Vooruit: socialistisch dagblad

932 0
07 december 1915
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1915, 07 December. Vooruit: socialistisch dagblad. Geraadpleegd op 23 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/599z030704/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Drukster-lHtgsefste» -«a: Maatschsppij HET LÎCH? bestuurder > P. DE ViSCH. Ledeberg-Qent . . REDACTSE . . ADfAINISTRATIE HOOGPOGRT. 29. GENT Orgaats der Beitjfische Werklfedenpariij* —» Verschijwnde aile dagen. ^ ABCNNEMENTSPRy» 8ELGIE Orie maanden. 3.29 Zea maanden • . , , . fr. 6.50 Een jaar ....... tr. 12.50 Mea abonneert zich op aile postboreele# DEN VREEMDE Drie maanden (dagelijkt vcrzondon). » .... fr: 0.79 ABVOKAAT VAN SLECHTE ZÂKEN Dat is Le Bilan PuêSia ! Wij hadden de handelwijze gehekeld der landbouwers die aardappelen op stapel hadden en weigerden ze te verkoopen, in de hoop de prijzen naar omhoog te drijven. Hadden wij aldus gelasterd of gelo-gen ? Neen, want wij hadden het nieuws ge-vonden in Le B'sn Public en het daaruit vertaald. Maar wij hadden de stoutheid zoover gedreven, gelijk wij hooger zegden, die handelwijze af te keuren en ook de kerk te hekelen, dij niets doet om daaraan | een einde te stellen. Bij den Bien PublsO hebben wij direkt ide boter opgeëten en wij LASTEREN de boeren en de kerk. Ons dunkt dat het klerikaal blad won-derbaar goed gelijkt op den Titalo met zijn orgel. Hij speelt ook altijd 't zelfde deuntje van : Voortlït is tegen den gods-dienst.Maar, Bien Public, als wij de boeren gjlasterd hebben, die in dezen tijd eet-vvaren achterhouden om ze later aan stukken van menschen te verkoopen, dan deedt gij het ook en gingt gij ons voor. Het is in uw blad dat wij het nieuws vonden, dat wij gelaakt hebben. Keurt gij de handelwijze ifier boeren serins goed? Ou rît gij dat doen? Dan openlijk en stout vooruit met uwe opinie ! En als gij niet durft goedkeuren, dan keurt gij af. Eene onzijdige positie te-genover zulk een vraagstuk is onmoge-lijk en in ieder geval weinif eerlijk en | moedig. 'k En kan 't niet gebeteren, 't is mijn t schuld niet, — dat gaat in dees geval I niet op. Welnu doet uwe meening kennen, en durft gij de boeren niet afkeuren, het publiek zal het voor u doen en tegen u, daarvan zijn \ -*j zeker. a&c # & Blijft de kwestie der Kerk! Le Bien Pubiiû vraagt ons : Beeldt Vooruit zich soms in, dat de pastoors, door hunne stilzwij-gendheid en hunne welwillendheid, l berekeningen dekken der verfoei-lijke begeerlijkheid.2 Laat ons toe, Bien PuSiilo, hieromtrent duidelijk en oprecht te zijn, gelijk naar gewoonte. Neen, wij gelooven niet dat er een priester openlijk dergelijke daden zou durven goedkeuren. Wij gelooven dat de meesten, mis-schien wel allen ze innerlijk afkeuren. Maar hun scilzwijgen is geene manne-lijke, geene schoone houding en zij kan ien mag als eene goedkeuring aanzien worden. Ziedaar wat wij willen zeggen hebben. Le Bien Public vervolgt : Maar eene veroordeeling in alge-meene termen is niet voldoende, zal Vooruit ongetwijfeld antwoorden. Zou het soms moeten zijn dat de pastoors in aile dorpen op den preekstoel stijgen en hunne aan-hoorders aanraden ban zich hic et nunc (hier en nu) naar Gent te be-geven om aan een zekeren prijs hunne aardappelen te verkoopen — en natuurlijk ook de andere land-bouwvoortbrengselen — op straffe van doodzonde? Zekerlijk zou Voorulî dat antwoorden en met aile recht. Dat de pastoors in algemeene bewoor-ding: i de zedelijkheid, de naastenliefde, de eerlijkheid aanprediken, dat kan ge-heel schoon zijn, maar het blijkt onvol-doende te zijn als de christejïjke menschen daar niet naar luisteren en hunne christelijke theoriën ook niet in daden omzetten. Dat heeten wij met Christus : Het ge-loof zonder de werken, of een dood ge-loof.En wij zeggen dat de priesters hier aan hunnen plicht te kort komen, door de geloovigen er niet op te wijzen dat zij v-rkeerd, slecht en onchristelijk hande-len.Ah wij zouden, zegt Le Bien Publie, gevraagd hebben : Waarmede bemoeien de pastoors zich? Zijn de boeren geen groote jongens genoeg om zelf hunne zaken te besturen ? Bien Public, p moet dat niet gelooven. Wij zijn niet van die oude doctrinaire school : de pastoor in zijne kerk, de burgèmeester op het stadhuis. Wij zijn daar niet voor, omdat het in praktijk toch van geene toepassing is of zijn kan. De pastoors zijn kiezers — en nog al bevoorrechte vierstemmers — en rij kun-nen gekozenen zijn. De Kerk is dus in haar geheel eene wetgevende politieke macht, die feitelijk een grooten invloed uitoefent op aile burgerlijke zaken — helaas, zelden ten goede. Zult gij looehenen dat de Kerk eenen doorslaanden invloed heeft uitgeoefend op de schoolwetten, de militaire wetten en veel andere wetten? Wij verzoeken u den onnoozelaar niet uit te hangen, dat baat met ons toch niet. En waarom zouden wij nu in deze pijn-lijlce oogenblikken geen beroep mogen doen op den invloed der Kerk, om den hongersnood te beletten, de speculatie te doen ophouden die zij in theorie ver-oordeelt en die zij in praktijk stilzwij-gend laat plegen door de fanatiekste harer aanhangers? Waarom, als 't u blieft, Bien Public ? Gij naait dat aan niemands oor. En gij hebt ongelijk aan ons te zeggen, dat de reddende invloed der Kerk op elken oogenblik belemmerd wordt door de anti-christelijke driften en een orverdroten anti-christelijke propagan-da. De kritiek van Vooruit was niet anti-christelijk, wel integendeel. Wij \ îlden d - christelijken invloed aanwenden tôt een goed werk. lie. goede blijft voor ons altijd goed, gelijk van waar het ook kome. Maar 't is zooals wij gezegd hebben : Titalo moet zijn deuntje afdraaien : Vooruit is tegen den godsdienst ! Vooruit moet de geestelijkheid lasteren ! Dat kan effekt maken, eenmaal, tweemaal, tienmaal, zoolang er onwe-tenden zijn, maar het verveelt ten slotte toch. Daar zullen wij wel voor zorgen en aantoonen dat ? "t Blsn Public een advo-kaat is van slechte zaken, zijne overi-gens gevestigde reputatie. F.H. le pacifisîischs bewegigg in Hm«s*ika Telegrammen uit Washington melden dat de oostenrijksche pacifiste mevrouw Iloâa Schwinner, die was gaan onderhandelen met hare amerikaansche geestverwante miss Snoeden-Phillipp, officieel ontvangen is door voorzitter Wilson, die iiaar wilde hooren zeggen hoe de pacifistische propa-ganda diende op touw gezet te worden door Amerika. Na het onderhoud is de président met de oostenrijksche en de amerikaansche vrou-wen naar eene epenbare volksvergadering gegaan, waar zij het woord gevoerd hebben en waar de groote vredesapostél Henri Ford bekend gemaakt heeft dat zijn «Schip van den Vrede » op vierden deoember naar Europa zal vertrekken. Op zijne beurt maakte président Wilson onder groot gejuich bekend dat hij jn min-der dan eene maand tijd twiuttg duizefid telegrammen ontvangen had waarin hem door afzonderlijke persenen, burgersver-eenigingen en volksvergaderingen gevraagd werd om zijne medewerking te verleenen aan allen die hun beat doen om den we-reldvrede te herstellen. Nationaal Tidendc deeît de volgende bij-zonderheden mede omtrent de onderhande-lingen die door den amerikaanschen mil-iioenair Henri Ford aangeknoopt waren met de kopenhagensche reederBmaatschap-pij voor het afhuren van het overgroot pag-sagiersschip Oscar II, dat als «vredeschip» zou ingericht worden voor eene «vredesex-peditie» naar Europa : Daar door den aanvrager psrsoonlijk eene voldcende borg aangeboden werd, en daar voor de reis op voorhand al de kabie-nen van eerste klas verhuurd waren aan voorname personen, die veel wilien oîferen voor de expeditie, w erd het schip voor een jaar afgestaan voor eene op voorhand te be-talen huursom van 1GO.OOO franken. Gedurende de onderhandelingen heeft de amerikaansche «vredemillioenair» ook bekend gemaakt dat hij eene som van 2.500.000 franken gtstort heeft die mcet dienen om het schip voor de behoeften der reis klaar te maken en de onvoorziene onkostsn te dekken. Eeuter heeft daarop ook uit Washington geseind dat de amerikaansche bsvolkiug geen het minste belang stelt in deze vredes-expeditie en dat bladen als New-York-Tribune dat ailes voor fene millioenairsgril nemen, terwijl zij beweren dat de Âmerika-nen hunnen tijd beter kunnen besteden dan bij het luisteren naar vredemenschen dis goede inzichten hebben maar naar de maan grijpen als zij meetien dat de europeesche corlogvoerende landen een oogenblik naar hen zullen luisteren. Cockerill Lij het afsterven van den heer Greiner, bestuurder van de groote werkhuizen Coc-kerill, wordt de geschiedenis van den laat-ste samengevat en zij is wel 'het lezen waard; Te Hastingden, in Lancashire. in Enge-land, leefde een arm werkersgezin, waar-van het hoofd, William Cockerill, met be-zorgdheid vaststelde dat zijne vrouw maar meer en meer kinders kocht, alhoewel het hun onmogelijk was ieta meer te verdienen. Om niet tôt over den kop in de armoede te dompelen nam vader Cockerill een krachtig besluit en trok hij op ket einde van 1797 met zijne twee oudste jongens, Jamos en William naar Zweden, met hst inzicht er de mekanische wollespinnerij in te voeren, waarvan Engeland tôt dan neel aileen iiet geheitn en het gebridk kende. De Cockerills tonden in deze onderne-ming maar niet gelukken en nadat zij ook mislukt waren in een houthandel, dien lij met hunne laatste schellings op touw gezet hadden, moesten zij Zweden verlaten, om hun geluk in België te gaan beproeven. In 1799 waren zij to Verriers aangeland en daar gingen zij de groote lakenfabrikan-tan Simonis en Biolly aanspreken met het voorstel voor hen mekanieken te maken voor het kaarilcn en het syi^nen van wol. Dege twee fabrikanten hadden al dadelijk ingezien hoeveel geld er te winnen was als hunne wol mekanisch zou kunnen gespon nen en gekaard worden... en zij namen het voorstel aan op voorwa&rde dat de drie Cockerills voor een bepaalden tijd niet hoe- fenaamd voor andere Verviersche fabrie-anten zouden werken ! De twee uitgeslapen fabrikanten kochten ailes wat de Cockerills noodig hadden en een paar weken later waren zij met een vol-ledig personeel aan den gang om spin- en kaaïdmolens te maieen, die weidra onder de bewondering van eenieder aan het draaien waren. De Cockerills wonnen natuurlijk veel geld en in 1802 achtte de vader zich « rijk » genoeg om eene plezierreis naar Engeland te doen en zijn heelen « nest » mede te bren-gen naar Verviers. De jongste van de kinderen heette John, die tijdens de eerste jaren der afwe2igheid van den vader aan een verwijderden bloed-verwant was toevertrouwd geweest, aan een ouden neef, die hem zeer slecht had be-handeld en hem slechts den helft van den tijd naar school had laten gaan. Hoe dat gekomen is wordt niet gezegd, maar zich vervangen ziendo door een ande-ren werkman, zekeren Hochson — die later met zijne dochter Nancy trouwde — ging vader Cockerill naar Luik wonen, waar hij nabij de Pont-des-Arches een «werkhuis» liet bouwen voor het maken van spin- en kaardmolens Het was een heel nederig, klein werkhuis, waarvan het personeel uitsluitelijk bestond lût het gezin van den stichter en waarin de kleine John dagin daguit moest staan zwoegen aan een machien waarop zij a vader zekere deelen van de mekanieken draaide. Daa«r vader Ct>cksrill zijne afgemajvkts « molens » nu a-an aile fabrikanten kon aan-bieden, had hij weidra een overgrooten bij- ral en dit had voor gevolg dat zijn werkhuis weidra veel te klein en zijn parsoneel on-' voldoende was. Intusschen had d« werkzame Cockerill eene ronde som geld gewonnen en hij hatf genoeg om ©en groot, ledig staande gebouv* nabij de Pont-des-Jesuites aan te aoojenf waarin hij met meer dan houderd gastenj kon beginnen werken, waarin hij aile mekanieken voor aile nijverheden kon makes en weidra wat hij noemde groote raken t® doen. Deze stoute uitbreiding was niet het minst toe ts schrijren aan het durven vaa den jongen John, die intusschen van rad-draaier werkman, van werkman meester-gast, van meesfergast onderbestuurder was geworden — h'eel de ladder had beklom-men, zooals zijn verstandigen vader het had, voorgeschreven, opdat hij de gclegenheid zou hebb"en om in de praktijk zeif al zijne geschiktheden te leeren kennen en te leeren' ontwikkelcn. In 1310 was William Cockerill aldus in het bezit gekomen ran wat men dan een fortuin mocht noemen tn iiij had daarbij eene zulke faam verorerd dat hij in Frank-rijk — dat nochtans in oorlog was met Engeland — op zijne eerste vraag de groote» naturalisatia bekwam, eene gunst die in dergelijke omstandigheden aan niemanct zou zijn toegestaan geworden. Twee jaren later liet William Cockerill gerust zijne zaak over aan zijn oudsten en zijn jongsten zoon Jameg en John, ter ge^ legenheid van hun huwelijk met de gezus-ters Pastor van Aachen. En do nederige werkman, die aan de Ver-viersche kapitalisten het geheim der mekanische wolfabrikatie gebracht had, die aan de Luiksche heeren den weg getoond had' voor de moderne fnetaalnijverheid, ging in 1832 rijk en door allen geëerbiedigd sterven ' op .het kasteel.van zijn jongsten zoon, te Behrensberg, nabij-Aachen. Op den oogenblik dat d« oude Cockerill zijne welverdiende rust ging nemen was Europa zich aan het samenscharen tegen Napoléon en waren de groote Mogendheden er ©p uit om Belgiu af t« scheuren van Frankrijk en het îtijk der Nederlanden te stichten... Na den doortocht der ver bon den legers was de , Pruisische geldminister Bauth in de wefihuizen van de Pont-des Jesuites gelogeerd, en als hij daar ailes gezien had wist hij de Cockerills te overha-len om in zijne hoofdstad eene overgro te mekaniekenfabriek en een model van mekanische voliespinnerij te gaan stichten. John Cockerill blsef t« Berlijn om de in-richtingon psrsoonlijk ta besturen, maar daar werd weidra al zijne aandacht gaande gemaakt door het fèit dat de meeste nijver-' heden aanvingen den stoom als drijfkracht aan te wenden. John Cockerill had dan ook weidra inge-rien welke roi het stoommachien weidra zou komen spelen in aile nijverheden en hij vroeg zich af of er geene mogelijkheid zoui bestaan om het vasteland onafhankelijk van Engeland te maken — het land waar al de nijveraars gedwongen waren stoommachie-nen te gaan koopen. 0m met kans van slagen dien zwaren wed-strijd tegen Engeland te kunnen aangaan,^ redeneerde Cockerill, moet meti beschikken over een overvloed van kolen, erte, ijeer en... bekwame werklieden. Was dat ailes niet voorhanden in den om-trek vân Luik ? Zonder aarzelen kwam Cockerill naar deze stad, waar hij ailes grondig , ging onderzoeken, waar Seraing hem voor-, kwam als ©en prachtig centrum, zoodat hij zich naar koning Willem spoedde, om hem if oordeel van Werklieden en Palroons over le Vgfnssnilerhsg der ïïerlcmisi (Vertaald door ÎC. H.) , (Eerste vesvolg) II Het is onaannemelijk, niet waar, dat, zicl beacliuttende achter zulk vaag geredeneer, eene onbegrens^e werkzaamheid, zondei tegenwicht noeb regeling, alleenlijk he1 oijverheidsleven van eene stad kan onder-liouden i | Men kan den arbeider aan zijn werls kluisteren, zonder rekening te houden van aen normalen weerstandsgraad van het fflenschelijk orgaan ; men kan zijn familie-: even ontkennen en zijne v^rmaken niet tel. j 'en, docli dit ailes zal hem tôt den st-aal ! u°v_grootste verdierlijking voeren. at zou het beteekenen voor den werk-r| an een economischen voorspoed, hoe groot [ nze ook weze, welke voor hem slechts zou I 'jestaan in lange werkuren en hem zwa-ar-'isr zou doen bukken onder de dagelijksche ts.ak ? j Indien v/ij van het standpunt uitgaan dat w werkman een mensch is als de patroon, Qm moeten wij ook aannemen dat hij recht j . e't te genieten der wet van de « minste I Jnsjianning» en dat de regeling der voort-^rsnSst zich moet feeroepen op de erken-can dit recht. Zij mpjet zorgen, Urwijl zij zich steeds vermeerderfc door de verhoo-ging van het verbruik, de arbeid — die ell aan de gemeenschap is verchuldigd, vooi iedereen tôt ziju minimum te bepalen. Misschien is het niet onnoodig bij deze gelegenheid hier de woorden te herinneren van een uit de katholieke kerk, hoogwaar-di-T gezag, rien paus Léo XIII. In zijne encykliek «Pieruni Novarum », ; doet deze eerste prelaat der roomsche kerk een beroep op de openbare machten, ten einde dsn werkman tegen een al te vei gaande uitbuiting. waarvan hij zoo dik-wijls het slachtoffer is, te vrijwaren : <: Waar het de natuurlijke en lichame-i lijke belangen geldt, zegde hij, is de openbare macht verplicht deze te beschermen, met de onErelukkige werklieden te ontruk-> ken aan zijne uitbuiters, die, geen verschil makende tusschcn eenen mensch en een machien, buitenmate misbruik maken van dezes persoon, om een nooit verzadigden gouddorst te voldoen. Eene som arbeid eischen die het lichaam uitput en doodt, is een gfdrag dat de rechtvaardigheid noch de raenschheid kan to«laten. De bedrijvig-heid van den mensch, evenals zijne natuur_ ' heeft zijne grenzen, die niet mogen worden overschreden. Zij verhoogt natuurlijk door oefening en gewoonte, doch op voorwaarde dat men haar verademing en rustpoozen to-estaat. Aldus mag het getal arbeidsuren de krachten der werklieden niet te boven gaan en de rustpoozen zullen dienen go-evenredigd te worden met den aard van den arbeid en sreregeld volgens de plaats-en tijdsomstandigheden. » Wij kunnen deze oordeelvelling de onze makeç. maar zij moet worden volledigd, want zij bevat geen enkelen maatstaf; zij geeft de maat niet aau der normale ver- bruikbare kracht van den werkman. Wij voegen aan de woorden van Léo XII] toe dat de mensch, niet leveude om te werken, integendeel werkt om te leven, en d« 1 arbeid eene bron moetende wezen van wel-zijn en oen rniddel zoowel van persoonlijkei als maatschappelijken vooruitgaan, en indien het noodig is, in de praktijk, rekening te houden der plaats- en tijdsomstandigheden, 't bijzonder noodig is de wettigheid van het princiep der trapsgewijze werkurenver-mindering te bsvestigen, om te komen tôt een minimumterm, noodig om eene voort-brengst te verzekeren met "le noodwendig-heden van het gemeenschappelijk leven overeenstemmende. Maar, indien wij aldus ons recht onder-stounen, om de voordeelen der wet van de minste inspanning te genieten, verstaan wij tevens dat deze aanspraak ons met terwij-dert uit het domein der mogelijkheden, dat, integendeel, .:1e trapsgewijze vermiadering van den arbsidsduur anders niet kan dan het economisch leven en de algeheele ont-wikkeling van het mapschelijk leven be-voordeeligen.III Waarom beschouwen wij den korten ar-beidsduur als den meest voordeeligstein aan den vooruitgang in elk domein van maat-schappelijke bedrijvigheid? De redens, waarop wij onze manier van zien staven, zijn van drijerlei aard ; zij zijn met elkander verbonden en volledigen zich. Onderzoeken wij eerst dezen, gezien van het gezondheidsstandpunt: « De wetenschap toont ons dat de moderne arbeid meer en meer eischen stelt ; het ma-chienwezen yerqorzaakt de snelheid der inspanning, die de bijzonderste oorzaak is der afmatting. Hij verplicht tôt altijddu-rende oplettendheid, aldus den geest tôt 1 doodens toe vermoeiende. De haast, de overhaasting zijn de kenteekens van geheel het moderne leven. Elke levensuiting, die eene verbranding met zich voert, moet door eene snelle voeding weder worden her-steld, hetgeen op den duur een nadfeilgen invloed op de gezondheid veroorzaakt. Dp arbeid, als iedere verbrandinar, heeft eene dubbele uitwerking : hij verbrandt de stof-£en hem door de voeding aangevoerd, doch deze veroorzaken afval, die, zich in het lichaam ophoopende. de vermoeienis ver-wekken, en eindigende met eene echte ver-giftiging van het organisme, als de tijd niet wordt gegeven deze te verwijderen. De geneesheer Imbert, professer van de Fakulteit te Montpellier, in eenige artike-len, verschenen in de « Reveu Scentifique», is nog duidelijer : De dagelijksche arbeid is te -rejaagd om den "iftigen afval,tusschen het eindigen van eene dagtaa-k en het. begin-nen van de andere in zijn geheel te laten verwijderen uit het menschelijk organisme. De rustpoos is niet aanzienlijk genoeg, v aardoor de giftige overschotten zich in het lichaam ophoopen. Dus, bij het begin van den volgenden dag bevindt zich de werkman, bij den aanvang van het di.gclijksch werk. nog gedeeltelijk vergiftigd, het is te zeggen, vermoeid reîds en in staat te ver-gelijken niet aan een overlasten, doch aan een werkman die reeds eene min o' meer aanzien lijke som arbeid heeft afgelegd. Met den dag voegen zich de uitwerksels samen, de vermoeieuis verhoogt en weidra ver-schijnt de lomheid, wanneer geene genoeg-zame rust intreedt, a-an het organisme toe-latende zich te zuiveren van de giftige overblijfselen en tôt den normalen staat te-rug te keeren. Ons steunende dus op de wietenschap, die loongevend noch loontrekkend doch alleenlijk de waarheid is, rragen wij, in naam van 's werkers gezondheid, een zoolang mogelijken rusttijd tusschen de a-rbeidspe-rioden. Want niet alleenlijk, zooals ons d® vorige aanhalingen toonen, is de al te lange arbeid oorzaak van snelle menschelijk® sleet, maar hij draagt tevens de groote schuld der onmacht, ten gevolge van de overlasting van het menschelijk organisma tegenover de aanvallen van besmettelijke ziekten. ■ ' De geneesheer Calmette, van Rijsel, heeft vastgesteld in zijne verhandeling over da! longtering, gericht aan het congres, in Oc-tob?r, 1905, te Parijs gehouden, over die zaak, dat de overlast de bijzonderste oorzaak was der talrijke door hem behandeldô' gsvallen van tering. En de overlast ver-wekt nog andere noodlottige gevolgen. De statistiek, veropenbaard nopens de werkon-gevallen, bewijst, dat de te lange arbeids-duur de aandacht uitput en dat deze uit-putting bijna altijd is gevolgd van een ar-beidsongeluk. De tab&l d»r arbeidsongeluk-ken van Frankrijk bestatigt, dat op 5534 werkngevallen, opgenomen in 9 departe-menten, 110 gebsurden om 6 ur® 's morgens, 2S7 om 7 ur#, 365 om S ure, 420 om 9 ure, 600 om 10 «r», 405 om 11 ur», 55 om,12 ure, 120 om 1 ure :s namiddags, 420 om 2 ure, 530 om 3 ure, 740 om 4 ure, 750 om 5 ure, 5 enz. Een gelijkaardige toestand werd in 5 andere departementen vastgesteld. In Duitschland bestatigde men hetzelfde. (Vervolgt) > V 31' jaar — N. 340 PTri^#Tnnminer J Toofie^TsMn^^milîr'v^eLdi)5 cantiernsn TelBloonTfedactle Hrr^liWBÎgtraUe^^ IQ^358" mmjwpw —m m ni n i— i—w—i—innmiinT nnr m imniniMihiimiiii —

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Vooruit: socialistisch dagblad behorende tot de categorie Socialistische pers. Uitgegeven in Gent van 1884 tot 1978.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes