Vooruit: socialistisch dagblad

1283 0
09 september 1915
close

Waarom wilt u dit item rapporteren?

Opmerkingen

Verzenden
s.n. 1915, 09 September. Vooruit: socialistisch dagblad. Geraadpleegd op 25 april 2024, op https://nieuwsvandegrooteoorlog.hetarchief.be/nl/pid/1c1td9p477/
Toon tekst

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

IDraîcster-U Stge ciste» Sam: Maatschappij H£T LÎCIIT bestuurdcrt /P, DE VJSCî!. Ledcberg Gent . . REDACT!E . . ADMINISTRATIE KOOûPOORT. 29. GENT VOORUIT , " ' il ' i i ni ■ ■ ■ l . n i il. — ABOMNEMENTSPRIJS BELCIE Drie maanden. . • . . tr. 3.23 Zes tnaandeo . . . . . fr. 6.50 Een jaar ....... fr. 12.50 Men abonneert zich op aile postbureele» DEN VîîEEMDE Drie maanden (dagelijks verzontfen) fr. 6.75 Orgaan der Belgfeche Werklsedeiwarty* — Versohjjnende al/e dagen. Bekendmaking in de gemeente St-Goorix-Audenhove zijn de voorschriften van het Opperkommando des Legers, bekend gemaakt op 3-5-15, en betreffend het afleveren der duiven, in twee gevallen onvoldoende nageleefd. Zoo had do landbouwer De Smet op 3-8 les levende dniven meegebracht en ze eerst op 6-8 gedood. In het ander geval had de landbouwer Van de Velde twee-en-veertig duiven tôt na 6-5 in den asschenbak van zijn oven weggestoken gehouden en de laatste ervan eerst op 8-8 gedood. In het eerste geval was de veldwachter der gemeente op de hoogte van het mee-brengen der duiven. In het tweede geval had rnen de duiven gedurende haar drie-maandelijksch verbiijf in den asschenbak moeten ontdekken als men het voorgeschre- II yen onderzoek met voldoende oplettendheid godaan had en zoo is de gemeente zelf Bchuldig aan hare straf. In aanmerking genomen dat de gemeente-overheid zich volgens de verklaring van de IEtappenkommandantuur anders steeds goed gedragen heeft, is de gemeente slechts ge-straft tôt het betalen van eene geldboete van twee-honderd-vijftig mark. Dit wordt ter openbare kennis gebracht door den Overste van het burgerlijk beheer v. Keudoll, Regeeringsraad. Bekendmaking De uitvoer van lijnzaad en lijnschillen uit het Etappengebied is verboden. Het transport van katoen, wol, vlas, jute, zijde en het daaruit verva-ardigde garen en geweefsel, alsook de uitvoer uit het Etappen-gebied der 4 armee is verboden. j Transport en uitvoer is al le en met goed-keuring der Etappen-Inspektion der 4 armee veroorloofd. Formularis tôt voorstel van vrijgeving zijn verkrijgbaar bij Achille Connehaye, Gent, Kortrijkschestenweg, 33, on moeten aan de Etappen-Inspektion 4 voor goedkeu-ring ingediend worden. Gent, den 5 September 1915. De Et-appen-Kommandant, von WICK. LE OORLOG EN DE GODSGELEERDEN ILs Blsn Public heeft ons het gedacht der godsgeleerden doen kennen en niet de minsten, want hij noemt de heiligen Augustinus, Thomas en Suarez. Wij bedanken hem ; hoe wreed die theonën ook zijn, zij hebben hun nut, want zij werpen een licht over de zede-leer der kerk en over hare innige gevoe-lens.Wij vernamen nu dat de oorlog het jekerste middel kan zijn om tôt een wa-ren vrede te komen. I't Is alsof men zou beweren dat eene zware ziekte het zekerste middel is om tôt de ware gezondheid te komen. 't Is natuurlijk niet waar, want groote ziekten laten altijd sporen en verzwak-kingen na zich. Zoo ook de oorlog. Hij kan tôt vrede leiden, maar hoe? Omdat hij eene natie tôt machteloosheid, tôt zwakte, tôt on-derwerping heeft gebracht. Het is de vrede van den overwonnene, de vrede van nagenoeg den dood. Wij kennen dien vrede die ons opvol-gentlijk aan Spanje overleverde, daarna aan Oostçnrijk, om later te passeeren in Frankrijk's handen en ten slotte aan Holland gekoppeld te worden. Die vrede was schier een martelaar-schap van drie lange eeuwen. Spreek van dien vrede aan het ver-brokkelde Polen, aan het bestendig in opstand levende Ierland en men zal er u nieuws over vertellen. Dat men tôt den oorlog moet beslui-ten als hij onvermijdelijk geworden is, wist ons grootje die ongeleerd was, ioch ook. A l'impossible nul n'est tenu, zegt de Franschman. Maar dat is de kwestie niet. De vraag is deze : of men ailes gedaan heeft wat 'aogelijk, wenschelijk en menschelijk "as, om die onvemijiialijkheic! af te weren. En het is zoo waar, dat zulks het hoofdpunt is, dat aile betrokkene gou- Ivermenten in de grauw-, grijs-, wit- en ïwartboeken, die ze gewoonlijk lieten verschijnen, niets anders betrachten dan ora te bewijzen dat zij de schuld niet z'jn dat de oorlog uitbrak. Allen zijn dus onder den indruk dat de oorlog iets spijtigs, iets afschuwelijks >s en zij trachten het onvermijdelijke otmner deelname aan den krijg te plei- De oorlog is eene natuurlijke wet,zegt Suarez en het evangelisch geloof wijkt nooit af van het natuurlijk recht, daar-°ffl is de oorlog geoorloofd. Juist alsof de beschaving geen eeu-wigd'urende strijd was tegen al de na-tuurlijke wetten die de menschheid hin-I deren in hare stoffelijke, zedelijke en I Ve[standelijke verheffing. I De mensch van over duizende jaren I was veel barbaarscher nog, dan de I ®ensch van heden, wat toen als natuur-■ *et kon gelden is vandaag eene misdaad I e|en de menschheid. I ja* n °P a^e gebied is dit waar. De don-I erscherm, de regenscherm, de geschik-I / Woningen. de vliegmachienen, de on-I (j-e"'ee^rs cnz-> Z1in allen zoovele uitvin-I 'noen, van het klimmend verstand en I menschheid, die poogt de gril- 1 H l 1 "ef natuur meester te worden of I ker)2 ei®ensc^appen dienstbaar te ma is nu het evangelisch geloof t'ak-koord met hen die den oorlog als eene natuurlijke wet beschouwen, dan toont dat eenvoudig, dat het geloof, nog wor-tel schiet in de barbaarschheid en niet is opgewassen, om de menschheid tôt hare hoogste verheffing te voeren. Wij wisten het en Le Sien Public staaft onze overtuiging, door de aan- halingen zijner godsgeleerden. * * * Het begin is 't moeilijkste zegt men gewoonlijk. Dat moet wel waar wezen want hoe verder de godsgeleerden en Le Bien Public hunne redeneenng voort-zetten, hoe wreeder, maar hoe duide-lijker zij worden. Zoo leert de heilige Thomas ons, dat wij persoonlijk niemand mogen dooden uit eigen wil, want dan nemen wij het zwaard op. Wij mogen het wel doen, als het is, op bevel van een pnns die zijn ge-zag van God heeft. Dan nemen wij het zwaard niet op maar wij maken gebruik van het zwaard dat ons toevertrouwd is en wij zijn niet meer strafbaar. Wij verdedigen den moord niet van persoon tegen persoon, verre zij van daar. Maar wij nemen, gelijk de tribunalen doen, soms verzachtende omstandighe-den aan, als de dader door beleedigin-gen, door onrecht, door laster, of door een soortgelijk iets, tôt woede, tôt haat, tôt razernij of krankzinnigheid is gedre-ven.Maar voor de massamoord bestaan die verzachtende omstandigheden met, omdat aile naties, andere middels kunnen beproeven om een geschil bij te leggen, dan zoo maar ineens naar de wapens te grijpen. En wij zijn zeker dat de zaken door-gaans eene andere wending zouden nemen werden de in geschil zijnde volke-ren per referendum geraadpleegd. Juist de stelling dat het bevel van een prins, een tzaar bijvoorbeeld alleen voldoende is om de slachting te beginnen, dat is verkeerd en slecht. Heeft die prins zijn gezag van God, en moet hij met gestraft worden, dan pleit zulks tegen de Godheid of tegen de godsgeleerden die zijnen wil aldus uit-leggen.En wij zeggen, dat men God wel m een slecht daglicht stelt, als men den oorlogzuchtigen prins aanstelt, als den minister van God", gelast om zijne wraak te volbrengen. Die woorden zijn wreed en weinig van aard om het geloof in en den eerbied voor God te doen stijgen, hij weze Boudha, Allah, Christus, katholiek, pro-testantsch of joodsch getint, al om het even. God wil de oorlogskwalen niet, zegt Suarez, hij laat ze enkel toe, dus men mag afweren. Dat is onzinnige prietpraat! Als men iets niet wil, omdat het slecht is, dan mag men het met toelaten ook, vooral als men almachtig is. En in zulk geval is het niet noodig van iets af te weren noch rechtvaardig noch onrecht-vaardig.Zij stellen God hier aan als ccn kwaad-willigen gamin en die godsgeleerden zouden ons willen wijs maken dat de kiekens hooi eten, F. H. Uit de Hoofdstad Woos* des figepe&sloeussFdesi Aan f»®g3traai<-C»GB3ili®Ii F. H. schrijft in « Vooruit » een pleidooi ten voordeele der gepensioeneerden. Allen zullen hem daarvoor dankbaar zijn. F. H. zegt dat als men iets kan vinden om een oplossing te krijgen, hij er zich met genoe-gen zal bij aansluiten en helpen zooveel als hij kan. Hartelijk dank, geachte F. H. Ziehier nu een onfeilbaar middel om vol-doening te bekomen. In al de openbare administraties van het bezette deel van België zijn er vele ambte-naars en bedienden die al sedert maanden moesten gepensionneerd zijn. Zij hebben den vereisehten ouderdom, om op pensioen gesteld te worden, bereiiit. Zij werden niet gepensionneerd. Zulks is een schreeuwende onrechtvaardige daad. Zij krijgen aile maanden dus zoovele honderden te veel. Zij genieten dus een voorrecht, iets wat onrecht is. Welnu, de hoofden der ministeries hebben voor plicht al die maainen te doen pensionneeren. Zulks is heel zeker wel de meening van 't Belgisch gouvernement en wa-arom de be-stuurders der ministeries zulks niet doen is en blijft' onverklaarbaar. Met het geld dat nu te veel betaald wordt aan diegenen die al lang moesten gepensionneerd zijn, zou men aan vplen die nu vragen : Hoe staat het met ons pensioen 1 een schoon stuiverke kunnen betalen. Welaan dat' het Centraal Comiteit de zaak in handen neme. Dat het Comiteit zich tôt de Be-stuurders der Ministeries wende en 't zal en 't moet wel gaan want' er bestaan geene redenen om niet te pensionneeren. Mich. V. B. «mmaaunj AJimuma—»m nuimieegam— Een anfwoord op de britf ea het pakje yen din krijisgeuDgese Mijnheer Alfred Buyle, Ik vind uw artikel van heden -nooi, het is prachtig uiteengezet en wel zoo, dat het de snaar van het ongevoeligst hart zal we-ten te treffen. Maar zeker hebt gij, ten voile uezig met de gedachten den mensch tôt goedhartig-heid en mildheid aan te sporen, geen flauw vermoeden gehad dat gij bezig waart met vele harten te doen bloeden. Hetgeen gij bewijst in uw artikel is onge-lukkig genoeg niets meer dan waarheid; maar waarrom dit ailes zoo klaar en uit-drukkelijk getoond? Wie niet tôt geven gestemd is, zal het daardoor ook niet doen en wie onze jongens oprecht genegen is en hun lot aantrekt geeft zoo. Vergeef mij de tegenwerpingen die ik hier maak ; mijn doel is geenszins u te kwet-sen, maar wel u zoo goed het verkeerde als het goede va.n uwe handelwdjze te doen in-zien.Ik laat het geheel en al aan u over om te oordeelen welk uitwerksel uw schrijven bij ons teweeg bracht ; en gelijk wij , zijn er heden duizende menschen en meer : Wij missen ook twee onzer jongens, den troost en de opgeruimdheid van het gezin, onnoo-dig te zeggen dat wij veel aan hen denken. Welnu, als er zoo niets bijzonders voor-valt of gezegd wordt in onze omgeving, dan beginnen de dagen (wel is waar nog 6teeds troosteloos) maar «toch zonder uitbarstin-gen van gemoedstoestand» voorbij te gaan. Wij kinderen, doen al het mogel'ijke om niettegenstaande onze eigen droeve gedachten, moeders donkere denkbeelden zooveel mogelijk te doen verdwijnen. Wij beminnen haar te zeer om toe te laten dat zij verkwijne van verdriet. Iedere zucht van haar, snijdt ons door het hart. Denk nu eens M..., wat' bij haar omging als zij uw artikel las. Onze oudste jongen is ook krijgsgevangen en die verlangt wel even hard naar iets van ons allen als de jongen uit « Geen brief. geen pakje ». Hoeveel voetstappen wij ook doen en hoe-zeer wij ons ook ten pande stellen hem eenige troost te sturen, het is ons onmoje-lijk. Hij is geïnterneerid in Holland en ik hoef u niet te overtuigen dat aile moeite van onzen kant aangewend werd om bri«-ven, pakjes of geld op te sturen, helaas vruchteloos waren. Ik vraag u verschooning, M..., voor mijn stout optreden, maar ik kan niet anders handelen, ik volg den weg van r-!jn hart, in de hoop op mijne beurt U evenals vele andere medemenschen te kunnen bewegen en hun ook eens aan het lot van de geïn-neerden in Holland te doen denken, ten-einde wie 't ook in zijne macht moge wezen, iets ten voordeele voor onze jongens te doen. Dit ware eene groote verlichting voor vele gezinnen. M. V. TONGEREN Wanneer ik laatst over de vier steden van Limburg schreef, als over de vier Heemskin-deren, zonder over hen kwaad te spreken, had ik het meer over Hasselt. Toen mijn brief naar de redactie was, voelde ik er spijt over niet voornaamlijk te Tongeren ta zijn gebleven. Tongeren is een oude, zeer oude geschie-denisstad, thans in de wereld onbekend, zelfs maar weinig buiten Limburg, omdat ze een kleine plaats is. Doch zij is voor de limburgsche socialisten wat Parijs is voor Frankrijk, wat Mekka is voor de Maho-medancn, llome voor de kristenheid. Tongeren is onze heilige stad. Daar rees, voôr enkele jaren reeds, een eerste instelling van socialisme, een kleine samenwerkende winkel van kruidenierswaren. Daarin en daarrond kiemde spoedig ailes wat een so-cialistische arbeidersgemeente noodig heeft tôt onderlingen steun, tôt sterkte en ver-sterking, tôt grœi, macht en gezag. Den feestdag van do inhuldiging van Ons Huis aldaar, kwamen uit heinde en ver onze ge-loovige scharen over als bedevaarders naar een zeer voorname plechtigheid. Muziek-maatschappijen van allen aard, zangveree-nigingen, gansche bonden, afvaardigingen van ver verwijderde partijgenooten vorm-den, in optocht door de kleine stad, een ontzagwekkenden stoet, wiens roode vaandels, zooveel standaarden va®, onze zelfstandigheid, wapperdem tôt teeken van geloof, hoop en liefde, in het zomer-licht van onzsn eersten hoogdag in Limburg.Onze onverbidlijke doodsvijanden hadden gezworen ; Zij komen er nu noch ooit en zoo ze er komen, maken we ze af. Er kwam zelfs geen uitdagend antwoord van onzentwege. Wij kwamen er als macht, niet om te overweldigen, wel om in Lim-burg's zonneschijn en op Limburg's grond de plaats in te nemen waarop wij rech hebben, vooral om te Tongeren onze eerste vesting te bouwen, waaruit nooit iemand ons nog verdrijven zou. Do menigte, in do schaduw van Ambiorix' standbeeld, den oudsten vrijheidskamper in de aloude stad, hoorde uit den raond onzer meest vereerde en bekwaaœste hsiders de verkondiging en den uitleg onzer heilige leer, de grootschheid van ons ideaal, dèn onwrikbaren wil vôôr ailes onzen hemel te stichten op aarde en door onverstoorde so-lidariteit de werkersmenigte op te voeren naar mooier, vrijer, hooger leven. De menigte rondom ons keek voor de meerderheid verbaasd, voor zoover ze nog nooit met socialisten in betrekking was ge-komen. Ze zag daar thans vôôr zich de zoo-genaamde bestormers en vernietigers van ailes wat gewoonlijk doorgaat voor geijkte deugd, waarheid, recht en wet. Ze zag ze deftig van voorkomen, vredig in handel, beleefd en beschaafd in gedrag en taal, or-delijk in het gelid, het, zoer net, achter de vaandels met goud geborduurd en met kun-stig stikwerk. Aan dit ailes dachten we voor enkele dagen terng. Tongeren, op twee plaatsen van zijn grondgebied, ook al door den oorlog geteisterd, werd ons liever dan ooit. De gezellen, de vrienden aldaar, rezen in onze verbeelding als zooveel apostelen op. We wendden ons tôt twee van de voor-naamste en verdienstelijkste voorkampers aldaar, onze zeer geachte gezellen Depuis en Pierre Diricken. Hun geloof is veel eerder versterkt dan om op 't even welk gebied verzwakt. Natuurlijk spreken ze ons eerst over eigen zaken. Beiden varen ze best, kunnen werken en hebben geen gebrek. De Samen-werking echter ligt hen nog meer aan het hart. Deze instelling bereikte in 1914, on-danks de moeilijkheid om zich waren aan te schaffen, een verkoopprijs van 85 duizond frank, tegen 81 duizend fr. in 1913, met een zuivere winst van 10 duizend fr. Terwijl al de winkeliers der stad hun prijzen verlioog-den, verkocht men bij de socialisten al de waren in magazijn tegen onveranderden prijs. Op 8 Augustus 1915 telde de instelling 366 leden tegen 336 op 1 Januari van 't zelfde jaar, wat in 7 maanden oorlogstijd een verhooging uitmaakt van 30 leden in deze moeilijke tijden. Op denzelfden 8 Augustus bedroeg rceds het verkoopcijfer 51,594 fr. 70, zoodat ailes laat voorzien dat bij het einde van het jaar nogmaals een groei in den handel zal worden vastgesteld. In aanmerking dient genomen dat, sedert Augustus 1914, de ver-koop op de dorpen is moeten gestaakt worden.Om de waren zoo goedkoop mogelijk aan de leden te kunnen bezorgen, heeft de instelling haar steunkassen voor enkelen tijd gesloten, doch nooit maakt één noodlijdend lid te vergeefs aanspraak op hulp. Nu spreekt Diricken plechtig: « De coo-peratief staat dus onwrikbaar vast en zal na den oorlog het grootste magazijn van Tongeren wezen. » Het grootste magazijn van Tongeren ! Wonder is 't ! Zij is de stichting van een-voudige arbeiders, onder wie zelfs geen enkele middelbaar onderwijs heeft genoten. Ze hadden geen huie, geen geld. Ze hadden geen steun dan dezen dien aîlerhande boos-heid en bijzonder haat bezorgen, wanneer ze dengene dien ze aanvallen, de verplich-ting opleggen zich te harnassen en te wa- penen. Hun eerste winkeltje werd rfcôdw vôôr geruimen tijd vergroot. Ze zullen eige-naars worden van een prachtig rrebouw. 't Zijn socialisten ! STEVEN BOERSEN. Lloyds car 7 r In den huidigen oorlogstijd nog veel meer dan vroeger kan men geen dagblad openea zonder den na<im van Loyds aan te treffen en op duizend menschen buiten Engeland ziijn er geene tien die weten wat die naam beteekent. Het is dan ook daarom dat wij eens de geschiedenis van dien naam zijn gaan op-zoeken : Op het einde der 17e en in het begin der 18e eeuwen werden er in Londen hier en daar eenige «taveernen» geopend waar aan den gaanden en den komenden man open-baarlijk caupiiy ofte koffie verkocht werd. Karel II maakte zich over die «koffiehui-zen» ongerust, deed een onderzoek instel-len over «hunnen handel en wandel» en kwam tôt het krachtdadig besluit van ze te doen sluiten omdat zij dienden aïs «gevaar-lijke verzamelplaatsen voor de lieden die niet tevreden waren over zijn manier van regeeren, lieden die zich daar gingen op-zoeken om aîlerhande praatjes te verkoo-pen en door hun gebabbel de openbare orde in gevaar te brengen.» Eene dezer «gevaarlijke» plaatsen, gele-gen in de Towerstreet, dus niet ver van de groote dokken, was inderdaad de verza-melplaats geworden van handelaars, ree-ders en zeekapiteins, die er elkander gingen opzoeken om te spreken over het koo-pen, verkoopen en vervoeren van hunne waren. De waard van dit koffiehuis heette Edward Lloyd en was een uitgeslapen vent, want reeds in 1692, als hij pas een paar maanden geopend had, was hij op het gedacht gekomen om elken avond, op eene in het oog springende plaats van zijn lokaal eene «revue» op te hangen waarop hij eigen-handig, in schoonschrift, melding maakte van ailes wat er aan de dokken belangrijks gebeurde. Maar als de heer Lloyd het door den duur zoover dreef van in zijne revue te spreken over de zittingen der Lordskamer en de be-sluiten die daar genomen waren — iets dat/ ten dien tijde s-treng verboden was, was het het den koningte veel en werd zijn huis eenvoudig gesloten, werd zijne deur eenvoudig vernageld, omdat het lokaal «een voor den Staat gevaarlijk lokaal» was ! Lloyd zegde dat hij daardoor «de keel niet af was» en hij ging elders zijne revue uit-geven en er veel geld mee winnen, maar daar kwam de koning er zich weer mee be-moeien en hij verbood hem ook nog één nummer van zijne «staatsgevaarlijke» revue uit te geven ! Eerst twintig jaren later, in 1724, waagde Lloyd het om een grooter koffiehuis te ope-nen en zijne revue opnieuw uit te geven onder den titel van Lloyds Lists, maar nu ge-drukt, en wel op een dnizendtal exempla-ren, die aile dagen op een omzien uitver-kocht waren. «Om den koning en zijne handlangers van zijn lijf te houden» ging de uitgeslapen Lloyd zich nu wegsteken achter de... wet en van zijne kalanten en van zijne lezers maakte hij eene wettelijk erkende naamloo-, ze maatschappij die voor doel had verzeke-ringen te sluiten voor de zeeschepen en de waren die zij vervoerden ! De maatschappij en de revue mochten zich. weldra in een ongehoorden bâjval verheu-gen en naarmate dat hij rijker en machtiger werd, werd Lloyd «wijzer en verstandiger» ' zoodat zelfs de koning hem ontving en hem maar liet doen. Eenige jaren later was de revue een groot dagblad geworden en de maatschappij had zulke uitoreiding genomen dat' zij in 1771 het reusachtig gebouw der Boyal Exehange kon aankoopen waar zij nu nog hare bu-reelen heeft — die van jaar tôt jaar moesten vergroot worden. De maastchappij heet thans eenvoudig Lloyds en na op" een en ander gebied eenige veranderingen ondergaan te hebben telt zij thans als leden de zes honderd grootste' handelaars en makelaars van Engeland, die zorgvuldig hunne kleine concurrenten op af-stand houden, om ze dan met haar en huid op te slokken. Wat eene engelsche zonderlingheid kan genoemd worden, dat is dat de oppermach-tige Lloyds nog steeds op de aartsvaderlijke wijze fabelachtige verzekeringen voor sche-pen en waren sluit zonder zich bezig te houden met ongemakgevende formaliteiten en zelfs zonder gebruik te maken van de zoogenaamde notarieele akten. Om lid te kunnen worden van Lloyds moet men voorgesteld worden door de zes oudste leden van de maatschappij en als eerste borg 5.000 pond — 125.000 frank afdokken. Wordt men aangenomen dan moet men een tweede waarborg storten van 400 pond — 10.000 frank en verder is men er van af met eene jaarliijksche bijdrage van 20 pond — 100 frank rond. In vredestijd bedroegen de door de leden van Lloyds gesloten verzekeringen van een kwart tôt een half percent van de waarde der schepen en der ladingen, maar nu is dit percent geklommen tôt yijf, zes en ze-ven percent van die waard© 131 laai" -- fà. 251 Pnjs pei nuiamei : voor Beigie 3 oenUemen, vooi den Vreemde 5 eentiemeii Teletoon t Rodaotle 24Ï - Admînisïratie 284S SondeNsr & SEf*T£fi8BI£!î

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.

Over deze tekst

Onderstaande tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition). Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dit komt mede doordat oude drukken moeilijker te lezen zijn met software dan moderne. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen. Er wordt gewerkt aan verbetering van de OCR software.

Er is geen OCR tekst voor deze krant.
Dit item is een uitgave in de reeks Vooruit: socialistisch dagblad behorende tot de categorie Socialistische pers. Uitgegeven in Gent van 1884 tot 1978.

Bekijk alle items in deze reeks >>

Toevoegen aan collectie

Locatie

Onderwerpen

Periodes