Vooruit: socialistisch dagblad

1776 0
09 december 1918
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1918, 09 December. Vooruit: socialistisch dagblad. Geraadpleegd op 28 maart 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/7m03x84q0z/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

De loonen van morgen VU I U V 11 V II «K«» Voor «lion : «cht uren arbeid, acht fpank per deg sis minimum, met supplementen, volgens de vakken •n de plaataen. Ondor dien fcitel deelt « Le Peuple » een lang artikel mede, dat tè belangrijk is om onopgemerkt te laten voorbij gaan. Het artikel vangt aan met de werkzaam-heid aan te halep door de «Syndikale Kom-œissie der Belgische Vakbonden» geduren-de de oorlogsjaren aan den dag gelegd. Onder andere meer spreekt het over den îndruk die 't protest in 1916 heeft gemaakft" door haar aan von Bissing çezr-^den, aan ! gaande de brutale wegvoenng van Belgi sche arbeidws. Midden aile smarten en ellende heeît de 8. K. in stirte hare werking voortgezet, *ich op het oogenblik voorbereidend waar-op België van den vijand zou zijn ontzet •n men over de komende arbeidsvoorwaar-den zou moeten spreken. Reeds vôôr maanden wist de S. K. sa-men met het Bureel der Belg. Werklieden-partij het middel tt vinden om de Belgi-sohe regeering te doen vragen dat ze zich uitspreken zou omtrent het A. S. op 21 jaar, de afschaffing van het afschuwelijk artikel 810, de vrijheid van vereeniging voor de bedienden der openbare diensten, de erkenning der vakvereenigingen. Nn is de bevrijding van den vreemden vijand gekomen, nu schijnt de weg tôt de verwezenlijking van bovengenoemde drin-gende eischen te zijn gekomen. Nochtans. zegt de schrijver van het artikel, zijn de prachtige uren die wij door de verjaging van den vijand komen te be-leven. nauwelijks voorbij, of daar zijn pa-troons geneigd hunne wé'rklieden 10 tôt 12 uur per dag te willen doen werken aan 35 of 40 centiemen per uur. Zijn dit somtijds de voorwaarden om onze arbeiders een menschelijk leven te bezorge" 11n sommige staatswerkhuizen zelf schijnen de beheer-ders gedurende de meer dan vier jaren oorlog geslapen te hebben, want die hebben niets geleerd. De Belgische arbeidende klasse is uitge-put, lichamelijk heeft ze veel geleden. Gedurende de laatste maanden heeft het Nat. Kom. 70,000 ondersteunden als terinsrlijders of aarnsetasten te verzorgen gehad. Er was een tijd dat eene wet de werkuren trapsge-wijze tôt 8 uur per dag zou hebben moeten vermînrleren, maar nu moct de 8-urendag oreral onmiddoilijk tocgepast worden. Ziehiier het thema der Syndikale Kommis-rie:Het is echter niet voldoende, zegt de schrijver, de werkuren te verminderen, goede loonen moeten verzekerd worden Het brood is, onder andere, vervierdubbeld. Vleesch komt bij de werkers niet meer op tafel. De groenten zijn 10 maal hooger in prijs dan v<5<5r den oorlog. De boter is 8 maal duurder, de eieren 20 maal, de melk 5 maal. De kleederen? Een paar kloefen kr>?t nu bijna aooveel âls een paar schoenen In 1914. Hewel ! d« werkers eischen een minimum-loon dat met moeite het dufebel vertegen-woordigb van de laere loonen v66r den oorlog betaald : S frank per dag voor acht uren arT»eid. door gnn'vh het land, voor elken werker, wat ook zijn arhoid wozc, als de arbefdpr maar meorderjarfg is. 't ?s te ze#-gen 21 jaar tMt. Is zulks te veel? vraagt schrijver. Dit komt weinig voor, etn het is te hopen dat deze matige eischen zullen wor-den aanaienomen als redeliik lare loonen voor het gansche land, door de Komiteiten van onderstand, die morgen de ondersteunden aan den arbeid zouden willen jagen. Elk syndikaat, elk werker wil dat de onderstandskomiteiten t«n spoedigste mo-gen worden afsreschaft. Maar de wezenlijke voorwaarden zijn : acht uren per dag, acht trank per dag. Dit loon is vastgesteld onder voorwaarden dat de prijzen der levensmiddelen ten spoedicrste dalen. Moeten de huidiae prijzen behouden blîjven, in plaats van 8 fr. is het, 10 of 12 fr. die moeten geëischt worden. En dat is het overigens, dat volgens de vakken en de plaateen moet worden ge-eischt, voor de geoefende vakmannen. Is 8 fr. inderdaad het loon voor aile arbeiders, dan is het onbetwistbaar dat de werkers welke een vak hebben geleerd hetzij mij-nerg, steenkappers. metaalbewerkers, glas-blazers, meubelmakers, moeleerders, brons. werkers, kasseiders, sehoenmakers, letter-«etters, steendrukkers, enz., enz., er een snpplement dieDt aan toewevoegd te worden, overeenkoms-Wg met hunne bekwaam-heden en met het midden waarin ze leven. Dat wae de lijn waarop het Nationaal VOORUIT Orgaan der Belgische Werkliedenpertij - Versehijnende aile dagen. Dr.-Uiig. S. M. HET L1CHT, Best.: P. DiVisch, Ledeltrg, — Rei.-Adm. Hoogfroori, ap, Cent. Komitieit der Syndikale Kommissie heeft over gediskuteerd, natuurlijk om onmiddel-tijk tusschen de patroons. en werkerssyndi-katen besproken te worden. Een nieuwe wereld moet aldus voor onze werkers worden geopend. Onze werkende klas heeft wel verdiend het recht op leven te bekomen, zij verdient zooveel eerbied en rechtvaardigheid als welkdanig ander volk. Dat recht geschiode. i» M - — De Boodschap van président Wilson lot het Congres In de rede, die président Wilson in de vereentgde zitting van het Congres heeft gehouden, treffen wij het volgende aan : Het jaar dat is voorbijgegaan sedert ik het laatst voor u stond, is ioo vol ran groote gebeurtenissen ceweest, dat ik niet kan hopcn u een volledig beeld daarvan te eeven, of van de vers(rekkende verande-ringen, welke er voor de natie én voor de wereld uit zijn voortgevloeid. Gij zijt zelf getuige geweest even-als ik. Deze feiten te noemen staan geljjk met den zin aan te duidcn van de wetgeving en van het uitvoerend gezag, die daaruit moeten voortkomen, en waaraam wij nogvorm moeten geven.Een jaar geleden zonden wij 145,918 manschappen overzee. Sedert dien hebben wij er 1,950 013 gestuurd, gemiddeld 162,042 per maand, een getal dat in Mei tôt 245.951, in Juni tôt 278,760, in Juli tôt 307.182, in Augustus 289,570 en in September 257,438 is toegenomen. Zulk een troepentransport, gevolgd door voorraden en uit-rustingstukken, had nog nimmer ter zee over een afstand van 3000 mijlen plaats gehad. Bij deze geheele beweging verloren slechts, 758 menschen net leven ten gevolge van vi,iandelijke aanvallen, en 630, die op een Engelsch transport-Bchip waren, hetwelk bij de Orkney-eilanden zonk. Wij hebben grootelijks profijt getrokken uit de ondervinding der mogendheden, welke reeds gedurende bijkans drie jaren in den strijd waren gewik-keld en elke hulpbron en aile productieve kraohten tôt het uiterste hadden aangezet. Wij waren iiaar leerlingen, doch wij leerden snel en handelden met snelheid en vaardiyheid. Onze groote trots is eele-gen in het feit dat wij in staat waren de wereld te dienen met een 'weergalooze wilskracht en snelle kundigheid. Doch ik wil niet stilstaan bij de phvsie-ke kracht en de doeltreffendheid der roorbereiding, maar de hoedanigheid van de ofRcieren en manschappen welke wij hebben uitgezonden, in het-licht stellen, alsmede van de zeelieden, die de zeeën hebben bewaakt en den geest der natie, welke achter hen stond. Geen soldaten en zeelieden hebben zich sneller gereed getoond voor de taak tôt strijden en met meer dapperbeid de taak voltooid. Hun officieren waren vastberaden en eischten dat de taak, welke zij op zich hadden genomen, werd uitgevoerd met vaardigheid en moed, en zonder aar-zelen. Of de onderneming klein of grooi was. de aanvoerders, van Pershing en Sims al tôt den iong-sten luitei.unt en de manschappen toe, wavat ùun taak waardig. Zij, die thuisbleven, deden hun plicht. De oorlog kon niet gewonnen zijn, indien de dappere soldaten niet in de gelegeheid waren gesteld om hem te winnen. Doch wij zullen ons langen tbd schuldig gevoelen, omdat wij niet bij hen zijn ge-weest en in veiligheid hebben verkeerd, terwijl de anderen streden bij St-Mihiel of Château-Thierry. De nagedachtenis aan die dagen van zegevierenden strUd zal de gelukkige mannen tôt hun graf verge-zellen en elk van hon zal zijn geliefkoosde herinne-rin°r bezitten. Wij danken allen God van harte, dat onze mannen in den strijd zijn gegaan, juist op het kritieke oogenblik toen het geheele lot van de wereld in evenwicht scheen. en zij hun frissche krachten tijdig inzetten om den stroom voorgoed te keeren, zoodat het voor den vijand was « terug » terug, altijd terug en nooit meer vooruit. Sodertdien verliepen nog nauwelijks vier maanden eer de bevelhebbers der middenrijken beseften dat zij verslagen waren en thans verkeeren hun rijken in staat van likwidatie. Hoe schitterend is gedurende dien tijd de geest van onze natie geweest, welk een eenheid van doel, welk een onvermoeide ijver, welke hoogheid van streven bezielde allen bij de schitte-rende uiting ran kracht. Wilson wijdde rervolgens uit over de industrieële krachtinspanning der Vereenigde Staten, welke noodig was om den strijd in de loopgraven te on-dersteunen; hij bracht hulde aan de arbeiders en ook aan de vrouwen, welke zich vol komen tegen haar taak opgewassen hebben betoond en nieuwen luister hebben toegevoegd aan de bekwaamkeden der Amerikaansche vrouw. De geringste hulde, welke wij baar knnne brcngen, is haar de gelijk-waardig heeft getoond aan den man op elk gebied van praktischen arbeid, waarop zij lich heeft bege-ven, hetzij voor zichzelf of voor haar land. Behalve de ontzaglijke praktische diensten, die de vrouwen aan het land bebben'bewezen, zijn zij de aansporen-de krachten geweest bij de stelselmatige regeling. waarmede ons volk vrijwillig st.eun heeft verleend aan de levering van levensmiddelen en al het andere dat de gemeenschappelijke zaak kon dienen, aan de lijdende volken en de leger* op elk front. Thans richten wij ons opnieuw naar de taak des vredes, mot de bezieling om den vrede te waarbor-gen tegen het geweld van onverantwoordelijke monarchen en eerzuchtige militaire klieken en ons gereed te maken voor een nieuwe wereldorde en voor nieuwe grondslagen van hat recht. Wij streven er naar om deze vrede te regelen en te organiseeren, niet slechts voor ons zelfs, doch eveneens voor de andere volken der wereld, voor zoo ver zij ons willen steunen om hen te dienen. Wij zoeken internationale rechtvaardigheid, niet slechts binnenlandsche veiligheid. Onze gedachten hebben verwijld bij Europa, oij Azië, bij het nabij gelegen en Verre Gos en, zeer weinig bij de oerkanden van den vrede en hun toepassing. welke roor onze eigen deuren moet worden nagekomen. Terwijl wij onze betrekkingen met de overige wsreld regolen, is het niet van minder hoofdrakelijk belang om aile redenen tôt misverstand met onze onmiddellijke buren uit den weg te ruimen en de bewijzen van vriendschap tegeven, welke wij waar-lijk koesteren. Ik hoop dat de leden van het Congres mij zullen veroorlove'n nogmaals te spreken over het niet be-krachtisrde verarag van vriendschap met de repu-bliek Colombia. Ik dring ernstig aan op een spoedi-ge, gunstige regeling van deze gewichtige raak. Ik meen dat ge met mij zult gevoelen dat de staat van zaken thans gunstig is voor zulk een optreden, dat niet slechts rechtvaardig is, doch edelmoedig en in den geest van het nieuwe tijdperk, hetwelk wij op zulke gelukkige wijzezijn binnengetreden. Wat onze binnenlandsche aangelegenheden be-treft, zoo is het vraagstuk van onzen terugkeer tôt den vrede gelijk aan het vraagstuk der ekonomische en industrieele reorganisatie. De gewone en normale ontwikkeling van het particulière initiatief zal echter niet voorzien in een on-verwijlden arbeid voor aile mannen, die uit het leger terugkeerên. Allen, die ervarenheid bezitten, die ge-schoolde arbeiders zijn, die vaardiçheid in een be-paald vak liebben verworven en die bereid zijn naar het platteland te gaan, — zij allen zullen geen moei-lijkheden ontmoeten bij het zoeken van een betrek-king. Doch er zullen anderen zijn, die moeite zullen hebben om een bestaan te vinden, tenzij zij worden geleid en op den weg naar den arbeid worden ge-bracht. Het komt mij daarom belangrijk voor dat de ontwikkeling van de openbare werken van elken aard aanstonds ter hand zal worden genomen, ten einde den ongeschoolden arbeiders de gelegenheid te scheppen werk te vinden. Ik vestig in het bijzon-der uwe aandacht op de zeer praktische plannen, welke de staatssecretaris van buitenlandsche vakken in zijn jaarlijksch rapport en in uw commissies heeft ontworpen en waarin 300 millioen acres land voor de verbouwing worden beschikbaar gesteld. Een gebied van 230 millioen acres is ontboscht, doch het is nimmer gëzuiverd en het is verlaten. Het Congres kan aanstonds duizende terugkeerende soldaten daar heen zenden voor de oatginning van dit dorre land, welke reeds een aanvang h«eft genomen. Ik heb gesproken van de kontrole, welke nog voor cenigen tijd, wellicht nog voor langen tijd over de scheepvaart moet worden uitgeoefend, wegens de voorrang, waar onze strijdkrachten over zee recht op hebben en die tevens moet worden uitgeoefend op de scheepvaart, welke moet dienen om de zoo juist bevrijde volken van den hongerdood te redden en verwoeste streken voor een permanente vernieti-ging te vrij waren. Behoef ik nog een speciaal woord te zeargen over de nooden van België en Noord-Frankriik? Geen geldsommen, die bij wijze van schadevergoeding zullen worden betaald, zullen al-leen voldoende zijn om deze gebieden voor de ko-mende jaren voor een hopeloo* ten-achter-«taan te vrij waren. Aan het ëinde van zijn rede zeide de président : ik grijp deze gelegenheid aan om het Congres van mij n voornemen in kennis te stellen om my in Parijs bij de vertegenwoordigers der regeeringen te voegen, welke in den strijd tegen de middenrijken verbon-den zijn geweest, met het doel om met hen over de voornaamste bepalingen van het vredesverdrag te beraadslagen. Ik besef het ongerief, dat mijn vertrek uit dit land, in het bijzonder op dit oogenblik, zal teweeg brengen. d.och de conclusie was dat het een voorname plicht voor mij is om te gaan en ik hoop dat deze overweging voor u even afdoende zal zijn als zij voor mij is geweest. De regeeringen der geallieerden hebben de vredes-grondslagen aanvaard, welke ik den 8e Januari voor net Congres heb uitecngezet. De middenrijken hebben dit tevens gedaan en zij wenschen mijn persoon-lijken raad ten opzichte van deopvatting en toepassing er van. Het is hoogst wenschelijk dat ik dezen geef, ten einde te waarborgen dat het oprechte ver-langen onzer regeering om zonder zelfzuchtige doel-einaen mede te werken tôt de regelingen, welke tôt gemeenschappelijk heil zullen strekken voor aile betrokken naties, ten voile tôt uiting komt. De vre-desbesluiten, waarover thans overeenstemmingmoet worden verkregen, zijn van buitengewoon gewicht, zoowel voor ons als voor de overige wereld en ik ken geen zaken of belangen, die zouden moeten voorgaan. De dappere mannen van onzeitrtydmaeht te land en ter zee hebben met toewijding gestreden voor de idealen, welke zij wisten dat de idealen van hun land waren. Ik geb gemeend deze idealen uit te drukken. Zij zijn door de «taatslieden aanvaard als hoofdbestanddeel voor hun eigen gedachten en doeleindtsn. Daar de geassocieerde regeeringen zb hebben aanvaard, ben ik het aan haar verschuldigd om toe te zien. voor zoover het aan mij ligt, dat er geen onware of onjuiste verklaring van wordt ge-geven en dat geen mogelijke poging wordt veron-achtzaamd om ze te verwezenlijken. Ik besef de belangrijkheid en de moeilijkheid vaa de taak. die ik ondernoem en ik ben mij ten voile van haar ernstige verantwoordelijkheid bewust. Ik ben de dienaar der natie. Ik kan geen partiouliere fedachten of doeleinden hebben bij het ten uitvoer rengen van zulk een boodschap. 1k ga heen om het beste te geven wat in mij is bij de gemeenschappelijke beraadslagingen, waarbij ik na mijn aankomst in de conferentie met de andere staatslieden der geassocieerde regeeringen tegenwoordig moet zijn. Ik reken op uw vriendelijke gezindheid en aanmoedi- fing. Ik zal niet onbereikbaar zijn. Telegrammen en raadlooze berichten zullen mij beschikbaar stellen voor het geven van elken dienst, dien ge van mij wenscht en ik zal in gedachte voortdurend in voe-ling zijn met de belangrijke kwesties der buitenlandsche politiek, welke wij te behandelen zullen hebben. Ik zal mijn afwezigheid zoo kort mogelijk maken, en hoop terug te keeren met de gelukkige verzekering dat het mogelijk is geweest de groote idealen, waarnaar Amerika heeft gestreefd, te verwezenlijken. Links en Rechts M. EENKIN, minister van spoorwegen, komt een besluit te nemen, tôt nieuw order. aan de werklieden van zijn département eene vergoeding voor duur leven toe te kennen: Ongehuwden, fr. 3,50 per dag; gehuw-de mannen, fr. 4,50 per dag; per kind 80 centiemen per dag. Dit) is niet meer dan gewettigd en wij hopen dat het tôt voorbeeld strekken zal van vele nijveraars, die pogen de loonen te verminderen. En binnen kort eene wettelijke bepaling dan is ailes nog beter. EEN UIT VELEN1 - In een der mini-steries komt men onder de dossiers, dooar de Duitschers vergeten, dokumenten te ontdekken die vaststellen op welke walge-lijke wijze de aktivisten door de Duitscheri gesteund werden. Lijst-en stellen vast dat er voor 600.000 frank in de handen dezer lafaards werden gestort, som die uit een krediet van een millioen franken werd geput ten hnnneia voordeele geopend. Dank aan het bestaan dezer lijsten zal kunnen vastgesteld worden aan welke kerels dit geld ging. MINISTER VANDERVELDE heeft be-«loten een Ra?.dplegende Raad van ,Tusti-tie te vormen samengesteld uit: MMrs Charles De Jongh, gewezen stafhouder, Bonnevie, Maurice Vauthier en partijge-noot Pladet, schepen, bijzonder bevoegd in werken van maatschappelijk en liefdadig-heidsbelang.OM TE BEGINNEN. — Een eerste on-derzoek in België gedaan, brengt d® nota op 6 milliard 560 millioen fr., die Duitsch-land aan Belgîè zal te betalen hebben, voor de oplichting van werktuigen, enz. 't Is silechts een begin !... IN HET LEGER. — M. de Broqneville, minister van Binnenlandsche Zaken, M. Masson, minister vnn Nationale Verd^di-ging, hebben sich Vrijdaig morgen gedurende langen tijd onledig gehouden met generaal Constant en majoor Cornil, over de te nemen maatregielen in de Hwestie der binnenroeping van de klassen 1914, 1915, 1916, 1917 en 1918 en der ontbinding van de oude klassen. Maatregelen zijn genomen die ten spoedigste aan de laatsten voldoening zrullen geven. DE « GROOTE BERTHA ». — De Beier-sche militaire overheden hebben de volgende inlichtingen gegeven over de kanonnen van lamge draaçkracht die Parijs beschoten. De stukken werden met marine-kanon-nen gebouwd, van eene nieuwe ziel voorzien. Deze vervorming werd in een betrek-kelijk korten tijd uitgevoerd. De voorbe. reiding tôt het schieten duurde van zies tôt negen maanden. Het kaliber van het kanon was 21 cenfîmeter. Het gewicht van den proiektiel 150 kilo. De lading omtrent even-veeT. De hoek van het kanon 65 graden. De projekiel van het kanon steeg tôt 36 kilometer. Er had geene proef plaats; het schot werd uitsluitelijk op berekeningen gelost. Er waren steeds twee kanonnen in positie. Deze posities waren op voorhand Uit het leven der opgeeischte werkers x Il November. — Wij hebben een redelij-ken goeden nacht gehad, maar er zijn jon-gens die veel pijn gehad hebben van de menting. Om 0 uur trekken v :j op naar het werk, aat nog altijd hetzelfde is. Wij moeten tôt 8,80 m. diep graven en wel op 5 m. breedte, maar ik weet niet hoe langl Het ie voor eene verbinding van eenen spoor-weg.Het weder ia killig en er is een dikke mist. Om 18 uur wederom koolsoep ( of warm water) ! om 4 uur, zooals gewoonte, rustpoos zonaer eten. Ik gevoel bijna mijne armen niet meer : het is kleemgrond waarin wij delven, wat zeer lastig is en daarbij nogal hoog moeten opachieten, zoo zijn wij bijna allen afgewerkt. Om 6 1/2 uur eindi-gen wjj en trekken moe naar huis. Daar ipelen wij de rest van ons kwart brood met wat vet naar binnen. Maar een groot geluk ■ ait ons te beurt I Wjj krijgen eindelijk onzen eersten brief oit Gent. Wat waren wij, ik en Georges, pelukkig en nieuwsgierig, maar er staat niet veel nieuwe in : juist eenige regeltjes. Het is ook geen antwoord op een van onze brieven welke wij hier geschreven hebben. Toch zijn wij getroost bij het vernemen dat Ma bat nos «&ed »fcak en oouraee heeft Wij ook hebben nu meer moed en gaan te-vreden ter ruste. 14 Novembcr. — Om 5 1/2 uur op, drin-ken koffij met ons 1/4 Brood en wat vet, en gaan naar ons werk. Ik krij» eenen stam-per om de aarde plat te stampen. Georges is eenige ploegen verder gezonden om met de wagentjes aarde te vervoeren. Het we-der is overtrokken en' koud, doch met wat te werken kan men zich verwarmen. Om 12 u. krijgen wij weeral soep van worfels en tuten. Ik en Georges hebben beiden 8 stukjes vellen. Wij hebben nog grooten honger maar moeten denken dat wij ge-noeg hebben. Er zijn jongens welke val-len van flauwte, ook zijn er velen die naar de nabij gelegen velden trekken om de stekken van savooien uit te trekken en zoo rouw op te eten Het hongerlijden is vorschrikkelijk. Ik en Georges hebben ook honger, maar willen dat toch niet eten, het moet meer nadeel doen aan het lichaam dao voordeel. Maar hadden de Duitschere meer eer- en menschençevoel, zij zouden ons meer eten geven. Zij zijn de schuld van ailes. Zij eischen ons op, dat zij ons behoorlijk voe-den. Maar neenl schaamte of eergevoel kennen zij niet, nog veel minder menschen-gevoel.Maar eens komt Loontje om zijn boontje en zullen wij ook onzen toer hebben. Wij trekken om 1 1/2 uur hongerig terug aan den arbeid tôt 5 1/2 uur. Tehuis wordt ons gezegd dat er eene kantien voor ons is ingericht waar men cho-colade. harin#, o&rdiMu confiture, scecon- denseerde melk doozen visch en wat weet ik nog, kan bekomen. Ook kan men oiga-ren, cigaretten, tafaak bekomen, maar ailes is zeer duur, uitgenomen het rookge-rief. Het is 2,50 mark voor een half pakje chocolade ; 1,25 mark ' oo r een klein doosje sardienen; 60 pf voor een drogen haring, die zeer goed is maar niet veel grooter als een sprot. Wij koopçn ons niets, want men gevoelt dat zij op anders niet uit zijn dam ons geld, dat wij hier zoo zuur verdienen, af te per-Om 8 uren liggen wij op ons strooileger. 16 Noveinber. — Zooals gewoont© om 5 u. op. Wij mogen ons wederom inspannen voor onzen dwangarbeid. Om 12 uren onze gewone watersoep van beeten en wortels. Ik kan ze bijna niet meer zien, en dan nog altijd dien smerigen kamfer. Mij dunkt dat zij ons langzaam willen uitmoorden. Na wederom een dag van zwaren arbeid, moe en uitgeput, gaan wij naar onze verblijf-plaats. Daar gekomen zien wij dat zij ons versch strooi gegeven hebben. Allen sprin-gen in hunnen bak : het zijn gelijk de die-ren welke zich welgezind in hun strooi wentelen. Wat zullen wjj goed kunnen sla-pen, zegeren allen. Onze paljas was niets anders meer dan kaf, en de jongens welke in het midden of onderste kot liggen. krijgen al die vuiligheid en stof op zich of in Eun eten. Wij liggen allen vroeg onder onze sar-giën, want het is koud geworden. Ik ben dezen nacht vier maal moeten op staan om mij i gevoeg te maken, en dat is wat te zeg. gen. Nooit eenig licht. en dan buiten op den Roer. Voor ons die beneden liggen is het nog zoo erg niet als voor de menschen welke boven op den zolder slapen. Daar is het koud dat het onzeglijk is. Zij kunnen zich daar niet verwarmen. Er zijn daar wel twee vuurtjes geplaatst, maar het is daar zoo groot en het dak is niet dioht, want op vele plaasen ziet men er den hemel door. Ook zijn er reeds verscheidene jongens van den trap gestuikt en hebben zich erg bezeerd. Dit allés komt door de goede in-richting ! Maar wat kaa hun zulks schelen... 16 November. — Zij komen ons heden morgen een half uur later roepen, en van heden af moeten wij maar rm 5 1/2 uur op staan. Het heeft dezen nacht goed gevro-zen. 0m 6 uur krijgen wjj onzen koffij en eten ons gewoon stuk brood op. Om 6 3/4 u. staan wij buiten. Het is zeer koud Ook worden wij nog elken morgen goed geteld, en wanneer zij verzekerd zijn dat er nie-mand ontbreekt wordt er geroepen : «Aan-rukken, opmarcneeren ! » en dan sielt de stoet van de galeislaven zich in beweging om hunnen gewonen arbeid te verrichten. Om 12 uur, dezelfde soep : water mat halve rau<ve savooistekken en bladeren. Dezen namiddag hebben wjj hier voor de eerste maal vliegmachienen gezien. Het is eene afwisseling. Van welke nationaliteit rdj waren konden wij niet zien, maar de Duitschers zegden dat het Fransche waren. On» 5 1/2 uur keeren wij naar onze verblijf. plaats terug. Ik ben zeer vermoeid en hoop van goed te zullen slapen. (W_ordt voortacteiL [ 34° jaar - N. 320 5 oentiemtii p»r mmmer Maandag 9 Oecambss* 1918

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Vooruit: socialistisch dagblad behorende tot de categorie Socialistische pers. Uitgegeven in Gent van 1884 tot 1978.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes