetvoor g cens pan ei«ren gehad hob, «1 kivsur.en xi| Kn geiukzaliga kieken*. ■ Indien ik « nu een uuricen heb kunnen afdoen dan ||, omdat de Vider mij zegde : ■_ Gtbriel, sehrilf gij naar «Vooruit», racakt hem Kjjnt woede b«kana met de redenea die glj kent. U* Ktntert, Raphaël, ofwel Séraphin, zullen wel voor-Kpig uw werk doen. ■ li jtnv»ardde natuurliikdlrekt, omdat ik gaiijk gij L'de lociaUsten in mijn hart drang, voorai de bel-BiCha ta de gentschs boven aile*. ■ Y/dnu vrienden, de koieire van den Vader, den ■oon en den H. Geest tu deze maal iets verschrikke- ■ Mijne vrouw, mijns lieve heilige Clara, bad hetzelfs lia Mg en niemsnd dieri onze meesters bezien. ■ p« reden, vraagt gif geheel terechtî ■ Welno,mijne goddelijko meester* haddan in Vooruit ■ele/«n wat een uwer fcnappe medewerkers geschreven Kdoverde vastenbulle van den bisschop van Gent. ■Fcat stuk liet toa van vleesch te eten binit den vasten, ■.liiiv- op Goeden Vrijdag. KttUca kwtm onze meestars voor al* ®eae grave ba-■edi.jBg afin de arme menschen. ■Inderdasd, vleesch laten eten, als de metste been-■ouwers geen priemken vleesch in geheel hun huis Hebben, dat is al ta kras, en een droeviga loi. HTerechtsegde God de Zoon : ■- Indien er nog vleesch wore, wasrmcde moaten de ■tme dutsen het koopen? Zij xijn zonder werk, zonder Komen en al geheel kontent als zij aan wat aardappe-Bnai aan een drooge korst brood kunnen geraken, * ■ GoJ de Vadsr was niât boosaardig tegen M. Stiîie-HiBi ki hij markt* terecht op, dat htj oud was en dus Hkklach'ig naar geest en lichaam. En dat is ook juist, verontwaardiging onzer heiligs Meesters steeg ■ta top, toen wij Le Bien Public ontvingen. Hvcrd Vooruit daarin niet aangevallen als had hij HjMmisdatd gaplaegd om den bisschop betkeld ta Hbkn met dan naam van «Baaa Siillamans». ■-Hé, wat vreeseliike gebeurtonis, spotte de heiliga Hets;, moeten misschien <Baas» vervangen wordsn ■cruBliîk». Zij worden krankzinnig die lieden. ■- Ji, van lioogmoad, zegde God de Zoon, we»-Htùkzootla altijd. ■(M de Vader zetta sa een gezîeht, 2:00eis ik hem ^Kigzag en hij bulderde: H-Dus, Baas zeggen tegen een bisschop is eene be-H^ngaan den godsdienstî En waarom als 't hulder ■libcralîaeaMerfïalon hebben altijd het ba^enaohap K*gestdd als een ideaal voor iadereen. Wle bass werd Hd den hoogtte gaai afgeschotsn, hij was bekwaam, Bai, deugdzaam, eerlijk en wat weet ik al. Bien kleiie baas stond verre boven en was beter,d«n ■fcgrootenknecht, zegde men. Hlnnu is hst woord « Bais » eene bsleedigitsg. ■Wions donc, mijn zoon, had men U op uwen lij-Bnstodit op aarde nooit geen grootere beleedigingen Bpedaan, gij waart ergelukWg vanaf gekomen. ■God^de Zoon. — Inderdaad, Vader, ik weet er van ■God de heilige Geest — Ja, broere, en de soeialis-■azouden ook zeggtn s Danke Dzeezeken, indien men ■ngeen ergere smaadwoorden naar het hoofd had •lingerd. zooals wij ailen om te best wetea. ■God de Vader. — Luittort, mijne vriendea — en tee-■agoed *an, Gabriel — ik zsl u wel d'explicatie ge- ■Dj menschen zijn opgevreten van hoogmoed en ■oezis, Welkenamen dragen al die kluclitspelers? ■Dcpaus — mijn zoogezegde stadhouder op de we- ■ - «lien schieten in een gullen lach — laat zich ■telen Zijne Heiligheidl Zijne kardinalen noemen ■lt Eminenties en Monsignoris. De bisschoppen ■«en zich den titel toe van : Zijne Hoogheid en ■wseijjneur. ■ En de eenvoudigste pastoor of pater, die soms van ■ea ciet weet ot hij van achter iteft, geeft zich nog ■t voor een Eerwaardige Heer. Laat staan, mijne ■i«rde Ambtgenooten, dat een eenvoudig broerken KE ''e pretentie heeft van den titel aan te nemen van Frire of Lieva broeder. Zou men niet zeggen dat de averige mannen, ook geen chers frires of lieve beminde braeders van mij zijnl — 't 1s geheel juist beamde God de Zoon. — 'k Geloof het wel, sprak de H. Geest woedend, aesmlke verwaandlieid dienen wij te kaatijden, ziedear mijn advies. Als men nagaat, wat die rekels aan onze beminde zonen Anseele, Van Beveren, en duizend anderen, hebben verweten, mogen wij zeggen dat zij waanzinnig moeten zijn van hoogmoed, om zulka taal tegen onzen gellefdan Yooruit ta voeren. — Zoo zal het gebeurenl Roept het hemelsch tribu-naal bijeen en lient het heilig openbaar ministerie go«d in, Gabriel. Van heden af keurik de benaming van Le Menteur Public voîmondig goed en stuur ik mijnen zegen aan mijne beminde redactie van Vooruit, aan geheel het gentsch socialisme en zijn nakomelingschap. Ziedaar, Waarde Vrienden, waarbij ik mij ten voile aansluit met mijne Hemelscha Groaten, GABRIEL, Aartssngel Secretaris van buitenhemelsche Zaken Adret: Zeven uren boven den wind. lie! Hâtions! liiliseot 't Is gegaan met het règlement van het Nationaal Hulp- on Voedingskomiteit zooals met aile andere : sr zijn leemten, tegenstrijdigheden die minder talrijk ionden zijn, maar onvermijdelijk waren. Daarbij ko-men de talrijke verschillende manieren van toepassing, ie provinciale reglementen, waarvan de eene al ineer rerschillend is dan de andere. Dit ailes heeft eene ver-warrhtg ten gevolge, waardoor de eenen in 't oogsprin-;end bevoordeeligdworden ten nadeels der anderen. Wij willen eenige dier tegenstrijdigheden bespreken, lunne gevolgen aantoonen, aldus misschien er aan hel-jen wat meer gelijkhaid te verkrijgen. Onder diegenen die niet als nijrerheidswerklieden lanzien worden, aldus allen onderstaad vcrliezend, rijn : de landwerkers, daglooners, dienstknechten en lienstmeidec, naaisters, kuischters en waschters bij jijzonderen, kant-en speldenwerksters, de «Fransch-nans»,zooals beetenbewerkers, osgstwerkers, suikerij-iroogers, suikerijfabriekwerkars, anz. Wannesr 't Nat. Kon. aldus de werkeloozer. in twea dassen verdeeldt, voerde het daarvoor argumenten aan lie van de eene zijde beschouwend als aanneembaar conden aanzien worden, maar die van de andere zijde îardvochtig zijn, daar aldus eene mecigte hongerende nenschen, — omdat ze geene nijverheidsv/erkliiden [ijn, maar toch werkeloos, — geenen onderstand ont-mngen.Dat is erg, wreed, en een onderzoek onder die onge-ukkigen zou afdoenda aantoonen dat daardoor niet illeenlijk honderde gezinnen in da diepsta armoede tegooid worden, maar eveneens meisjes en vrouwen iikwijls een weg worden opgedreven die niet alleen de rernietiging van hun toekoinst beteekent, maar weinig ter doet aan de natie. Met akademische redeneeringen zijn die feiten niet veg te cijferen, 't blijft eene onomstootbare waarbeid iat werklooze arbeidera of arbeidsters, wanneerze niet >ndersteund worden, in de huidige oaastandigheden noeten hongeren, of. om dit te voorkomen, dingen noetsn doen die niemand zou durven aanprijzen, — vel integendeel. Laat ons nu met eenige voorbeelden aantoonen hoe egenstrijdig en onrechtvaardig sommige regelmentsbe-salingen zijn. Eerste voorbeeld : Een gezin, bestaande uit vader, îoutbewerker, moeder, huishoudster, dochter. 19 jaar, ipoelster, dochter; 17 jaar, weeister, en vijfkinderen jeneden de 16 jaar. Dit zou ontvangen per week van t Nat Kom., indien allen werkeloos zijn, 13 fr. Derge-ijk gezin, m«t den vader als landbouwwèrkman zou naar 6 fr. ontvangen, daar vader,'moeder en kiaderen, >eneden de 16 jasr, in dit geval niet kunnen ondersteund vordan. Dat er niet, naar den asrd van 't uitgeoefcnde vak, nesr of minder beho«ftcn zijn in beide hier tôt voor->eeld genomen gezinnen, blijit buiten allen twijfel. En lochlans zou het eene gezin 7 fr. per week minder oiat-rangen dan het andere. Txoeede voorbeeld met dezelfde gezinnen. Indien in 't gezin, waar de vader houtbewerïer is, een meisje ware van min dan 16 jaar, dat als kindermeid b. v. 6 fr. per week verdient, zou men naar gslang 't loon-cijfcr dat men mag beraiken, de afhouding doen op de 13 fr. ondersteuning. Gebeurde zulks in 't gezin waar de vader landbouwarbeider is, dan zou men dit afhou-den van de armzalige 6 fr. ondersteuning. In beide gevallen gebeurteene onjuistheid. In 't eerste vmden wij het onrechtvaardig dat 't Nat. Kom. rekening houdt van 't loon van iemand dû! onder geen enkele voorwaarden van het Comiteit eenige ondersteuning han onivangen. Indien in 't eerste geval een zwe'em van verrecîitvaardiging te vindea is, in 't weeds geval zou mei ten minste, in plaats van af te tiekken op de som von 13 tr., waaroo 't gezin zou recht hebben, indien de man onder de nijverhcids-werklieden gerekend werd, Derde voorbeeld. Een zuigeling van eene week oud, krijgt van 't Nat. Koqî. 0.50 fr. per week onderstand. Een groote gast van 35 jaar en 111/2 maanden krijgt evenveel. Wint die gast na op 't ftbriek eenige ellendige franken.pardaf, 't Komiteit dat hem op gebied van ondersteuning met een zuigeling op gelijken voet plaatst, behandelt hem op gebied van athouding op zijn loon, juist als een volwassene, wat we s ver, een 3 onjuist en niet te verrechtvaardigen noemen. Vierde voorbeeld. — Hooger gaven wij da verschillende soorten werklieden en werksters op, die door den aard van hun vak geenen onderstand kunnen genieten van het Nationaal Komiteit. Maar wanneèr eene nijver-heidswerkster of-werker, die in hun respektievelijk vak werkloos zijn, ean dezer beroapen, waarvan de beoœ£«-naars niet kunnen ondersteund worden, zelf uitoefenen om iets bij te winnen, wordt dit goed gevonden en het totaal der ondersteuning er naar geregel.i. Dit allss klopt niet, heeft geen zin, is op den hoop toe onrecîitveerdig en benadeeligt da werkeloozen. Man zal dan ook we! erkennen dat wat meer logika in 't re-gelment niet misplaatst ware en eene werking in die richting hoogst noodig is. Van "t standpunt der mensç.heîijkfceid uit bescliouwd grieft ons ditp de brutale regelmentsbepaling die met eeno streep honderden en duizenden eerlijke en naars-tige werkers en werksters allen onderstand ontzegt, omdat ze tôt de nijverheidswerklieden niet behooren. lïr kan geene andere beweegreden aangehaald worden, (die werd ons in eene diskussie voor de voeten gewor-pen door een afgeveerdigde die zittingan van 't N. K. bijwooat), dan dat die menschen nu even goed kunnan werken, iets wat men van tal van nijverheidswerker» en werksters eveneens zoukuv.ncn zeggen. Maar we vragen ons af waar zouden de «Fransch-mansn zooals beetenwerkers, suikerijdragers, suikerïj-fabriek- en oogstwerkers, dia voor den oorlog met tien-duizendtallen in Fraukrijk girjçen arbeiden, hier nu aan bezigheid geraken? Wat moet het leven zijn van die ongelukkigen en hunne gezinnen î Wat is er nog te verrichten -.oor daglocnera, kciscfc-ters en waschters S Niets 1 De menschen doen ailes zelf omdat ze tijd ts veel en geld te kort hebben. Dat men eens eene optelling doe van de dienstmeifien die sedert en gedurende den oorlog zonder betrekking gersakten, waarvan er velen door honger en ontbering, en doordat za geene nijvarheidswerksters waren, zonder ondersteuning in de armen der prostitutie verzeild geraakten I En om op de landbouwarbeidere terug t® keeren : Weet men wat de lieftallige boeren, — ook omdat 't oorlog is, — uitrichten î N iettegenstaande ailes wat zij op de markt brengen stukken van menschen kost, maken ze van de huidige toestanden gebruik, gezien den overvloed van arbeidskrachten, om de ongelukkigen die zij in dienst hebben op hunne hongerioonen nog te besnoeien, waardoor die menschen met de huidige levensduurte er heel goed aan toe zijn, man mag het denkan ! Van dit ailes val'en in de eerste plaats de vrijzinnigen als slachtoffers. Diegenen die vriend van César, zijn en steeds bereid zich te plooien als «en knipmes bombar-deert men met een paar regels schrift in de rangen der nijverheidswerklieden. En klaar is Kees. Men zal ons tegenwerpen dat voor die lieden, buiten 't Komiteit, nog beschikbaro gelden zijn om hen te on-dersteunen.Een prachtig iets dat «waarmede gejongleerd» wordt: in 't bijzonder op den Vlaamschen buiten loopen zs een vaart er mee. Deze krijgt, gene riet; ailes is op dit gebied overge-îatén asn den willekeur van esne kliek, die zulks doet doorgaan ah 't Manna hunner persoonlijke liefdadig-heid. En men roept dan «ach» en «wee» wanneer deze i: plan gelaten menschen werken aangrijpen dia onge wenscht en de hunne niet zijn, wijl vrekkisheid, vast gelegd door onbezonnen regelmentsbepalingen, he; daar eenvoudig toe drfjven. Diegenen die Vlaanderen kennen zullen met ons ir stemmen dat het buiten reaelment bepalen van eei heele boel menschen onrcchtveerdig is, en met de an dere in 't regelment aangeduide tegenstrijdigheden we zou mogen verdwijnen. Jos. Cooz.s. Brief uit Soltau Onze Gentscbe jeugdige partijgenoot Crustaaf Balma zar. gewezen sekretaris onzer Socialistische Jongi Wacliteo, is te Soltau krijgsgevangen. Dezer dagen ontvingen we een brief van Zijne hand den 18 Februari gedagteekend, welka we van belani ger.oeg vir.den voor het 00g onzer lezers te brengen. He zal niet alleen de ouders, echtgenooten of virliefdei sterken d:e een geliefde als krijgsgevangen hebben maar het zal onzen pactijgenooten bcwijzen met welkei moed onze jongens hun gevangenschap dragen. Ziehie: dan brief : Soltau, den t8 Februari 1916. Mijn beste Rudolf, Van de weinige brieven welke ik schrijven mag meen ik toch er eene aan U en de Gentschs partijga nooten te moeten wijden. Ik zou U Mâveel willen vertellen over mijn krijg» gevangenschap. dat me, ondanks de zwaarte van der duur, reeds zooveel leerde. Hier heb ik gezien dat wanneer men zich jong en sterk voelt, de ellende zoe oneindig veel schoons omvat. Hier heb ik gezien da men nie» alleenlijk moed noodig heeft om op 't slagvelc zijn soldatenplicht te volbrengen en zijn vel veil te hou-den voor eene zaak die deze van den arbeidenden stanc niet is. Ook voor een langdurig gevangenschap is moec noodig om te blijven wat men vrceger was e» niet d< lichamelijke begeerten, den geest te laten naderdsukken die strijd tusschen lichaam en geest was dikwijls hïrd, zwaar, bitter Ik heb gezegepraald! En ik ben er fiei op. niet zoozaer voor mezelf, maar omdat ik in dier zegepraal do frissche kracht vond m'n lotsgenooter te helpen in 't uitv-chten van hùn strijd. Er wareu hier menschen dia dacbten door God ge-zouden te zijn; anderen, omdat hun naata met eene kleine d of v begon, dis meenden onze werkjocgens kleinburgerlijke begrippen te mo»en inpompen. Wanneer ik hier, ongeveer één jaar geleden, de Vlaamsche voordrachten inrichtte. was mijn doel geens-zins de stichting eener VI. Bew. Eene dergeiijke stich-ting in vijandelijk land ware onzinnig, slecht geweest. Ik wilde alleenlijk bij onze Vlamingen het bewustzijn van eigen-zijn opwékken en hen wcgrukken uit de atmosfeer van geestelijke lauwheid. Ik wilde hen, al was het ook tnisar voor eenige uurtjea, d'eJîendo hua-ner familie, het woeste gebons der kanonnan en bel kletteren van het moordend staal doen vergeten. Dài ■was mijn eenig doel. Daar waar kleinzielige menschen aan die stichting eene andere beteekenis wild en geven, heb ik het bélet, 't Was zoo dat ik eens in eene vergadering van minstem 50^ Walen het woord nam. Ik werd zeer goed begre-pen.Het noodlot joeg me gedurende zeven maanden aan de egge en den ploeg. Heden ben ik weer te Soltau. Sedert dien ga ik mijn eigen weg, me herinnerenda dat onze goede, ouwe partijgenoot Anseele me eena schreef : Er ligt een uitgestrekt veld dat ziseht van groeikracht. Sinds mijn terugkeer gaf ik hier mijne derde vopr-dracht over te Coôperatie », sprak over Heyermans en zijn '."crk « Het Kind» dat onze vlaamsche jongens op-voerden onder de leiding van mijn makker De Pont, van ons Ned, Tooneel, stond een advokaat te woord over « Vrouwenbeweging» en devolgende week spreek ik over de uLandeiijke Uitwijking». Bijna al deze voordrachten geef ik beurtelings in de beide talen. Mocht ik meer schrijven, ik zou eens den toestand uit ons ba'lingschap onderzoeken. Maar dat behouden we ons voor... later! ! Ik dacht echter, waarde vriend Rudolf, dat het mijn plient was U dit schrijven ta sturen. Groetenaan de vrienden der Redaktie en der Partij. Krachtige klauw. G. BALTHAZAR. In naam der Partijgenooten meenen we onzen maedx-gen en ij vervollen knappen vriend te moeten gelukwen-schea om zijne weldoende woorden en het goedo i werk dat hij in zijn ballingschap verricht. Zijn oordee! en zijne werking meenen we tevens voîmondig t* moeten bijlreden, en 't is een kreet des harten wanne«p( 1 we hem toeroepen : « Ga voort op den ingeslagen wej, en eans de menscheamoordende vi jatideliikhedcn geein-digd en de Vrede teruggekeerd, zult gij meer dan ooit 1 gsstaald zijn in den prcletarischen strijd welke wa to voeren hebben )). Houdt moedig vol, vriead Gustaaf,. 1 wakkert voorts u\o» UjdensgenooUtn en onze klasst-genooten eveneens tôt volhouden gan, an hop en wa1 dat weldra de door bloîd mi kruit bazwangertfc lucht 1 opheidere en eene rredesasnbraogeride stralende zon aan de kim opstijge tôt ons aller geluk en welzijn. R. Vercammew. - ,, ^ Rond den Oorlog t Gdtteraal Pôtafn , Goneraal Hanri Philippe Pétaia, oppeii 1 bevelhebbsr over het 2e loger om Veraton ©n xneerders van gouverneur Humbert m' generaal Herr, oouaasuadaat vaa Vardunj werd 24 April 1ÔW geboren. Hij ontving î zijn opleiding te St. Oyr, werd 187Ô aer-géant-, 1883 luitanairt, 1890 kapiteia çu 10OÇ ■ batalj onscomœandaat." In 1801 verviad hîi het Legioen vaa Bw. ; Eeeda gerwimen tij<j itolooei, datM hug «rj aaa dea dienst t« verlaten, toen d* odrît» ; uitbrak. Na den t-ei-ugfcodbt bij Charlem! onderscheidd« hij ziah voortdnwœd epo, diÉ î hij wdidra tôt eorpaoommaudant opHoœ. Trots jsijn strengheid i* Péfcain bij soldaten zeer gelietd. Pétain — aldus ge~ i tuigt ©en officier die den generaal in Atrecht leerde kennen — b#sàt în h@og* mate, wat wij in eoldateniat^n mm noemen. Hoewel maar infanterist, wiat hjj oava-leriste» onder de»n indruk te brengen, van welka ^enschen toch bekend is, met vrelki een minachtend medeiijden *ij op de «arme zandhaaen neenien. IOp zekeren da g liet hij zioh zelf s woorden ontglippen, die profetiseh gewor-' den zijn : Luitenant, glj suit het nog een* befcranren geen infanterist te sijn, want in den eersfkosnenden oorlog zal de infante»', rie, die het hoofdwerk moet doen, ook den hoofdroem wegdragwi. ; Als kolonel van het 33a infanterie-regi-ment dacht Pétain slecht» aan den oorlog en dat ui een tijd, toen veîo salonofficiereîi alleen aan htin promotie en genoegen daoh-ten. , Men vsrteit van Pétain, dat hij, om zich. terug ta hoade®, elken morgen touwtjft sprong, om welke reden een. zenuwachtigi huiseigenaar hem do huur opzegde. | Bij het September-offensief liep hij 5 km/ door het slijk voor zijne trpepen uit. Qaar-i ne klauterda hij, trota zijn 59 jaar, bij denj ; waarnemingsofficier in zijn hoogen wacht-post. Lachend deeldo hij steeds aile ontbe-1 ringen met zijn soldaten en zijn jong en*; hebben altijd toegang tôt ïijn... portemon»' naie. Deze legerohef is, schrijft de «Liberté»,-een van de oorspronkelijkste en meeet aa-n-' trekkelijke figuren uit 't nieuwe oorlogvoe-i rende ïraxikrijk. Aan grondige oorlogswa^ tenschap paart hij een diep mzicht iri dé psychologie van den soldaat. Men vertalt, dat de generaal voor dun leeft in »en maehinegeweor-motorkar-t Dit is zijn slaap- en studeervertrek. Iffi tweo maanden verferuikto hij... 14 chan#» fsurs. Een van deze zside : Dan generaaiîi rijden ? Dank u. Ik zie er niet tegen op door een Dujitscher gedood te worden, rnaai' Geschiedenis idar Sïondsn es veiletee kiaderen ioor te tessn beea tordracht gehouden in «One Huit» door den heer F. NOVE (Zie «Vooruit» van 12 Maart 1916) (Eerste vervolg) Op den buiten was de toestand der verla-) kinderen nog ellendiger, daar stierven & >/100 bij gebrek aan zorgen en voedsel ! S00 kon daarin verholpen worden î ttet Gouvernement schonk aan de Hospi-t grootste deel hunner vroegere rech-1 terug, en in plaats van den geheelen laat B|en zij maar voor hunne rekening meer Kleeding en de zorg der kinderen voor oiang deze in de gestichten verbleven. e departementen en de gemeenten moes-P voor de overige onkosten instaan. m de gestichten wat te ontlasten werden «r Napoléon 6000 Belgische jongelingen . ,°.Jaar te Versailles bij de Keizerlijke f mgelijfd. Moeders kregen hare kin-terug monder vergoeding als het be-)n-mWaa ^at die konden kweeken. De pt m van ni6llwe kinderen gesehiedde L eer strenSheid.Wettige kinderen moes-Hari» ou,ders teruggegeven worden, op k VA?fnt 0U(ierdom werd geen kind meer bn l n 0PS6nomen. le ri;„Unt oordeelen, geachte Toehoorders, P.ir,«.„ îîat?geieT1.hefc getal der befecher-Lf. % verminderen. Maar het de- >t mÛPl V- 1827 verijdelde al de listen f moed6rs die wi-st haar kin« .ygdjete» om het dan aïs voedsters tegen betaling op te voeden : de kinders moesten naar andere departementen overgebracht worden. En gedurende 10 jaar werden de kweekelingen der Hospiciën in aile streken overgebracht. Deze overplantingen in massa weerhield vole vrouwen, maar had de treurigste gevolgen voor de kinderen; zij konden zich niet ge-wennen aan de nieuwe luchtstreek, aan de nieuwe voeding — de mœderlijke bezorgd-heid was niet dezelfde als in de eerste plaats en ze stierven in groot getal. De le voedsters hadden den kleinen kweekeling lief gekre-gen, het kind was van den huize, het was wel zyn vader, zyne moeder geworden en nu mœst het weg, de wefc moest in al hare strengheid doorgedreven worden ! Die schei-ding viel hard,zoo voor de voedsters als voor kinderen ; by de eersten was diepgevoel-d î smart, bij de laatsten groot verdriet. De openbare opinie kwam er tegen op zulke fa-miliebanden te durven verbreken en het de-creet van 1827 werd ingetrokken. Sommige hospicdën stoorden er zich evenwel niet aan enplaatsten de besitedelingenv oort van het eene département naar 't andere ; men bere-kent dat er van 1827 tôt 1858 in 60 Fransche departementen 32600 kinderen verplaatst werden, waarvan er meer dan "8000 door de voedsters teruggenomen werden. Zij hielden ze liever voor niet! Verminderde eenerzijdB de léfet der hospiciën door die strenge toepassing, anderzijds groeide het getal vondelingen sterk aan door de «rollen» en door de verwi&seling der kinders. Was in een gezin een zwak hospicie-kindje gestorven, zijn overlijden werd voor 't gesticht verzwegen en de voedsters ver-toonden aan de toezieners een hunner kinderen van nagenoeg denzelfden leeftijd of gin-gen er een halen bij buren of familieleden esn wettig kind dus, om dat te vertoonen. Zoo behieîden zij het kostgeld om hun eigen kiad of dat ?&b andeyen groot ta brengen — en kregen van die andere nog een hulp-geld erbij ; eerî^ nieuwe commerce dus, ten nadeele van de fondsen der Vondelingshui-zen.Dat misbruik was zoo algemeen ds,t de mi-nister aan elke inrichting den plicht oplei (als eenzelvigheidsbewijs of identiteitstee-ken) om den hais van elk kind een collier of snoer vast te rijgen met op eene medailje zijn stamnummer. Dat hislp, Maar sommige voedsters deden toch het snoer af, bewerende dat het losgeraakt was door de eene of andere uitgedachte oorzaak of dat zij het moesten losmaken doordien de kleine zoo struisch werd. Om hieraan te verhelpen moesten de bestedelingen nu kleine zilveren oorringen dragen. Later echter werden de balssnœren w&er ingevoerd, en ten huidige dagen hebben da hospiciekinderen in FrFankrijk nog het halssnoer met medailje, echter maar tôt den ouderdom van 7 jaren. Wat ook maehtig bijdroeg om het groot aantal kinderen te vermipderen was de af-schaîfing der rollen waarvan zooveel misbruik is gemaakt. Dat heb ik u in de vorige conferentie bewezen. Door zulken hardnekkigen kamp te leveren tegen ontaarde moeders en plichtverzuimen-dt ouders door de misbruiken ten allen kant u't te roeien, h. ; deRegeeringhettoezicht over de Hospiciën zoo verwaarîoosd, dat zij tôt hare groote verWondering vaststelde: de wet wordt door de hospitiën in dien zin mis-kend dat de betaalde pensioenen te gering, de kleeding onvoldoende, het nazicht er-barmlijk waron. De Hospiciën en de Arm-besturen werden onder toezicht geplaatst, departemenfcs-opzieners aangesteîd. Deze openbare ambtenaren stelden ook hier veel misbruiken vast: de kinderen waren slecht gekleed, onvoldoende gevoed, moesten de koeien wackten of op het land meehëlpen in plaats van naar school te gaan —~ boven hunne kraçhten werkan of gaan b®- . delen om aan hunne pleegouders op te brengen wat voor hen te weinig aan onderhouds-kosten betaald werd (want de pensioenen moesten overeenkomstig de wet verminderen met het toenemen in ouderdom). Arçae, arme kinders ! wat wer.îon zij toch door ieder-een en ten allen tijde uitgebuit! Wat baten de beste wetten als zij niet nageleefd worden ! Uit welk kind, in zulke droeve voorwaar-den opgegroeid, zou iets goeds kunnen terecht komen. De meeste onder hen zijn pa-ria's geboren, hebben als dusdanig geleefd en zijn als de verworpelingen der maat-schappij gestorven, vervloekende hunne ouders of moeder, hunne voedsters, zelfs de Hospiciën, hunne wettige beschjermers 1 Volgen wij nu een kind van bij zijne op-nam-e in 't Gesticht tôt aan zijne meëtder-jarigheid.Opname. — In de steden werden de kinderen naar het open bureel gebracht oa-middellijk na de geboorte door doctoors en vroedvrouw — of in De Roi gestopt. — Da bediende maakte een verslag op, schreef het kind in, deed hem een snoer om den hais en aanvaarde het. Ten platte lande namen de openbare be-sturen ze liefst niet op, en wisten de ouders te bewegen hunne kinderen tegen eenen tijdelijk hoogen prijs zelf te kweeken. Als het een vondeling gold, deed men en-kwêst op enkwest zonder zich om geheim-houding te storen ; en, om aan de openbare beschaming te ontsnappen, droegen de jon-ge meisjes liever hare kinderen naar de roi van het naast bijgelegen hospitie. Zoo was het Armbestuur van den last af. Inschrijving. — In aile hospiciën zijn nog de stamregisters Daarin staan : de datum, de naam, den ouderdom en aile omstandig-heden die met het verlaten gepaard gaan. ,Verder bwam^n de inliçhtin«sio laven van 't kind tôt zijn 12* jaar (namefl: der voedsters, hunne woonplaats, pensioen-gelden, gderag, vorderingen in de klas efll m de christelijke leering, leertijd, enz.) Vondelingen kregen namen ontleed aan de geschiedenis, ook volgen s hunne lioha-melijke vorming, de kleur vain het wezen,f de streek, h&t uur, de plaats waar zij ge-vonden werden. Bespottelijke namen waren niet toegelat-en. Kinderen van vreem-de ouders werden overgebracht naaj het' geboorteland hunner ouders. . Tijdelijk verMijf in 't gesticht. — Minnsn voedden de kinderen mat moedermelk of gaven ze den biberon. Parijs had 30 à 35 minnen, aan 50 fr. per maand plus huisves-ting en goede voeding. Doctoors vaccineer-i den ze. îfa eenige dagen of weken mochtertj ze naar den buiten. Plaatsing. — Bedienden, « Meneurs » ge-l noemd, zochten minnen en voedsters op, be-! taalden onregelmatig en lieten overL deuj kinderen op de lijst om de pensioenen ihi hunnen zak te steken. Die « Meneurs » w«r~'; den in 1833 vervangen door : «préposés» 0$ den buitem verblijvende en gelast met het. toezicht d&r in de streek gepla-atste kinde-l re:i. Zij gaven den yoorkeur aan nette men-; schen, aan hen die het kind vroegen om/ het Li de familie te hotiden en er een'; mensch van te maken, meestal aan iand-bouwers.Onderhoudsgeltien. — De hospiciën van Parijs betaalden 25 £r. per maand om een' kind met de borst te kweeken, 18 fr. met biberon en dit tôt tien ouderdom van 1 jaar. Verdsr was h»t psnsioen veel té gering en; moesten de kinderen t» vroeg van school blijven om mee te werken (80 livres per jaar beneden de 10 jaar en 1/3 per jaar min tôt het 12® jaar). (Vervolat.)

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Vooruit: socialistisch dagblad behorende tot de categorie Socialistische pers. Uitgegeven in Gent van 1884 tot 1978.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes